ONDERZOEKSOPZET DAS-REKENKAMERCOMMISSIES NAAR WERKING WET WERK EN BIJSTAND - Integratie (WWB-I)
Versie 6 september 2010 nummer 1
WAAROM DIT ONDERZOEK ?
Met de Wet Werk en Bijstand (WWB) hebben gemeenten sedert de invoering in 2004 meer beleidsvrijheid gekregen.
Gemeenten zijn volledig financieel verantwoordelijk geworden voor de budgetten van de WBB, zowel voor het I (inkomen)-deel, zijnde de uitkeringen), als het W (werk)-deel, zijnde de gelden voor re-integratieactiviteiten.
Gemeenten hebben weliswaar de nodige speelruimte gekregen, maar draaien ook op voor de financiële risico’s.
Mensen aan het werk helpen betekent terugdringen van het aantal uitkeringen en dus beperking van de financiële risico’s.
Het idee achter de WWB is dat gemeenten het W-deel kunnen benutten om uitstroom uit de bijstand te stimuleren en zo het beslag op het I-deel te verkleinen. Als de gemeente geld overhoudt in het I-deel mag zij dat naar eigen inzicht besteden; voor tekorten moeten zij zelf opdraaien. De gemeente heeft dus een belang bij een effectief re- integratiebeleid.
Er is sprake van een groot maatschappelijk en financieel belang bij dit onderwerp. Het aantal mensen dat een bijstandsuitkering krijgt is groot en het bedrag dat op jaarbasis daarmee gemoeid is eveneens.
N.B. HIER CIJFERS NOEMEN ? AANTALLEN EN GELDSBEDRAGEN ? Nog invullen o.b.v. begroting gemeenten jaren 2007 t/m 2009)
Een succesvol re-integratiebeleid vermindert voor de gemeente de som van de
uitkeringsgelden, maar kan voor haar burgers ook het verschil betekenen tussen werk of geen werk, of: tussen maatschappelijke participatie of sociaal isolement.
Er is landelijk, politiek en maatschappelijk, ook veel aandacht voor het re-integratiebeleid van gemeenten, zowel op rijksniveau als op gemeentelijk niveau. Ook diverse
gemeentelijke rekenkamercommissies deden onderzoek op dit terrein.
Vanuit de locale politiek en het lokale bestuur van de DAS-gemeenten zijn er signalen die aangeven dat er behoefte of wenselijkheid is voor een dergelijk onderzoek in de
onderscheiden gemeenten.
DOELSTELLING VAN HET ONDERZOEK
De doelstelling van dit onderzoek is: inzicht geven in de (duurzame) effectiviteit van het re-integratiebeleid van de DAS-gemeenten, mede in relatie tot de daaraan bestede gelden.
Voor de raad van de gemeente moet duidelijk worden wat de resultaten van de re- integratie-inspanningen zijn geweest en of zij in de loop van de tijd daaromtrent volledig en adequaat door het college van burgemeester en wethouders is geïnformeerd.
Omdat het onderzoek parallel wordt verricht in de 3 DAS-gemeenten, ontstaat vergelijkingsmateriaal (benchmark-gegevens).
De RKC wil de effectiviteit van het re-integratiebeleid niet alleen beoordelen vanuit het perspectief van de gemeente, maar ook vanuit het perspectief van de cliënt. Daarom wil de RKC onder andere de bejegening van cliënten door de vakafdeling in het onderzoek betrekken, alsmede de ervaringen van cliënten omtrent, en de beoordeling van het door hen doorlopen re-integratietraject.
ONDERZOEKSOPZET DAS-REKENKAMERCOMMISSIES NAAR WERKING WET WERK EN BIJSTAND - Integratie (WWB-I)
Versie 6 september 2010 nummer 1
ONDERZOEKSPERIODE
Het onderzoek strekt zich uit over de jaren………(NOG TE BEPALEN).
CENTRALE ONDERZOEKSVRAAG
De centrale onderzoeksvraag luidt: ”Is het re-integratiebeleid van de gemeente duurzaam effectief?”.
Onder “duurzaam” verstaat de RKC in dit verband: “dat de uitkeringstrekker tenminste 12 maanden moet zijn uitgeschreven”.
DEELVRAGEN
1. Heeft de gemeente doelstellingen bepaald voor haar re-integratiebeleid? Zo ja welke?
2. Heeft de gemeente haar doelstellingen gehaald? Hoe luiden die resultaten?
3. Hoeveel geld was er per jaar gemoeid met re-integratieactiviteiten?
4. Is de uitstroom uit de WBB in de onderzoeksperiode duurzaam geweest ?
5. Hoe effectief ervaren de doelgroepen het re-integratiebeleid? Hoe ervaren cliënten de bejegening vanuit de vakafdeling?
6. Op welke wijze en met welke frequentie is de raad in de onderzoeksperiode
geïnformeerd over de resultaten en de daarmee gemoeide financiële inspanning van het re-integratiebeleid?
7. wordt de gemeenteraad over de inspanningen en resultaten naar behoren geïnformeerd?
8. Voldoet de informatie aan de raad aan de hieromtrent gemaakte afspraken?
9. Kan de raad met de haar bereikte informatie haar kaderstellende en controlerende taak vervullen?
AFBAKENING VAN HET ONDERZOEK
Het onderzoek zal zich beperken tot het re-integratiebeleid sec.
Er wordt dus niet gekeken naar aanpalend of flankerend beleid, zoals arbeidsmarkt- en inkomensbeleid, noch naar andere uitstroom-bevorderende instrumenten zoals handhaving en fraudebestrijding.
De onderzoeksperiode betreft……….(NOG IN TE VULLEN).
ONDERZOEKSAANPAK
Het onderzoek zal bestaan uit de volgende onderdelen, die volgtijdelijk aan de orde komen.
1. Documentverzameling en dossierstudie.
2. Interviews met beleidsambtenaren van de gemeente.
3. Gesprek met de vakcommissie uit de raad waarvan het re-integratiebeleid tot het taakveld behoort. Gelegenheid wordt geboden de onderzoeksopzet te
becommentariëren en/of te amenderen.
4. Vaststellingen van het normenkader.
5. Gesprekken met cliënten over bejegening, alsmede hun oordeel over het door hen doorlopen traject.
ONDERZOEKSOPZET DAS-REKENKAMERCOMMISSIES NAAR WERKING WET WERK EN BIJSTAND - Integratie (WWB-I)
Versie 6 september 2010 nummer 1
6. Opstellen van de Nota van bevindingen door de RKC en vrijgeven voor ambtelijk hoor en wederhoor.
7. Formuleren door de RKC van de conclusies en aanbevelingen, alsmede vaststelling van het rapport.
8. Gelegenheid geven aan het college van burgemeester en wethouders om een bestuurlijke reactie op het rapport te geven.
9. Zo nodig, becommentariëring door de RKC van de bestuurlijke reactie.
10. Aanbieden van het rapport aan de raad.
PLANNING
September 2010 Punten 1, 2, 3 en 4 uit de Onderzoeksaanpak.
REST NOG IN TE VULLEN