MEMORIE VAN TOELICHTING
Zitting van 21 december 2021
OPENBARE ZITTING
1. Proces-verbaal van de zitting van de gemeenteraad van 30 november 2021 - goedkeuring.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om goedkeuring te verlenen aan het proces-verbaal van de zitting van de gemeenteraad van 30 november 2021.
2. Meerjarenplan - vaststelling vierde meerjarenplanwijziging 2020-2025 (stad).
Het maken van beleidskeuzes en de opvolging ervan dient samenhangend, transparant en betrouwbaar te zijn met het oog op een goede rapportering aan zowel de burger als aan interne en externe controle-instanties.
Het meerjarenplan wordt opgemaakt volgens de regels over de beleids- en beheerscyclus (BBC). De regels die van toepassing zijn voor de opmaak van het meerjarenplan 2020-2025 zijn vastgelegd in het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur bepaalt dat de meerjarenplannen van de lokale besturen starten in het tweede jaar na de lokale verkiezingen en dat ze lopen tot het einde van het jaar na de daaropvolgende verkiezingen. Dat betekent dat de huidige bewindsploeg in 2019 haar strategische en financiële planning voor de bestuursperiode van 2019 tot 2024 opmaakte en vastlegde in het meerjarenplan voor de periode van 2020 tot 2025.
De BBC wordt gekenmerkt door één geïntegreerd systeem, waarbij alle gemeentelijke beleidsdomeinen op dezelfde manier in kaart worden gebracht. Binnen dit systeem bestaan er niet enkel regels voor de financiële aspecten van beleidsvoering maar ook voor wat betreft inhoudelijke planning, uitvoering, opvolging en evaluatie. Het belangrijkste element is hierbij dat het beleid rechtstreeks aan de financiën wordt gekoppeld en dat de uitvoering van de vooropgestelde plannen van het bestuur meetbaar zijn.
Uit het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur volgt ook dat de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) een gezamenlijk meerjarenplan opstellen, dat door beide raden wordt vastgesteld. Ook het financiële evenwicht wordt beoordeeld voor de gemeente en het OCMW samen. Dat in het meerjarenplan geen gemeentelijke bijdrage aan het OCMW meer wordt ingeschreven past in deze filosofie.
Omdat elke rechtspersoon voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan, blijft in het meerjarenplan wel een duidelijk onderscheid bestaan tussen de kredieten van de gemeente en die van het OCMW. Dat komt tot uiting in het schema met het overzicht van de kredieten (schema M3), waarin de kredieten voor de gemeente en het OCMW apart worden opgenomen.
Het meerjarenplan bestaat minimum uit de volgende onderdelen:
• de strategische nota, legt de focus op prioritaire beleidsdoelstellingen en op de prioritaire acties of actieplannen die bijdragen aan de realisatie van de prioritaire doelstellingen
• de financiële nota, bevat de financiële vertaling van de beleidsopties van de strategische nota en geeft aan hoe het financiële evenwicht in de periode 2020 tot en met 2025 gehandhaafd wordt
• de toelichting, bevat alle informatie over de verrichtingen in het meerjarenplan die relevant is voor de raadsleden
Het meerjarenplan moet financieel in evenwicht zijn. Dat is het geval als het voldoet aan de volgende voorwaarden:
• het geraamde beschikbaar budgettair resultaat is in geen enkel jaar negatief
• de geraamde autofinancieringsmarge (AFM) voor 2025 is minstens gelijk aan nul
De autofinancieringsmarge geeft een indicatie van de mate waarin de stad in staat is investeringen te betalen met middelen die gegenereerd worden via de gewone werking.
3. Meerjarenplan - goedkeuring vierde meerjarenplanwijziging 2020-2025 (lokaal bestuur) Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om het deel van de raad voor maatschappelijk welzijn van de meerjarenplanwijziging 2020-2025 goed te keuren. Door die goedkeuring, en de vaststelling van het eigen deel, is de meerjarenplanwijziging in zijn geheel goedgekeurd.
4. Politiezone Arro Ieper - gemeentelijke bijdrage - goedkeuring toelage 2022.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de bijdrage van de stad Wervik aan de politiezone Arro Ieper goed te keuren.
Voor wat betreft het jaar 2021 (begrotingswijziging) gaat het om een toelage van 1.372.394 euro. In 2022 bedraagt de toelage 1.392.980 euro.
5. Prioriteitennota handhaving omgeving in het kader van de zelfstandige groepering 2021- 2024 - goedkeuring.
Op 28 juni 2021 heeft het college van burgemeester en schepenen beslist om samen te werken met de intercommunale LEIEDAL voor het opvolgen van het handhavingsbeleid stedenbouwkundige handelingen binnen de gemeente.
Het toetsingskader met de prioriteiten die voor de gemeente belangrijk zijn worden vastgelegd in een prioriteitennota. Deze prioriteitennota werd door LEIEDAL opgesteld volgens hun ervaring met andere gemeenten zodat een coherent beleid binnen de regio mogelijk is en laat toe beter op te treden tegen de – in de prioriteitennota – vermelde overtredingen.
Het college van burgemeester en schepen heeft deze nota principieel goedgekeurd op 29 november 2021 en vraagt de gemeenteraad deze prioriteitennota definitief goed te keuren zodat hij afdwingbaar wordt.
6. Principieel akkoord verkoop jongensschool - intrekking van de beslissing van de gemeenteraad dd. 6 oktober 2020.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de beslissing van de gemeenteraad dd. 6 oktober 2020 inzake het principieel akkoord van de verkoop van de voormalige jongensschool van Geluwe in te trekken.
Het verder verloop van dit dossier zal immers gebeuren in twee fases :
• Vooreerst de verkoop door de stad aan Leiedal voor een bedrag van 701.000,00 euro.
• In een latere fase de overname van de nog te realiseren polyvalente ruimte door de stad, die hiervoor dan 335.000,00 euro zal betalen.
7. Samenwerkingsovereenkomst tussen intercommunale Leiedal en Stad Wervik inzake de voormalige jongensschool Geluwe - goedkeuring.
De voormalige jongensschool in de Beselarestraat in Geluwe behoort tot het patrimonium van de stad Wervik. In 2019 trokken de leerlingen van deze school naar een nieuw gebouw in de Schoolstraat.
Sindsdien staan de gebouwen van deze school leeg.
De stad wenst de site van de voormalige school van circa 4.800 m2 te verkopen, maar wenst inspraak bij de herontwikkeling ervan. Een ondertussen ruime groep van inwoners van Geluwe toont immers een grote emotionele betrokkenheid en bezorgdheid met betrekking tot de herontwikkeling. De stad stelt daarom voor om te kiezen voor een samenwerking met Leiedal. Het College van Burgemeester en Schepenen van de stad Wervik heeft hierover in haar zitting van 17 juli 2020 al een principiële beslissing genomen. De raad van bestuur van Leiedal besliste hierover op 28 augustus 2020. Het voorstel is dat Leiedal de site verwerft en de site ontwikkelt op basis van krijtlijnen die samen met de stad worden uitgewerkt.
Bij de herontwikkeling van de site is het van belang een evenwicht te vinden tussen de bestaande kwaliteiten van de site, de erfgoedwaarde, de bouwtechnische kwaliteit van de gebouwen, de bezorgdheden van de Geluwnaren, de noden van het toekomstige programma en de financiële haalbaarheid. De focus van de herontwikkeling ligt in de eerste plaats op wonen, aangevuld met buurtondersteunende ruimtes en/of ruimte om te ondernemen. Leiedal maakte in opdracht van de stad voor de site (en een aanpalende private ontwikkeling) eerder al een masterplan op. Dit masterplan werd ondertussen verfijnd door Leiedal, in samenwerking met de stad, een vertegenwoordiging van de Geluwse bevolking en archtect Paul Vermeulen.
In eerste instantie streven Partijen een herontwikkeling na op basis van het concept van ‘samen bouwen’, waarbij verschillende geïnteresseerde gezinnen samen met Leiedal en onder leiding van een architect de school omvormen tot een besloten woonerf. Indien hiervoor geen of te weinig interesse is, kiezen de Partijen er desgevallend voor een project te realiseren via de formule van een publiek-private samenwerking. Leiedal lanceert in dat geval een oproep op basis waarvan een private partner wordt weerhouden om het project uit te voeren.
Afhankelijk van het finale scenario zal Leiedal op de site van de school voor de stad een polyvalente zaal bouwen / laten bouwen. Bedoeling is dat deze zaal na oplevering naar het patrimonium van de stad wordt overgedragen.
Ongeacht het scenario moeten de inkomsten uit het project Leiedal in staat stellen om de verwervingskost, de projectregie, studiekosten en financieringskosten te compenseren. Deze verantwoordelijkheid ligt integraal bij Leiedal.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om zich dus akkoord te verklaren met de overeenkomst tussen de Stad Wervik en Leiedal, waarbij :
• Leiedal de voormalige school van Geluwe koopt vanwege de stad. Het gaat concreet om twee kadastrale percelen, met name : Wervik, 3de Afdeling, Geluwe, Sectie C, nrs. 1010r en C1021R2. Leiedal betaalt hiervoor 701.000,00 euro.
• De Stad Wervik verbindt zich onherroepelijk en zonder voorbehoud tegenover Leiedal om de te realiseren polyvalente ruimte, ter waarde van 335.000 euro, inclusief BTW, over te nemen van Leiedal.
8. Akte inzake de verkoop van het voormalig schoolgebouw Beselarestraat 33+ en bijhorende grond aan de intercommunale Leiedal - goedkeuring.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de akte goed te keuren inzake de aankoop van het volgend onroerend goed door Leiedal :
Stad Wervik – derde afdeling (Geluwe) :
Een schoolgebouw op en met grond, gelegen Beselarestraat 33+, gekadastreerd volgens recent uittreksel uit de kadastrale legger als schoolgebouw, sectie C – nummer 1010 R P0000 met een totale oppervlakte volgens kadaster van zevenenveertig are negentien centiare (47a 19ca)
KI : vierduizend achtenveertig euro (€ 4.048,00) Stad Wervik – derde afdeling (Geluwe)
Een plein op en met grond, gelegen Kanterstraat, gekadastreerd volgens recent uittreksel uit de kadastrale legger als plein, sectie C – nummer 1021 R 2 P0000, met een totale oppervlakte volgens kadaster van één are tien centiare (1a 10ca).
De verkoop wordt toegestaan en aanvaard voor en mits de prijs van 701.000,00 euro.
9. Interpellatie ingediend door gemeenteraadslid Tom Durnez (CD&V) - Werken op Ter Hand.
Door gemeenteraadslid Tom Durnez (CD&V) werd de volgende interpellatie ingediend :
Beste bestuur,
Vorige gemeenteraad kregen we de mededeling dat de aangekondigde werken op Ter Hand me een toch aanzienlijke duur verlaat worden op de planning, zelfs waarschijnlijk verschoven naar een volgende legislatuur.
Al jaren zijn wij vragende partij om de fietsers van en naar Ter Hand op een veiligere manier hun verplaatsing te kunnen doen. Hierbij werd steeds verwezen naar de aangekondigde werken.
Vorige gemeenteraad kondigde de burgemeester aan dat er een tussenoplossing hiervoor zou moeten komen.
Vandaar onze vraag, die we helaas gaan herhalen, kwestie van het belang ervan te onderstrepen : Hebben wij al zicht op een planning en een uitvoering, kosten en timing ? De opties zijn beperkt, dus een grote oefening moet dit niet worden, vermoed ik.
Dank u voor de agendering op de gemeenteraad van december.
10. Interpellatie ingediend door gemeenteraadslid Bercy Slegers (CD&V) - zwavelgeur over de stadskern.
Door gemeenteraadslid Bercy Slegers (CD&V) werd de volgende interpellatie ingediend :
Beste,
Ik dien graag volgende interpellatie in :
De laatste paar weken ruiken we weer af en toe de onaangename zwavelgeur in onze stadskern van Wervik. Dit weekend was het opnieuw heel erg. Zaterdag laatst in de namiddag had ik mijn venster op het verdiep open gezet om te verluchten.
De zwavelgeur was zo scherp dat het in plaats van verluchten, verzuchten was om de scherpe geur die er weer hing boven de stad.
Als je met mensen praat dan hoor je dat ze dit ook ruiken en hier ook zeggen dat het precies regelmatiger terugkeert in dit najaar.
Dit op de as : Koestraat, Magdalenastraat, Leiestraat, Steenakker, Molenstraat, Speiestraat tot Oosthove wonen.
Ik vraag mij vooral af, wat is het effect hiervan op onze gezondheid ? Wat is het effect op milieu en natuur ?
Gaat er vanuit die kant iets gebeuren om hier eindelijk eens te weten of er zwavel gemeten wordt, hoeveel en wat de effecten naar gezondheid hiervan eigenlijk zijn aub ?
11. Vragen, antwoorden en mededelingen.
Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch
Mondelinge vragen die door de raadsleden gesteld worden aan het college van burgemeester en schepenen, worden behandeld onder de rubriek ‘vragen en antwoorden’ op het einde van de openbare zitting.
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen:
Decreet Lokaal Bestuur (DLB)
Deel 2: het bestuur van de gemeente en het OCMW
Titel 1: politieke organisatie van de gemeente en het OCMW Hoofdstuk 1: De Gemeenteraad
Afdeling 2: De werking van de Gemeenteraad
…
Artikel: 31
De gemeenteraadsleden hebben het recht aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.
Voor het stellen van een vraag als vermeld in het 1ste lid, is geen toegelicht voorstel van beslissing vereist.
…
Artikel: 38
De gemeenteraad stelt bij de aanvang van de zittingsperiode een huishoudelijk reglement vast waarin aanvullende maatregelen worden genomen voor de werking van de raad en waarin minstens bepalingen worden opgenomen over:
…
5°. De voorwaarden waaronder de gemeenteraadsleden hun recht uitoefenen om aan de burgemeester en de leden van het college mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.
Huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
…
Artikel 3§5:
Mondelinge vragen die door de raadsleden gesteld worden aan het college van burgemeester en schepenen worden behandeld onder een rubriek ‘Vragen, antwoorden en mededelingen’ op het einde van de openbare zitting.
Alle vragen moeten schriftelijk gesteld worden en uiterlijk de laatste werkdag voor de gemeenteraadszitting tegen 12.00uur worden overhandigd aan de algemeen directeur of aan degene die hem vervangt.
Deze ingediende vragen geven geen aanleiding tot bespreking. De indiener van de vraag dient zijn vraag tijdens de raadszitting mondeling te herhalen. De vraag wordt in de mate van het mogelijke beantwoord. De vraagsteller krijgt de mogelijkheid om te repliceren. Hierop kan eventueel terug een weder antwoord volgen. Het is aan de voorzitter van de gemeenteraad om te bepalen in welke mate er verder kan gevraagd en geantwoord worden, weliswaar rekening houdende met het feit dat het hoe dan ook de vraagsteller is, die he laatste woord krijgt en die een slotconclusie mag formuleren.
De vragen dienen te worden overgemaakt via het e-mailadres mondelingevragen@wervik.be.
De algemeen directeur deelt de ingediende vragen, zoals vastgesteld door de voorzitter van de gemeenteraad, uiterlijk de eerste werkdag na ontvangst hiervan mee aan de gemeenteraadsleden. Dit gebeurt digitaal.
Artikel 3§6:
De gemeenteraadsleden krijgen de mogelijkheid om na de onder § 5 bepaalde termijn nog bijkomende vragen in te dienen via het e-mailadres mondelingevragen@wervik.be, dit uiterlijk op de dag van de gemeenteraadszitting en ten laatste om 18.00 uur.
Het dient dan wel te gaan om vragen die betrekking hebben op aangelegenheden, die gelinkt zijn aan de zeer recente actualiteit, met andere woorden feiten die zich gedurende de laatste paar dagen hebben voorgedaan of waarvan men pas tijdens deze korte periode heeft kunnen kennis nemen.
Deze ingediende vragen geven geen aanleiding tot bespreking; De indiener van de vraag dient zijn vraag tijdens de raadszitting mondeling te herhalen. De vraag wordt in de mate van het mogelijke beantwoord. De vraagsteller krijgt de mogelijkheid om te repliceren. Hierop kan eventueel terug een wederantwoord volgen. Het is aan de voorzitter van de gemeenteraad om te bepalen in welke mate er verder kan gevraagd en geantwoord worden, weliswaar rekening houdende met het feit dat het hoe dan ook de vraagsteller is, die het laatste woord krijgt en die een slotconclusie mag formuleren.
De voorzitter van de gemeenteraad brengt dan bij de start van de gemeenteraadszitting de gemeenteraadsleden op de hoogte van deze ingediende vragen. Het behoort tot de prioriteiten van de gemeenteraadsvoorzitter om te oordelen of de ingediende vragen voldoen aan de voorwaarden onder artikel 3§6, tweede lid.
