Subsidiebeleidskader
Sociaal Domein 2016
1. INLEIDING EN AANLEIDING...3
1.1. Wet maatschappelijke ondersteuning (oude Wmo)...3
1.2. Decentralisaties (nieuwe Wmo)...3
2. WETTELIJKE KADERS...4
2.1. Wettelijke basis...4
2.2. Het belang van subsidie...4
2.3. Gemeentelijke visie...4
3. UITGANGSPUNTEN NIEUW SUBSIDIEBELEID...5
3.1. Wat willen we bereiken?...5
3.2. Stimuleren van activiteiten...5
4. ALGEMEEN BELEIDSKADER...6
5. SPECIFIEK BELEIDSKADER...7
6. NIEUWE SUBSIDIE SOORTEN...8
1. Inleiding en aanleiding
Het huidige subsidiebeleid kenmerkt zich door de prestatievelden van de Wet maatschappelijke ondersteuning (oude Wmo).
Het is gewenst dat de subsidiegrondslagen aansluiten bij de actuele situatie en politiek- bestuurlijke visie op de samenleving en maatschappelijk gewenste activiteiten.
Vanaf 1 januari 2015 zijn gemeenten onder andere verantwoordelijk voor het
ondersteunen van kwetsbare inwoners. Denk hierbij aan kwetsbare jongeren of ouderen en mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking.
Vanaf 2015 krijgen deze groepen ondersteuning vanuit de nieuwe Wmo.
In het nieuwe subsidiebeleid is de subsidiesystematiek herzien om het proces van subsidiering transparanter, doelmatiger en sturend te maken. In plaats van het
subsidiëren van vaste organisaties, gaat de nieuwe systematiek uit van het subsidiëren van activiteiten.
Activiteiten die ertoe doen en die het meedoen in onze gemeente stimuleren, worden met subsidie ondersteund. Met behulp van subsidie kan de gemeente sturen op activiteiten. Dat zijn de hoofdkenmerken van het nieuwe subsidiebeleid.
1.1. Wet maatschappelijke ondersteuning (oude Wmo)
Het maatschappelijk doel van de Wmo is ‘meedoen’. De wet faciliteert dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen en meedoen in de samenleving. Al dan niet geholpen door vrienden, familie of bekenden. Als dat niet lukt, ondersteunt de gemeente.
De gemeente ondersteunt vrijwilligers en mantelzorgers om zo de participatie van alle inwoners in de samenleving te bevorderen.
1.2. Decentralisaties (nieuwe Wmo)
Vanaf 1 januari 2015 zijn drie nieuwe wetten van kracht te weten:
Wet maatschappelijk ondersteuning (nieuwe Wmo)
Jeugdwet
Participatiewet
Hierdoor heeft de gemeente er veel nieuwe taken bij gekregen. Dit zijn de decentralisaties in het sociaal domein.
Met de decentralisaties heeft de gemeente de verantwoordelijkheid gekregen voor bijna de gehele maatschappelijke ondersteuning van inwoners: kinderen, volwassenen en ouderen. De gemeente krijgt hiermee de mogelijkheid om een samenhangend sociaal beleid te voeren gericht op het vergroten van de participatie van alle inwoners, ook van degenen die zich in een kwetsbare positie bevinden. Zowel op het gebied van werk en inkomen, als op het vlak van welzijn en zorg.
Het beleidskader 3 decentralisaties ‘Met elkaar, voor elkaar in Landsmeer’ is in
2. Wettelijke kaders
2.1. Wettelijke basis
Algemene wet bestuursrecht (Awb)
De basisregeling voor het proces van subsidiëring is in titel 4.2, hoofdstuk 4 van de Awb geregeld. Met deze subsidietitel is een algemene subsidieregeling gerealiseerd met het oog op een doelmatiger subsidiebeheer en het verschaffen van voldoende
rechtszekerheid aan overheid en maatschappelijke organisaties.
Wat is subsidie?
De Algemene wet bestuursrecht (Awb) definieert subsidie als volgt:
“de aanspraak op financiële middelen door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan betaling voor aan het
bestuursorgaan geleverde goederen en diensten (art. 4:21, lid 1 Awb) Gemeentelijk wettelijk kader
Enkele bepalingen uit titel 4.2 van de Awb verwijzen naar een wettelijk voorschrift waarin onderwerpen geregeld kunnen of moeten worden. Dat wettelijk voorschrift verwoordt de gemeente Landsmeer in de gemeentelijke subsidieverordening.
In het subsidiebeleidskader stelt het college de kaders van het beleid vast waarbinnen subsidie wordt verleend.
2.2. Het belang van subsidie
Subsidies zijn door de overheid in het leven geroepen om inwoners en/of verenigingen te stimuleren om zich in te zetten voor het maatschappelijke belang.
De gesubsidieerde partij ontvangt geld van de gemeente en in ruil daarvoor, draagt die partij bij aan het realiseren van beleidsdoeleinden van de gemeente.
Subsidies worden verstrekt in het maatschappelijk speelveld zoals zorg en welzijn, gezondheid, cultuur en sport. Uitgangspunt daarbij is dat zij bijdragen tot het algemeen welzijn van de inwoners van de gemeente Landsmeer.
Er is wel een verschil tussen subsidies voor activiteiten die voortvloeien uit wettelijke taken en verantwoordelijkheden van de gemeente en subsidies voor activiteiten die voortvloeien uit eigen lokaal beleid.
2.3. Gemeentelijke visie
In het algemeen is het beleid van de gemeente er op gericht dat diegenen die gezond en wel zijn dit ook blijven. De sociale samenhang – samenredzaamheid – moet waar
mogelijk zo versterkt worden dat de inwoners van de gemeente Landsmeer, nog meer dan nu het geval is elkaar helpen: met elkaar voor elkaar.
We zetten sport en cultuur in als middel om maatschappelijke effecten te bereiken op het gebied van ontwikkeling, gezondheid en sociale participatie.
3. Uitgangspunten nieuw subsidiebeleid
De gemeenteraad heeft in de Beeldvormende sessie van 29 oktober 2015 de volgende kaders meegegeven voor het nieuwe subsidiebeleid:
- Innovatie: initiatieven die gericht zijn op vernieuwing in het sociaal domein met als doel de zelfredzaamheid van inwoners te vergroten en de inzet van dure, specialistische zorg en ondersteuning waar mogelijk te voorkomen.
- Stimulering: het stimuleren van actieve deelname aan een zo breed mogelijk kunst-, cultuur- en sportbereik
- Prestaties: het meetbaar maken van prestaties zoals die zijn afgesproken binnen de subsidie. Indien de prestaties niet worden behaald wordt de subsidie overeenkomstig aangepast.
- Geen automatisme: Indien de gestelde doelen binnen de subsidie niet worden bereikt kan de subsidie voor het volgende jaar niet worden toegekend.
- Afweging dienstverlening of subsidie: Indien er alleen diensten worden geleverd is er in feite sprake van een inkoop situatie. In dat geval kan ook een
dienstverleningsovereenkomst worden afgesloten om de gestelde doelen te bereiken. Overwegingen hierbij zijn BTW, en mogelijk aanbesteding.
3.1. Wat willen we bereiken?
Meer de nadruk leggen op publieksbereik. De verenigingen en organisaties dienen eigen inkomsten te verwerven voor het uitvoeren van hun activiteiten. Zo wordt voorkomen dat de gemeente een activiteit in stand houdt, zonder dat daar voldoende behoefte aan is.
Kleine subsidies die op dit moment aan vele verengingen worden uitgekeerd worden zonder enige vorm van toetsing op prestaties geleverd.
Het voorstel is om deze subsidies om te zetten naar een stimuleringssubsidie waarbij duidelijk moet worden gemaakt welke bijdrage aan de samenleving wordt geleverd.
3.2. Stimuleren van activiteiten
De gemeente is niet in de eerste plaats verantwoordelijk voor de instandhouding van verenigingen. Dat moeten de verenigingen zelf doen. Waar het om gaat is, dat er in de gemeente activiteiten plaatsvinden die een meerwaarde voor het sociaal-
maatschappelijke leven hebben.
Van het subsidiebeleid moet er een sturende en activerende werking uitgaan. Dat zijn de hoofdkenmerken van het nieuwe subsidiebeleid
4. Algemeen beleidskader
Voor het subsidiebeleid geldt dat het systeem helder en begrijpelijk moet zijn.
Hieronder wordt een overzicht gegeven van het algemeen beleidskader.
A, Subsidie is gericht op activiteiten
Subsidiering vindt in de basis alleen plaats voor de financiering van activiteiten. De activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd zijn niet gekoppeld aan een
commercieel belang (direct of indirect) en kennen geen politieke of religieuze doelstelling B. Subsidie is ter stimulering van activiteiten gericht op groepen burgers
Er zal geen ondersteuning plaatsvinden voor op individuele burgers gerichte activiteiten, maar uitsluitend op activiteiten die gericht zijn op groepen.
C. Geen subsidies onder de 150 euro
Subsidiebedragen lager dan € 150,- per jaar worden niet verstrekt. De toegevoegde waarde van deze bedragen zijn niet te verantwoorden in relatie tot de daadwerkelijke kosten.
D. Subsidiering in het kader van wettelijke taken
Organisaties die activiteiten verrichten in het kader van een wettelijke verplichting, komen voor subsidie in aanmerking. Het betreft voor de gemeente verplichte taken.
Vanwege de specifieke taken die deze organisaties uitvoeren, worden er
uitvoeringsovereenkomsten afgesloten zoals bedoeld in artikel 4:36 van de Awb.
Het gaat hierbij vooral om wettelijke taken.
E. Bepalen subsidievormen
Uitgangspunt is dat het nieuwe subsidiebeleid past binnen de huidige maatschappij en ontwikkelingen. Participatie en zelfredzaamheid maken deel uit van het te voeren beleid.
Er moet een directe, aantoonbare relatie zijn tussen de te subsidiëren activiteit en de bijdrage die deze levert aan de realisatie van de maatschappelijke doelen.
De waarderingssubsidie komt te vervallen. In plaats daarvan zullen stimuleringssubsidies worden verstrekt.
De budgetsubsidie en de eenmalige subsidie blijven gehandhaafd.
5. Specifiek beleidskader
Subsidie sportverenigingen
Sport draagt bij aan een goede gezondheid en met behulp van subsidie worden sportverenigingen gestimuleerd om sportstimuleringsactiviteiten te organiseren.
Voor sportverenigingen gevestigd in Landsmeer geldt dat de vereniging is aangesloten bij een erkende overkoepelende sportorganisatie.
De sportvereniging telt tenminste 20 jeugdleden uit de gemeente Landsmeer en biedt gedurende het hele sportseizoen sportactiviteiten aan de leden.
Daarnaast organiseert de vereniging naast het bestaande aanbod tenminste één extra sportactiviteit die vernieuwend is en vanuit samenwerking of maatschappelijke
participatie is opgezet.
Sportverenigingen die hieraan voldoen, kunnen in aanmerking komen voor een subsidie van deze sportactiviteiten van € 600,- per jaar.
Subsidie kunst/ cultuur en maatschappelijke activiteit
Deze subsidie is gebaseerd om de inwoners van de gemeente Landsmeer op een laagdrempelige manier kennis te laten maken met kunst en cultuur. De vereniging organiseert tenminste twee activiteiten en kan in aanmerking komen voor een subsidie van maximaal € 600,- per jaar.
Afbouwregeling
Voor organisaties die in 2017 op grond van het nieuwe subsidiebeleid geen aanspraak meer kunnen maken op een waarderingssubsidie (€ 150,-), komen in aanmerking voor een afbouwregeling van 1 jaar. Deze subsidies worden in 2017 (tevens overgangsjaar) volledig afgebouwd. In 2018 ontvangen deze verenigingen geen subsidie meer op basis van het nieuwe subsidiebeleid.
Bijzondere berekeningsvoorwaarden voetbalverenigingen
Voetbalverenigingen waarvan de sportvelden voorzien zijn van kunstgrasvelden en de kapitaallasten zich vertalen in een hoger huurbedrag ontvangen een budgetsubsidie gebaseerd op de afgestemde afspraken in het raadsvoorstel van 26 juni 2008 en in de huurovereenkomst en de richtlijnen voor subsidie sportverenigingen.
Bijzondere berekeningsvoorwaarden amateurkunst
Voor de amateurkunstverenigingen die de mogelijkheid bieden om onder deskundige leiding aan jongeren tot 18 jaar muzieklessen te geven wordt een budgetsubsidie verstrekt op basis van een bedrag van € 175,- per Landsmeerse jeugdlid die een opleiding volgt. Hiertoe dient een opgave van het aantal jeugdleden dat een instrument bespeelt, met vermelding van het instrument dat zij bespelen, op de peildatum 1 januari van het jaar voorafgaande aan het betreffende subsidiejaar te worden ingediend. Hierbij dient een onderscheid gemaakt te worden tussen leden die woonachtig zijn in de
gemeente Landsmeer en leden die buiten de gemeente woonachtig zijn.
6. Nieuwe subsidie soorten
Subsidieverstrekking vindt plaats via één van onderstaande subsidievormen.
Budgetsubsidie
Doel: subsidiering op grond van prestaties
Sturing op prestatie en bijbehorende resultaten (uitvoeringsovereenkomst) Directe relatie met gemeentelijk beleid
Grondslag: prestatiegerichte financiering
Subsidiebedrag: afhankelijk van de gevraagde inzet en de te leveren prestaties Voorbeeld: DCL, Bibliotheek en Zwembad De Breek
Deze subsidie is gebaseerd op de prestatievelden van het sociaal domein.
Met instellingen worden prestatieafspraken gemaakt en resultaten afgesproken.
Hierop wordt de subsidie gebaseerd.
Denk hierbij aan DCL waarbij de dienstverlening met name gericht is op ouderen in de samenleving.
Indien er alleen sprake is van activiteiten die gericht zijn op de inhuur van diensten om bepaalde doelen te bereiken, zullen deze niet per definitie in een subsidie worden ondergebracht maar zullen de mogelijkheden van een dienstverleningsovereenkomst worden onderzocht.
Stimuleringssubsidie
Doel: subsidiering op grond van activiteiten Sturing op activiteiten en bijbehorende resultaten Relatie met gemeentelijk beleid
Grondslag: Het organiseren van vernieuwende activiteiten die zijn opgezet vanuit samenwerking of maatschappelijke participatie.
Subsidiebedrag: maximaal € 600,-
Voorbeeld: sport, kunst/cultuur en maatschappelijke activiteit
Eenmalige subsidie
Doel: aanmoedigen van eenmalige activiteiten Relatie met gemeentelijk beleid
Grondslag: variabel, afhankelijk van de activiteit Subsidiebedrag maximaal € 500,-
Eenmalige subsidies zijn gericht op het stimuleren van sociale cohesie binnen de gemeente Landsmeer. Initiatieven die hiertoe bijdragen kunnen een bijdrage van de gemeente hierin krijgen om een bepaalde activiteit te realiseren. Eigen inbreng is een voorwaarde.