• No results found

06.1 t Regenwaterstructuurplan woonkern Asten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "06.1 t Regenwaterstructuurplan woonkern Asten"

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Notitie

Contactpersoon Datum

Kenmerk

Eefje Vissers-Dortmans 24 augustus 2018

N001-1262274DRT-V03-ssc-NL

Regenwaterstructuurplan woonkern Asten

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

In het onderzoek ‘wateroverlast en maatregelen van vijf wateroverlastlocaties in rioolgebied Asten’

zijn maatregelen bepaald binnen de kaders en uitgangspunten van de planlocaties. Tijdens het onderzoek bleek het wenselijk om eerst een structuurplan op hoofdlijnen op te stellen, voordat de maatregelen verder worden gedetailleerd. Hiermee wordt voorkomen dat maatregelen om wateroverlast te minimaliseren te beperkt zijn om toekomstige andere projecten op aan te sluiten.

Dit sluit aan bij het gedachtegoed van klimaatrobuust handelen (en worden) in het kader van de deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie.

1.2 Doel regenwaterstructuurplan: Duurzame en klimaatbestendige waterinrichting

Het beleid is om in de toekomst alle riolen als gescheiden uit te voeren om te komen tot een duurzame, klimaatbestendige waterinrichting. Dat betekent dat bij de korte termijnoplossingen de aan te leggen riolen voldoende capaciteit moeten hebben om in de toekomst hier meer straten op aan te sluiten. Hiervoor is het noodzakelijk om eerst de toekomstige hemelwaterstructuur voor Asten te bepalen, zodat bij ieder herinrichtingproject duidelijk is met welke afvoergebieden rekening gehouden moet worden.

Onderliggende doelen voor een duurzaam en klimaatbestendige waterinrichting zijn:

1. Goede gezondheid: Geen (gemengd) rioolwater op straat

2. Geen wateroverlast: Geen langdurig (>120 minuten) en op grote schaal “water op straat”, water in winkels, woningen met materiële schade of ernstige belemmering van het (economisch) verkeer

3. Geen droogte: voldoende water in de ondergrond

4. Energiezuinig: Zo min mogelijk water verpompen en zoveel mogelijk gebruik maken van natuurlijke afstroming

(2)

Kenmerk N001-1262274DRT-V03-ssc-NL

5. Beter zuiveringsrendement RWZI: Constanter aanbod van afvalwater op de RWZI, door zo min mogelijke vermenging met hemelwater

6. Niet afwentelen: Hemelwater ter plaatse verwerken of vertraagd afvoeren, zodat het regionaal watersysteem wordt ontzien (Helmond-Veghel-Den Bosch)

1.3 Strategie om dit te behalen

Om deze doelen te behalen worden de volgende hoofmaatregelen uitgevoerd:

1. Regenwater wordt zo veel mogelijk (mits doelmatig) gescheiden van het vuilwater

2. Regenwater wordt eerst ‘vastgehouden’, voordat het wordt afgevoerd naar oppervlaktewater 3. Afvoeren van regenwater wordt gebiedsgericht gedaan met ‘blauwe aderen’

4. Bovengrondse afstroming wordt bewust gestuurd, zodat tijdens hevige neerslag het water stroomt naar waar het geen overlast geeft

Water scheiden

Regenwater wordt gescheiden van het vuilwater mits doelmatig. Dit betekent dat kosten en baten moeten worden afgewogen. Deze hoofdmaatregelen worden uitgevoerd door zo veel mogelijk werk met werk te maken. Zo wordt bij rioolvervangingen de openbare ruimte en de voorzijde van daken afgekoppeld. Ook bij nieuwbouw en herbouw wordt het hemelwater afgekoppeld.

Water ‘vasthouden’: bergen en infiltreren.

Hierdoor lozen we minder water op de watergangen, en zal het water schoner zijn. Ook raken de riooloverstorten hierdoor niet verdronken, wat weer bijdraagt aan minder water op straat.

Bij alle werken wordt indien mogelijk 60 mm neerslag geborgen. In ieder project moet worden bepaald wat technisch mogelijk is en wat de kosten van waterberging zijn, om af te kunnen wegen hoeveel waterberging doelmatig haalbaar is.

Hoofdafvoeren: ‘blauwe aderen’

Op de structuurkaart is zichtbaar wat deze hoofdafvoeren zijn en welke gebieden hierop aangesloten worden.

Maaiveldaanpassingen

Bij hevige en extreme neerslag valt er in korte tijd meer neerslag dan het riool kan verwerken.

Rioolvergrotingen worden gedaan als dit hydraulisch nuttig is. Tijdens de extreme neerslag willen we overlast voorkomen door afstromend water te sturen naar locaties waar het geen overlast geeft. Dit betekent dat bij planvorming bewust gekeken wordt hoe de maaiveldhoogten zijn.

1.4 Leeswijzer

H2 Afwatering huidige situatie in een notendop H3 Regenwaterstructuurplan

- Focuspunten afvoerstructuur en bergingsmogelijkheden - Regenwaterstructuur

- Toelichting structuurkaart - Fasering

- Aandachtspunten gebieden lage ligging

(3)

Kenmerk N001-1262274DRT-V03-ssc-NL

- Maaiveldaanpassingen ter verbetering afstroming over maaiveld naar waar het geen overlast geeft

- Nader uitwerking in planvorming van projecten - Fasering en restrisico’s

- Afstemming met Waterschap Aa en Maas Bijlagen

1. Structuurkaart

2. Verhardingsoppervlakken behorend bij gebieden die op primaire afvoeren aangesloten zullen worden

3. Kansen en belemmeringen locatiespecifiek - tabel met foto’s

(4)

Kenmerk N001-1262274DRT-V03-ssc-NL

2 Huidige situatie afwatering in een notendop

Hoogteligging

Asten kent een hoog gelegen gedeelte en een lager gedeelte. Op onderstaande figuur van de Actuele Hoogtekaart Nederland (AHN) is dit goed te zien: de groene en blauwe gebieden zijn laag. Vooral het bedrijventerrein en de wijken aan de noordzijde zijn laaggelegen. Echter het centrum is hoog gelegen (op de figuur geel gebied), je kunt er goed infiltreren, maar het is een lager gedeelte in het hoog gelegen gebied, waardoor water niet wegstroomt.

Figuur 1: Figuur hoogtekaart (AHN) van woonkern Asten: zichtbaar is dat in het hooggelegen gebied ook laagten zijn, zoals het centrum, Bokelcamp, de Ommelseweg, Wilhelminastraat en de Wolfsberg.

Grondwater

Het grondwater is in de hooggelegen delen van Asten voldoende diep voor infiltratie. In de lager gelegen gebieden is het grondwater relatief hoog. Hier is (ondergronds) waterberging en infiltratie niet of nauwelijks mogelijk.

Figuur 2: indicatieve lijn diep / ondiep grondwater (paarse lijn)

(5)

Kenmerk N001-1262274DRT-V03-ssc-NL

Regionaal watersysteem

De natuurlijke afwatering van de woonkern Asten geschied via de Voordeldonkse Broekloop, de Aa en de Beekerloop: het beekdal van de Aa is zeer goed zichtbaar op de hoogtekaart (figuur 1).

Het beekdal van de Beekerloop is op de hoogtekaart minder goed zichtbaar, doordat deze in het verleden meerdere malen is verlegd bij stedenbouwkundige ontwikkelingen.

Figuur 3: A en B watergangen Waterschap Aa en Maas (blauwe lijnen) met locaties van de bestaande externe overstorten van het gemengde (rood) en regenwater (blauw) riool op de watergangen

Riolering

De riooloverstorten van het gemengde riool op oppervlaktewater zijn gelegen aan de randen van het dorp. De riooloverstorten aan de noordzijde van de woonkern lozen op de Beekerloop. Tijdens hevige neerslag kan de afvoer van de Beekerloop een belemmering vormen, wat effect kan hebben op de riooloverstorten.

In veel straten zijn al regenwaterriolen en infiltratieriolen aangelegd. De afmetingen en

hoeveelheid relatieve waterberging die is gerealiseerd verschilt. Tot op heden zijn de regenwater- en infiltratieriolen vaak aangelegd voor het infiltreren van regenwater ter plaatse. Bij een overschot aan neerslag storten deze infiltratieriolen over op het gemengd rioolsysteem. Al aangelegde infiltratieriolen zijn een kans om het netwerk van afvoerleidingen te ontsluiten.

In Loverbosch, Vlinderveld, Appelwijk en bedrijventerrein Nobis en Hazeldonk zijn al gescheiden stelsels aangelegd.

Voordeldonkse Broekloop Aa

Beekerloop

(6)

Kenmerk N001-1262274DRT-V03-ssc-NL

Figuur 4: riooltypen woonkern Asten; rode lijnen zijn al gerealiseerde regenwater- of infiltratieriolen

(7)

Kenmerk N001-1262274DRT-V03-ssc-NL

3 Regenwaterstructuurplan

3.1 Structuurplan focuspunten

In het regenwaterstructuurplan worden de volgende focuspunten aangehouden:

1. Water vasthouden - bergen en infiltreren

a. Rekening houdend met gebruiksfuncties

b. Waar mogelijk zichtbaar ten behoeve van bewustwording c. Rekening houdend met grondwater

2. Een teveel aan water afvoeren: regenwaterstructuur a. Rekening houdend met natuurlijke afstroming

b. Water ‘spreiden’ naar de randen van het dorp - afstanden beperken en niet alles naar dezelfde watergangen

c. Hoofdafvoeren en afwateringsgebieden weergegeven op de structuurkaart

3.2 Regenwaterstructuur

In de werksessie van 23 februari zijn de hoofdafvoerstructuren en potentiele waterbergingslocaties bepaald op basis van de hoogtekaart, beschikbare ruimte, aanwezige watergangen en overige mogelijkheden en onmogelijkheden. Deze 1e contouren zijn verder uitgewerkt in de definitieve structuurkaart, zie bijlage 1.

Figuur 5: hoogtekaart (AHN) met pijlen van de (toekomstige) hoofdafvoeren

(8)

Kenmerk N001-1262274DRT-V03-ssc-NL

Niet alle openbare ruimtes zijn (volledig) te benutten voor waterberging. Er is altijd een belangenafweging nodig met andere gebruiksfuncties. Denk bijvoorbeeld aan de recreatieve functie van het evenemententerrein (circus, zeskamp, spel zonder grenzen) of een toenemende parkeerdruk in de wijken. Soms is bij herinrichtingen het wijzigen van straatprofielen van brede straten fysiek wel mogelijk, maar is naast waterberging ook ruimte nodig voor groen of parkeren.

Ook zijn er straten waar het riool recentelijk is vernieuwd, waardoor de aanleg van een nieuw riool niet doelmatig is. In de werken van de laatste decennium zijn al regenwater- of infiltratieriolen aangelegd. Vaak voor de inzameling en infiltratie van het regenwater van deze gebieden. Indien mogelijk worden al aangelegde regenwaterriool geïntegreerd met de te realiseren

afvoerstructuren.

Vasthoudmaatregelen

Bij voorkeur wordt waterberging bovengronds en zichtbaar gerealiseerd, zoals wadi’s, greppels, sloten en waterpleinen. Dit draagt bij aan waterbewustzijn en ook is altijd zichtbaar hoe de voorziening functioneert.

Figuur 6: waterberging in het groen, Heusden-Oost

Ondergrondse waterberging wordt in principe altijd gerealiseerd in de vorm van infiltratieriool met extra waterberging in lava (lava boven de buis).

Ondergrondse systemen zijn moeilijker controleerbaar en beheerbaar. Zo is het reinigen van infiltratiekratten lastig, waardoor er een hogere kans is dat de bodem dichtslibt.

De gemeente heeft minder goede ervaringen met waterpasserende verharding. Het hemelwater ging niet snel genoeg naar de waterberging onder de verharding, waardoor er langdurig water op de verharding bleef staan.

(9)

Kenmerk N001-1262274DRT-V03-ssc-NL

Uiteindelijk zijn extra straatkolken geplaatst om overtollig water toch sneller af te vangen. Indien toekomstige ontwikkelingen met infiltratieverhardingen verbeteringen laten zien, kan dit type voorzieningen worden toegepast. Voordeel van dit systeem is het multifunctioneel gebruik van deze ruimte en de toepasbaarheid bij hoge grondwaterstanden.

Figuur 7: speelterrein met ondergrondse waterberging, Molenplein

Figuur 8: speelterrein waar een waterbergende functie aan kan worden toegevoegd, Sterappel

(10)

Kenmerk N001-1262274DRT-V03-ssc-NL

3.3 Toelichting structuurkaart (bijlage 1)

Focuspunt 1: vasthouden voordat water wordt afgevoerd Op de kaart is met groene vlakken weergegeven:

- Mogelijke bergingslocaties, zoals grasvelden, speelveldjes, parkeerterreinen - Groen/blauwe structuren

- Waterberging in sloten of greppels

Focuspunt 2: een teveel aan water afvoeren via de hoofdafvoerstructuur Op de kaart is weergegeven:

- Pijlen primaire afvoeren: Dit zijn regenwaterriolen, greppels en sloten - Gebieden die op primaire afvoeren aangesloten zullen worden - Kleinere pijlen van secundaire afvoeren

- Locaties van (toekomstige) regenwateroverstorten op watergangen Waterschap Aa en Maas

3.4 Fasering uitvoering

Het realiseren van een robuust regenwatersysteem wordt uitgevoerd tijdens meekoppelkansen.

Dit is met name met rioolvervangingsprojecten en herinrichtingen.

Het moge duidelijk zijn dat een waterrobuuste inrichting pas op lange termijn haalbaar is. Dit brengt ook met zich mee dat sommige al bekende knelpuntlocaties niet direct kunnen worden opgelost. (voorbeeld Margrietstraat, waarbij lokale maatregelen niet doelmatig zijn. Het verminderen van deze problematiek is afhankelijk van de afvoerstructuur Wilhelminastraat en Hemel/Laurierstraat)

Burgemeester Ploegmakerspark: tijdelijke buffer

Het park wordt tijdelijk gebruikt als buffer voor overtollig regenwater. Regenwaterriool in de Logtenstraat en aanliggende straten in de Bloemenwijk zullen net als de Tuinstraat een tijdelijke noodoverstort krijgen naar het park. In de verdere toekomst zal een hoofdafvoer via de

Ommelseweg naar de Beekerloop worden gerealiseerd, waar de afvoer van de Bloemenwijk uiteindelijk naar toe zal zijn. De rioolafmetingen moeten worden gedimensioneerd op beide situaties.

(11)

Kenmerk N001-1262274DRT-V03-ssc-NL

Figuur 9: Tijdelijke waterberging in vijver Burgemeester Ploegmakerspark

3.5 Aandachtspunten gebieden lage ligging

Lage ligging centrumgebied

Het centrumgebied ligt met een maaiveld van > 25,6 mNAP relatief laag ten opzichte van de omliggende gebieden (26 a 28 mNAP). Hierdoor kan in hevige

neerslagsituaties regenwater niet over de straten afstromen naar de randen van het dorp. Door de aanleg van waterberging en infiltratie, en de afvoerstructuur via de Wilhelminastraat wordt dit gebied in de toekomst ontlast. Toch blijft het centrum door de hoogteligging altijd een gevoelige locatie voor water op straat of zelfs wateroverlast.

Lage ligging Bokelkamp

De Bokelcamp en omgeving (25,1 mNAP) is een stuk lager gelegen dan de Langstraat (25,8 mNAP) en Halcamp (26,5 mNAP). Dit maakt deze locatie gevoelig voor wateroverlast: via het riool als de druklijn in het stelsel hoger komt dat het maaiveld, en door afstromend regenwater vanaf hoger gelegen gebied. Om deze reden zijn deze lage straten bij het afvoergebied van de Wilhelminastraat gebracht. De grasveldjes aan de noordzijde zijn een potentiele waterberging.

Figuur 10: hoogtekaart centrumgebied

(12)

Kenmerk N001-1262274DRT-V03-ssc-NL

Een teveel kan weg via regenwaterriool naar de Wilhelminastraat (25,22 mNAP bij kruising

Patersweg). Door de lage ligging zal de Bokelcamp altijd gevoelig voor wateroverlast blijven.

3.6 Maaiveldaanpassingen ter verbetering afstroming over maaiveld naar waar het geen overlast geeft

In geval van hevige of extreme regen zal water bovengronds tot afstroming komen. Een waterrobuuste inrichting houdt hier rekening mee; de maaiveldhoogten zijn zodanig dat water stroomt waar het geen last geeft. Dit houdt in dat straatprofielen in het dwarsprofiel en

lengteprofiel worden aangepast indien nodig. Soms is het beter maaiveld te verhogen, soms beter om te verlagen. In ieder project wordt dit bepaald. De WOLK-kaart is hierbij ondersteunend.

Voorbeelden

- Wilhelminastraat: afstroming wordt gestremd door rotonde en drempel parallelweg Heesakkerweg. Oplossing: verlagen gedeelte Heesakkerweg parallelweg noordzijde tot aan sloot bij Varendonck college

- Voorkomen afstroming naar Bokelcamp vanaf de Patersweg en Langstraat (zie figuur) - Plutostraat: afstroming wordt belemmerd door hogere ligging kruising naar Floralaan.

Oplossing: verlagen maaiveld zodat water kan afstromen naar Beekerloop (zie bijlage 4) - Voorkomen afstroming van Prins Bernhardstraat naar de Lindestraat (zie bijlage 4)

Figuur 12: afstroming vanaf Patersweg en Langstraat naar laaggelegen Bokelcamp conform WOLK-kaart.

Figuur 11: hoogtekaart Bokelcamp

(13)

Kenmerk N001-1262274DRT-V03-ssc-NL

3.7 Nadere uitwerking in planvorming projecten

De vasthoudmaatregelen (berging en infiltratie) en de afvoerstructuren worden gerealiseerd in herinrichtingen en gebieds- en bouwontwikkelingen. Per project dient bepaald te worden hoeveel berging en infiltratie wordt gerealiseerd, welke afmetingen riolen gemaakt moeten worden en of maaiveldaanpassingen in dwars- en/of lengteprofiel wenselijk zijn.

Houdt bij de planvorming rekening met de hoofdafvoerstructuren. Dit betekent dat mogelijk grotere afmetingen riolen nodig zijn, dan sec voor de straat waar de werkzaamheden plaatsvinden. De regenwaterstructuurkaart geeft handvatten welke gebieden door deze riolen moeten kunnen afwateren.

Houdt bij planvorming rekening met mogelijkheden voor waterberging. In sommige gebieden is meer ruimte dan in andere gebieden. Door slim om te gaan met deze ruimten kan doelmatig invulling gegeven worden aan de mogelijkheden voor waterberging. De gemeente hanteert het uitgangspunt: minimaal 60 mm/m2 verhard oppervlak, mits doelmatig.

3.8 Fasering en restrisico’s

In dit regenwaterstructuurplan zijn handvatten voor een waterrobuuste leefomgeving opgesteld door invulling te geven aan de gekozen strategie: 1) scheiden regenwater van vuilwater, 2) vasthouden voordat je gaat afvoeren 3) afvoeren via hoofdafvoerstructuren en 4)

maaiveldaanpassingen ter verbeteren bovengrondse afstroming.

Dit wil niet zeggen dat na uitvoering van alle maatregelen er geen overlast meer kan zijn. Er kan altijd een nog hevigere bui of extreem langdurige bui vallen waarbij de waterberging, afvoer en bovengrondse sturing onvoldoende is. Indien er een onacceptabele situatie ontstaat, dient bekeken te worden of de waterberging, afvoer of bovengrondse sturing vergroot moet worden. In het geval dat het restrisico niet opweegt tegen verdergaande maatregelen praten we over acceptatie en is het vooral belangrijk goed te blijven communiceren.

3.9 Afstemming met waterschap Aa en Maas

In de uitwerking van dit regenwaterstructuurplan is het waterschap betrokken. De volgende punten zijn hierbij besproken. In cursief is de reactie van de gemeente weergegeven

• Indien de gemeente streeft naar extra lozingspunten met enkel hemelwater om een gelijke of mindere afvoer van water uit het bebouwd gebied anders te verdelen, denkt het waterschap daar in mee. Per locatie dient te worden bekeken wat dit betekent voor het

oppervlaktewaterstelsel en wat de mogelijkheden zijn. Daarbij de volgende opmerkingen:

o We kunnen niet al het afgekoppeld hemelwater in ontvangst nemen. De situatie zou in principe minimaal gelijk moeten blijven ten opzichte van de huidige situatie, bij voorkeur verbeteren. De keur stelt dat bij het afkoppelen van 10.000m2 of meer, een waterhuishoudkundig plan moet worden opgesteld. Tevens moet een vergunning aangevraagd worden voor het lozen van hemelwater op het oppervlaktewater (http://www.brabantkeur.nl/keur/beleidsregels, hoofdstuk 13).

(14)

Kenmerk N001-1262274DRT-V03-ssc-NL

Dit is ook het uitgangspunt, situaties zullen altijd verbeteren, anders is het een foute investering. Het kan wel zijn dat bepaalde watergangen bij piekbuien zwaarder belast worden

o Belangrijk is dat de gemeente niet enkel kijkt naar mogelijkheden voor afvoer maar ook de mogelijkheden benut die er zijn voor vasthouden en bergen van water.

Vasthouden is het uitgangspunt, maar wel altijd voorzien van een noodoverlaat o Concreet dient te worden gekeken naar de specifieke situaties, om te bepalen wat

wel of niet mogelijk is. Belangrijk is bijvoorbeeld dat er geen overlast plaatsvindt en het onderhoud mogelijk blijft. In overleg kunnen we bekijken of er maatregelen getroffen moeten worden.

Dit wordt opgepakt op projectbasis oftewel op het moment dat het aan de orde is.

Hiervoor is dan ook de Keur van toepassing

• B- en C-watergangen worden in de toekomst mogelijk belangrijker dan in de huidige situatie als er regenwateroverlaten op komen. Een waterloop met een afvoercapaciteit van 30 liter per seconde of meer, dient als A-waterloop te worden aangemerkt, conform beleid waterschap.

Een A-waterloop (met watervoerende functie) kan geen waterbergende functie krijgen.

(15)

Kenmerk N001-1262274DRT-V03-ssc-NL

Bijlage 1 Kaart regenwaterstructuurplan

(16)

Opdrachtgever

Project

Onderdeel

Schaal

Formaat

Datum Get.

Status

Projectnummer

Tekeningnummer

Gemeente Asten Regenwaterstructuurplan Regenwaterstructuurkaart

A3

28-06-18 SME

DEFINITIEF

1262274

1

´

0 250 500 m

1:10000

(17)

Kenmerk N001-1262274DRT-V03-ssc-NL

Bijlage 2 Verhardingsoppervlakken behorend bij gebieden die op primaire afvoeren

aangesloten zullen worden

(18)

Som van opp m2

Type oppervlak (2018) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 Eindtotaal

Dak hellend 52359 39492 16335 57452 61677 18460 7869 20905 23538 36789 33952 863 369.691

Dak hellend (afgekoppeld, hwa) 3404 10797 1511 8960 876 7341 1453 4064 1027 39.433

Dak vlak 99265 26173 4084 37965 55558 17448 3343 6739 17189 20892 12442 2140 303.238

Dak vlak (afgekoppeld, hwa) 26831 84898 278 215 2418 9853 5446 14145 144.084

Gesloten verhard 19875 28040 1298 26202 18008 3354 1763 8757 4951 12753 5088 182 130.271

Gesloten verhard (afgekoppeld, hwa) 8853 16942 3658 4994 205 4060 1 1786 4233 44.732

Open verhard 67821 39665 23518 59235 63073 23726 5543 8920 18030 26579 37849 1947 375.906

Open verhard (afgekoppeld, hwa) 29306 11783 3523 1347 8447 49853 4283 80 1991 13777 844 125.234

Eindtotaal 307.714 124.420 142.340 45.235 15.516 192.800 269.423 68.724 18.518 45.402 67.485 120.300 89.331 25.381 Deelgebieden

(19)

Kenmerk N001-1262274DRT-V03-ssc-NL

Bijlage 3 Locatiespecifieke kansen en belemmeringen

Mgr Den Dubbeldenstraat Smalle straat.

Hierdoor is een kleine diameter HWA-riolering aangelegd

Dijkstraat kruising Schoolstraat is erg hoog in relatie tot de omgeving

Dijkstraat fietspad bij bos.

Mocht het fietspad dat nu door het bos gaat worden verlegd, kan ruimte gevonden worden om een sloot aan te leggen. Dit geeft een kans om water uit de aangelegen wijk richting het noordwesten te krijgen.

(20)

Kenmerk N001-1262274DRT-V03-ssc-NL

Laaggelegen woning Margrietstraat

Op te heffen drempel Heesakkerweg- Wilhelminastraat

Uitstroom Tuinstraat in Burgemeester Ploegmakerspark

(21)

Kenmerk N001-1262274DRT-V03-ssc-NL

Waterdoorlaat Kortestraat- Molenstraat

Waterkerende drempel Langstraat- Frits de Bruijnstraat

Waterpasserende verkeersdrempel Mgr. Den Dubbeldenstraat- Langstraat

(22)

Kenmerk N001-1262274DRT-V03-ssc-NL

Uitsnede WOLK kaart - afstroming naar Plutostraat.

Advies: vanaf laagste punt het maaiveld verlagen tot aan Beekerloop.

Uitsnede WOLK kaart – afstroming vanaf Prins Bernhardstraat in huidige situatie naar Logtenstraat/

parkeerterrein.

Wijzigen zodat water naar park stroomt.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het decreet betreff ende de bodemsanering en de bodem- bescherming (DBB).. Twee rechtsgronden

6 Veel leden van medezeggenschapsraden (ruim 70%) geven aan dat binnen de overheids- of semi-overheidssector het thema agressie en geweld tegen medewerkers door externen

• Voor ouderen: ‘aandacht voor levensvragen helpt om een doel in het leven te houden, je van betekenis te voelen en om terug en vooruit te kijken naar het eigen leven en draagt zo

Kinderopvang ● Regeling Wet kinderopvang ● Verordening Wet Kinderopvang gemeente Asten 2004 5.1.04. ● Algemene Wet

De gemeente Asten heeft aan BügelHajema te Amersfoort opdracht verstrekt om te onderzoeken of de bedrijven Raijmakers en Brandenburch aan de Kanaalweg te Asten kunnen uitbreiden

De oplossing en zeer veel andere werkbladen om gratis te

De hedendaagse fuiklichters werken op dezelfde manier die zijn historie kent op Terschelling. Er wordt niet volgens een onderzoeksprotocol gewerkt, wel wordt er

In de Aanvullingswet wordt de regeling voor kostenver- haal weliswaar eenvoudiger, maar kostenverhaal bij organische gebieds- ontwikkeling blijft lastig, en zou daarmee