• No results found

Kamer van Beroep voor het gesubsidieerd officieel onderwijs

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Kamer van Beroep voor het gesubsidieerd officieel onderwijs"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Kamer van Beroep voor het gesubsidieerd officieel onderwijs–2014/171–15/01/2014

1

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS

BESLISSING

Nr. GOO/2014/171/…

Inzake : …, wonende te …, .., …, bijgestaan door Mter …, advocaat te …,

Verzoekende partij

Tegen: de GEMEENTE …, vertegenwoordigd door het College van Burgemeester en Schepenen, voor wie optreden de heer …, schepen en de heer …, gemeentesecretaris, bijgestaan door Mter …, advocaat te …,

Verwerende partij

Mter … heeft namens mevrouw …, met een ter post aangetekende brief dd. 7 november 2013 beroep ingesteld tegen de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 15 oktober 2013 waarbij mevrouw … bij tuchtmaatregel werd ontslagen.

Er werden geen leden van de Kamer van Beroep gewraakt.

Er werden geen getuigen opgeroepen.

1. Over de relevante gegevens van de zaak

Mevrouw … is vastbenoemd directeur van de GBS … te … .

Met een ter post aangetekende brief dd. 8 maart 2013 wordt aan mevrouw … medegedeeld dat een tuchtonderzoek is ingesteld wegens beweerde financiële onregelmatigheden.

(2)

Kamer van Beroep voor het gesubsidieerd officieel onderwijs–2014/171–15/01/2014

2

Nadat de geplande hoorzitting enkele malen werd uitgesteld, wordt mevrouw … met een ter post aangetekende brief dd. 28 augustus 2013 opnieuw uitgenodigd om zich op 10 september 2013 voor het College van Burgemeester en Schepenen te verantwoorden voor de beweerde financiële onregelmatigheden.

Na de hoorzitting op 10 september 2013 beslist het College van Burgemeester en Schepen in zitting van 15 oktober 2013 mevrouw … bij tuchtmaatregel te ontslaan.

De voormelde beslissing wordt aan mevrouw … betekend met een brief dd. 16 oktober 2013 die ter post aangetekend wordt verstuurd op 18 oktober 2013 en door mevrouw

… is ontvangen op 21 oktober 2013.

Het is tegen die beslissing dat Mter …, namens mevrouw …, bij de Kamer beroep heeft ingesteld met een ter post aangetekende brief dd. 7 november 2013.

2. Over het procedureverloop

De partijen zijn voor de hoorzitting regelmatig opgeroepen op 13 november 2013.

Het gemeentebestuur heeft met een aangetekende brief dd. 26 november 2013 het administratief dossier neergelegd.

Mter … heeft met een ter post aangetekende brief dd. 23 december 2013 namens het gemeentebestuur van … een verweerschrift ingediend.

Mter … heeft met een brief dd. 13 januari 2014 een repliek ingediend op het verweerschrift namens het gemeentebestuur. Daar de procedureregeling niet voorziet in de mogelijkheid voor verzoekende partij om een repliek in te dienen op het verweerschrift, wordt de repliek uit het debat geweerd.

3. Over de ontvankelijkheid van het beroep

Uit de voorgelegde stukken blijkt dat de bestreden beslissing aan mevrouw … is betekend met een brief dd. 16 oktober 2013 die ter post aangetekend is verstuurd op 18 oktober 2013 en door mevrouw … is ontvangen op 21 oktober 2013.

(3)

Kamer van Beroep voor het gesubsidieerd officieel onderwijs–2014/171–15/01/2014

3

De beroepstermijn is dus aangevangen op 22 oktober 2013 en het beroep dat Mter … heeft ingesteld met een ter post aangetekende brief dd. 7 november 2013 is binnen de daartoe voorziene termijn ingediend en voldoet aan de andere gestelde ontvankelijkheidsvereisten.

4. Over de bevoegdheid van de Kamer van Beroep

Uit een brief dd. 3 december 2013 uitgaande van het Agentschap voor Onderwijsdiensten, dienst Personeel Basisonderwijs en Centra voor Leerlingen- begeleiding, blijkt dat mevrouw … definitief ongeschikt werd verklaard om haar functie verder uit te oefenen en dat haar loopbaan in het onderwijs definitief is beëindigd vanaf 1 december 2013.

Daar verzoekende partij sedert 1 december 2013 geen personeelslid meer is van het gemeentelijk onderwijs van …, is de Kamer van Beroep niet meer bevoegd om uitspraak te doen over het beroep dat de raadsman van mevrouw … heeft ingediend tegen de beslissing waarbij mevrouw … bij tuchtmaatregel werd ontslagen.

BESLISSING

Gelet op de artikelen 64 tot 72 van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, zoals gewijzigd;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 22 mei 1991 omtrent de preventieve schorsing en de tucht, omtrent het ontslag van sommige tijdelijke personeelsleden in het gesubsidieerd onderwijs en in de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, zoals gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 30 mei 1996, 13 januari 1998 en 15 september 2000, 3 juli 2009 en 24 september 2010;

Gelet op het huishoudelijk reglement van de Kamer van Beroep voor het gesubsidieerd officieel onderwijs, zoals vastgesteld in zitting van 2 mei 2012 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 16 mei 2012;

(4)

Kamer van Beroep voor het gesubsidieerd officieel onderwijs–2014/171–15/01/2014

4

Gelet op de hoorzitting van 15 januari 2014,

Na beraadslaging;

Na geheime stemming, met eenparigheid van stemmen,

Enig artikel

De Kamer van Beroep is niet bevoegd om uitspraak te doen over het beroep dat Mter

…, namens mevrouw … heeft ingediend tegen de beslissing van 15 oktober 2013 waarbij zij bij tuchtmaatregel werd ontslagen.

Aldus uitgesproken te Brussel op 15 januari 2014.

De Kamer van Beroep was samengesteld uit :

De heer Jean DUJARDIN, Voorzitter;

Mevrouw L. DE COREL, de heren D. BATAILLIE en G. VAN DEN BERGHE, vertegenwoordigers van de representatieve verenigingen van inrichtende machten;

De heren D. DE ZUTTER, P. VAN HERPE en R. VERSCHUEREN, vertegenwoordigers van de representatieve vakorganisaties.

Mevrouw M. CAN, secretaris.

Opgemaakt in drie originele exemplaren, waarvan één exemplaar voor elke partij en voor het dossier.

De Secretaris, De Voorzitter,

M. CAN J. DUJARDIN

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uit de voorgelegde stukken blijkt dat minstens de burgemeester op zaterdag 14 juni 2014 op de hoogte was van ernstige feiten ten laste van heer … en het

De informatie die door deze ouder ver(s)trekt werd, was geloofwaardig. De directie van de school, mevrouw …, confronteert u diezelfde dag met de verklaring. U geeft toe

12 juni 2014 heeft Mter …, namens de heer …, beroep ingesteld tegen de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van de stad … van 11 maart 2014

Door de onvolledige informatie, het ontbreken van een onderzoek naar de gegrondheid van de feiten op het ogenblik dat de feiten zich hebben voorgedaan, de

2 april 2014 heeft Mter …, namens de heer …, bij de Kamer van Beroep voor het Gemeenschapsonderwijs beroep ingesteld tegen de beslissing van het College van Burgemeester

Daar het College van Burgemeester en Schepenen als tuchtoverheid geen tuchtdossier heeft neergelegd, is het voor de Kamer onmogelijk om haar bevoegdheid uit te

personeelslid (zie de verklaringen in de stukken II/1, II/3, II/4, II/8, II/9 en II/11 van het tuchtdossier).. Kamer van Beroep voor het gesubsidieerd

22 april 2013 wordt mevrouw … medegedeeld dat de vastgelegde datum voor de hoorzitting wordt geannuleerd en wordt zij opnieuw uitgenodigd om zich op 14 mei 2013 voor