• No results found

Het nieuwe convenant met de titel Optimale samenwerking in de regio, Samen naar meer focus en impact is geactualiseerd op inhoud en financiering van de samenwerking

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Het nieuwe convenant met de titel Optimale samenwerking in de regio, Samen naar meer focus en impact is geactualiseerd op inhoud en financiering van de samenwerking"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

College

Raadsinformatiebrief

Aan Raad

Portefeuillehouder Johan Swaans

Onderwerp Samenwerkingsconvenant Bibliotheek Midden-Brabant en gemeenten 2021- 2024

Datum 29-06-2021

_________________________________________________________________________________

Kennisnemen van

Ondertekening nieuw samenwerkingsconvenant gemeenten en Bibliotheek Midden-Brabant.

Inleiding

Met deze raadsinformatiebrief informeren wij u over de samenwerking tussen de zes Midden- Brabantse gemeenten (waaronder Goirle) met de Bibliotheek Midden-Brabant (BMB). In 2016 legden deze partijen hun onderlinge samenwerking voor het eerst vast in een

samenwerkingsconvenant. Omdat de looptijd van dit convenant is verstreken is er in

gezamenlijkheid gewerkt aan een nieuwe versie. Het nieuwe convenant met de titel Optimale samenwerking in de regio, Samen naar meer focus en impact is geactualiseerd op inhoud en financiering van de samenwerking. Het college besloot op 6 juli 2021 om in te stemmen met dit convenant dat een looptijd heeft van vier jaar (2021-2024).

Informatie

BMB voert het bibliotheekwerk uit voor de gemeenten Goirle, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk, Tilburg en Waalwijk. Deze gemeenten verlenen afzonderlijk van elkaar subsidie aan BMB. De wens om te komen tot regionale samenwerking ontstond zes jaar geleden bij het tot stand komen van de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob). Deze wet besteedt onder andere aandacht aan de netwerkverantwoordelijkheid. Zo moeten gemeenten in het netwerk met elkaar overleggen als een voorgenomen besluit van invloed is op andere partijen in het netwerk.

In 2016 hebben BMB en de deelnemende gemeenten hun onderlinge samenwerking voor het eerst vastgelegd in een samenwerkingsconvenant. Alle partijen hebben aangegeven deze samenwerking duurzaam voort te willen zetten om zo ook in de toekomst een bibliotheekvoorziening in stand te kunnen houden voor de inwoners van de betrokken gemeenten.

In het kort betekent dit dat we met dit convenant de kwaliteit, efficiency en continuïteit van het bibliotheekwerk in de regio beter borgen. Door deze regionale samenwerking bieden we zekerheid aan het behoud van een basisaanbod en krijgen de gemeenten meer keuzevrijheid in het afnemen van producten en diensten die aansluiten op de lokale situatie.

(2)

Bladnummer Datum

2 27 mei 2021

Verbeteringen en overeenkomsten tov het huidige convenant:

- Ten opzichte van het bestaande convenant zorgt het nieuwe convenant voor meer duidelijkheid in de lokale keuze en leidt het tot meer flexibiliteit. Het bibliotheekaanbod is vanaf nu gegroepeerd in de volgende vijf bouwstenen: informatiefunctie, educatie, collectie., publieke plek en programmering. Deze bouwstenen beslaan in feite het basisaanbod van BMB dat zijn oorsprong vindt in haar beleidsplan en de Wsob. Elke gemeente dient al deze bouwstenen af te nemen maar is wel volkomen vrij in de keuze van producten en diensten in zo’n bouwsteen. Dit doet recht aan de wens van een gemeente voor meer keuzevrijheid, differentiatie in afname van producten & diensten en de gewenste ontwikkelrichting.

- Het nieuwe convenant zorgt voor lagere netwerkkosten. Het netwerk is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de gemeenten en de noodzakelijke basis voor de openbare bibliotheekvoorziening in de regio. Iedere gemeente betaalt hiervoor een vastgesteld vast bedrag per inwoner. Daarin is geen keuzevrijheid.

Op verzoek van de gemeenten is het profijtbeginsel toegepast bij de toedeling van kosten aan het netwerk. Waar mogelijk zijn de centraal georganiseerde taken van de bibliotheek uit het netwerk overgeheveld naar de vijf bouwstenen. Hierdoor worden deze kosten niet evenredig doorbelast op basis van inwoneraantal maar op basis van de omvang van de lokale afname van producten en diensten uit een betreffende bouwsteen. Hierdoor verminderen de netwerkkosten met ongeveer € 3,- per inwoner.

- Mocht er bezuinigd moeten worden dan betekent dit dat dit ten koste gaat van de producten en diensten van de bouwstenen en dat er ook naar rato op de netwerkkosten wordt

bezuinigd. Er wordt dan dus ook naar rato bezuinigd op de back-office en overhead.

- De gemeente behoudt haar bevoegdheden. Ook in het nieuwe samenwerkingsconvenant bewaken partijen gezamenlijk via overleg het behoud van collectieve voordelen in relatie tot voorgenomen besluiten van individuele gemeenten. Dit voorkomt verrassingen en biedt aan BMB een hogere mate van zekerheid en continuïteit in financiering. De gemeente behoudt echter haar individuele bevoegdheden. Zij bepaalt uiteindelijk hoeveel subsidie aan BMB wordt verleend, aan welke bouwstenen de gemeente prioriteit geeft met de daaraan gekoppelde producten en diensten en welke (prestatie)verplichtingen er bij de subsidieverlening gelden.

- Partijen blijven proactief invulling geven aan de wettelijke netwerkverantwoordelijkheid. De Wsob schrijft overleg voor met buurgemeenten als een besluit ertoe leidt dat een openbare bibliotheekvoorziening redelijkerwijs niet meer kan voldoen aan de verplichtingen van die wet. In het convenant vertalen de betrokken gemeenten en BMB dit wettelijk voorschrift naar overleg over gezamenlijke en vernieuwende ontwikkeling van het bibliotheekwerk. Het afsluiten van dit convenant zorgt voor het adequaat in stand houden van een kwalitatief goed bibliotheeknetwerk.

(3)

Bladnummer Datum

3 27 mei 2021

Vervolg

Na instemming van alle betrokken colleges organiseert BMB een bijeenkomst voor ondertekening.

Hoe dit wordt ingevuld is afhankelijk van de Covid-19 situatie en zal na de zomervakantie plaatsvinden. Daarna zal het convenant met terugwerkende kracht ingaan per 1 januari 2021.

Communicatie -

Bijlagen

Bij deze brief is het nieuwe samenwerkingsconvenant gevoegd. In bijlage 4 staat de begroting en de subsidieopbouw voor 2021 voor onze gemeente. De subsidie aan de Bibliotheek Midden-Brabant bedroeg in 2021 € 485.575,72 en bestond uit de volgende onderdelen:

- Subsidie 2020 (€ 448.843,07, exclusief extra € 30.000,00) - 1,5% indexering over € 448.843,07 (€ 6.732,65)

- De extra € 30.000,00 die de bibliotheek sinds 2019 ontvangt voor uitbreiding van haar bredere taken- en dienstenpakket en waarover geen indexering plaatsvindt).

Naast deze bedragen ontvangt de Bibliotheek jaarlijks een bedrag van € 14.435,00 voor de

ondersteuningsregeling vorming basisbibliotheken, een bedrag dat is overgeheveld van het Rijk naar het gemeentefonds. Vanaf 2013 komen de middelen in de algemene uitkering terecht en worden deze geoormerkt voor het bibliotheekwerk. Samen komt dit uit op een subsidiebedrag van € 500.011,00 zoals genoemd in bijlage 4 van het samenwerkingsconvenant.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

 Filantropie, dynamiek ongelijkheid, directe solidariteit maar willekeur.  Nederland: pluriformiteit

• Het ondertekenen van de intentieverklaring betekent dat gemeenten zich gezamenlijk inzetten om de regionale samenwerking te verbeteren en de gestelde doelen te realiseren..

- dat door hen per 1 januari 2012 een “Strategische Werkagenda Regio Alkmaar 2012-2014” is vastgesteld om samenwerking tussen genoemde gemeenten gestalte te geven voor

Samengaan tussen Gooise Meren en Weesp is goed voor het onderhoud van de openbare ruimte, want grotere efficiency, minder overhead en meer deskundigheid door schaalvergroting..

De kosten van de lokale keuzes van gemeenten komen bovenop het vaste bedrag per inwoner per gemeente voor het Netwerk.. Het totale subsidiebedrag per gemeente is dan ook een

Om die reden is deze samenwerking in maart 2019 geformaliseerd door het sluiten van het samenwerkingsconvenant “Een duurzame Gemeente, lokaal georganiseerd” tussen DRG en de

Deze nota is een uitvloeisel van de wettelijke verplichting om criteria te omschrijven en vast te leggen zodat bouwplannen aan de redelijke eisen van welstand kunnen worden

Duidelijk wordt in elk geval, dat door de opstelling van de publieke actoren de meest optimale vorm van publiek-publieke samenwerking in de vorm van een Gemeenschappelijke