• No results found

Brusselse initiatieven inzake tolken en vertalers in strafzaken

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Brusselse initiatieven inzake tolken en vertalers in strafzaken"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Brusselse initiatieven inzake tolken en vertalers in strafzaken

Voorde, J.M. ten

Citation

Voorde, J. M. ten. (2009). Brusselse initiatieven inzake tolken en vertalers in strafzaken.

Nederlands Juristenblad, 84(37), 2424-2425. Retrieved from

https://hdl.handle.net/1887/14318

Version: Not Applicable (or Unknown)

License:

Leiden University Non-exclusive license

Downloaded from:

https://hdl.handle.net/1887/14318

Note: To cite this publication please use the final published version (if applicable).

(2)

1

Brusselse initiatieven inzake tolken en vertalers in strafzaken

Jeroen ten Voorde*

Op 8 juli 2009 werd door de Europese Commissie een concept-kaderbesluit inzake het recht op tolk- en vertaaldiensten in strafzaken gepubliceerd.1 Dit werd op 31 augustus jl.

door een deels herzien concept vervangen en is nog steeds onderwerp van beraadslaging.2 In het voorstel geldt het recht op tolk- en vertaaldiensten voor alle personen vanaf het moment dat zij in kennis zijn gesteld dat zij verdachte zijn tot aan het einde van het strafproces (art. 2 lid 1). Door de commissie wordt, naar aanleiding van een reflectieforum, het recht op bijstand door een tolk reeds erkend op het moment dat de verdachte wordt

‘gearresteerd’.3 Uitgangspunt is dat ‘all reasonable efforts are made to ascertain whether the suspect understands and speaks the language of the criminal proceedings’ (art. 2 lid 3).

Wanneer wordt besloten dat tolkenbijstand niet nodig is, moet de verdachte de mogelijkheid van beoordeling (‘review’) van deze beslissing worden geboden (art. 2 lid 4).

Indien noodzakelijk moet ook tolkenbijstand worden gegarandeerd wanneer de verdachte overlegt met zijn raadsman (art. 2 lid 2). Het begrip noodzakelijk moet volgens de toelichting worden uitgelegd conform de rechtspraak van het EHRM.4

De lidstaten garanderen dat noodzakelijke documenten worden vertaald. Dat zijn in ieder geval de beslissing dat iemand van zijn vrijheid wordt beroofd, de tenlastelegging en het vonnis (art. 3 lid 2). Deze lijst is nog niet compleet. In lid 3 staat dat de verdediging een met redenen omkleed verzoek tot vertaling van meer documenten mag indienen, waaronder schriftelijke stukken van de advocaat. Ook hier moet beoordeling van een beslissing om documenten niet te vertalen mogelijk worden gemaakt (art. 3 lid 4).

De kosten van vertolking en vertaling gedurende het strafproces komen voor rekening van de lidstaten (art. 4). Lidstaten garanderen de kwaliteit van tolken en vertalers (art. 5 lid 1).5 Leden van de rechterlijke macht (Openbaar Ministerie en zittende magistratuur), alsmede personeelsleden van de gerechten worden opleidingen werken met tolken aangeboden (art.

5 lid 2). De politie staat niet op deze lijst vermeld.

Het concept-kaderbesluit roept voor de Nederlandse strafrechtspraktijk vragen op. Ten eerste is de vraag op welk moment het recht op tolkenbijstand ontstaat. In de toelichting is aangegeven dat dit recht ontstaat wanneer verdachte is ‘gearresteerd’. Op straat kan het recht op vertolking echter niet altijd worden waargemaakt. Weliswaar kan de verdachte met handen en voeten en misschien zelfs door kennis van enkele woorden die ook bij hem bekend zijn door opsporingsambtenaren worden geïnformeerd over de gronden van de verdenking. Soms is zelfs een dergelijke niet altijd betrouwbare handelwijze, niet hanteerbaar. In Nederland is er daarom voor gekozen de verdachte die de Nederlandse taal niet verstaat aan te houden en over te brengen naar het politiebureau teneinde aldaar te worden gehoord met behulp van een tolk (al dan niet met behulp van de tolkentelefoon).6 Ten tweede kan soms worden getwijfeld aan de noodzaak van het inschakelen van een tolk.

In Nederland geldt dat bij uiteenlopende standpunten tussen verdachte en verbalisant

* mr. J.M. ten Voorde is als universitair docent straf(proces)recht verbonden aan het Instituut voor Strafrecht en Criminologie van de Universiteit Leiden.

1 COM (2009) 338 definitief.

2 12529/09 DROIPEN 76 COPEN 148.

3 COM (2009) 338 definitief, 8 juli 2009, p. 6.

4 12394/09 DROIPEN 72 COPEN 145. Zie EHRM 18 oktober 2006, appl.nr. 18114/02 (Hermi/Italië), § 69.

5 Zie voor Nederland de Wet beëdigde tolken en vertalers van 11 oktober 2007, Stb. 2007, 375. En kritiek hierop Mieke Leeuw, De nieuwe wet voor tolken en vertalers: een wassen neus, NJB 2009 (te verschijnen).

6 Aanwijzing bijstand door tolken en vertalers in het opsporingsonderzoek in strafzaken van 19 mei 2008, Stcrt. 2008, nr. 116, p. 7. Het concept maakt ook niet duidelijk hoe snel tolken moeten worden ingeschakeld.

Ook dit is praktisch van belang.

(3)

2 hierover de verbalisant de kwestie voorlegt aan een (hulp)officier van justitie die terzake beslist. Slechts indien deze in redelijkheid kan veronderstellen dat de verdachte de Nederlandse taal wel voldoende beheerst, wijst hij het verzoek om een tolk in te schakelen af. In een beroepsmogelijkheid is hier niet voorzien. Het is de verbalisant die naar zijn meerdere stapt. De verdachte kan dit niet afdwingen. In latere fasen van het onderzoek is de mogelijkheid van beoordeling (van de kwaliteit van een tolk) nogal beperkt.7 Het concept gaat er echter van uit dat in alle fasen van de strafvordering bij een eerdere afwijzende beslissing een tolk in te schakelen, die beslissing door een derde nadien moet kunnen worden beoordeeld. Onduidelijk is hoe een dergelijke procedure eruit zou moeten zien en wat er met de resultaten van verhoor dat niet met behulp van een tolk is afgenomen, mag worden gedaan. Evenmin is helder of beoordeling ook mogelijk zou moeten zijn als aan de kwaliteit of betrouwbaarheid wordt getwijfeld.

Het concept-kaderbesluit is een stok achter de deur om het inschakelen van een tolk in het hele strafproces verplicht te stellen. Hoewel over het moment van aanvang kan worden getwist, is duidelijk dat in alle overige fasen een tolk moet worden ingeschakeld wanneer de verdachte niet begrijpt wat wordt gezegd. In het Wetboek van Strafvordering is deze verplichting niet overal opgenomen, zoals blijkt uit 21 e.v. Sv ten aanzien van de raadkamer van de rechtbank en art. 191 Sv met betrekking tot de rechter-commissaris.

Hoewel in de praktijk veelal een tolk wordt ingeschakeld, rammelt hier de wettelijke regeling. Een gemis in het concept-kaderbesluit is dat onduidelijk is of en op welke wijze een tolk moet worden ingeschakeld bij grensoverschrijdende onderzoekshandelingen (bijvoorbeeld rogatoire commissies).

Ten vierde is een opvallend onderdeel van het concept-kaderbesluit de garantie van tolkenbijstand in het contact tussen advocaat en cliënt. In Nederland hebben raadslieden de vrijheid in het kiezen van een tolk. Een verklaring hiervoor is dat zij, om een band met de verdachte op te bouwen, soms liever een bekende van de verdachte inschakelen dan een onbekende, professionele en daardoor wellicht wat afstandelijke tolk. In het concept- kaderbesluit heeft de verdachte ook recht op tolkenbijstand wanneer zijn raadsman niet de taal spreekt die de verdachte verstaat. In dat geval wordt het inschakelen van een tolk door de staat vergoed (art. 4 van het concept). Maar betekent dit dat de raadsman alleen professionele (geregistreerde en beëdigde) tolken mag inschakelen of kunnen ook andere dan professionele tolken om een vergoeding vragen? Een en ander is niet duidelijk.

Ten vijfde zullen meer documenten moeten worden vertaald dan tot nu toe in Nederland gebruikelijk is. Het moeten vertalen van het vonnis is door de Hoge Raad niet verplicht gesteld wanneer bij de uitspraak een tolk aanwezig was.8 Met betrekking tot het verzoek van de advocaat of de verdachte om stukken te vertalen, wordt eveneens een beoordeling van een afwijzing van dit verzoek voorgesteld. Tegen een weigering stukken te vertalen, kan geen beroep worden ingesteld.9 Gelet op de inhoud van het concept lijkt aanpassing van de huidige situatie echter nodig.

De discussie over tolken en vertalers in strafzaken is nog lang niet voorbij. Diverse regelingen van het concept-kaderbesluit roepen voor de Nederlandse strafrechtspraktijk vragen op. Soms zijn die regelingen niet direct in overeenstemming met die praktijk. Het lijkt mij dat op het punt van de hierboven geschetste onduidelijkheden nog het nodige werk zal moeten worden verricht om het kaderbesluit te verhelderen. Tegelijkertijd dient de Nederlandse wetgever zich te realiseren dat de gaten die in de bestaande regeling over tolken en vertalers in strafzaken bestaan, nu eindelijk moeten worden gedicht.

7 HR 12 maart 2002, NJ 2002, 448.

8 HR 8 oktober 1996, NJ 1997, 319. Zie voor appeldagvaarding HR 6 november 2007, NJ 2007, 599.

9 Zie voor de Nederlandse situatie HR 16 december 1997, NJ 1998, 352, m.nt. ’t H.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

2013/AM17 van 3 oktober 2013 houdende goedkeuring van het aanmeldingsdossier van het Lokaal Overlegplatform Brussel Basisonderwijs betreffende de inschrijvingen vanaf

- De Commissie inzake Leerlingenrechten merkt op dat artikel 37vicies quater van het decreet basisonderwijs voorziet in een opvisperiode van minimaal 5 schooldagen,

Er zijn specifieke situaties waarin de cliënt mogelijk COVID-19 besmet is (verdenking) en er toch hulp of ondersteuning moet worden geboden binnen 1,5 meter van de patiënt.. In die

Met de Luminizer software heeft u alle tools in handen voor het slim beheren van alle verlichtings- apparatuur in het areaal, het managen van het onderhoud en het monitoren en

Geen omgevingsvergunning voor het bouwen nodig Als u vergunningvrij een antenne wilt plaatsen moet dit aan de volgende voorwaarden voldoen:.. De antenne moet achter

Een uitzondering hierop kan echter gelden indien u een bouwwerk gaat bouwen in het achtertuingebied dat niet hoger is dan 5 meter en voldoet aan de planologische regels uit

Voldoet u aan de voorschrif- ten, dan mag u bijvoorbeeld wel uw garage zonder omgevingsver- gunning voor het bouwen ombouwen tot winkelpand, maar heeft u voor dit andere

Dit zal de uitkomst zijn voor een deel van de leerlingen in de entreeopleiding en mbo-2, omdat zij niet in staat zullen zijn om alle eisen voor Nederlandse taal en rekenen te