• No results found

Werken aan schooltaal tijdens de rekenles. Een interventie op de Pabo

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Werken aan schooltaal tijdens de rekenles. Een interventie op de Pabo"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Ronde 4

Nanke Dokter (a), Rian Aarts (b) & Anje Ros (c) (a) Fontys Pabo, Den Bosch

(b) Tilburg University

(c) Fontys Hogschool Kind & Educatie, Eindhoven Contact: N.Dokter@Fontys.nl

Werken aan schooltaal tijdens de rekenles. Een interventie op de Pabo

1. Inleiding

Schooltaal speelt een belangrijke rol tijdens de rekenles en veel leerlingen leren dit taal- register niet thuis (Schleppegrel 2004). Ze zijn ervoor afhankelijk van hun leraar (Zwiers 2008). Leraren kunnen schooltaalontwikkeling bij hun leerlingen stimuleren door zelf schooltaal te gebruiken en door schooltaalstimulerende strategieën in te zet- ten. Die strategieën zijn gericht op begrip of op productie van schooltaal door leerlin- gen (Dokter 2015). Om een interventie hierover voor de lerarenopleiding te ontwer- pen, is onderzocht hoe schooltaalstimulerend gedrag in rekenlessen binnen het primair onderwijs aan bod komt.

De opbouw van de rekenles blijkt van belang te zijn. Tijdens de werkvormen ‘uitleg’

of ‘gesprek’ hebben leraren de grootste kans om schooltaalstimulerend gedrag te ver- tonen (Dokter e.a. 2017). Schooltaalaanbod van leraren is meer gericht op lexicale diversiteit en specificiteit dan op lexicale en grammaticale complexiteit. Leraren ver- schillen sterk in de mate van tekstuele complexiteit1. Bepaalde schooltaalstimulerende strategieën, zoals ‘herhalen van uiting van de leerling’, komen veel voor, maar strate- gieën zoals ‘modeling’ of ‘prikkelende opmerkingen maken’, worden nauwelijks inge- zet.

Behalve de frequentie van het gebruik van schoolstimulerende strategieën, is ook de afwisseling tussen power-up-strategieën (het niveau verhogen naar schooltaal toe) en power-down-strategieen (het niveau verlagen naar dagelijkse taal toe) van belang voor schooltaalontwikkeling (Maton 2014). Leraren gebruiken power-down-strategieën vaker dan power-up-strategieën. Ook zijn ze vooral gericht op begrip en niet op pro- ductie van schooltaal door leerlingen.

Als laatste is onderzocht of het schooltaalstimulerend gedrag van de leraar samenhangt met diens kennis, attitude en vaardigheid ten aanzien van schooltaal, maar er werden

(2)

2

geen significante verbanden gevonden. Het gedrag van de leraar wordt dus door ande- re factoren bepaald. Dit impliceert dat op de lerarenopleiding behalve voor kennis, vaardigheden en attitude, ook aandacht moet zijn voor het aanleren van specifiek didactisch handelen.

2. Ontwikkeling interventie

Het accent van de interventie werd gelegd op het aanleren en inoefenen van school- taalstimulerende strategieën. Kennis, vaardigheden en attitude werden ook aangebo- den, maar niet benadrukt. Dit inzicht sluit aan bij het integratief model voor profes- sionele groei van Clark & Hollingsworth (2002) (zie: Figuur 1).

Figuur 1 – Integratief model voor professionele groei (Clark & Hollingsworth 2002: 951).

Verandering in één van de domeinen kan een begin van professionele groei zijn: echte groei ontstaat immers als er een netwerk van veranderingen ontstaat. Kennis, attitude en vaardigheden zitten in het persoonlijke domein en kunnen leiden tot groei via bewust handelen (enactment) en reflectie. Deze processen brengen de verschillende domeinen met elkaar in verband. Tijdens de interventie speelden bewust handelen en reflectie een centrale rol. De effectiviteit van de interventie is onderzocht door per

(3)

Voor het ontwerpen van de interventie hebben we vanuit de theorie en het voorgaan- de onderzoek tien ontwerpcriteria gehanteerd. In Tabel 1 zijn deze criteria weergege- ven met daarbij de operationalisering.

Ontwerpcriteria Omschrijving Operationalisering interventie schooltaal 1 Duur & intensiteit Substantieel tijd om doelgericht Eén kwartaal (10 weken) aandacht voor school-

te werken aan verwerving van taal tijdens de rekeninstructie.

strategieën of inzichten.

2 Collectieve participatie Samenwerking van een groep Studenten coachen elkaar op gebruik van leraren, waarbij doelgerichte schooltaalstimulerende strategieën door in (inhoudelijke) interactie groepje op de opleiding video-opnamen van plaatsvindt. elkaar te bespreken.

3 Doelen Heldere doelen, gesteld vanuit Vakspecifieke doelen, gericht op het stimuleren een context en een hoger doel. van schooltaal door gebruik van schooltaal-

stimulerende strategieën.

4 Authentieke taken De taken zijn functioneel voor De taak is gericht op het verbeteren van het het bevorderen van het leer- wiskundig denken tijden de rekeninstructie op proces van de leraar. Ze sluiten stage. Op www.lesinschooltaal.nl staat een aan bij specifieke problemen van filmpje ‘belang van schooltaal’ dat de urgentie de leraar en zijn geformuleerd duidelijk maakt.

vanuit de eigen context.

5 Coaching Begeleiders werken samen met Modeling/voorbeeldgedrag door de docent leraren aan verbetering en zijn rekenen/wiskunde in filmpjes op de website.

een rolmodel voor leraren. Docent en studenten bespreken samen gedrag van studenten in video-opnamen (herkennen van gedrag/kansen).

6 Actief leren Aandacht geven aan en ruimte Video-opnamen en beschrijvingen van school- geven voor bewust en doel- taalstimulerende strategieën (klassikaal) gericht handelen. analyseren. Student vragen om strategieën in te

zetten in het eigen handelen in de praktijk, dat filmen en analyseren. Vervolgens nieuwe doelen stellen in de praktijk uitvoeren.

7 Reflectie Aandacht geven aan en ruimte Reflectie komt tot stand tijdens het analyseren geven voor reflecteren op het van video-opnamen van eigen handelen in de handelen. praktijk met kijkwijzers en samen met medestu-

denten en de docent rekenen/wiskunde.

8 Samenhang Verbindingen leggen tussen en Kennisconstructie: kennis over kenmerken binnen de vier domeinen, schooltaal en schooltaalstimulerend gedrag bijvoorbeeld tussen: koppelen aan bestaande kennis.

Kennis landelijke richtlijnen: inhouden kennis-

• kennis en overtuigingen bases Rekenen/wiskunde en Nederlandse taal

• bestaande kennis en nieuwe Pabo’s gebruiken.

kennis (kennisconstructie) Attitude en strategieën koppelen door filmpjes

• doelen en activiteiten over het belang ervan.

• doelen en schoolbeleid Doelen en inhoud interventie:

koppeling aan wiskundig denken.

9 Toetsing Feedback geven tijdens het Inhouden van de interventie worden gekoppeld proces. Toetsing doelen en aan standaard 3.15: feedback geven.

activiteiten zijn in lijn.

10 Hybride leren Online en offline leren. www.lesinhoud.nl wordt zowel tijdens de les als daarbuiten gebruikt om studenten te informeren over het belang van schooltaal, kenmerken van schooltaal en schooltaalstimulerende strategieën.

Tabel 1 – Overzicht ontwerpcriteria met omschrijving.

(4)

3. Effectiviteit interventie

We hebben onderzocht of de interventie is verlopen zoals bedoeld. Dat is grotendeels gelukt. Alleen bij de criteria ‘doelen’ en ‘toetsing’ is afgeweken van de planning: de doelen bleken niet duidelijk voor een aantal studenten en de toetsing was niet in lijn met de doelen.

In het persoonlijk domein werden twee veranderingen gevonden. Uit de kennistoets bleek dat de experimentele groep iets hoger scoorde op kennis over schooltaalstimule- rende strategieën. Bij de attitudemeting scoorde de experimentele groep significant hoger op belang van schooltaal tijdens de rekenles.

Het handelen in de praktijk bleek een beetje veranderd: studenten uit de experimen- tele groep lieten meer variatie in strategieën zien dan studenten uit de controlegroep, vooral bij gerichtheid op begrip. Helaas waren er slechts 13 studenten die data hadden aangeleverd, waardoor het niet goed mogelijk was om een significant effect vast te stel- len.

Uit de eindevaluatie bleken zowel de studenten als de docent te hebben ervaren dat de interventie veranderingen teweegbracht. De studenten gaven aan meer kennis over schooltaal bij rekenen te hebben. Volgens de docent was het taalbewustzijn van stu- denten toegenomen.

Het lijkt erop dat in meerdere domeinen veranderingen tot stand zijn gebracht door de interventie, wat wil zeggen dat de opzet effectief was. Bij een optimale uitvoering, met heldere doelen in lijn met toetsing, waren de effecten wellicht groter geweest. In een vervolgonderzoek met grotere groepen studenten zou dat onderzocht kunnen wor- den.

Referenties

Clarke, D. & H. Hollingsworth (2002). “Elaborating a model of teacher professional growth”. In: Teaching and Teacher Education, 18 (8), p. 947-967.

Dokter, N. (2015). “Schooltaalbevorderend leraargedrag”. In: A. Mottart & S.

Vanhooren (red.). Negenentwintigste Conferentie Onderwijs Nederlands. Gent:

Academia Press, p. 62-66.

Dokter, N., R. Aarts, J. Kurvers, A. Ros & S. Kroon (2017). “Stimulating students’

academic language. Opportunities in instructional methods in elementary school mathematics”. In: L1-Educational Studies in Language and Literature, 17, p, 1-21.

Maton, K. (2014). ‘Building Powerful Knowledge: The Significance of Semantic

2

(5)

Waves’. In: B. Barrett & E. Rata (eds.). Knowledge and the Future of the Curriculum.

London: Palgrave Studies in Excellence and Equity in Global Education, z.p.

Schleppegrell, M. (2004). The language of schooling: A Functional Linguistics Perspective. London: Lawrence Erlbaum Associates.

Zwiers, J. (2008). Building academic language: essential practices for content classrooms, grades 5-12. San Francisco: Jossey Bass Teacher.

Noot

1 Voor meer uitleg bij deze termen, zie: http://www.lesinschooltaal.nl/schooltaalken- merken/.

Ronde 5

Miriam Limpens & Erna van Koeven Hogeschool Windesheim Zwolle Contact: Meep.limpens@windesheim.nl

Bh.van.koeven@windesheim.nl

Op welke manier dragen inzet van ICT en digital stories bij aan betekenisvol leren? Praktijkgericht onderzoek naar verhalen

1. Over de onderzoeksgroep

In de Master ‘Educational Needs’ van Hogeschool Windesheim zijn Erna van Koeven en ik drie jaar geleden een onderzoeksgroep gestart waarin we ons, middels praktijk- gericht onderzoek, afvragen op welke manieren verhalen kunnen worden ingezet om onderwijs meer betekenisvol te maken. Studenten kunnen daarbij zelf kiezen vanuit welk perspectief zij het gebruik van verhalen verder willen verkennen. Op de HSN- conferentie in 2018 presenteerden we de opbrengsten en vragen van anderhalf jaar werken. De zes studenten die participeerden, hebben vrijwel allemaal een interventie ontworpen en zijn nagegaan of de interventie door leerlingen en leraren als betekenis- vol is ervaren. De contexten van de onderzoeken verschilden: van werken met kleuters in het sbo tot samenwerken met studenten in het hbo (opleiding ‘Verpleegkunde)’. De afgelopen anderhalf jaar hebben studenten ook hun praktijkgerichte onderzoeken uit-

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De momentum-maastaf kan afzonderlijk worden berekend voor de deelporte­ feuille sjekochte aandelen (w > vr ,) en voor de deelportefeuille verkochte aandelen (\v <

Daarin wordt de inzet van het NA VO-moderni- seringsbesluit mijns inziens terecht gekenschetst als 'het leveren van een bewijs van Atlantische eenheid op het moment

Count of relative error ranges of remote sensing-based GPP, NPP, AGBP and yield reported in, or derived from, literature compared to in-situ relative errors.... significant work has

Zo zien we dat strategieën als samen fietsen, of veranderen van vervoer- middel, deelnemers in staat stellen om zich veilig te voelen op zekere trajecten en zich deze toe te

Terwijl op persoonlijke instigatie van Anton Philips de confessionele omroepen reeds de niet onaanzienlijke korting van vijftig procent genoten.. In 1935 werd moeizame exploitatie

De meting van ammoniakemissie van een bepaald stalsysteem vindt gedurende 6 maal één dag (24 uur) verspreid over een jaar plaats. Het is gewenst dat het gemiddelde van deze

Indien struiken in de koelcel worden gezet voor de rustdoorbreking en de hele partij daarna in één keer in bloei getrokken wordt, is het ook denkbaar de struiken niet direct aan

De Ostpolitik die begon onder Willy Brandt vanaf 1969 wordt in veel literatuur aangeven als de ‘Neue Ostpolitik’, die voor meer toenadering met Oost- Europa moest