KWARTAALINFORMATIE
J e u g d z o r g Zuid-Holland 2013 2e kwartaal
versie 3/9/13
1 Inleiding
De provincie is verantwoordelijk voor de planning en financiering van de geïndiceerde jeugdzorg.
Bureau jeugdzorg (BJZ) neemt indicatiebesluiten; een cliënt met een indicatie heeft recht op jeugdzorg. De provincie is wettelijk verplicht ervoor te zorgen, dat een cliënt met een indicatie zijn aanspraak op jeugdzorg tot gelding kan laten brengen bij een jeugdzorgaanbieder. De provincie subsidieert BJZ en de zorgaanbieders in Zuid-Holland, excl. de stadsregio's Haaglanden en
Rotterdam. Als het aantal te behandelen cliënten groter is dan het aantal behandelde cliënten in een bepaalde periode, dan ontstaat er een wachtlijst. Met "behandelde cliënten" wordt hier bedoeld de cliënten die in behandeling zijn of zijn geweest bij een zorgaanbieder. De Kwartaalinformatie is de monitor van de provinciale jeugdzorg. Het aantal fe behandelen cliënten en het aantal behandelde cliënten worden vergeleken:
Per kwartaal
-te behandelen cliënten;
-nieuwe cliënten -behandelde cliënten:
-instroom
Per jaar
-te behandelen cliënten:
-cliënten in zorg op 1 januari -nieuwe cliënten
-behandelde cliënten:
-cliënten in zorg op 1 januari -instroom
De tabellen met de cijfers en de grafieken zijn opgenomen in de Bijlage.
2 Provinciaal beleid
In 2012 is in het provinciale jeugdzorgbeleld de aandacht verlegd van wachtlijsten naar een meer effectieve en efficiënte zorgveriening. Dit beleid is in 2013 voortgezet. Het provinciale beleid voor de wachtlijsten In de jeugdzorg is beschreven in het provinciale Beleidskader jeugdzorg 2013-2016 en het Uitvoeringsprogramma jeugdzorg 2013. Landelijk geldt een termijn van 9 weken als maximum wachttijd voor cliënten met een indicatie voor jeugdzorg. Langer wachten kan mits dit verantwoord is, ter beoordeling door BJZ. Voor cliënten in spoedeisende situaties wordt binnen 24 uur een
crisisplaatsing geregeld; deze cliënten staan dus niet op de wachtlijst.
De provincie financiert BJZ voor de uitvoering van casemanagement voor alle cliënten met een Indicatie, inclusief de wachtenden. Bij dit casemanagement wordt speciaal aandacht besteed aan de urgentie en de veiligheid van de cliënten, overeenkomstig de aanbevelingen van de Inspectie Jeugdzorg. Tevens heeft BJZ een centrale rol binnen de jeugdzorgketen, waaronder het sturen op minimale wachtlijsten. De centrale rol in de jeugdzorgketen geeft BJZ vorm door de inzet van casemanagement voor alle cliënten met een indicatie, zorgcoördinatie. wachtlijstbeheer en de Irajectgerichte benadering "Perspectief gericht werken".
3 Kwartaalcijfers
Het tweede kwartaal 2013 kan worden vergeleken met het eerste kwartaal 2013. In het tweede kwartaal 2013 is het aantal nieuwe cliënten iets gedaald ten opzichte van het eerste kwartaal 2013 (tabel 1). De instroom van cliënten, voor wie de behandeling is gestart, is eveneens gedaald, maar sterker dan de daling van het aantal nieuwe cliënten. Waarschijnlijk als gevolg hiervan is de wachtlijst
enigszins toegenomen. De gedaalde instroom is waarschijnlijk het gevolg van de afgenomen uitstroom van cliënten.
BJZ heeft een onderzoek uitgevoerd naar de reden van wachten voor de wachtenden op peildatum 1/6/13: de meeste wachtenden waren cliënten ambulante zorg. De Provinciale Samenwerking Jeugdzorg (PSJ) zal worden gevraagd om een verklaring voor de gestegen wachtlijst en de afgenomen uitstroom. In overieg met PSJ zal worden nagegaan, hoe de aantallen wachtenden ambulante zorg en pleegzorg kunnen worden weggewerkt.
Nieuwe cliënten, wachtenden, instroom en uitstroom in 2013 tweede kwartaal kunnen in de context van de langere termijn worden gezien, bijvoorbeeld door vergelijking met de cijfers van het
voorgaande jaar. Het aantal nieuwe cliënten in het tweede kwartaal 2013 (617) was lager dan het gemiddelde per kwartaal in 2012 (702). De instroom in het tweede kwartaal 2013 (690) was eveneens lager dan het gemiddelde per kwartaal in 2012 (746). De uitstroom in het tweede kwartaal 2013 (531) tenslotte was beduidend lager dan in het gemiddelde per kwartaal in 2012 (642)
4 J a a r c i j f e r s
De Kwartaalinformatie 2013 eerste kwartaal bevatte jaarcijfers over de aantallen te behandelen en behandelde cliënten, inclusief een prognose voor 2013. Aanpassing van de prognose op basis van de twee eerste kwartalen van een jaar levert geen betrouwbare cijfers op. De prognose is daarom niet aangepast.
De vraag naar jeugdzorg in de afgelopen jaren kan wel nader worden bekeken. De aantallen nieuwe cliënten geven hiervan een goed beeld; dit zijn de cliënten die voor het eerst een indicatie voor jeugdzorg ontvangen en zijn aangemeld bij een zorgaanbieder (ontvangen eerste indicaties). Sinds 2009 daalt het aantal nieuwe cliënten geleidelijk met gemiddeld 0,9% per jaar; de vraag naar geïndiceerde jeugdzorg neemt dus enigszins af (tabel 2). Het totaal aantal te behandelen cliënten in een jaar (nieuwe cliënten + cliënten in zorg op 1 jan. + wachtende cliënten op 1 jan.) is echter geleidelijk gestegen. Dit is waarschijnlijk het gevolg van het wegwerken van de wachtlijsten in de afgelopen jaren; hierdoor is het aantal cliënten in behandeling op 1 januari toegenomen. Het aantal te behandelen cliënten is van belang voor het bepalen van de benodigde omvang van het zorgaanbod.
5 A f s p r a k e n k a d e r Rijk-IPO: j e u g d z o r g en j e u g d b e l e i d
Het Afsprakenkader jeugdzorg Rijk-IPO 2010-2011 had als doel "het verkleinen van de groeiende instroom in de geïndiceerde jeugdzorg (tweede lijn)", "met uiteindelijk op langere termijn zelfs als doel een daling van de vraag naar geïndiceerde zorg". Daarbij werd er vanuit gegaan dat "meer aandacht in het voorveld voor preventie en vroeginterventie ... leidt tot minder escalatie en complexe
hulpvragen (geïndiceerde jeugdzorg". Meer lokaal preventief jeugdbeleid (eerstelijn) zou dus moeten leiden tot minder geïndiceerde jeugdzorg (tweedelijn). De provincies hebben extra middelen ingezet voor lokaal jeugdbeleid (eerstelijnszorg) en hebben de mogelijkheid gecreëerd voor ambulante zorg door tussenkomst van BJZ maar zonder indicatie.
Inmiddels zijn de cijfers over het lokaal preventief jeugdbeleid voor 2010 en 2011 beschikbaar. In de periode 2009-2011 is het aantal behandelde cliënten lokaal jeugdbeleid sterk toegenomen (tabel 3).
Het aantal behandelde cliënten jeugdzorg is iets gestegen in 2010 en vervolgens gestabiliseerd in 2011. Het provinciale beleid, lijkt dus te hebben geleid tot een stabilisatie van de vraag naar jeugdzorg. Of dit verband er ook in werkelijkheid is, is moeilijk aan te tonen. De periode 2005-2008, vóór de uitvoering van het Afsprakenkader, vertoont namelijk hetzelfde beeld van sterke toename van het jeugdbeleid en stabilisatie van de jeugdzorg (tabel 4). Vermoedelijk hangt dit samen met de investeringen in de eerstelijnszorg voor jeugdigen, die de provincie Zuid-Holland in die tijd heeft gedaan (RAS-middelen). Voor beide perioden geldt echter, dat de waargenomen ontwikkeling ook het gevolg kan zijn van andere factoren, onafhankelijk van het uitgevoerde beleid.
6 A f s p r a k e n k a d e r Rijk-IPO: w a c h t l i j s t e n
In het Afsprakenkader jeugdzorg Rijk-IPO 2010-2011 was tevens opgenomen dat de wachtlijst van cliënten, die langer dan 9 weken wachten op de start van de behandeling, zou worden beperkt. Er wordt onderscheid gemaakt tussen bruto-wachtenden, die wachten op uitvoering van de
hoofdaanspraak van het indicatiebesluit, en netto-wachtenden, voor wie nog geen enkele
zorgaanspraak wordt uitgevoerd. Eén keer per jaar wordt het aantal wachtenden op peildatum 1 juli gerapporteerd aan de staatssecretarissen van VWS en VenJ. Op 1 juli 2013 omvatte de wachtlijst > 9 wkn 209 bruto wachtenden en 156 netto wachtenden, inclusief de wachtenden bij de landelijk
werkende instellingen voor jeugdzorg (tabel 5). Het aantal wachtenden is daarmee gedaald ten opzichte van 1 juli 2012 (282 resp. 239).
7 Doorlooptijd indicatiestelling
In de provinciale begroting 2013 zijn twee prestatie-indicatoren opgenomen voor de dooriooptijd van de indicatiestelling:
-4.3.2.1: "Percentage waarbij indicatiestelling binnen 77 dagen plaatsvindt"; norm 2013: 90%
-4.3.2.2: "Gemiddeld aantal dagen dooriooptijd van aanmelding naar indicatiestelling"; norm 2013: 60 dagen.
In het eerste kwartaal van 2013 is 81% van de indicatiebesluiten genomen binnen de termijn van 77 dagen; in 2012 was dit gemiddeld 75% per kwartaal (tabel 6). De gemiddelde dooriooptijd in het eerste kwartaal van 2013 bedroeg 47 dagen tegen gemiddeld 53 per kwartaal in 2012. Gegevens over het tweede kwartaal 2013 zijn nog niet beschikbaar.
8 Financiën
In het Uitvoeringprogramma jeugdzorg 2013 en de provinciale Begroting 2013 is opgenomen dat de provincie streeft naar een verschil tussen vraag en aanbod (te behandelen resp. behandelde cliënten per kalenderjaar) van max. 5%. In 2013 is € 700.000 besteed aan extra residentiële plaatsen.
B U L A G E : tabellen en grafieken
Tabel 1 Nieuwe cliënten, wachtenden en instroom 2009-2013, per kwartaal
2009 2010 2011 2012 2013
1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 Nwe. cliënten
Wachtenden Instroom Uitstroom
734 724 673 751 313 415 215 68 700 660 923 822 586 561 698 631
770 702 687 684 97 145 163 64 747 699 760 836 721 694 645 681
703 763 725 636 127 167 237 136 664 684 760 731 669 693 635 611
817 684 679 627 178 226 215 122 900 676 659 750 614 665 656 633
635 617 142 153 745 690 633 531 Nieuwe cliènten: ontvangen eerste indicaties bij zorgaanbieders
Wachtenden: cliënten met indicatie die langer dan 9 weken wachten op de start van de behandeling Instroom: cliënten voor wie de behandeling is gestart
Uitstroom: diënten voor wie de behandeling is beëindigd
Nieuwe cliënten, wachtenden, instroom en uitstroom 2009-2013, per kwartaal
1000 800 600 400 200 O
>
» ^ \
1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2
3 1 4
1 22009 2010 2011 2012 2013
• Nwe. cliënten Wachtenden
• Instroom
• Uitstroom
Tabel 2 Nieuwe en te behandelen cliënten 2005-2012
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Nieuwe cliënten
Te beh.cliënten
2317 3260 5567
3242 5655
2775 5957
2882 5976
2843 5963
2827 6133
2807 6226 Nieuwe cliënten: ontvangen eerste indicaties
Te t>ehandelen cliënten: nieuwe cliënten + cliënten in zorg op 1 jan. + wachtende cliënten op 1 jan.
NB. 2005-2007 nieuwe cliënten: schattingen
Nieuwe en te behandelen cliënten 2005-2012
7000 6000 5000 4000 3000 2000 1000
• Nieuwe cliënten Te beh.cliënten
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
2009 2010 2011 Cl. jeugdzorg 5866 6094 6081
Cl jeugdbeleid 9151 10240
Cl. jeugdzorg: behandelde cliënten jeugdzorg: cliënten in zorg op 1 januari + instroom nieuwe cliënten
Cl. jeugdbeleid: behandelde cliënten lokaal jeugdbeleid + cliënten ambulante zorg zonder indicatie
NB. m.i.v 2009 is de meting van de aantallen cliënten jeugdbeleid gewijzigd
Cliënten jeugdzorg-jeugdbeleid 2009-2011
12000 10000 8000 6000 4000 2000 O
Cl. jeugdzorg Cl. jeugdbeleid
2009 2010 2011
2005 2006 2007 2008 Cl. jeugdzorg 3961 4746 5611 5454 Cl. jeugdbeleid 5649 8760 10805 12931 CA jeugdzorg: behandelde cliënten jeugdzorg: diënten in zorg op 1 januari + instroom nieuwe cliënten
Cl. jeugdt>eleid: behandelde diënten lokaal jeugdbeleid + diënten ambulante zorg zonder indicatie
Cliënten jeugdzorg-jeugdbeleid 2005-2008
• Cl. jeugdzorg Cl. jeugdbeleid
2005 2006 2007 2008
ZA LWI Totaal
206 3 209
153 3 156
Tabel 5 Wachtenden > 9 wkn op 1 juli 2013
Bruto Netto
ZA: regionale zorgaanbieders LWI: landelijk werkende instellingen
Bruto: diënten wachtend op uitvoering van hoofdzorgaanspraak Netto cliënten wachtend op uitvoering van enige zorgaanspraak
Tabel 6 Doorlooptijd aanmelding-indicatie 2012-2013, per kwartaal
2012 2013
1 2 3 4 Gem 1
% <77 dgn. 77 73 72 76 75 81
Gem. dgn. 49 55 57 50 53 47
% 77 dgn: percentage eerste indicaties met doorlooptijd < 77 dgn
Gem. dgn.: gemiddelde doorlooptijd aanmelding - eerste indicatie in kalenderdagen