• No results found

Het bier wordt duur betaald

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het bier wordt duur betaald"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tilburg University

Het bier wordt duur betaald

van Damme, E.E.C.

Published in:

Economisch Statistische Berichten

Publication date:

2011

Document Version

Publisher's PDF, also known as Version of record

Link to publication in Tilburg University Research Portal

Citation for published version (APA):

van Damme, E. E. C. (2011). Het bier wordt duur betaald. Economisch Statistische Berichten, 96(4624),

739-739.

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal

Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.

(2)

ESB

96(4624) 9 december 2011 739

column

Het bier wordt duur betaald

I

n tijden van kommer en kwel is het plezierig om ook eens over iets luchtigers dan de euro te spreken. Als u weer eens in het café bent, kunt u het misschien over de prijs van bier hebben. Waarom is een pilsje zo duur? Is de brouwer een schurk of de caféhouder een sul?

Vorige maand publiceerde het EIM interessant cijfer­ materiaal over de biermarkt in Nederland (EIM, 2011). Dankzij het initiatief van Koninklijke Horeca Nederland is nu ook de cafékant van de markt helder in beeld gebracht. Bij de presentatie betoogde KHN­directeur Van der Grinten dat brouwers wurgcontracten hanteren en dat cafébazen tot wel twee keer zoveel voor hun bier moeten betalen als bij de slijter op de hoek. Dat deze inkoopprijs een vergoeding bevat voor allerlei door de brouwer geleverde diensten en nog steeds minder dan twintig procent van de verkoopprijs van een pilsje is, kreeg minder aandacht. Vraag is natuurlijk ook waarom de caféhouder zo’n contract accepteert.

De horecabranche is slechter georganiseerd en minder geconcentreerd dan de brouwerijsector. De vier groot­ ste brouwerijen bedienen samen ongeveer negentig procent van de markt. Heineken is met 48 procent veruit de grootste speler, InBev, Grolsch en Bavaria volgen op gepaste afstand. In 2002, ten tijde van haar laatste (officiële) marktonderzoek, concludeerde de NMa al dat de HHI­concentratiemaat een duizeling­ wekkende 3755 bedroeg (NMa, 2002). Op basis van cijfers van de brouwers stelde de NMa destijds dat ongeveer vijftig procent van de cafés en twee derde van de afzet exclusief aan een brouwerij gebonden was. Data van de afnemers brengen het EIM tot de conclu­ sie dat de situatie verslechterd is: 62 procent van de cafés en 75 procent van de omzet is gebonden. De binding kan verschillende vormen aannemen. Bij de lichtste vorm krijgt de caféhouder de tapinstallatie in bruikleen, in ruil voor de verplichting het bier van de brouwer te verkopen. Meestal heeft de caféhouder ook de kelder­ en koelinstallatie in bruikleen, en wel in ruil voor een niet­concurrentiebeding: de brouwer eist dat alleen zijn pils verkocht wordt. Bij ongeveer één op de zes cafés is de brouwer eigenaar van het pand en is sprake van een exclusief leveringscontract. Het EIM­ onderzoek laat zien dat hoe sterker een café gebonden is, hoe lager het rendement voor de uitbater is. Het zou vreemd zijn als het anders was.

Exclusiviteitscontracten zijn expliciet door de Europese mededingingsregels toegestaan, mits het marktaandeel

hoogstens dertig procent is en de contracten niet langer dan vijf jaar lopen. In 2002 oordeelde de NMa dat ook de contracten van Heineken, die direct door de caféhouder opzegbaar zijn, toegestaan zijn, mits Heineken haar afnemers elk jaar daar expliciet op wijst en zij vrije verkoop van flessenbier door de caféhouder toestaat. Destijds kende de NMa veel gewicht toe aan de concurrentie tussen brouwers om verkooppunten. Zij stelde: “De concurrentie om vrijgevallen verkooppun­ ten is sterk gebleken (…). De brouwers hebben ieder afzonderlijk aangeven dat sprake is van een hevige concurrentiestrijd om horecaverkooppunten.” Het lijkt erop dat de NMa de kalkoen gevraagd heeft wat er op het kerstmenu moet staan. Onafhankelijk gedrag van de brouwers kan niet verwacht worden; in 2007 werden zij immers door de Europese Commissie met 273 miljoen euro beboet voor het maken van kartelafspraken. Deze afspraken betroffen niet alleen de prijs van bier, maar ook marktverdeling. Volgens de Commissie was de concurrentie om horecapunten hele­ maal niet zo sterk als de brouwers beweerden en de NMa geloofde: de brouwers beperkten die concurren­ tiestrijd juist. Er was ondubbelzinnig bewijs van “onder­ linge afstemming inzake de toewijzing van afnemers”. (Europese Commissie, 2007)

Ongeveer zeventig procent van de cafés is volledig vrij of alleen via de tap aan een brouwerij verbonden. Het EIM­rapport laat zien dat voor deze cafés overstappen zeer eenvoudig is, maar of dat overstappen ook daad­ werkelijk loont is niet onderzocht. Uit de modeltypering in het rapport volgt wel dat driekwart van de caféhou­ ders sociale goedzakken zijn van wie niet verwacht kan worden dat ze bij onderhandelingen het onderste uit de kan zullen halen. Van intensieve concurrentie om ver­ kooppunten moet echter ook een sul kunnen profiteren, terwijl bij kartelafspraken ook de expert slechts van de regen in de drup terechtkomt.

Het EIM­rapport beantwoordt niet de aan het begin geformuleerde vraag, maar het bevat wel indicaties dat brouwers nog steeds dingen doen die bij wet verboden zijn. Hoogste tijd dus dat de NMa een nieuw onderzoek naar deze markt start.

Eric van Damme

LITERATUUR

EIM (2011) Rendement en relatie. Zoetermeer: EIM.

Europese Commissie (2007) Beschikking in zaak

Comp/B-2.37.766-Nederlandse biermarkt. Brussel: Europese Commissie.

NMa (2002) Besluit in zaak 2036/Heineken-horecaovereenkomsten. Publicatie op www.nmanet.nl, mei.

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Vanwaar dit ingewik- kelde model gebaseerd op het recht van schuldeisers om niet mee te werken, om vervolgens allerlei wettelijke reparaties in het leven te roepen om deze

De respondenten hebben behoefte aan duidelijkheid over waarom bepaalde hervormingen in de sociale zekerheid hebben plaatsgevonden en waarom de ver- antwoordelijkheid voor inkomen

Dit zorgt voor een herverdeling van het aantal mannen en vrouwen in de portefeuille wat er kan voor zorgen dat tegen die gewogen premie de verzekeraar zijn risico’s niet langer

Niet alle vijf brouwerijen zijn aangegeven in de kaart, omdat Bax Bier te veel verkooppunten heeft om aan te geven op een kaart en omdat Brouwerij

Maar de arnhemsche neef had nog niet uitgesproken Hij zag Machteld met eerbiedige hoogachting aan, en terwijl hij van de bank opstond, plaatste hij zich naast haar stoel, terwijl

De respondenten hebben behoefte aan duidelijkheid over waarom bepaalde hervormingen in de sociale zekerheid hebben plaatsgevonden en waarom de ver- antwoordelijkheid voor inkomen

Het gebruik van rituelen bleek een goe- de keuze omdat mevrouw B daarna in het contact met de geestelijk verzorger minder last van haar trauma liet blijken.. De uitno- diging aan

Terwijl zwaar geschut wordt inge- zet om het electoraat ervan te over- tuigen dat flexicurity geen politiek besluit is, maar pure economische noodzaak – ‘we kunnen