©2012 - versie 1.2 pagina 1 van 2
Beheer medische gebruiksmiddelen - Basisuitrusting voor de huisarts
Inleiding
Elke praktijk moet de juiste middelen hebben om goede zorg te kunnen verlenen. U zult dus moeten nagaan welke infrastructuur en middelen nodig zijn om, rekening houdend met de zorgvraag van uw patiënten en het zorgaanbod van uw praktijk, zoals beschreven in uw beleidsplan.
Binnen certificeringssystemen zoals NHG-Praktijkaccreditering® wordt wat betreft middelen onderscheid gemaakt tussen gebruiksmiddelen, zoals reflexhamer, onderzoeksbank, en verbruiksmiddelen, zoals tongspatels of verbandmiddelen.
Gebruiksmiddelen
Om de middelen in goede staat te houden is het nodig dat uw praktijk een systeem heeft voor het periodiek onderhouden en voor het ijken en kalibreren van middelen, indien van toepassing. Om die reden is het nodig dat u een overzicht (inventarislijst) bijhoudt van alle middelen die in de praktijk aanwezig zijn, en, indien van toepassing, van de eisen die gesteld worden aan het onderhoud van deze middelen en de uitvoering daarvan. Zo kan uw praktijk waarborgen dat alleen middelen met een geldige onderhoudsstatus worden gebruikt.
Verbruiksmiddelen
Dit betreft alle medische middelen die u disposable (=om weg te gooien na gebruik) gebruikt. Het gaat dus zowel om verbandmiddelen, als desinfecterende materialen zoals alcohol en betadine, maar ook om geneesmiddelen die u bij behandeling of onderzoek van uw patiënten gebruikt.
Belangrijk is dat u vastlegt welke verbruiksmiddelen uw praktijk gebruikt voor spoedeisende en niet- spoedeisende hulp, maar ook in welke hoeveelheid, op welke plaats en met welke opslagcondities en houdbaarheidsdatum deze beschikbaar moeten zijn.
Indien u de inkoop en het beheer van deze verbruiksmiddelen aan uw medewerkers delegeert, dan legt u dat vast in een protocol.
Achtergrondinformatie
Het UMC St Radboud, het NHG en de Huisartsopleiding Nederland (HON) hebben vanuit de wens om huisartspraktijken en opleidingspraktijken houvast te bieden een voorbeeldlijst basisuitrusting ontwikkeld. In twee rondes zijn panels huisartsen bijeen gekomen: de eerste ronde omvatte een basisuitrusting lijst voor de algemene huisartspraktijk, de tweede ronde de basisuitrusting lijst voor de huisarts opleidingspraktijk.
Allereerst is onderzoek gedaan naar bestaande lijsten met uitrusting voor huisartsen (LHV, HVRC, wetenschappelijke documentatie) en groothandel lijsten met mogelijke uitrusting. Samen met het NHG is op basis hiervan een lijst ontwikkeld welke (digitaal) is uitgezet onder praktijken die bekend waren bij het NHG omdat ze mee doen aan de praktijkaccreditering. Met behulp van deze groep is een inventarisatie gemaakt welke uitrusting volgens praktiserende huisartsen aanwezig zou moeten zijn in een praktijk.
In de toegezonden lijst werd de uitrusting gecategoriseerd als ‘must have’, ‘should have’, of ‘could have’. Uitrusting viel in de categorie ‘must have’, indien er evidence of consensus binnen de onderzoeksgroep was dat deze uitrusting in iedere praktijk aanwezig zou moeten zijn. Uitrusting viel
©2012 - versie 1.2 pagina 2 van 2 in de categorie ‘should have’ , indien er geen evidence of consensus was over strikte noodzaak, maar deze uitrusting wel kwaliteitsverhogend zou zijn, als deze in de praktijk aanwezig zou zijn. De categorie ‘could have’ tenslotte vertegenwoordigd uitrusting die eventueel aanwezig zou kunnen zijn, waarbij het doorgaans gaat om uitrusting voor weinig voorkomende handelingen, handelingen waarvoor ook verwezen zou kunnen worden of een andere oplossing mogelijk is. Participanten konden aangeven of ze de uitrusting goed gecategoriseerd vonden, en zo niet, dan konden ze aangeven onder welke andere categorie zij het item vonden vallen. Daarnaast konden ze aangeven of ze middelen in de lijst misten.
Van de 900 verstuurde lijsten zijn in de eerste ronde 58 lijsten teruggestuurd, dit is 6,4%. Op basis van de uitkomsten uit de lijsten is een consensusgroepsbijeenkomst gehouden. Daarbij waren 9 huisartsen aanwezig welke ook een lijst hadden teruggestuurd. Er is gediscussieerd over de items waarbij op basis van de teruggestuurde lijsten minder dan 80% consensus was. De definitieve lijst is samengesteld op basis van de teruggestuurde lijsten, de gegevens uit de consensusgroep en beschikbare wetenschappelijke evidence.
De lijst is informatief via het NHG beschikbaar binnen de PraktijkWijzer Kwaliteit & Veiligheid.
