è
lllllt
UNIVERSITEITGENT
FACULTEIT ISNDBOUWKUNDIGE EN TOEGEPASTE BIOLOGISCHE WETENSCHAPPEN VAKGROEP BOS EN WATERBEHEER LABORATORIUM VOOR BOSBOUW
MINISTERIE VAN DE VI.AAMSE GEMEENSCHAP DEPARTEMENT LEEFMILIEU EN INFRASTRUCTUUR ADMINISTRATIE MILIEU, NATUUR, LAND EN WATERBEHEER
AFDELING BOS & GROEN
Ir.
J. NeirynckPromotor: Prof. dr. ir.
N.
LustTRENDANALYSE
EN GEINTEGREERDE
VERWERKING
VAN
DE
GEGEVENS
UIT HET VLAAMSE
DAIIKWOORD
Dit
3-jarig project istot
stand gekomen dankzij
een gezamenlijke inspanning van het Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer en deAfdeling
Bos enGroen. Ik
benir.
Peter Roskams en ir. Danny Maddelein ten zeerste erkentelijk voor het tot stand komen van dit project en het geven van feed-back tijdens de duur van het project.Voor dit
onderzoek ri/as er tevens financiële ondersteuningvanuit
deEC
(rrojectnummers EU- Project 97.60BL001.0.; EU- Project 98.60BL001.0; EU- Project 99.60BL001.0).Voor de verwerking werd beroep gedaan op data die ingezameld
of
geanalyseerd werden door verschillende wetenschappelijkeinstellingen.
Bodemkundige analyses werdenverricht
door de Bodemkundige Dienst van België en het Instituutvoor
Land- en Waterbeheer te Leuven. Analyses van de bodem- en depositiewaterstalen werden uitgevoerd door het Laboratoriumvoor
Bodemkunde,UG.
Het Instituut voor
Bosbouwen
'Wildbeheerstond
in
voor
debeoordelingen van de kroonconditie en de evaluatie van de minerale voedingstoestand van de
level
II
proefvlakken.
De
analyse van de bladstalen gebeurde aanhet
Laboratorium voor Analytische Chemie en Toegepaste Ecochemie, UG.Voor
de verwerking en de interpretatie 'waren deze data onontbeerlijk.Ik
ben bovenvermelde instituten daarvoor zeer erkentelijkvoor
hun medewerking en/of hetter
beschikking stellen van hun data.Ik
ben voorts Prof. dr.ir.
Hans Beeckman, Prof. dr.ir.
Marc Stevens enir.
Riet Van de Velde dankbaar voor het ter beschikking stellen van deLINTAB
en het verstrekken van advies rond jaarringanalyse.Tenslotte
wens
ik
ook de
medewerkersvan het Labo voor
Bosbouw
te
danken,in
het bijzonder Noël Lust, de gezusters Sabbe en Etienne De Bruyckere.Eigendom Elibliotheek lnsiituutvoor Bosbouw
en Wldbeheer
GAVETSITAAt 4 . 95OO G ERAARDSBERGEN
Tel.(054) 437127 Ondertoealct*
Naar aanleiding van de internationale luchtverontreiniging
in
Europa gedurende de zeventiger jaren, werdop
een meeting, georganiseerd door de"United
Nations Economic Commissionfor
Europe" (UN/ECE)
op
ministerieel niveau
een
conventie
betreffende "Long-Range TransboundaryAir
Pollution"
getekend.
Deze conventieis
de
basisvoor
intemationale samenwerkinginzake
de
vermindering
van
luchtverontreiniging
en
is
het
bindmiddelgeworden
tussen wetenschappersen
beleidsmakersgeworden
om
pollutieproblemen
opbredere
grensoverschrijdendebasis aan
te
pakken.
De
"Intemational
Co-operative Programmeon
Assessment andMonitoring
Air
Pollution
Effects on Forest"in
deIIN/ECE
regio werd opgericht
in
1985 als antwoord op de wijdverbreide bossterfte waargenomenin
delate zeventigerjaren en de vïoege tachtigerjaren.
In
1986wordt de
"European
Schemeon the
Protection
of
Forests against AtmosphericPolllution (EEC
RegulationNo
3528/86)uitgevaardigd.
Deze
verordeningdoelt om
debossen beschermen tegen luchtverontreiniging en, in bijzonderheid, de productiecapaciteit van het Europese bospatrimonium te handhaven.
Een nauwe samenwerking tussen beide progranuna's heeft geleid
tot
de huidige monitoring niveaus (levelI,
II
enIII)
met als doel om:Informatie te winnen over de lange
termijn
en grootschaligeontwikkeling
van debosconditie in Europa
Bijdrage
te
leverentot
het verhelderen van de impact van luchtverontreiniging enandere schadefactoren op bosecosystemen en de betrokken oorzaak-gevolg relaties
Sinds
1988wordt
in
een
aantal geselecteerdeproefvlakken
in
het .Vlaamse Gewest eenintensieve
monitoring van het
bosecosysteem uitgevoerdmet als doel
een beterinzicht
teverkrijgen
in
de
oorzaak gevolg relaties
met
betrekking
tot
vitaliteiwermindering
en
degevolgen
van luchtpollutie op het
bosecosysteem(level
II).
Daartoeworden
metingen uitgevoerd van de chemische samenstelling van de doorval- en bulkdepositie, het bodem- enhumuswater,
het
bodemprofiel,
de
kroonconditie,
assimilatie-organen bepalingenvan
degroei, de vegetatie en meteorologische omstandigheden. Momenteel
zijn
over Europa een 861permanente
proeftlakken
uitgezet waar een intensieve monitoring van bosecosystemen wordt uitgevoerd (levelII).
In
het project "trendanalyse en geintegreerde verwerkingvan
de gegevensuit
het
Vlaamse bosbodemmeetnet"wordt
de trend van deze gegevens besproken. Daarnaast worden de data van de verschillende onderzoeksdomeinen samengebrachtom
deze trendsof
ontwikkelingen te verklaren.a
In
het
eerste
hoofdstuk
wordt
de
trendanalyseen
geihtegreerdeverwerking
van
deanalyseresultaten van het neerslag- en bodemwater gedurende de periode 1992-1997 verricht.
In
het tweede hoofdstuk worden de wateranalyses verder aangewend om fundamentele wagenrond de
stikstofproblematieken
verzuring
op
te
lossen.
Daartoe werden nutriënten- enzuurbudgetten opgemaakt.
De relatie tussen l«oonconditie en biotische/abiotische factoren wordt behandeld
in
hoofdstuk 3terwijl
in hoofdstuk 6 de verbanden met de groei worden besproken.De minerale voedingstoestand
wordt
deels besprokenin
hoofdstuk 3 maarkomt
uitgebreideraan
bod
in
hoofdstuk
4.
De
problematiekvan de
kruidvegetatiewordt
toegelicht
in hoofdstuk 5.In
een afsluitend hoofdstuk
wordt
ingegaanop de
bosbouwkundigeimplicaties
van
eenmogelijk
ecosysteemherstel en het nemen van inteme maatregelen.het neerslag- en
bodemwater
1. Inleiding
2.
Methodiek
2.1. Beschrijving van de proefulakken
2.2. Bemonstering van de neerslag en het bodemwater 2.3. Verwerking 3. Resultaten 3.1. Wijnendale 3.2. Ravels 3.3. Brasschaat 3.4. Gontrode 1 3.5. Zoniën 3.6. Gontrode 2 4. Conclusies 4.1. Deposities 4.2. Bodemwater 4.3. Besluit
5.
Literatuur
1 1 1 2 5t2
21 31 39 45 48 49 55 56 1.)
3.Hoofdstuk
2.
Nutriënten-
enzuurbudgetten
Inleiding
1Methodiek
IResultaten
3.1 . Nutriëntenvoorraden van de level
II
plots
43.2. Humusbudgetten tijdens 1996 en
l99l
l
3.3.
Bodembudgetten
83.4. Stikstof- en
zwaveibudgetten
103.5. Actuele zuurproductie en zuurconsumptie te Brasschaat en
Ravels
144. Conclusies 5.
Literatuur
1. Inleiding
2.
Methodiek
3. Resultaten
3.1 . Kroonconditie
in
individuele proefrlakken3.2. Gecombineerde benadering 4. Conclusies
5.
Literatuur
18 19
Hoofdstuk
3.
De,kroonconditie
in
de levelII
plots.
Relatie met biotische en abiotischeHoofdstuk
4.
Deminerale
voedingstoestandvan
de levelII
bestanden.
Relatie met de chemische samenstellingvan
het bodemwater en denutriëntenvoorraden
l.Inleiding
2.
Methodiek
3.
Resultaten3.1. De minerale voedingstoestand versus samenstelling bodemwater 3.2. Relatie minerale voedingstoestand met beschikbare
nutriëntenvoorraden 4. Conclusies
5.
Literatuur
1 1 a Jl3
l5
t7
Hoofdstuk
5.
Evaluatie kruidachtige
vegetatie 1998-1996l..Inleiding
2.
Methodiek
3. Resultaten
3.1. Gemiddelde L,F,R en
N
3.2.
Critical
loads voor vennestingsgevoeligheid4.
Conclusies5.
ReferentiesHoofdstuk
6.
Groei
in
de levelII
plots.
Relatie met biotische en abiotische factoren.l.Inleiding
2.
Methodiek
2.1. Monstername
2.2. Bewerking van de chronologieën 2.3. Eigenvectoranalyse
2.4. Y erzarteling van meteoro lo gische ge gevens
3. Resultaten
3. 1. Meteorologisch signaal
3.2. Invloed van overige stressvariabelen
3. 3. Verband kroonconditie en j aarringbreedte
L.
Naar
eennieuw
chemischklimaat
?
12. De repercussies
van
een nieuw chemischklimaat
2.1.
Bodemchemie
2Z.2.Minerale
voedingstoestand
72.3. Kroonconditie en
groei
73.
Kartering
van
deverzuring-
en vermestinggevoelige gebiedente
Vlaanderen: critical
loadmapping
84.
Aanpak
van verzuringgevoelige bosregio'sHOOFDSTUK
1.
TRENDANALYSE
EN
GEINTEGREERDE
VERWERKING VAN
DE
ANALYSERESULTATEN
VAN HET
NEERSLAG. EN
BODENIWATER
1. Inleiding
In dit
hoofdstuk worden de analyseresultaten van de wateranalyses(vrije
veld-,
doorval- enbodemwater),
die
sinds
1992
t.e.m.
1997
in
de level
II
bestandenuitgevoerd
werden, besproken.Eerst
worden de
trends
van de
verschiilende chemische componentenin
deneerslag en het bodemwater gedurende bovenvermelde periode geëvalueerd. Daarnaast wordt geprobeerd een verklaring te bieden voor de vastgestelde tendenzen.
2.
Methodiek
2.1.
Beschrijving van
deproefulakken
De monitoring van de chemische
kwaliteit
van het bodemwater en de depositiegrljpt
plaatsin
6 van de
12level
II
proefulakken.
De proefulakken Wijnendale, Ravels en Brasschaat komen op annere bodemtypesvoor
(Tabel2.1.1.).
De bodemste
Gontrode en Zoniën kunnen naarVlaamse norÍnen
als
rijk
geklasseerdworden.
Een
gedetailleerdebeschrijving
van
dechemische samenstelling van de bodem is terug te vinden in Roskams et
al.
(1997). Tabel 2.1.1. Algemene kenmerken van de levelII
proefulakkenRavels Brasschaat
Gontrode I Zoniën Gontrode 2
14 corsikaanse
den
ZcE15
groveden
Zdg 16zomereik
u6lhby2l beuk
Abc22
es
l6Ed/hb1930
Haplic Podzol1929
Umbric Regosol1932
Dystric Podzoluvisoll9l5
Dystric Podzolusivsol1932
Dystric Cambisol2.2.
Bemonsteringvan
de neerslag en hetbodemwater
Het doorval- en
vrije
veldwater werd opgevangen in bulkcollectoren die bestaanuit
een PVC-buis (buitendiameter:125
mm) waarvan het onderste deelin
de bodem gegravenwerd.
De trechter(A
:
l4am)
werd
op een standaardhoogtevan
1m
op
de buis geplaatst envia
eenpolyethyleenbuis
met de
recipiënt (inhoud
:
2 l)
verbonden.
In
het
bestandwerden
10collectoren op systematische
wijze uitgezet.
Op hetvrije
veld werd binnen een straal van 500 m van het proefvlak 4 collectoren geplaatst.Het bodemwater van drie horizonten werd bemonsterd d.m.v. suction lysimeter
candles.Yoor
de drie horizonten waren maximaal drie sets (van
drie
lysimeters) beschikbaar. Twee dagenvoor
de
staalnamewerd
een onderdrukvan
60
cbar
gemaaktom
het
bodemwater aan debodemporiën te onttrekken.
De bemonstering van het doorval- en het bodemwater startte vanaf begin 1992
terwijl
hetvrije
veldwater
vanaf
1993 bemonsterdwerd.
De
staalnameverliep tweewekelijks
(behalvein
1992 maartdelijks).
De
analyses werden uitgevoerd aan het Laboratoriumvoor
Bodemkundevan
de
RUG
(GeologischInstituut).
Volgende elementen werden bepaald:pH,
titreerbare zuwheid, organische stof, Ca, Mg, K, Na,Al,
Fe, NOr, NH4, SO4 en Cl.Hoofdstuk l. Trendanalyse en geihtegreerde verwerking van de analyseresultaten van het neerslag- en bodemwater
De bepaling van basische kationen, ijzer en aluminium gebeurde door atoomabsorptie
terwijl
de
sterke anionenen
ammoniumdoor
ionchromatografie werdenbepaald.
Titreerbare zuurheid enhet
gehalte aan bicarbonaationen werden geanalyseërdd.m.v.
eentitratie.
pH werd bepaald met een electrode.Voor
1988 warener ook
gegevensvan
vrije veld
en doorval
beschikbaaruit
een vroeger meetcampagne (Van den Berge etal.,1992).
Voor
de
bewerkingenwerd gebruikt
gemaaktvan de
datat.e.m.
augustus1997. Voor
deberekening
van
dejaarldkse
depositievan
1997 werdenook
datavan
de overige maandengebruikt.
Voor het humuswater waren data slechts beschikbaar vanafmei
1993.2.3.
Verwerking
Voor
de
trendanalysevan het
bodemwateren het
neerslagwaterwerd
nagegaanof
deafname/toename
in
halfmaandelijkse elementendepositie en -concentratie volgens een lineair(y:a+bt),multiplicatief(y:atb),exponentieel(y=exp('*o'))ofeenreciprook(1/y:a+bt)
model
verliepen.
Dergelijke
modellen werden verkozen boven quadratischeof
polynome functies omdat de deposities en de concentraties van de meeste elementenover
de 6-jarige periode een dalende trendvertoonden.
Vermits
verwachtwordt
dat de depositiesin
1998(door
ondermeer hogere neerslaghoeveelheden)terug
gaan toenemen, kunnen trendsin
detoekomst beter door quadratische of polynome (n de orde) functies weergegeven worden.
2,3.1.
Doorval
Voor
de doorval, die het meest de totale depositiein
het bestand benadert, werd nagegaan inwelke
mate
de variabiliteit
in
meteorologische factoren tussen dejaren en de
seizoenenbijdroegen
tot
de
waargenomen
trend. Naast neerslag dragen
ook de
temperatuur (seizoensvariabiliteit!), relatieve vochtigheid (aanwezigheidwaterfilms
op bladoppervlak) enwindsnelheid (turbulentie)
tot
die variabiliteit
bij.
Daartoewerden
de
effecten
van
deneerslaghoeveelheid
(R),
gemiddelderelatieve vochtigheid
(RV), minimum en
maximum temperatuur(Tmin
en Tmax) en windsnelheid(V)
uit
de trend verwijderd en de reële afname(B:
true
slope)
van
de
residuele doorvaldepositie
berekend.
Het
verband
tussen tweewekelijkse depositiewaarden van elk element en de meteorologische variabelen werd perproefrlak
bepaaldvia
meervoudiglineaire
of
niet-lineaire regressiemodellen.
Dagelijkse meteorologische gegevens werden verkregenvan
naburigeKMl-stations (zie
Hoofdstuk 3).Na
verwijdering
van de
weersinvloedenbleef een lineaire trend (trend
van
residuele depositiewaarden van regressiemodel) over waaruit dejaarlijkse
aftrame tussen 1992 en 1997 berekend werd (1).D.
:
f(R,RV,Tmin,Tmax,V)
waarbij
x:
ion
(1)
2.3.2. Bodemwater
Voor het
bodemwaterwerd
nagegÍumin
welke
mate
de
tendenzenin
ionenconcentratie verklaard konden worden door een gewijzigde toevoer van hun respectievelijke componentenin
de
doorval.
De
relatie
tussen
de
depositiegegevensen de
ionenconcentraties werd onderzocht aande hand van
multiple
lineaire en
non-lineaire regressiemodellen(2).
De residuele concentraties van deze statistische modellen werden opnieuw Íuln een trendanalyseonderworpen. Indien ook
deze residuele concentraties aan een temporeletrend
onderhevigHoofdstuk l. Trendanalyse en geihtegreerde verwerking
3
bleven,
werd
de
tendens
toegeschreven
aan
interne
factoren
(zoals
gewijzigdenutriëntenopname, mineralisatie, microbiële immobilisatie, (de-)
nitrificatie,
...).C*:à+b.D*
'(2)
In
vele
gevallenbleek
dat de ionenconcentraties aan verdunnings- en concentratie- effecten onderhevigwaren
als
gevolg
van
fluctuatiesvan
het
bodemvochtgehalte.Dit
verband isduidelijk
af te leidenuit
figuur
2.2.1. die het verloop van de ionenconcentratiein
functie van het volume waterstaalweergeeft.
De afnamein
bodemvocht (ten gevolge van de afnamein
neerslag)
kan
een toename vande
ionenconcentratiein
het
bodemwater veroorzaken en destudie
van
de trend
beïnvloeden(trend
versterkenof
maskeren). Omgekeerdleiden
hoge bodemvochtgehaltes tot een verdunning van het ion in het bodemwater.Verloop calcium i.f.v. volume waterstaal
25,0 20,0
aca
-
tr/acht (ca) 15.0 E CL CL oo
0,0 5,0 0,0 0500
1000
1500 volume waterstaal (ml) 2000Figuur 2.2.l.Yerloop van de calciumconcentratie in functie van het waterstaalvolume (lysimeters)
In
buitenlandse studieswordt
de
correctievoor
vochtschommelingendikwijls
doorgevoerd door chloorin
de regressie-analyse te betrekken (Wesselink etal,
1995; Kirchner etal.,
1995; Marschner et al., 1998).De studie van de trend gebeurt dan onder de vorm van:
X:&+Art+A2Cl
Otue
bevindingen
toonden
aan
dat
chloor
echter
minder
geschikt
was
om
deseizoenschommelingen
in
bodemvocht op te vangen.Dit
komt door de hogere deposities vanNa
enCl in
de winterperiode die de bodemvochtgebonden daling van chloor maskeren.Dit
houdt echter niet
in
dat chloor ongeschikt is om de verschillenin
bodemvocht tussen de jarente verklaren vermits de depositie van chloor in tegenstelling tot andere elementen niet aan een
trend onderhevig was.
Vermits over de periode 1992
en
1997 geen gegevens van waterpotentiaal voorhanden waren, werd de correctie aan de hand van de gecollecteerde watervolumes doorgevoerdDe correctie van de ionenconcentraties voor bodemvochtschommelingen geschiedde door het verband tussen ionenconcentraties en het gecollecteerde waterstaalvolume van de lysimeters onder de
vorm
van
lineaire, multiplicatieveof
exponentiële verbandenuit
te
drukken.
Op basis vandit
verband werd een variabele gecreëerd die de concentratie van het desbetreffende ion in functie van het bodemvocht (waterstaalvolume) op een bepaaldtijdstip
weergeeft (3):Cv*:
f(vocht) (3)Het verband tussen ionenconcentratie en depositie werd vervolgens uitgebreid met deze term (4):
C":
a.Cuo"r,o + b.D* (4)Voor
bepaalde elementen zoals sulfaat (buffering)kon
echter zelden een verband tussen denutriëntenconcentratie
en het
monstervolume gevondenworden.
In
dit
geval
werden dedeposities direct gecorreleerd met de concentraties in het bodemwater
5
3.
Resultaten
3.1.
WIJNENDALE
3. 1. 1. Trendanaly se 1992-1997
3.1.1.1. Trendanalyse van
depositiesvrije
veld
endoorval
Tijdens de meetperiode 1992-1997 neemt de depositie van sulfaat op het
vrije
veld beduidendtoe
(Tabel
3.1.1.).
De
nitraat-,
ammoniurn-,en
calciumdeposities nemen daarentegen beduidend af.De
sulfaat-, ammonium- en nitraatdepositiesin
doorval nemen gedurende deze meetperiodeaf.
Tabel 3.1.2.
maakÍduidelijk
dat deze aftrame uitsluitend tewijten is
aanwijzigingen
in weersomstandigheden.Naast
neerslag spelenook
temperatuur,relatieve vochtigheid
enwindsnelheid een
rol.
Lage temperaturen begunstigen de depositie van sulfaten, nitraten enwaterstofionen. Omgekeerd leiden lage temperaturen
tot
geringere deposities van HCO, daardie
na protonconsumptiein
koolzuur
worden omgezeten
uit
de
neerslagverdwijnen.
Depositieve
invloed
van
hoge
temperaturenop
de
depositie
van
kalium
wijst op
eenseizoensinvloed
(leaching
van
kalium). Een
hogere
relatieve vochtigheid
versterkt
dedepositie van magnesium, sulfaten, ammonium en
chloor.
Hoge windsnelheden (turbulenties) versterken de depositie van protonen, natrium ennitraten. Uit
de meteo-gegevens van 1992 en 1997blijkt
neerslag aan een dalende trend onderhevig tezljn.
De trend van de residuele deposities is voor geen enkel element
significant.
De daling van deionendeposities in de doorval is bijgevolg volledig toe te schrijven aan weersinvloeden. Tabel 3. 1 . I . Overzicht van de jaarlijkse vrije veld- en doorvaldeposities gemeten gedurende de
meetperiode 1992-1997 (in kg 6a-l
jaarl,
behalve H en HCO3 in keq 6a-ljaar-l).
Tendens wordtweergegeven via lineair (L), multiplicatief (M), exponentieel (E) of reciprook (R) model.
1992 1993 1994 1995 1996 1997
%92-97 trend R(mm) H HCO3 SO4-S NO3-N NH+-N CI Ca Mg K Na R(mm) H HCO3 SO4-S NO3-N NH+-N CI Ca Mg K Na 591 0.003 1.59 33.0 7.7 25.3 41.9 10.8 4.1 3 5.1 26.5 918 0.055 2.07 5.8 t2.8 16.3 37.4 20.8 4.0 5.9 22.2 647 0.004 2.25 15.4 8.5 24.2 40. l t8.2 3. t 24.2 22.6 923 0.015 t.44 4.8 8.5 17.0 29.8 7.9 3.0 6.0 18.4 sl8 0.006 1.23 r5.8 9.5 22.0 38. I 7.7 3.4 23.2 21.5 925 0.028 0.34 8.8 4.7 9.9 35.0 4.8 2.6 3.1 2t.3 462 0.004 0.78 13.3 6.8 15.7 42.4 5.4 3.2 24.1 21.6 7t3 0.004 0.98 t2.6 3.8 11.0 40.2ll.l
2.9 6.6 21.8 4t9 0.002 0.86 16.6 3.6 15.2 45.3 8.3 2.6 22.8 21.4 784 0.005l.l4
10.8 4.7 7.4 26.0 7.7 r.9 6.9 16.9 439 0.001 r.37 r6.2 4.4 18.9 36.6 8.9 4.0 31.5 r 8.3 -19 -73 -23 +265 -68 -49 -4 -49 -35 -0 -20 -31 -5 -25 -34 -61 -31 -3 -64% +l +8 -t4 ns ns NS +(L)trt '(E;t't' -(E)** ns -(M)' ns NS ns -(ro* NS ns -(M)* -(L)* -(M)* ns -(M;** ns n§ nsTabel3.1.2. Bijdrage van weersfactoren tot de waargenomen variabiliteit in doorvaldepositie
gedurende 1992 en 1997. Statistische parameters van lineaire temporele trend van residuele (halfrnaande lij kse) depositiewaarden.
Elementendepositie doorval Bijdrage weersfactoren in regressiemodel Rzadj (%) trend resid uals H -0.02*Tmin + 0.13*R + 0.006*V - 0.01+R2 48 ns HCO3 14.2*R + 3.6*Tmin 59 NS Ca 160*R 48 NS Mg 0.96*RV +33*R 49 NS K 131*R + 59.3*Tmax 63 NS Na 321 *R - 20.5 Rz + 22.6ry 70 ns soa -l7.3rTmax + 12.4*RV 72 ns
Nor 124*R -10.8* R2 - 2SiTmin + 2.1*Tminz + 7.24V 79 ns
NH+ 8.1*RV + 110*R 7l NS
CI 13.2+RV + 3l4.2rR 6l NS
3. 1.1.2.
Trendanalyse bodemwater
De
lysimeters werden ingegravenin
deA-Apl(donkerbruin
of
Bh),
Ap2
(grijsbruin)
en Cg-Cg2 (lichtgeel, oxido-reductieverschijnselen: aanwezigheid van bleke en roestige vlekken) opeen diepte van resp. 10, 30 en 70 cm.
In
de bodemoplossing van deA-Ap1
horizont nemen depH,
Ca-,Mg-
en sulfaatconcentraties beduidendaf.
De afname van calciumuit
zich eveneensin
een afname van de CalAl en Ca,/K-ratio (tabel 3.1.3.).
De verhouding van Mg totAl
neemt eveneens af.In
de bodemoplossing van deAp2
horizont nemen de concentraties van SO4,Cl,
Ca,Mg,
Na en het organische stofgehaltetoe.
De concentraties van nitraat,kalium,
aluminium en totalezuurheid
zíjn
am
een daling
onderhevig
(figuur 3.1.1; tabel
3.1.1.).
De
trend
van bovenvermelde elementenuit
zich
in
een toename van de molaireCalAl
(van 0.17tot
0.37),Mg/Al
(0.17 tot 0.41), CalH en CalK ratio en een afname van deNOr/Cl
ratio.In het bodemwater van de Cg-Cg2 horizont nemen pH, natrium- en chloorconcentraties lineair toe. De pH-waarde
stijgt
van 3.87tot3.97.
Kalium-
en aluminiumconcentraties, organisbhe zuurheid, Fe eh organische stofgehalte nemen daarentegenaf.
De
concentratie vanAl
daaltvan
19tot
16 ppm(figuur
3.1.1). De verhouding van Catot
Al,
H
enK
nemen beduidend toe. De molaire CaJAl
ratio neemt toe van 0.20 tot 0.35. De verhoudingen van sulfaat en nitraat totchloor nemen beiden af.
3.1,2.
Invloed
bodemwater
yan de
doorvaldepositie
op
de
chemische samenstelling
van
hetIn
het
bodemwaterzijn
de
elementenconcentratieszowel
aan eenstijging als
een dalingonderhevig.
Een toenamein
concentratie kan veroorzaakt wordendoor
indikking
van
hetbodemwater.
Uit
regressiesblijkt
dat het gecollecteerde monstervolume van de waterstalen afkomstig van de lysimeters van horizontAp2
en Cg-Cg2 gedurende de meetperiode gestaag(lineair)
afneemt (R2.0, resp.26
en3l%o) wat een concentratie-effect kan veroorzaken.Zo
rseen toename van de concentraties van SO.,
Cl,
Ca,Mg
enNa
in
deAp2
horizont uitsluitendte
verklarendoor
afnamein
bodemvocht.
Ook
de toename vanNa
en
Cl in
de
Cg-Cg2 horizont isomwille
van dezelfde reden verklaarbaar.irt
i;{;c
\Ëirro
I
1
Verloop Ca:Al in Cg-Cg2-horizont
Verloop van Al in Cg-Cg2-horizont
Verloop van NQ in Ap2-horimnt
250
200
150
f
rooFiguur 3.1.1. Trend van de nitraatconcentratie in het bodemwater van de Ap2-horizont en de molaire CalAl ratio en Al-concentratie in de CglCg2-horizont.
Hoofdstuk 1. Trendanalyse en geihtegreerde verwerking van de analyseresultaten van het neerslag- en bodemwater
Uit
tabel 3.1.4.blijkt
dat de sulfaatdepositie niet alleen een grote fractie van devariabiliteit
in sulfaatconcentratiesverklaart.
Ook
in
de regressiemodellenvan
pH
(A-Apl,
Ap2
en
Cg-Cg2),Mg
(Ap2
en Cg-Cg2),K
(Ap2 en Cg-Cg2),Al
(A2
en Cg-Cg2), zuurheid en Fe (Ap2), komt sulfaatdepo sitie als onafhankel ij ke vari abele voor.De nitraatconcentratie
in
het bodemwater van de Ap2 kan volgens de regressie-analyse vooral verklaard worden door de NHr-depositie en minder door de depositie van nitraten.Tabel
3.1.3.
Elementenconcentraties en -ratio's in het bodemwater van drie horizonten+
evaluatievan de trends gedurende 1992-1997. Tendens wordt weergegeven
voor
lineaire modellen tenzijanders vermeld voor multiplicatief (M), exponentieel (E) of een reciprook (R) model.
3.1.3.
Interne
reactiesbodemwater
In
een aantalgevallen
kan
de
vastgesteldtrend
niet door
eengewijzigde
toevoerin
het doorvalwaterof
de bodemvochtafirame verklaardworden.
Dit blijkt
wanneer de residuele concentratiesaall
een
trendanalyse onderworpenworden.
Dit
geldt voor de
afname van organischestof
enkalium
in
de Cg-Cg2-horizont (P<
0.01), de afirame van depH in
deA-Apl.horizont
(Pí
0.01) en de toename vanCl
en Na en de afrrame vanK
in
de Ap2-horizont (P < 0.01).Hoofdstuk l. Trendanalyse en gemtegreerde verwerking van de analyseresultaten van het neerslag- en bodemwater
A-Apl Ap2 Ce-Ce2
element eenheid Pred.92 Pred. 97 o/o 92-97 Pred. 92 Pred. 97 %92-97 Pred. 92 Pred. 97 %92-9'7
rH 7.63 3. l8 -rg **r,(M) 3.81 3.90 +2 3.87 3.97 +3* So+ mg
fl
55.8 12.7 -77 +4 44.2 76.6 +73 *)r* 63.5 55.3 -13 CI mg l-l 13.5 20.8 +54 18.4 48.8 +165*t*
28.6 40.3 +41 *r NO: mgrI
108.6 36.7 -66 114.5 '70.9 _38 *** 87.9 83.2 -5 NH+ mgrl
6.45 6.45 +0 0.04 0.05 +0 0.04 0.08 +0 Ca mgrl
37.6 7.19 -81 * (M) 5.46 8.r5 +49 ** 6.76 9.09 +34 Mg mgfl
58.90 1.37 _99 r**(M) 3.23 5.5 5 +72 *** 4.66 4.28 -8 K mg l-I 6.49 9.82 +51 3.00 0.80 _73++*(M) 3.42 1.35 -U1r**(M) Na mg l-l 6.10 12.89+lll
I 1.5 23.2 +102 r** 15.13 20.25 +34 * Altnt mg l-l 2.17 2.54 +17 21.6 16.2 -20 r(R) 18.8 16.5 la * Zuurheid meq l-l 0.20 2.02 +910 2.88 1.66 _02 ***(R) 2.59 2.04 -21 * Fe mg l-l 1.58 0.45 72 0. l9 0.27 +42 0.12 0.05 _58 *+* Org.stof mg 02 l-t 85.1 48.8 -43 tt.2 18.6 +66 * 8.74 7.05 -19 + (R) CalAl mol mol-l 26.1 1.29 _r5 ***(M) 0.17 0.37 +110 ** 0.21 0.30 +43 * (R)CalÉl mol mol-l 2.13 2.t3 +0 0.66 2.54 +381 *** 1.27 2.09 +65 *
Mg/Al mol mol-l 65.8 0.40 _r, **+1M) 0.17 0.41 *ro1+++(E 0.30 0.31 +l
CalK m$ mg-l 7.91 0.84 -95 {,(M) 0. l7 0.37 +118 *** 3.07 7.07 *r r6* * +(E
SO4/Cl mg mg-l Ll9 l.l9 +0 2.0r 1.80 -10 2.06 1.56 -24 **
9
3.1.4.
Humuswater
In het humuswater worden, in tegenstelling, tot het bodemwater geen trends vastgesteld (tabel 3.1.s.).
Tabel 3.1.5 Gemiddelde concentraties en trends in het humuspercolatiewater tussen 1994 en 1997
element Eenheid Gemiddelde trend
pH 5.9 ns Ca mg l-l 3.0 NS Mg mg l-l 0.73 NS K mg l-t 7.2 NS Na mg l-l 6.8 ns AI mg l-l 0.08 ns so+ mg l-l 10.5 ns Organische stof mg 02 l-r 21.5 NS
dep var regression form A b c d e
f
G h I J R2"ai pH A-Apl aCv + bSO4D 0.6891(***) 0.0020(* *) 96 pH Ap2 -6.878-23(***)
5.76 E-27 (** *) 100aSO4D + bSO4D'z + cSO4Dr + dSO4D4
+ eSO4Ds+ fSO4D6 + gSO4D7 +
HSO4D8 + iSO4De 0.0587s (*,* *) -0.00033
(***)
9.60 E-7(***)
-1.58E-7(***)
t.568-12(***)
-9.49E-16 (* r, *) 3.458-t9(***)
pH Cg-cg2aSO4D + bSO4D'? + cSO4D3 + dSO4D4
+ So4D5+ fSo4D6 + gSO4D? +
hSO4DB + iSO4De+ jSO4Dro
0.0672
(***)
-0.00046(***)
l.6l
E-6(***)
-3.36 E-9(***)
4.40 E-t2(***)
-3.68E-15(***)
1.97 E-18 (* *) -6.538-22 (* *) t.2t E-25 (*) -9.6E-30 (*) 100 76 so4 A-Apl aS04D 0.0289(***)
s04 Cg-C92aso4D + bso4D2 + cso4D3 + dSo4D4 + eSO4Ds+ fSO4D6+g SO4D?
0.663179
(***)
-0.0028(***)
s.54 E-6(***)
-5.69 E-9 (*+*) 3.14 E-12(***)
-8.79E- r 6(***)
9.74 E-20(***)
94 93 CI A-AplaClD + bClD'z+ cClDr + dClDa 0.041I
(***)
-0.00003 (* *) 7.59 E-9 (* *) -6.18E- 13 (*) CI Cg-C92 aCv + bClD 0.9772(***)
0.0018 (* *) 93 -2E-17(***)
92 NO3 Ap2 aNH4D + bNH4D'z+ cNH4Dr + dNH4D4+ eNH4D5 + fNH4D6 0.6679(***)
-0.00 16 I(***)
1.69 E-6(***)
-8.3E- l0(***)
1.9 E-13(***)
Ca A-Apl 0.0146 (*:* *) 69 aS04D Ca Ap2 aCv+bCaD+cCaDz 0.916 (i, * *) 0.0026 (**) -58-7 (*) 90 94 Ca cg-g2 aCv+bCaD+cCaD2 0.784(***)
4.6 E-3(***)
-E-8 (* * 'r') Mg A-Apl 45 aMgD 0.0239 (* *) Mg Ap2 aCv+bSO4D+cSO4D'? 0.663258(***)
0.002516(***)
-7.61 E-7 (* *) 93 Mg cs's2 aCv + bSO4D 0.8754(***)
0.0009 (* *) 89 P ,*,f * :t** ,|*****
***
t*****
***
Hoofdstuk l. Trendanalyse en geihtegreerde verwerking
K A-Apl aKD+bI(D2+cKD3 0.0.25591
(***)
-0.0000 r 9(***)
3.59 E-9(***)
92 K Ap2 aCv + bSO4D 0.703(* * *) 0.0004(* *) 74***
K cs-s2aSo4D + bSo4D2 + cSo4D3 + dSO4D4
+ eSO4D5+ fSO4Dó 0.0161 (* * 1') -0.000054
(***)
8.15 E-8(***)
-5.91E-l I (**) 2.01F-14 (* *) -2.57F-18 (* *) 88 * *:t Na cs-g2 aCv + bNaD 0.931(***)
0.00128 (*) 95 **f AI Ap2 aCv + bSO4D 0.8378 (* r, *) 0.005(***)
92 AI cg-g2 aCv+bSO4D+HD 0.8823(***)
0.0025 (* *) 3.49 (* *) 95 zuur A-Apl aNO3D + bNO3D2 0.0083(***)
-t4E-6 (* *) 85 zuur Ap2 aCv + bSO4D 0.9265(***)
0.00035 (*) 93 Fe A-Apl aNH4D + bNH4D2 0.0018(***)
-8E-7 (** *) 79 Fe Ap2aSO4D + bSO4D'? + cSO4Dr+d SO4D4 0.0012
(***)
-28-6(***)
E-9(***)
E -13(***)
70 org A-Apl aN03D 0.198(***)
86Hoofdstuk l. Trendanalyse en geintegreerde verwerking
3.2.
RAVELS
3.2.1.
Trendanalyse
1992-19973.2.1.1. Trendanalyse van
depositiesvrije
veld
endoorval
Uit
tabel 3.2.1btijkt
dat de sulfaat- en kaliumdepositiein
hetvrije
veldwatertoeneemt.
De nitraat- en ammoniumdeposities nemen af.De
doorvaldepositiesvan
SO*,NO3,
NH4, Ca,
Mg
en
Na
zljn
aaneen
dalende trendonderhevig.
De weersomstandigheden verklaren 50tot
80% van de totalevariabiliteit
(Tabel3.2.2).
Naast neerslaghoeveelheid dragen ook windsnelheid(H),
temperatuur (HCO3,K,
Na,NO,
en
Cl)
en relatieve vochtigheid (NHo)bij
tot
devariabiliteit
in
doorvaldepositie.
De hoeveelheid neerslag neemt significant af (P <0.001).
De relatieve vochtigheid neemt tussen1992 en1997 toe van 78 naar 84Yo
(P:0.01).
Zelfs
wanneerde
weersfactorenweggefilterd worden,
blijft
een dalendetrend
voor
dezeelementen bestaan behalve voor
natrium.
De depositieafname van deze elementen wordt dusmede veroorzaakt
door
andere factoren zoals een reductievan
SO, (droge depositie)of
eenafname in natte/droge depositie van basische kationen.
De afname van
SO.-S, NO3-N,
NH4-N, Ca,Mg
wordt op basis van de true slope geraamd op4.73,
0.64,
4.29, 2.26
et
0.71
kg
ha''
jaart.
Vooral voor
ammonium
en
sulfaat
is
degeregistreerde afname drastisch. De equivalente afname
in
ammoniumdepositie bedraagt 307 eq har jaar-r enwordt volledig
gebalanceerd door de aftrame van sulfaten (296 eqha'
jaar-').Deze
geregistreerde reductiesvoor
dit
proefulak betreffen
meteo-gecorrigeerde depositiesvoor
de periode92-97.
Om
langeretermijn
reductieste
berekenenzijn
verdere metingen vereist.3.2.1.2.
Trendanalyse bodemwater
De lysimeters werden ingegraven
in
horizontenAh/ElBh, Bh
enCgl
(respectievelijke dieptes van 10, 30(35) en 75 cm).Het verzamelde monstervolume van de waterstaal neemt
in
de Bh-horizontlineair
af (R2 ,0,:
18%). In de humushoudende horizortt wordt een toename vastgesteld (R2.dj
:26%).
De pH neemt af in de
Ah/E/Bh mÍur
neemt toe in de Bh enCgl-horizont
(Tabel3.2.3)(figuur
3.2.1).
Sulfaatconcentraties nemenaf
zowel
in
deAh/E/Bh
alsin Bh-horizont. In
Cgl-horizont wordt echter geen afname vastgesteld (figuur 3.2.1.).
De nitraatconcentraties nemen lineair toe
in
het bodemwater van de humushoudende horizontterwijl
die in de onderliggende horizonten gehalveerd worden(figuur
3.2.1.). De concentraties van Ca nemen afin
het bodemwater van allehorizonten.
De beschikbaarheid vanMg
neemt enkelaf
in
deBh
horizont.
Kaliumconcentraties nemen afin
het bodemwater van deBh
enCgi-horizont.
De titreerbare zuurheid en Fe nemen toein
deAh/E/Bh
horizont maar nemenaf
in
de Bh-horizont. De
aluminiumconcentratieszijn
in
deze laatstehorizont
aan eentoename
onderhevig.
Organischestof
daaltin
het bodemwater van deAh/E/Bh
en deCgl-horizont.
Natrium en chloor nemen enkel toe in deCgl-horizont.
De molaire
CalAl
ratio
neemtaf
in
Ah/EiBh-
enBh-horizont. In
de Bh-horizont neemt demolaire Ca/Al ratio lineair af van 1.4 naar 0.7 (f,rguur
3.2.1.).
DeCalH-
CalK'en
SOo/Cl-ratio nemen af in het bodemwater van deAh/E/Bh-horizont.
De CalK enMg/Al
ratio nemen enkel toe in deBh-horizont.
De NO3/C1 ratio in deCgl-horizont
neemt beduidend af.l3 Tabel3.2.l. Overzicht van de jaarlijkse vrije veld- en doorvaldeposities gemeten gedurende de
meetperiode 1992-1997 (in kg 62-l
jaapl,
behalve H en HCO3 in keq6a-1j61-1).
Tendens wordtweergegeven via lineair (L), multiplicatief (M), exponentieel(E) of reciprook (R) model.
1992 1993 1994 1995 1996 1997
o/o92-9'1 trend vrije veld R(mm) H HCO3 SO4-S NO3-N NH4-N CI Ca Mg K Na 1004 0.012 2.43 6.4 13.4 23.5 21.8 20.7 2.4 3.7 r4.6 978 0.036 1.08 6.7 t2.t t7.3 2t.1 7.0 2.3 2.4 14.0 862 0.028 0.09 8.7 7.7 10.3 r9.6 3.9 r.6 3.0 13. I 697 0.012 0.035 12.2 5.5 9.1 19.5 9.1 1.5 2.2 I 1.5 650 0.014 1.05 10.4 4.6 9.9 t7.7 9.7 1.6 4.0 10.4 -3t -5 -45 +247 -44 -51 -10 -15 aa +69 -25 ns ns ns +(L)* * * -(L;+ + * -(M)* NS NS ns +(L)* ns Doorval R(mm) H HCO3 S04-S NO3-N NH4-N CI Ca Mg K Na 729 0.016 0.85 s9.9 15.0 53.7 44.1 15.9 5.2 t9.2 3l.5 829 0.020 1.40 43.2 21.0 57.0 52.5 t9.2 4.6 18.8 29.6 668 0.020 1.08 36.6 13.4 45. I 35. I 8.7 3.5 r9.0 21.8 581 0.01 5 0.66 27.3 8.7 29.0 34.5 4.9 2.5 r 5.0 19.5 473 0.005 0.67 23.7 6.9 26.4 26.0 7.8 1.8 14.6 14.5 439 0.003l.ll
21.6 7.7 29.4 34.5 6.6 t.'l 17.4 13.8 -(M)* ns ns -(L)** -(L1* + * -(M)* ns -(M1++* -(L;* * + NS -(M)* -46 -18 -69 -66 -58 -39 -73 -75 -19 -62Tabel3.2.2. Bijdrage van weersfactoren tot de waargenomen variabiliteit in doorvaldepositie
gedurende 1992 en 1997. Statistische parameters van lineaire temporele trend van residuele
(halfrnaandelijkse) depositiewaarden. Elementendepositie doorval Bijdra ge weersfactoren in regressiemodel Rzadj (%) trend residuals true slope (p) H 0.072 +
v
52 NS HCO3 13.5 * R+0.85 * Tmax 53 NS Ca 292*p _ 31*pz 55 -(L)** -3.92 Mg 95'r'R -lotiRz 68 -(L;*** -1.24 K 315*R+ l5*Tmax _26*Rz 72 NS Na 545*R + 32*Tmin _35* (R*Tmin) 74 NSsor
4445*R_ ll05*Rz+97*Rr 73 -(L)** -24.62 NO: I I l2+R + lg+Tmax 68 -(L1* + * -4.89 NH+ 786*R + 6.7+RV - 65i Rl 80 -(L;* * * -9.58 CI 965*R + 64* Tmin -68*(R*Tmin) 69 nsHoofdstuk l. Trendanalyse en geihtegreerde verwerking
Tabel3.2.3.
Elementenconcentraties en -ratio's in het bodemwater van drie horizonten*
evaluatievan de trends. Tendens wordt weergegeven via lineair model tenzij anders vermeld een multiplicatief (M), exponentieel (E) of een reciprook (R)
model.
\3.2.2.
Invloed
van de
doorvaldeposities
op
wijzigingen
in
samenstelling
van
hetbodemwater
Hoge ammoniumdeposities leiden
tot
lagere pH-waardenterwijl
hoge bicarbonaatdeposities het bodemwater ontzuurt in de Bh enCgl-horizont
(tabel 3.2.4).Het verloop van de sulfaatconcentraties wordt
in
de Bh-horizont door een quadratische functieweergegeven.
Bij
hogere sulfaatdepositiesvlakt
het verloop
af
(sulfaatadsorptie?).In
deCgl-horizont
wordtdit
verband door een polynoom van3'orde
geïdealiseerd (figuur 3.2.2.). Nitraatconcentraties waren gecorreleerd met deposities van NHo(Bh)
en NO3(Ah/E/Bh
enCgl)
(figuur
3.2.2).Concentraties
van
aluminium
wa.ren gecorreleerdmet
depositiesvan
sulfaat
(Ah/ElBh
enCgl)
en ammonium(Bh).
Dit
geldt ook voor de titreerbare zuurheid alhoewel ook depositie van bicarbonaationen als predictor weerhouden wordt.Het
verloop
van
calcium
kan
grotendeels
door
de
calciumtoevoer
in
doorvalwater weergegevenworden.
Dit
geldtook voor kalium
en magnesium alhoewel de concentraties soms beter met deposities van sulfaat gecorreleerd waren.Het
organische stofgehaltein
het
bodemwateris
gecorreleerdmet
de
ammoniumdepositie(Ah/E/Bh)
en sulfaatdepositie (Bh enCgl)
(tabel 3.2.4.).Hoofdstuk l. Trendanalyse en geurtegreerde verwerking van de analyseresultaten van het neerslag- en bodemwater
Element eenheid Ah/E/Bh Bh cgl
Pred.92 Pred.97 '/r 92-97 Pred.92 Pred.97
,
92-97 Pred.92 Pred.97'
92-97pH 3.96 3.28 _,7 +* (R) 3.45 3.86 +12
**i
3.73 4.14+ll
* so+ mg l-l 61.s 24.4 _69* * * (M) 45.9 18.8 -59 * (lvÍ) 3 8.5 46.6 +21 CI mgrl
23.9 t3.7 -43 16.0 16.6 +4 10.64 24.69 +132 +** Nos mg l-l 18.3 57.1 +212 * (R) 49.0 27.3 -44 (M) 69.8 33. l _r2 *** (E) NHc mg l-l 0.3 6.1 +1900 * 0.3 0. +0 0.0 0.0 +0 Ca mg t-l 19. I 6.01 _68 *** 15.6 9.9 -37i
(M) 10. I 4.3 -43 * Mg mg l-l 1.65 1.35 -18 l.6l l.l9 -26 * (M) 1.59 1.25 -21 K mg l-l 3.24 3.44 +6 4.09 0.41 _rg **r,(M) 1.06 0.63 _41 +(E) Na mg l-l 8.29 6.8 r -t8 6.56 8.59 +3 I 7.90 13.24 +68+ Altot mgl.l
t.7 3.4 +100 4.8 10.5 +225 * 14.1 16.8 +14 Zuurheid meq l- I 0.75 1.31 +75 * 1.44 1.06 -26 * 2.21 I .61 -27 Fe mg l-l 0.01 L28 +1300 *** 0.34 0.27 -21 *(R) 0.32 0.10 -69 * Org.stof mg 02 l-l 60.2 37.7 _37 +** 55.7 48.0 -14 60. I 37.7 _37 +**CalAl mol mol-l 5.17 1.22 -76 *+ 1.42 0.73 _49 ** 0.26 0.20 -33
CatH mol mol-I 5.04 0.48 _99 *,r*(R) 0.81 2.29 +183 t.7l 1.72 +0
Mg/Al mol mol-l 0.99 0.53 -46 0.36 0.17 _r9***(M) 0. 15 0.09 -40
Ca/K m§ mg-l 6.4'7 1.49 _r, **(R) 4.36 23.26 *033**r,(M 5.82 9.00 +55
SO4/Cl m§ mg-l 2.49 0.34 _rU **(E) 1.59 1.60 +0 3.56 2.12 -40
r5 cg1 Bh 4,4 4,2 4 3,8 J,b 3,4 3,2 2 3,5 3 2,5 2 í,5 1 0,5 0 2 J 4,4 4,2 4 3,8 3,6 3,4 3,2 3 3,5 I CL
?
2,5 IÉ2
oE
1,5 0,5 0 2,4 2+
1,6 ttË,,,
3
o,a o 0,4 0 3^
2,5 -z6Ë
,,u o olz
0,5 0 't,6^
1,2 + EI
0,8 È=
o
0,4 1,6 1,2 0,8 0,4 0 3 2,5 2 1,5 1 0,5 0 1,6 1,2 0,8 0,4 0 Uï'
?'
ï'
?'
E'
?'
ï'
?'
ï'
?'
E' ?'
ÈsÈ8ÈEÈHÈ3§§
L. B. L. !r 9! L.9. r. r. r. r. r. ÈÉÈÉDrÉDrÉÈÉÀrÉËb.)órrXàöurào\5.{
month monthaa
a'ï"'-a a-a a
t.
oa
. l).... _..'... a? oo
<)at.f
a a --t--ata9 t
-aa
ol
.f.o
tll
--.--1,---t.._l t
tt.f
a,
.J,I,.
a. a a ,aO..
tI
"'ï
Hoofdstuk l. Trendanalyse en geurtegreerde verwerking van de analyseresultaten van het neerslag- en bodemwater
Bh cg1 1,4 1,2 1 0,8 0,6 0,4 0,2 0 1,4 1,2 I l
ó
0,8 oE
0,6I
o,+ 0,2 0 0,4^
0,3 J Ei o O.2 E;
E
0,r 0,4 0,35 0,3 0,25 0,2 0,15 0,1 0,05 0 0 0,2 + E o E 0,1-
o,os 1,5 5 0, 0 0,2 0,15 0,'r 0,05 0 1,5 0,5 -0,5 -1,5 -2,5 -3,5 2 1,6 1,2 0,8 0,4 0 + cr o E oz
+ o E C) o U' 0,5 -0,5 ,5 -2,5 -3,5 2 1,6 1,2 0,8 0,4 0ï'
?'
ï'
?'
E'
?'
ï'
?'
ï'
?'
ï'
?'
˧ËEËrÉE˧ËE
monthFiguur 3.2.1. Trend van pH,
Al,
SO4, NO3, SO4, Cl, basische kationen en ANC (acid neutralising capacity) in het bodemwater (Bh- en Cgl) te Ravels.Hoofdstuk L Trendanalyse en geihtegreerde verwerking van de analyseresultaten van het neerslag- en bodemwater
Ca = 0.036 CaD -0.00002'CaO ^ 2 rL -lÍr.
z-17 27 É'1È À't 6 o12 21 Verband ce!ciumCëposilie en Ca in Bh 400 500 800 dspositie Ca (g ha-1) i Ca (ppm) - e.tlmat. CàVerband depositie NH4-N en NOs in Bh
1 000 4000
d€positi€ NH4-N (g h8-1)
i No3 (PPm)
-
edlmate No3
Verband sulÍaatdepositie en SO4 in Cg1
d€positie SOzl-S (g ha-1) (Thourndsl r SO4 (PPm) - .tllmet. SO4 20 00 E È ó z E o o I 20 10
Figuur 3.2.2.Yerband tussen calciumconcentratie en calciumdepositie (boven), nitraatconcentratie en
ammoniumdepositie (midden) en sulfaatconcentratie en sulfaatdepositie (onder).
Hoofdstuk l. Trendanalyse en geihtegreerde verwerking
van de analyseresultaten van het neerslag- en bodemwater
no3 = 0.031 9'NH4O - 4.9E-6 ' NH4O2
3.2.3
Interne
reactiesbodemwater
Uit
een trendanalyse van de residuele concentraties van de vermelde regressiemodellenblijkt
dat de
onaftrankelijke variabelen geenverklaring
kunnen biedenvoor
de
toenamevan
deconcentraties van NO3, NH4,
Mg
(P<
0.05), de titreerbare zuurheid (P<
0.01) en de afname van depH
in
deAh/E/Bh-horizont
(P<
0.01).
De trend van de residuele concentratiesblijft
significant.
Voor
de Bh-horizontis dit
het geval voor dealuminium-
en kaliumconcentraties(P
< 0.05).
Hun
respectievelijke toenameen
afnameis
eerder aan interne factorentoe
teschrijven.
3.2.4.
Humuswater
In het humuswater wordt een toename vastgesteld voor kalium en natrium (tabel 3.2.5.).
Tabel 3.2.5. Gemiddelde elementenconcentraties en trends in het humuswater tussen 94 en97
element eenheid gemiddetde trend
pH 4.9 ns Ca mg l-l 3.6 ns Mg mg
fl
0.64 ns K mg l-l 4.5 +(L)+** Na mg l-l 4.6 +(L)* AI mg l-l 0. 14 ns so+ mgfl
14.2 NS Org. Stof mg 02 l-l 29.1 nsHoofdstuk l. Trendanalyse en gerntegreerde verwerking van de analyseresultaten van het neerslag- en bodemwater
t7
Tabel 3.2.4. Regressievergelijken van elementenconcentraties in bodemwater in functie van doorvaldeposities
dep. var regression form a b c d e
f
bo h R2uai PpH Bh acv+bHCO3D+cNH4D 1.0159
(***)
0.0015(***)
-6.8E-5 (* *) 100 pHcsI
aNH4D + bNH4D2 + cNH4D3 + dNH4D4+ eNH4D5 + fNH4D6 + gNH4D? + hNH4D8 0.03s943(***)
-0.000097 (* i, *) 1.23 E-7(***)
-8.54 E-l I(***)
-3.42 E-14(***)
-7.88 E- l 8 (* * {') 9.71E-22(***)
-4.94F-26(***)
100 so4 Àh/E/Bh aS04D 0.0032(***)
55 s04 Bh aSO4D + bSO4D2 0.0070(***)
-3.7 E-7(***)
75***
s04csl
aSO4D+bSO4D2+cSO4Dr 0.02114(***)
-3 E-6(***)
1.3 E-10(***)
90***
CIcsl
aCv + bClD'z+ cClDr + dClD4 0.067 | (**{,) -s.8E-5 (* *) 1.68E-8 (* *)-18-t2
(**) 80 NO3 Ah/ilBh aNO3D + BNO3D2 -0. 168(***)
-0.0001I (*) 19 NO3 Bh aNH4D + b NH4D'z 0.03187(***)
-4.86F-6 (* *) 71 NO3csl
aCv + bNO3D 0.6547(***)
0.00651 (* *) 81 ++* Ca Ah/E/BhaCv + bCaD 0.701I
(**) 0.00477 (*) 85 Ca Bh aCaD + bCaD' 0.0320
(***)
-28-5(***)
90 Mg Ah/E/Bh aCv + bSO4D t.27 54 (r. * *) 9.2F-5 9.3 (*) 83 Mg BhaSO4D + bSO4D'z + cSO4Dj + dSO4D4 0.0008(* * *) -2E-1* *
*;
l.4E- u (**) -4 E-16(*) 95aMgD + bMgD'z+ cMgDr + dMgDa 0.0008(* * *) - lE-41***; 2E-71* * +; -2E- 101* * *; 94
Mg
csl
aCv + bSO4D 0.'t918(***)
3.4 E-5 3.5 (*) 95Hoofdstuk l. Trendanalyse en geintegreerde verwerking
Ah/E/Bh
(***)
(*x*) KBh
aSO4D+bSO4D2+cSO4D3 0.0003(* **) -4.7E-81**') 1.8 E-12(*) 15 'i**
aKD+bKD2+cKD3 0.0028(* * *) -3E-61* * *1 7.9E- t O1*
*;
72K Cgl aCv + bSO4D 0.6469
(***)
4.3E-s(***)
86***
Kcgl
aCv + bKD 0.6129(***)
2.78-4 (* *) 87 AI Ah aSO4D+bSO4D2+cSO4Dr 0.0023 (** *) -5.28-7 (* *) 3.3E-l l (* *) 83***
AI Bh aNH4D+bNH4D2+cNH4D3 0.0084(***)
-3E-6 (*r<*) 3 E-10(***)
95 AIcgl
aSO4D + bSO4D'z + cSO4Dr+ dSO4D4 0.0t23
(***)
-3E-6 (* *) 2.8 E-10 2.9 (*) -9 E-15 (*) 92 Zuur Ah/EJBhaSO4D + bSO4D2 + cSO4Dr + dSO4D4 0.0016
(***)
-68-1(***)
9E-il
(1' * *) -4 E- l5 (*) 89 Zuur Bh aCv+bHCO3D+cNH4D 0.8726 (* * :r) -0.003(***)
l.3E-4 (* *) 96 *,t * Zuurcsl
aCv + bSO4D 0.7712(***)
7.88-s(***)
93 Fe Ah/E/Bh aCv + bHD t.3409(***)
-0.9734 (*) 8l***
Fe Bh aCv + bHCO3D 1.0867(***)
-3.38-4 (*) 96***
Fecgl
aCv + bHD2 0.7916(***)
0.0312(***)
9l org Ah/E/Bh aNH4D+bNH4D'z+cNH4Dr+dNH4D4 0.r 159(***)
-9E-5 (**f) 3E-8(***)
-2.4812 (**) 96 org Bh aSO4D+bSO4D2+cSO4Dl 0.0253(***)
-3.s68-6(***)
1.5 E-10(***
92 orgcsl
aSO4D+bSO4D'?+cSO4D3 0.0227(***)
-3E-6(***)
E-10 (*) 94***
Hoofdstuk l. Trendanalyse en geintegreerde verwerking
2l
3.3.
BRASSCHAAT
3.3.
1.
Trendanalyse
1992-19973.3.1.1.
Trendanalysesvan
depositiesvrije
veld endoorval
Op het
vrije
veld neemt de depositie van SOo tijdens de meetperiode 1993-1997 toe wat duidt op een toename van sulfaatin
de natte depositie.De
depositie van Ca neemtmultiplicatief af
(tabel 3.3.1.).
De
doorvaldepositievan
protonen, sulfaten, nitraten,ammonium, calcium
en
magnesium nemen gedurende de 6-jarige monitoring-periode beduidend af.Tabel
3.3.1.
Overzicht van de jaarlijksevrije
veld- en doorvaldeposities gemeten gedurende demeetperiode lgg2-lgg7 (in kg
[6-l
jaar-1, behalve H en HCO3 in keq 63-l j3a1-1).Tendens wordt weergegeven
via
lineair(L),
multiplicatief(M),
exponentieel(E)
of
reciprook (R)model. 1992 l 993 1994 I 995 1996 199'7 o/o 92-9'7 trend vrije veld R(mm) H HCO3 S04-S NO3-N NH4-N CI Ca Mg K Na R(nun) H HCO3 S04-S NO3-N NH+-N CI Ca Mg K Na ns ns NS +(L)+ + + ns ns ns -(M)** NS ns NS -(M)* -(L)* ns -(M)** -(L)* -(L)* ns -(L)* -(L)* ns ns
Uit
tabel
3.3.2blijkt
dat naast neerslaghoeveelheidook
demaximum
temperatuur(voor
H, HCO3, Ca,Mg,
K
enNOr)
en de relatieve vochtigheid (voor NHo) de grootte van de depositiebeïnvloeden.
Lage temperaturen leidentot
hogere proton- en nitraatdeposities wat te makenheeft met
een hogere atmosferische aanwezigheidvan zure
gassenSO,
enNO.
tijdens
dewinterperiode
(Overloop,
1999).
Omgekeerdwerkt
een hogedry
depositionflux
vanH
eenafname van HCO3
in
de hand doordat bicarbonaten na protonconsumptiein
koolzuur worden omgezet enuit
de neerslag verdwijnen.Hoofdstuk 1. Trendanalyse en geihtegreerde verwerking
van de analyseresultaten van het neerslag- en bodemwater
Tijdens
de
meetperiodeneemt
de
neerslag beduidendaf terwijl
de
relatieve
vochtigheid significant toeneemt van 75 naar 84Yo(P:0.02).
Uit
de
analysevan de
residuele depositiesblijkt
dat
er
enkel
voor
protonen, bicarbonaat, calcium en nitraten van een reëleaf-
of
toename tijdens de meetperiode gewag kan wordengemaakt.
Dejaarlijkse
afname van protonen, calcium en nitraten kanop
basis van de true slope geschat worden op resp.35,
80 en 105 eq har jaar-'(aarlijkse
afname voor Ca enNO,-N
uitgedrukt
in
kg
bedroegresp.
1.6en
1.5
kg).De
jaarlijkse
toenamevan
bicarbonaat bedraagt 70 eqha'jaar-t.
Tabel
3.3.2
Bijdragevan
weersfactorentot
de
waargenomenvariabiliteit
in
doorvaldepositiegedurende 1992
en 1997.
Statistische parametersvan
lineaire temporele trendvan
residuele (halfmaande lij kse) depositiewaarden.3.3.1.2.
Bodemwater
In
het
bodemwatervan zowel NEICg- als
Cg-horizontwordt
een afnamein
Ca,
Mg
enorganische stof vastgesteld (tabel
3.3.3).
Dezewijziging
resulteert ondermeerin
een afname van de molaireCalAl-,
CalH- enMg/Al-ratio in
het bodemwater. De molaire verhouding van calciumtot aluminium
zakt tijdens de 6-jarige monitoring-periode van resp. 1.1tot
0.5in
deA/E/Cg-horizont en van 0.6 tot 0.3 in de Cg-horizont
(figuur
3.3.1).In
het bodemwatervan
deA/E/Cg-horizont wordt
naast een toenamevan
natriumook
eenafname in pH, de concentraties van chloor, nitraat en de CalK-verhouding vastgesteld. De pH bedraagt
in
het begin van de meetcampagne ongeveer 4.2 maar neemt snel af omuiteindelijk
rond
een constante pH-waardevan
3.6te fluctueren.
Deze pH-waarden wordenook
in
dediepste horizont aangetroffen.
Concentraties van sulfaat en kalium nemen zowel in de bodemoplossingen van
Ap-
als de Cg-horizont af. Aluminiumconcentraties (enkel Cg) en titreerbare zuurheid (waarvan aluminium het leeuwedeel uitmaakt) volgen een omgekeerde tendens(figuur
3.3.3.).Hoofdstuk 1. Trendanalyse en geihtegreerde verwerking van de analyseresultaten van het neerslag- en bodemwater
Elemen ten depositie
doorval bijdrage weersfactoren in regressiemodel Rzadj (%) trend resid uals true slope (p) H 3.74*R - 0.19 Tmar 0.50 -(L)* -0.061 HCOs 0.18'Tmax 0.37 +(L)* +0. I 39 Ca 186*R + 18.4*Tmax 0.70 -(L1* * -2.766
ivlg 1 15*R + 6.8iTmax - 4.4r(R*Tma.x) 0.80 NS
K 302+R - 26.2*Rz + 24.7*Tmax 0.77 NS
Na 629*R - 42.5"R2 0.70 ns
soa 4027*R_970*Rl+55*Rr 0.77 NS
NO: I I 56*R -1 2 1 *Rz - 1 30*Tmar+ l0+Tmaxl 0.78 -(L1++ -11.275
NHI 19.1*RV 0.67 ns
23
3.3.2.Impact van
dedoorval
op de chemische samenstellingvan
het bodemwaterVoor vele
elementenzoals
sulfaten, chloriden,nitraten, calcium
en
magnesiumblijkt
deconcentratie sterk gecorreleerd te zijn met hun input in het doorvalwater (tabel 3.3.4.).
Zo
kunnende
schommelingenin
bodemvocht en de depositiesvan calcium
en nitraat eengrote fractie van de
variabiliteit
in
de concentraties van calcium en nitraat verklaren (zie fig.3.3.2.).
Een overschatting van de meetwaardewijst
op een opname(bv
door calciumopname door de vegetatie), immobilisatie (microbiële immobilisatie van stikstof) ofdenitrificatie.
Een onderschattingvan de
meetwaardekan
daarentegente
wijten
zijn
aan een
verhoogdevrijstelling
(in
geval
van
calcium: door
o.a. mineralisatie,verwering, verdringing van
het uitwisselingscomplexdoor
zure kationen;in
gevalvan stikstof:
toegenomennitrificatie
vanammonium afkomstig
van
depositie
of
ammonificatie).
Uit
het
verloop
van
denitraatconcentraties
blijkt
dat voomamelijkin
1993 van een verhoogdenitrificatie
sprake kanzijn.
De
ammoniumdepositiedraagt
in
geen enkele
horizont
bij
tot
de
variabiliteit
van
denitraatconcentraties
in
het bodemwater (doornitrificatie
van NHu) (tabel3.3.4). Dit
kan erop wijzen dat de N-opname voornamelijk onder ammoniakale vorm plaatsgrijpt.De concentraties van organische stof zijn vooral gerelateerd met de deposities van
sulfaat.
Dedaling van
organischestof kan
deelste wijten
zijn
aan een afnamevan
sulfaaten
haar codepositie.3.3.3.
Interne
reactiesbodemwater
Uit
tabel
3.3.5blijkt
dat
de residuele concentratiesvan chloor
in
Ap- en
AlElCg-horizont(resp.P<0.05enP<0.01)enkaliuminAp-enCg-horizont(resp.P<0.05enP<0.01)aan
een dalende tendens onderhevig
blijven.
De
residuele concentratiesvan
aluminium
entitreerbare zuurheid
in Ap-
en Cg-horizont nemen daarentegen beduidend toe (P < 0.05). Bepaalde trends kunnen niet verklaard worden door veranderingenin
atmosferische depositie. De toename van de aluminiumconcentratiesin
de bodemoplossing contrasteert met de afnamein
potentiële zure depositie (doorvaldeposities vanH,
SO4, NH4 enNOr).
De
toename vanaluminium kan
in
verband
gebrachtworden
met de
ontbinding
van
aluminiumsulfaat
-verbindingen
die
in
het uitwisselingsbereik werden geaccumuleerd(Ulrich, 1991).
Matzner en Prenzel (1992), stelden een relatief constant ionenproductpAl +
pOH
+
pSOa (17.2) vast.In
het bodemwater van deAlElCg
en de Cg-horizont bedraagtdit
ionenproduct resp. 17.5 en11.4.
De
lage standaarddeviaties (resp.0.39 en 0.36)
geven aandat
deze waarderelatief
constant
blijft
gedurende de meetperiode. Het is mogelijk dat de dalingin
de concentraties van sulfaat(door de
geringere sulfaatdeposities) en de lage pH-waarden een verhogingvan
dealuminiumconcentraties in het bodemwater hebben teweeggebracht.
Tabel 3.3.3 Gemiddelde elementenconcentraties en -ratio's in het bodemwater van drie horizonten +
evaluatie van de trends. Tendens wordt weergegeven voor lineaire tendens tenzij anders vermeld voor multiplicatief (M), exponentieel (E) of een reciprook (R) model.
Tabel 3.3.5. Overzicht van de significantieniveaus voor de temporele trend van residuele concentraties. Element Ap ANICs Cg pH NS ns NS so+ ns ns ns CI -(M)* -(L;+* NS NO: ns NS ns NHc ns ns ns Ca ns ns ns Mg NS ns ns K -(L)* ns -(Lyr Na ns +(L)* ns AI +(L)+t ns +(L)* zuurheid +(L)* ns +(L)* Fe ns NS Org. Stof ns ns ns
element eenheid Ap AIEICc Cg
Pred. 92 Pred.97 %92-97 Pred. 92 Pred.97 %92-97 Pred. 92 Pred.97 %92-97
pH 4.54 3.93 -13 4.20 3.61 _14*** (M) 3.57 3.55 2
sol
mg l-I 52.7 t1.'7 -78 +(M) 6t.4 3 5.8 -42 53.4 32.7 -39 +(M) CI mg l-l 23.9 13.7 -43 20.2 17.9 -l I * 17.5 23.4 +34 Nor mg t-l s9.6 59.5 +0 76.6 41.2 -46 +(M) 58.6 59.5 +l NH+ mg l-l 2.74 1.42 -48 2.26 2.88 +27 0.31 0.05 -84 Ca mg l-l 12.',l 4.0 -69 18.7 7.1 _U2***(M) 7.41 5.74 -23*(M) Mg mg l-l 2.45 1.33 -46 3.25 1.47 _55***(M) 2.63 1.73 -34*(M) K mg l-I 4.19 1.76 -58 ** 3.49 3.63 +4 4.92 3.24 _r4 *+(E) Na mg t-l 6.9 8.8 +28 9.9 l 1.6 +19 * 9.9 12.1 +22 AI mgrl
t.43 1.05 -27 6.53 7.43 +14 6.3 10.5 +67 *(R) Zuurheid meqfl 0.47 0.70 +49 * 1.46 1.42 -2 1.34 t.74 +30 *(R) Fe mg l-l 0.8 0.8 +0 1.5 1.47 I 0.9 0.9 +0 Org.stof mg 02 l-l 48.6 41.0 16 4l .8 32.1 -23 * 33.9 24.8 _27 4**CalAl mol mol-l 4.90 2.35 -52 1.05 0.46 -16 r,**(R) 0.60 0.32 _07 ***(R)
CaAI mol mol-l 0.93 1. l3 +22 4.01 0.44 1.58 0.43 _r3++1M)
Mg/Àl mol mol-l 1.32 1.57 +12 0.49 0.25 -50 + 0.32 0.r2 _63 ***
CalK mg mg-l 3.47 2.62 -24 4.17 1.84 -ru ,r+(E) 1.41 1.95 +38
SO4/Cl mg mg-l 2.10 0.7 | -66 2.56 2.55 -U 1.69 2.13 +76
NOr/Cl mg mg-l 1.65 1.54 -10 1.50 3.75 +150 **(E) 0.65 4.20 +546 (E)*
Hoofdstuk L Trendanalyse en geihtegreerde venrerking van de analyseresultaten van het neerslag- en bodemwater
_r9 +*+(M)
25
Verloop van CalAl verhouding
in A/E/Cg-horizont
Verloop
vanCalAl in
Cg-horizont
maand
Figuur 3.3.1. Verloop van de tweewekelijkse molaire CalAl ratio in het bodemwater van de AiElCg-(boven) en Cg-horizont (onder).
Hoofdstuk l. Trendanalyse en gerntegreerde verwerking van de analyseresultaten van het neerslag- en bodemwater
=.=.=.
= ==E
D,
=.
=l=E
o
=.
D,
=.
=F=t
o
=.
!,
=.
=F=E
o
=.
È)
='o
=-='i
=.
D,
E
?Verloop van calcium in
Cg-horizont.
Verloop van NO, in Cg-horizont
160
à
120280
maand
Figuur 3.3.2. Verloop van de tweewekelijkse concenhaties van calcium (boven) en nihaat (onder) in
het bodemwater van de Cg-horizont (ppm).
Hoofdstuk 1. Trendanalyse en gelntegreerde verwerking van de analyseresultaten van het neerslag- en bodemwater
maand
200
40
0
E'ËE'ë
z:.
i-E'Ë
E
*E'ë
E
*E'€
a,a a a
ia
,
a.a
a
a a aaa
t,
",
27 pHs04
maand maand AI 25 20 E o. o. 15<10
5 maand maand K maand maandFiguur 3.3.3. Maandelijks verloop van de pH, SO4, Al, K, Ca en Mg in het bodemv/ater van de
Cg-horizont.
Hoofdstuk l. Trendanalyse en gerntegreerde verwerking van de analyseresultaten van het neerslag- en bodemwater
3.3.4.
Humuswater
In het humuswater wordt een toename in pH en de concentraties van sulfaat en natrium vastgesteld (tabel 3.3.6).
Tabel 3.3.6 Gemiddelde elementenconcentraties en trends in het humuswater gedurende de periode
1994-t997.
Element eenheid gemiddelde trend
pH 4.9 +(L)* Ca mg l-l 4.3 ns Mg mg l-l t.t7 ns K mg t-l 3.5 NS Na mg l-1 6.1 +(L)* AI mg l-l 0. l7 NS so+ mg l-1 21.2 +(L)*+ Ore. Stof mg
02l-l
18.1 nsTabel 3.3.4. Regressievergelijkingen voor elementenconcentraties in het bodemwater in functie van doorvaldeposities
Hoofdstuk l. Trendanalyse en geihtegreerde verwerking
van de analyseresultaten van het neerslag- en bodemwater
dep.var regression form a b c d e
f
oD R2"at ppH A/E/Cg aCv + bHD 0.9542
(***)
8 E-3 (* *) 99***
pH Cg aCv + bHCO3D 0.9894(***)
4E-4 (*) 100 s04 Ap aSO4D+bSO4D2+cSO4D3 0.01I I(***)
-E-6 (* *) 3.sE-l r (*) 63***
s04 ,UE/Cg aSO4D+bSO4D2+cSO4D3 0.048(***)
L4E-5 (,r' * *) E-9 (i'| r"r) 75 so4 CgMg A/E/Cg AMgD 0.0047
(***)
59 Mg ,UE/Cg aCv + bSO4D 0.8996 (* **) 0.00014 (*) 89 * *,* Mg Cg AMgD 0.0053(*r*)
59***
Mg Cg acv + bPROD r.0217(***)
-0.0116 (*) 92 ,1.** Na Cg aCv + bNaD 1.0724(***)
-5.78-4 (*) 93***
AI Ap aNH4D + bNH4D2 9E-4(***)
-28-7 (** *) 64 AI A/E/Cgaso4D + bso4D2 + cSo4D3 +dso4D4 + eso4D5 0.007781
(***)
-2.77 E-6(***)
4.1I E-10 (* *) -2.6 E-14 (* *) 5.7 E-19 (*) 77 AI Cg acv+bHD+cHD'z 1.0586(***)
-0.2929 (*) 0.005 (*) 86 zuur ApaNO3D + bNO3D2 +CNO3D3 0.003
(***)
-4 E-6 (**) t.34 E-9 r.35 (*) 74 zuur ,4/E/CgaNO3D + bNO3D'z +cNO3Dr+dNO3D4
+eNO3D5 + fNO3D6 0.023403
(***)
-0.o001221(***)
2.6 E-10 (* *) t.2 E-13 (*) -2 E-17 (*) 83 zuur CgaSO4D + bSO4D2 + cSO4Dr +dSO4D4
+ eso4D5 +fso4D6 0.006784
(***)
-1.7 E-6(***)
3.8 E-9(***)
-9 E-13(***)
E-16 (* *) -4.3 E-21 (* *) 8'/ Fe Ap aPROD+bNO3D+cNO3D'z 0.011433 (*) 4.28-4(***)
-5 E-8(***)
79 *:i * Fe A/E/CgaNO3D + bNO3D2 +cNO3Dr+dNO3D4 9.8 E-3
(***)
-3 E-5(***)
4.28-8 4.3 (**) -2E-tt
(* *) 8l org Ap aNO3D + bNO3D2 0.102(***)
-5 E-5 (* *) 92 org ,UE/CgaSO4D + bSO4D'z + cSO4D3 +dSO4D4
+ eSO4Dj + fSO4D6 0.14811
(***)
-2.1E-4(***)
1.3 E-7 (* *) -3.9 E- l l (*) 5.5 E-15 (*) -2.9 E-19 (*) 94***
org CgaSO4D + bSO4D2 + CSO4D3+dSO4D4+ eSO4D5 +fSO4D6 -0.80271
(***)
-0.000802 (**f) 3.6 E-5 (r' * r') -8.6 E-8(***)
E -IO (* * {') -8.6 E-14 (* r, *) 3.3 E-17(***)
98Hoofdstuk l. Trendanalyse en geïntegreerde verwerking
31
3.4.
GONTRODE
13.4.1.
Trendanaly se 1992-19973.4.1.1.
Trendanalyse van doorval
envrije
velddepositiesOp het
vrije
veld wordt
een toename van de depositie van sulfaat vastgesteld. De depositie van nitraat,calcium
en magnesium neemt daarentegenaf
(tabel 3.4.1).De
doorvaldepositie van waterstof en nitraat is aan een daling onderhevig.Uit
tabel 3.4.2.blijkt
dat naast neerslaghoeveelheid ook relatieve vochtigheid§Ho,
SO4, Cl,Na
en
K)
en
temperatuur(H,
HCO3,Ca,
Mg
enNOr)
de
variabiliteit
in
doorvaldepositieverklaren.
De neerslaghoeveelheid neemt significant af.Na wegfilteren van deze weersinvloeden, kan er enkel een reële daling van de nitraatdepositie vastgesteld
worden.
De doorvaldepositie van nitraten neemtjaarlijks
met 0.25 kgNOr-N
ha-'af.
Tabel
3.4.1.
Overzicht van de jaarlijksevrije
veld- en doorvaldeposities gemeten gedurende demeetperiode lgg2-lgg7 (in kg fu3-l jaar-1, behalve H en HCO3 in keq 6n-l
jaar-l;.
Tendens wordt weergegeven
via
lineair(L),
multiplicatief(M),
exponentieel (E)of
reciprook (R)model.