• No results found

Zondagslezing 11 december

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Zondagslezing 11 december"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Lezingen door de week | Maandag 12 december: Numeri 24, 2-7.15-17a en Matteüs 21, 23-27 • Dinsdag 13 december: Sefanja 3, 1-2.9-13 en Matteüs 21, 28-32 • Woensdag 14 december: Jesaja 45, 6b-8.18.21b-25 en Lucas 7, 18b-23 • Donderdag 15 december: Jesaja 54, 1-10 en Lucas 7, 24-30 • Vrijdag 16 december: Jesaja 56, 1-3a.6-8 en Johannes 5, 33-36 • Zaterdag 17 december (begin van de kerst-

noveen) Genesis 49, 1a-2.8-10 en Matteüs 1, 1-17 • Zondag 18 de- cember (vierde zondag van de advent) Tweede Boek Samuël 7, 1-5.8b-12.14a-16 – Brief aan de Romeinen 16, 25-27 – Lucas 1, 26-38.

eucharistie op radio | 11 december, 10 uur, VRT Radio 1:

vanuit de Sint-Servatiusparochie in Grimbergen.

eucharistie op tv | 11 december, 10.30 uur, RKK via Neder- land 2: vanuit de Sint-Lucasparochie in ’s-Hertogenbosch.

EERSTE LEZING

jesaja 61, 1-2a.10-11

De geest van de Heer God rust op mij; Hij heeft mij gezalfd om aan de armen de Blijde Boodschap te brengen. Hij heeft mij gezonden om te genezen allen wier hart gebroken is, om de gevangenen vrijlating te melden, aan wie opgesloten zijn vrijheid; om aan te kondigen het genadejaar van de Heer.

Ik wil jubelen en juichen in de Heer, mijn ziel wil zich verheugen in mijn God, want Hij heeft mij be- kleed met het kleed des heils en mij de mantel der ge- rechtigheid omgehangen, als een bruidegom die zich het hoofd feestelijk omhult, of als een bruid die zich met haar sieraden tooit. Want zoals de aarde haar vruchten voortbrengt en zoals een tuin het zaad laat rijpen, zo laat de Heer de gerechtigheid ontluiken en zijn glorie voor het oog van de volken.

TWEEDE LEZING

eerste brief aan de tessalonicenzen 5, 16-24

Broeders en zusters,

Weest altijd blij. Bidt zonder ophouden. Dankt God voor alles. Dit is het wat God van u verlangt in Chris- tus Jezus. Blust de Geest niet uit: kleineert de pro- fetische gaven niet, keurt alles, behoudt het goede.

Houdt u verre van alle soort kwaad.

De God van de vrede, Hij moge u heiligen, geheel en al. Heel uw wezen: geest, ziel en lichaam, moge onge- rept bewaard zijn bij de komst van onze Heer Jezus Christus. Die u roept is getrouw: Hij zal zijn woord gestand doen.

EVANGELIE

johannes 1, 6-8.19-28

Er trad een mens op, een gezondene van God; zijn naam was Johannes. Deze kwam tot getuigenis, om te getuigen van het Licht opdat allen door hem tot ge- loof zouden komen. Niet hij was het Licht, maar hij moest getuigen van het Licht.

Dit dan is het getuigenis van Johannes, toen de jo- den uit Jeruzalem priesters en levieten naar hem toe- zonden om hem te vragen: „Wie zijt gij?”

Daarop verklaarde hij zonder enig voorbehoud en met grote stelligheid: „Ik ben de Messias niet.”

Zij vroegen hem: „Wat dan? Zijt gij Elia?”

Hij zei: „Dat ben ik niet.”

„Zijt gij de profeet?”

Hij antwoordde: „Neen.”

Toen zeiden zij hem: „Wie zijt gij dan? Wij moeten toch een antwoord geven aan degenen die ons ge- stuurd hebben. Wat zegt gij over uzelf?”

Hij sprak: „Ik ben, zoals de profeet Jesaja het uit- drukt, de stem van iemand die roept in de woestijn:

maakt de weg recht voor de Heer!”

De afgezanten waren uit de kring van de Farizeeën.

Zij vroegen hem: „Wat doopt gij dan, als gij de Mes- sias niet zijt, noch Elia, noch de profeet?”

Johannes antwoordde hun: „Ik doop met water, maar onder u staat Hij die gij niet kent, Hij die na mijn komt; ik ben niet waardig de riem van zijn san- dalen los te maken.”

Dit gebeurde te Betanië, aan de overkant van de Jor- daan, waar Johannes aan het dopen was.

Schriftlezingen © Katholieke Bijbelstichting

’s Hertogenbosch, www.bijbel.net

commentaar bij de zondagslezingen

— Jean Bastiaens—

Onweerstaanbaar

IN DE EERSTE LEZING uit Jesaja is een profeet aan het woord die een nieuwe tijd aankondigt. Er zijn grote veranderingen op komst. Nu nog zijn er mensen die als vreemdeling in ballingschap moeten leven, ver van hun vertrouwde omgeving. Nu nog zijn er mensen die leven als slaven, uitgebuit door de economisch rijke klasse die uit is op goedkope arbeid. Nu nog zijn er mensen die snakken naar vrijheid, maar al- leen onvrijheid ervaren. Welnu, er is een profeet die claimt een boodschap van Gods- wege te brengen: de verandering staat voor de deur! De begeestering om wat komen gaat, stroomt de profeet door de aderen: „Ik wil jubelen en juichen.” God heeft hem uitzinnig gemaakt. Hij voelt zich als een bruidegom en een bruid tegelijk, klaar voor het grote feest. De verandering is onweerstaanbaar, zoals het zaad onweerstaanbaar rijpt en opeens, na het voorbijgaan van de nacht, de kop opsteekt.

U moet die vreugde van die profeet eens door uzelf heen laten gaan, woord voor woord, zin voor zin. Het doet er even niet toe waar die vreugde vandaan komt. De grote verandering die voor de deur staat, komt niet uit ons eigen handelen voort.

Het overkomt ons. Het is de gerechtigheid van God die aan het werk is. Die gerech- tigheid zal de kop opsteken, ‘ontluiken’, onweerstaanbaar, tegen de geest van de tijd in. En als de lezing eindigt met de woorden „en Hij laat zijn glorie ontluiken voor het oog der volken”, dan betekent dat: God zal zijn Aanwezigheid zichtbaar maken, althans voor wie zien wil. Want zijn ‘glorie’ is het geheim van zijn Aanwezigheid on- der de mensen.

Het is een hele kunst om die uitzinnige vreugde bij het voorlezen van de tekst over te dragen. Hoe dan ook, op het einde van de lezing blijf je zitten met de vraag:

hoe zal dat gebeuren? Wat is die verandering die alles in een nieuw daglicht zal plaat- sen?

Met die vraag op de lippen tuimelen we het evangelie binnen. De evangelist Jo- hannes zet vandaag de toon. De evangelielezing bevat vooral veel ontkenningen en verwijzingen naar iets dat ophanden is, maar er nog niet is. Johannes de Doper is zelf niet het Licht, hij is niet de Messias, niet Elia, niet de profeet. Al deze ontkennin- gen zijn een antwoord op de vraag van de gezanten uit Jeruzalem: „Wie zijt gij?” Wat is Johannes dan wel? Hij is een ‘getuige’: een getuige die van zichzelf wegwijst, naar een ander. Vergeleken bij die ander, verdwijnt Johannes bijna in het niets, want die ander wordt geïdentificeerd met ‘Licht’.

De gezanten zijn mensen die ook leven van verwachtingen. Zij weten immers van het geloof in de komst van een messias, van de komst van Elia of een profeet. Maar wat moet je je nu voorstellen bij de komst van ‘Licht’?

Het blijft frustrerend onduidelijk. Kom op Johannes, wind er nu eens geen doek- jes om. Waarom doop jij eigenlijk? Wat staat er dan te gebeuren? Welke grote veran- dering is er dan ophanden?

De Doper weigert in te vullen wat hij niet invullen kan. „Ik ben de stem van ie- mand die roept in de woestijn” – ook al een plaats van vooral leegte en niet-zijn. Uit- eindelijk komt het hoge woord eruit: „Ik doop met water, maar onder u staat Hij die gij niet kent, Hij die na mij komt.”

De Komende, wij kennen Hem niet. En toch is Hij reeds midden onder ons. Wie is Hij dan die toch ‘Licht’ genoemd wordt? Hoe kunnen we zijn Aanwezigheid dan ontwaren? De Doper leert dat we ons op zijn komst kunnen voorbereiden. Door de weg waarlangs Hij tot ons komt, recht te maken. Door onze kromme levenswandel eens onder de loep te nemen. Door de houding aan te nemen van iemand die nog niet eens waardig is om de sandalen van de Komende los te maken – en dat is toch een sla- venarbeid!

De twee lezingen zijn op het eerste gezicht heel verschillend van toon. Enerzijds uitzinnigheid en kriebels om verandering die komen gaat, onweerstaanbaar, een tijd van hoop en geluk en uitzicht op nieuwe toekomst. Anderzijds het evangelie dat ons een pas op de plaats doet maken: ben je innerlijk ook klaar voor wat komen gaat?

Leef je niet te veel van pasklare antwoorden? Maak je ruimte voor de komende door je te plaatsen in een woestijn? Laat je je opgeblazenheid varen om kleiner te worden, zodat de Komende kans op slagen heeft?

11 d ec e m b e r 2011 – d e r d e zo n dag va n d e a dv e n t

kerk & leven

7 december 2011

lezingen & Commentaar A

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zij vroegen hem: 'Wat doopt gij dan, als gij de Messias niet zijt, noch Elia, noch de profeet?' Johannes antwoordde hun: 'Ik doop met wa- ter, maar onder u staat Hij die gij

"Maar hoe kwam u in deze ongelegenheid?" vroeg CHRISTEN verder en de man gaf ten antwoord: "Ik liet na te waken en nuchter te zijn; ik legde de teugels op de nek van mijn

Bij elk van de activiteiten die nodig zijn om een beeld te krijgen van de financiële situatie na pensionering geeft 34 tot 39 procent van alle ondervraagden aan dit nog niet te

Johannes antwoordde hun: „Ik doop met water, maar onder u staat Hij die gij niet kent, Hij die na mijn komt; ik ben niet waardig de riem van zijn sandalen los te maken.”. Dit

‘ “16Ik doop jullie met water, maar er komt iemand die meer vermag dan ik; ik ben zelfs niet goed genoeg om de riem van zijn sandalen los te maken. Hij zal jullie dopen met de

Spontaan stellen zij de vraag: „Wat moeten we doen?” die vraag komt niet alleen uit de mond van mensen allerhande, maar ook uit de mond van tollenaars en soldaten, en dat

De eerste zegen betreft Maria zelf: „Gij zijt gezegend onder de vrouwen.” Het bete- kent: meer dan alle vrouwen die ooit gezegend zijn, ben jij gezegend. Dezelfde zegen- spreuk

Paulus zegt het zo, in de tweede lezing van deze zondag: „de Heer sterke uw hart, zodat gij onberispelijk zijt en heilig voor het aanschijn van god onze Vader bij de komst van