roovers
Jan Rinke
bron
Jan Rinke, Geschiedenis van Ali-Baba en de Veertig roovers. Johannes Müller, Amsterdam 1910-1920
Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/rink008gesc01_01/colofon.php
© 2010 dbnl
[De geschiedenis van Ali-Baba en de Veertig roovers]
Ali-Baba gaat naar het woud, Velt er boomen, sprokkelt hout.
Roovers, die hij aan zag komen, Doen hem vluchten in de boomen.
Jan Rinke, Geschiedenis van Ali-Baba en de Veertig roovers
4
't Is ‘Sesam, open U’, dat hij hoort:
In de rots ontstaat een poort.
De roovers zijn nu weer naar huis:
Ali-Baba zegt: ‘'t is daar niet pluis.’
Jan Rinke, Geschiedenis van Ali-Baba en de Veertig roovers
Hij vindt er goud en diamant En laat het glijden door zijn hand.
De ezels worden er mee bevracht, En zoo het goud naar huis gebracht.
Jan Rinke, Geschiedenis van Ali-Baba en de Veertig roovers
6
Zij willen nu hun rijkdom weten:
Met emmers wordt het geld gemeten.
Ali-Baba is uit den nood,
Hoeft niet te werken voor zijn brood.
Jan Rinke, Geschiedenis van Ali-Baba en de Veertig roovers
De roovers komen weer in het hol;
Het geroofde goud dat maakt hen dol.
Cassim kwam ook in de grot:
Zijn broer had hem dus niet bedot.
Jan Rinke, Geschiedenis van Ali-Baba en de Veertig roovers
8
Goud ligt overal op den grond:
Hij staat verbluft met open mond.
Gevuld zijn nu zijn zakken,
Een roover heeft hem gauw te pakken.
Jan Rinke, Geschiedenis van Ali-Baba en de Veertig roovers
De roovers bedachten zich geen uur;
Maar doen hem straffen door het vuur.
't Was Ali-Baba, die begon, Zegt tot den hoofdman een spion.
Jan Rinke, Geschiedenis van Ali-Baba en de Veertig roovers
10
Berg in uw huis deez veertig kruiken, Misschien kunt gij ze best gebruiken.
In elke kruik zit een bandiet De meid, die merkt het zoo ge ziet.
Jan Rinke, Geschiedenis van Ali-Baba en de Veertig roovers
Ze zei: ‘Hou toch je snater,
'k Heb hier een kan met kokend water.
De zoon van Ali-Baba neemt haar tot vrouw, Dat is de belooning voor haar trouw.
Jan Rinke, Geschiedenis van Ali-Baba en de Veertig roovers