1 Leeswijzer bij het Aanvullingsbesluit bodem
Het Aanvullingsbesluit bodem vult de bestaande AMvB’s onder de Omgevingswet aan met specifieke bodemregelgeving voor een aantal activiteiten met gevolgen voor de bodemkwaliteit of waarvoor een bepaalde bodemkwaliteit is vereist.
Deze besluiten zijn:
BAL, Besluit activiteiten leefomgeving; Het BAL geeft materiële voorschriften over activiteiten die rechtstreeks gelden voor burgers en bedrijven en wijst vergunningplichtige activiteiten aan.
BBL, Besluit bouwwerken leefomgeving; Het BBL is gericht op burgers en bedrijven en stelt rechtstreeks werkende regels over o.a. bestaande bouwwerken, nieuwbouw, verbouwing, wijziging van gebruiksfunctie, gebruik en uitvoeren van bouw- en sloopwerkzaamheden.
Hierbij moet een minimumniveau van veiligheid, gezondheid, duurzaamheid en bruikbaarheid gewaarborgd worden.
BKL, Besluit kwaliteit leefomgeving; Het BKL is gericht op de overheid. Het BKL is ingedeeld naar de instrumenten, zoals de omgevingswaarden, instructieregels, omgevingsverordeningen en projectbesluiten. Er zijn drie soorten instructieregels: ‘betrekken bij’, ‘rekening houden met’
en ‘in acht nemen’.
OB, Omgevingsbesluit; Het OB bevat algemene en procedurele regels. Het gaat ook over bijvoorbeeld financiële zekerheid en regels over kostenverhaal.
BAL
Dit besluit bepaalt over welke activiteiten in de fysieke leefomgeving door het Rijk regels worden gesteld en wat daarbij de verhouding is tussen algemene rijksregels en vergunningplichten. Anders dan in de Wet bodembescherming, volgt uit de Omgevingswet dat een milieubelastende activiteit is toegestaan tenzij die activiteit in het BAL aan regels is gebonden of vergunningplichtig is. Overigens kan een gemeente of provincie ook een milieubelastende activiteit met de daarbij behorende regels opnemen in het omgevingsplan of verordening.
In onderstaand overzicht de opbouw van het BAL met daarbij aangegeven waar voor bodem al regels opgenomen zijn.
Hoofstuk 1: Algemeen
Milieubelastende activiteiten en lozingsactiviteiten
Hoofdstuk 2: Algemeen (zorgplicht, ongewone voorvallen, maatwerk)
Hoofdstuk 3: Benoemen activiteit, vergunningplicht, richtingaanwijzer (preventieve maatregelen Activiteitenbesluit)
Hoofdstuk 4: Concrete regels (preventieve maatregelen Activiteitenbesluit)
Hoofdstuk 5: Modules (par. 5.2.1 eindonderzoek bodemonderzoek, par 5.4.2.bodembeschermende voorzieningen)
Activiteiten in of bij
Hoofdstuk 6: Waterstaatswerken in beheer bij het Rijk Hoofdstuk 7: Noordzee
Hoofdstuk 8: Rijkswegen
2 Hoofdstuk 9 en 10: Spoorwegen en luchthavens
Hoofdstuk 11: Cultureel erfgoed
Hoofdstuk 14: Grondwateronttrekking en ontgrondingen
Hoofdstuk 15: Slotbepalingen
Het BAL heeft een opbouw met een richtingaanwijzer waarbij je redenerend vanuit de initiatiefnemer vanuit een bedrijfstak en activiteit in hoofdstuk 3 doorverwezen wordt naar materiële voorschriften hoofdstuk 4 en 5. Hoofdstuk 2 bevat algemene bepalingen. Afdeling 3.2 bevat activiteiten die altijd kunnen voorkomen, al dan niet in combinatie met een andere activiteit die in het BAL is aangewezen;
de initiatiefnemer moet dus altijd in afdeling 3.2 kijken of daar regels staan die van toepassing zijn.
BKL
Het Besluit kwaliteit leefomgeving stelt de inhoudelijke normen voor gemeenten, provincies, waterschappen en het Rijk met het oog op het realiseren van de nationale doelstellingen en het voldoen aan internationale verplichtingen.
De regels in dit besluit zijn geordend per instrument en per hoofdstuk gegroepeerd: alle regels voor programma's staan bij elkaar, voor omgevingsplannen, enzovoort.
Opbouw BKL
Hoofdstuk 2 omgevingswaarden
Hoofdstuk 3 instructieregels taken
Hoofdstuk 4 instructieregels programma’s Hoofdstuk 5 instructieregels omgevingsplannen
Hoofdstuk 6 instructieregels waterschapsverordeningen Hoofdstuk 7 instructieregels omgevingsverordeningen Hoofdstuk 8 instructieregels omgevingsvergunningen Hoofdstuk 9 instructieregels projectbesluiten
Hoofdstuk 10 instructieregels monitoring en informatie
Aanvullingsbesluit bodem
In hoofdstuk 1 van het Aanvullingsbesluit bodem zijn de wijzigingen in uitvoeringsregelgeving van de Omgevingswet opgenomen.
- Wijzigingen in het BAL:
Dit hoofdstuk regelt dat de milieubelastende activiteiten graven in de bodem, het opslaan van grond en baggerspecie, bodemsanering, toepassen van bouwstoffen, grond en baggerspecie, het toepassen van mijnsteen en het aanwenden van meststoffen en andere stikstofhoudende verbindingen
toegevoegd worden aan hoofdstuk 3 (benoemen activiteit, vergunningplicht, richtingaanwijzer) en hoofdstuk 4 (concrete regels). In hoofdstuk 5 zijn de bodemonderzoeken toegevoegd. In hoofdstuk 6
3
zijn regels toegevoegd over het lozen van afvalwater bij waterstaatswerken in beheer bij het Rijk en in hoofdstuk 7 over het lozen van afvalwater op de Noordzee.
Daarnaast zijn in bijlage 1 een aantal begripsomschrijvingen toegevoegd, bijlage VI met daarin de waarde van de verontreiniging waarboven significante risico’s voor mens, plant of dier, bestaan als van een verontreiniging van de bodem (interventiewaarde). En bijlage VII met de relatief
stikstofhoudende gewassen.
- Wijzigingen in het BKL:
In hoofdstuk 3 specifieke taken worden de ten hoogste toelaatbare concentraties van stoffen geregeld voor bouwen op verontreinigde bodem.
In hoofdstuk 5 omgevingsplannen is een paragraaf toegevoegd over bouwen op verontreinigde bodem. Deze artikelen regelen het toepassingsbereik van een bodemgevoelige locatie, de waarde van de toelaatbare kwaliteit bodem, de maatregelen bij overschrijding van deze waarde, de ingebruikname na maatregelen bij een bodemgevoelige locatie op verontreinigde bodem en de nazorg. Alsmede het aanwijzen van beheergebieden bodem.
In hoofdstuk 6 waterschapsverordeningen het aanwijzen van beheergebieden in een
waterschapsverondening. En in hoofdstuk 8 omgevingsvergunningen specifieke voorschriften voor het op of in de bodem brengen van zuiveringsslib. Hoofstuk 10 monitoring en informatie is aangevuld met een bodemfunctiekaart.
Tevens zijn de bijlage XII (stoffen) en XIII (concentraties) toegevoegd, deze tabellen horen hoofdstuk 3 en 5.
- Wijzigingen OB:
Er is een artikel toegevoegd over het bevoegd gezag van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid met betrekking tot het op of in de bodem brengen van zuiveringsslib.
Hoofdstuk 2. Wijziging en intrekking andere regelgeving
Dit hoofdstuk regelt de wijziging en intrekking van andere regelgeving, bijvoorbeeld intrekken van het Besluit meststoffen en het Besluit uniforme saneringen.
In dit hoofdstuk worden onder andere het Besluit bodemkwaliteit, het Besluit financiele bepalingen bodemsanering, het uitvoeringsbesluit meststoffen gewijzigd. Ook is in dit hoofdstuk het
overgangsrecht voor het toepassen van bouwstoffen, grond en baggerspecie en overige handelingen met bouwstoffen opgenomen.
In de transponeringtabellen is aangegeven waar bestaande regelgeving uit bijvoorbeeld de Wet bodembescherming, het Besluit bodemkwaliteit, het Besluit uniforme saneringen en het Besluit gebruik meststoffen terug te vinden zijn in de regelgeving onder de Omgevingswet.
4