Vraag nr. 55 van 23 maart 2005
van de heer HERMAN SCHUEREMANS
Culturele infrastructuur – Subsidiëringsvoor-waarden
De Vlaamse overheid subsidieert jaarlijks verschil-lende vormen van cultuurbeleving. Daarbij gaat het onder andere om investeringen in projecten, in aanbodvormen en om investeringen in infrastruc-tuur.
Wat dit laatste betreft, rijst de vraag in hoeverre de overheid voorwaarden kan opleggen voor het gebruik van de infrastructuur die zij subsidieert. Hierbij kan gedacht worden aan verbouwingen, renovatie … van concertzalen, bioscoopzalen, the-aterzalen, enzovoort.
In sommige gevallen kan worden vastgesteld dat de uitbaters van culturele infrastructuur nogal selec-tief omgaan met het toelaten van cultuuraanbie-ders tot hun vernieuwde infrastructuur, dit terwijl de middelen voor renovatie van hun infrastructuur voor een belangrijk stuk van de overheid komen en dus het algemene belang dienen.
Kan de Vlaamse overheid bij het verlenen van sub-sidies voor investeringen in culturele infrastruc-tuur aan de uitbater/eigenaar van de infrastrucinfrastruc-tuur voorwaarden opleggen inzake de toegang tot en het gebruik van deze infrastructuur, bijvoorbeeld op het vlak van verhuring en aanbod van culturele evenementen ?
Zo ja, gebeurt dit op dit ogenblik en welke zijn dan die voorwaarden ?
Zo neen, acht de minister het wenselijk om die mogelijkheid in te voeren ?
Antwoord
Bij de subsidiëring van culturele infrastructuur onderscheidt men enerzijds de subsidiëring van grote infrastructuren, die worden beoordeeld in het kader van het algemeen cultuurbeleid (musea, theaters, concertzalen, ... van Vlaams landelijk belang) en anderzijds de tussenkomst in de infrast-nictuuruitgaven van specifieke sectoren die door
de Vlaamse minister van Cultuur als prioritair worden aangeduid. Beiden worden geregeld in het reglement voor subsidiëring van culturele infra-structuur met bovenlokaal belang van 16 maart 2001.
De gebruikers van gesubsidieerde grote culturele infrastructuren hebben meestal een beheersover-eenkomst met de Vlaamse Gemeenschap wat hun werking betreft, waarin ook het gebruik van de infrastructuur wordt geregeld. Daarnaast voor-ziet het subsidiereglement een verbintenis van de betoelaagde i.v.m. de terugbetaling van de subsi-die bij vervreemding van de infrastructuur of bij bestemmingswijziging ervan, zonder het akkoord van de subsidiënt. Hetzelfde reglement voor-ziet tevens een toezichtregeling door de Vlaamse Gemeenschap op de besteding van de subsidie, de instandhouding en het onderhoud van de gesubsi-dieerde infrastructuur.
Voor de tussenkomsten in de infrastructuuruitga-ven van specifieke sectoren ligt de prioriteit thans op de "door de Vlaamse Gemeenschap erkende en/of gesubsidieerde kunstencentra, muziekclubs, muziekeducatieve organisaties en jeugdinfra-structuren met bovenlokaal belang". Gezien het erkende en/of gesubsidieerde instellingen betreft, is hun werking door de erkenning en/of subsi-diëring ervan, door de Vlaamse Gemeenschap goedgekeurd op basis van hun aanvraagdossier of beleidsplan.
Daarenboven voorziet het subsidiereglement ook hier de verbintenis van de betoelaagde i.v.m. de terugbetaling van de subsidie bij vervreemding van de infrastructuur of bij bestemmingswijziging ervan, zonder het akkoord van de subsidiënt. Er bestaan echter g een g edetailleerde of geïndi-vidualiseerde voorwaarden voor het gebruik van specifieke infrastructuren, wat betreft de toegang en gebruik door bepaalde cultuuraanbieders, bij-voorbeeld op het vlak van verhuur en programme-ring van culturele evenementen.