Vastgesteld per 30 juni 2020
Instemming academieraad per 26 juni 2020
Resource Management
Academie Organisatie en Ontwikkeling
Studiejaar 2020-2021
DEEL 1 Algemeen deel
... 1
1 Over het opleidingsstatuut
... 2
1.1 Voor welke opleiding geldt dit opleidingsstatuut? ... 2
1.2 Hoe lees je dit opleidingsstatuut? ... 2
1.3 Hoe lang is het opleidingsstatuut geldig? ... 2
1.4 Hoe komt het opleidingsstatuut tot stand? ... 3
1.5 Samenhang opleidingsstatuut en overige HAN-regelingen ... 3
2 Het onderwijs bij de HAN
... 4
2.1 Missie ... 4
2.2 Visie ... 4
2.3 Kwaliteitscultuur ... 5
2.3.1 Hooggekwalificeerde medewerkers ... 5
2.3.2 Stimuleren van groei en een lerende houding ... 5
2.3.3 Verantwoordelijk voor kwaliteit ... 5
2.3.4 Inspirerende en interactieve omgeving ... 6
3 Informatie over jouw opleiding
... 7
3.1 Missie en visie van jouw opleiding ... 7
3.2 Inhoud en organisatie van jouw opleiding ... 10
3.3 Hoe wij opleiden en begeleiden ... 11
3.4 Stages en/of werkplek ... 16
3.5 Hoe werkveld en beroepenveld zijn betrokken ... 16
3.6 Lectoraten en kenniscentra ... 16
3.7 Keuzemogelijkheden in je opleiding ... 16
3.8 Kwaliteitszorg van de opleiding ... 18
4 De eindkwalificaties voor jouw opleiding en beroepsvereisten
... 20
4.1 Het werkveld ... 20
4.2 Beroepsvereisten ... 21
4.3 Eindkwalificaties en beroepsvereisten ... 21
5 Opbouw van een hbo-bacheloropleiding
... 23
5.1 Omvang ... 23
5.2 Major en minor ... 23
5.3 Propedeuse en postpropedeuse ... 23
6 Jaarrooster
... 24
6.1 Lesdagen en lestijden ... 24
6.2 Vakanties en lesvrije weken ... 24
7 Organisatie van de HAN
... 25
7.1 Academies ... 25
7.2 Management en organisatie van de academie ... 25
7.2.1 Examencommissie en examinatoren ... 25
7.2.2 Medezeggenschap en inspraak ... 26
7.3 Studentvoorzieningen ... 26
7.3.1 Ondersteuning ... 26
7.3.2 Informatievoorziening ... 27
7.3.3 Overige voorzieningen ... 28
1.1 Begrippen en definities ... 31
1.2 Voor welke opleiding geldt deze onderwijs- en examenregeling? ... 34
1.3 Wat is de voor jou geldende onderwijs- en examenregeling? ... 34
2 Regelingen rondom toelating
... 35
2.1 Je voldoet niet aan de nadere vooropleidingseisen (deficiëntie) ... 35
2.1.1 Je hebt een havo-, vwo- of mbo-4 diploma, maar je voldoet niet aan de nadere vooropleidingseisen ... 35
2.1.2 Inschrijving op grond van een ander diploma, maar je voldoet niet aan de nadere vooropleidingseisen ... 35
2.2 Je voldoet niet aan de wettelijke vooropleidingseisen: toelatingsonderzoek 21+ ... 35
2.3 Eisen werkkring bij deeltijdopleiding(en) ... 35
2.4 Praktijkleerovereenkomst bij de duale inrichtingsvorm ... 35
2.5 Eigen bijdrage ... 35
3 Beschrijving van de opleiding
... 36
3.1 Indeling en inrichtingsvorm van de opleiding ... 36
3.1.1 Indeling van de opleiding ... 36
3.1.2 Indeling van de duale inrichtingsvorm ... 36
3.2 Opleidingstrajecten ... 36
3.2.1 Standaardtraject ... 36
3.2.2 Trajecten, onderwijseenheden, modules en minoren in een andere taal dan het Nederlands ... 36
3.3 Trajecten met bijzondere eigenschap ... 36
3.3.1 Versneld traject ... 36
3.3.2 Verkort traject ... 37
3.3.3 Verkort traject van associate degree naar bachelorgraad ... 37
3.3.4 Traject voor topsporters ... 37
3.3.5 D-stroom ... 37
3.3.6 Gecombineerd traject ... 37
3.3.7 Overige bijzondere traject ... 37
3.4 Keuzemogelijkheden binnen de opleiding ... 37
3.4.1 Keuze-onderwijseenheden ... 37
3.4.2 Afstudeerrichting ... 37
3.5 Als de inhoud of inrichting van jouw opleiding verandert ... 37
4 Minoren
... 38
4.1 Minor ... 38
4.1.1 HAN-minoren ... 38
4.1.2 De vrije minor ... 38
4.1.3 Vrijstelling voor de minor ... 39
5 Extra onderwijs
... 40
5.1 Mogelijkheden van extra onderwijs ... 40
5.2 Honoursprogramma ... 40
5.3 Talentenprogramma ... 40
5.4 Schakelprogramma ... 40
6 Studieadvies
... 42
6.1 Wanneer krijg je een studieadvies? ... 42
6.2 Welke studieadviezen kun je krijgen? ... 42
6.3 Wanneer krijg je een positief, een negatief of een bindend negatief studieadvies? ... 42
6.4 Van wie krijg je een studieadvies ... 43
6.8 Wat zijn de gevolgen als je moet stoppen met de opleiding ... 44
6.9 Beroep ... 44
7 Studiebegeleiding en studievoorzieningen
... 45
7.1 Wat biedt de HAN om goed te kunnen studeren? ... 45
7.2 Hoe is de studiebegeleiding ingericht? ... 45
8 Tentamens en examens
... 46
8.1 Samenhangend geheel van onderwijseenheden en eventueel modules ... 46
8.2 Tentamens ... 46
8.2.1 Ingangseisen ... 46
8.2.2 Deelnameplicht onderwijs ... 46
8.2.3 Tentamenvorm ... 46
8.3 De examinator ... 46
8.3.1 Wanneer heb je een tentamen behaald? ... 47
8.3.2 Wanneer heb je een deeltentamen behaald? ... 47
8.3.3 Hoe komt het tentamencijfer voor een tentamen met deeltentamens tot stand? ... 47
8.3.4 Herkansing, geldend resultaat en compensatie ... 47
8.3.5 Wanneer kun je de kwalificatie 'voldaan/niet voldaan' krijgen voor een tentamen? ... 47
8.4 Deelnemen aan tentamens van de postpropedeutische fase ... 47
8.5 Aantal tentamengelegenheden per studiejaar ... 48
8.5.1 Deelname aan een tentamengelegenheid ... 48
8.5.2 Aanvraag extra tentamengelegenheid of andere tentamenvorm ... 48
8.6 Tentamen in aangepaste vorm vanwege een functiebeperking ... 48
8.7 Mondelinge (deel)tentamens ... 48
8.8 Wanneer wordt de uitslag van een tentamen bekend? ... 49
8.9 Tentamen: inzage- en nabesprekingsrechten ... 49
8.9.1 Groepsgewijze nabespreking ... 49
8.9.2 Inzage in en nabespreking van eigen werk ... 49
8.9.3 Andere tentamenvormen ... 49
8.10 Leerwegonafhankelijk tentamen ... 49
8.11 Wanneer en hoe kun je vrijstelling vragen voor een (deel)tentamen ... 50
8.12 De afsluitende examens ... 50
8.12.1 Cum laude ... 50
8.12.2 Met genoegen ... 51
8.13 Resultatenoverzicht, bewijsstukken en verklaringen ... 51
8.13.1 Hoe kun je een – gewaarmerkt – overzicht krijgen van je studieresultaten? ... 51
8.13.2 Bewijsstuk tentamen ... 51
8.13.3 Verklaring ... 51
8.13.4 Modulecertificaat ... 51
8.14 Getuigschrift, graad en diplomasupplement ... 51
8.14.1 Propedeutisch getuigschrift ... 51
8.14.2 Bachelor getuigschrift ... 52
8.14.3 Graad en graadtoevoeging ... 52
8.14.4 Extra aantekeningen ... 52
8.14.5 Afwijking uitreikingsmoment getuigschrift bacheloropleiding ... 52
8.15 Beroep ... 52
9 Beschrijving van het onderwijs (de onderwijseenheden)
... 53
9.1 Onderwijseenheden van de propedeuse ... 53
9.2 Onderwijseenheden van de postpropedeuse ... 54
9.3 Minoren van de opleiding ... 54
9.5.2 Talentenprogramma’s ... 54
9.5.3 Schakelprogramma’s ... 55
9.6 Deeltijdse en/of duale inrichtingsvorm ... 55
9.6.1 Deeltijdse inrichtingsvorm ... 55
9.6.2 Duale inrichtingsvorm ... 55
9.7 Trajecten met bijzondere eigenschap ... 55
9.7.1 Versneld traject ... 55
9.7.2 Verkort traject ... 55
9.7.3 Verkort traject van associate degree naar bachelorgraad ... 55
9.7.4 Traject voor topsporters ... 55
9.7.5 D-stroom ... 55
9.7.6 Gecombineerd traject ... 55
9.7.7 Overig traject met bijzondere eigenschap ... 55
10 Evaluatie van het onderwijs
... 56
10.1 Evaluatiestructuur ... 56
10.2 Evaluatie door de opleiding ... 56
10.3 Rol van de opleidingscommissie ... 56
10.4 Opleidingsspecifieke kwaliteitszorg ... 57
11 Overgangsregelingen
... 58
11.1 Wijzigingsmoment ... 58
11.2 Geldigheid propedeuse ... 58
11.3 Behaalde studiepunten en studieresultaten ... 58
11.4 Gevolgd onderwijs, tentamen niet gedaan of niet gehaald ... 58
11.5 Opleidingsspecifieke overgangsregelingen ... 58
Deel 3 Overige regelingen
... 63
Regeling tentamens HAN University of Applied Sciences
... 64
Reglement examencommissie
... 66
Reglement opleidingscommissie
... 78
Bijlage 1
... 89
DEEL 1 Algemeen deel
1 Over het opleidingsstatuut
In de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW) is in artikel 7.59 verplicht gesteld dat een hogeschool zoals HAN University of Applied Sciences (hierna: HAN), een studentenstatuut vaststelt en bekend maakt. Het Studentenstatuut bestaat uit twee delen: het instellingsspecifieke deel (dat wij ‘het Studentenstatuut’
noemen) en het opleidingsspecifieke deel, dat wij het ‘Opleidingsstatuut’ noemen.
Het opleidingsstatuut bestaat uit drie delen:
Deel 1: Algemeen deel.
Deel 2: Onderwijs- en examenregeling, waarin het onderwijs, de examens en de tentamens van jouw opleiding zijn geregeld.
Deel 3: Overige regelingen.
Deel 1 is zuiver informatief. Daaraan zijn geen rechten te ontlenen. Aan de overige delen worden wel rechten en verplichtingen ontleend; dat zijn juridisch geldende regelingen.
1.1 Voor welke opleiding geldt dit opleidingsstatuut?
Dit is het Opleidingsstatuut van de volgende opleiding(en) van de HAN:
Opleiding Inrichtingsvorm CROHO-nummer Graad en titel na diplomering
B Human Resource Management Voltijd 34609 Bachelor of Arts
Dit opleidingsstatuut bevat informatie over de opzet, organisatie en uitvoering van het onderwijs,
studentenvoorzieningen, voorzieningen betreffende studiebegeleiding, de onderwijs- en examenregeling en andere opleidingsspecifieke regelingen die de rechten en plichten van studenten beschrijven. Waar in het vervolg van dit document gesproken wordt over ‘de opleiding’ wordt voornoemde opleiding bedoeld.
1.2 Hoe lees je dit opleidingsstatuut?
We hanteren de gewone spellingsregels voor de Nederlandse taal (Het Groene Boekje).
Met ‘je’ bedoelen we vooral jou als student of extraneus, ingeschreven aan de HAN voor deze opleiding, maar ook anderen zoals aspirant-studenten.
1.3 Hoe lang is het opleidingsstatuut geldig?
De opleidingen van de HAN maken voor elk studiejaar een nieuw opleidingsstatuut. Het opleidingsstatuut van een studiejaar geldt voor iedereen die in dat studiejaar staat ingeschreven voor de opleiding. Het maakt niet uit in welke fase van je studie je als student of extraneus zit of in welk jaar je bent gestart. De digitale versie van jouw
opleidingsstatuut vind je hier: Insite > Human Resource Management
Dit opleidingsstatuut geldt voor het studiejaar 2020-2021: vanaf 1 september 2020 tot en met 31 augustus 2021.
Voor studenten die per 1 februari 2021 starten met hun opleiding gelden tijdens hun “jaar” dus achtereenvolgens twee verschillende opleidingsstatuten: dit opleidingsstatuut en dat van het volgende studiejaar.
Ben je al in een eerder studiejaar ingeschreven voor de propedeuse of postpropedeuse van de opleiding en werkt de opleiding met een vernieuwd curriculum of een veranderde onderwijs- en examenregeling?
Dan zullen sommige bepalingen in de onderwijs- en examenregeling gelden uit een opleidingsstatuut van een
eerder studiejaar.
1.4 Hoe komt het opleidingsstatuut tot stand?
Het opleidingsstatuut voor de opleiding wordt jaarlijks door de academiedirecteur vastgesteld op basis van het Kader opleidingsstatuut: een model dat voor de hele HAN geldt.
De academieraad oefent de medezeggenschapsrechten op het opleidingsstatuut uit, maar alleen voor zover de medezeggenschapsraad van de HAN deze rechten niet al via het Kader opleidingsstatuut heeft uitgeoefend en voor zover die rechten niet aan de opleidingscommissie zijn toegedeeld. Hoe dit precies in elkaar steekt is in het
medezeggenschapsreglement en het Reglement opleidingscommissie geregeld.
De examencommissie van de opleiding wordt vooraf om advies gevraagd.
De hierbij betrokken organisatieonderdelen van de HAN proberen er voor te zorgen dat het nieuwe opleidingsstatuut jaarlijks vóór 1 juli is gepubliceerd.
1.5 Samenhang opleidingsstatuut en overige HAN-regelingen
Het Studentenstatuut geldt voor de hele HAN. In het Studentenstatuut staan alle rechten en plichten van studenten en de HAN. Vindplaats Studentenstatuut: https://www.han.nl/studeren/succesvol-studeren/rechten-plichten/
Het Inschrijvingsreglement beschrijft de algemene regels over aanmelding, toelating, vooropleiding, selectie en inschrijving. Deze gelden voor alle opleidingen. In het opleidingsstatuut vind je alleen de opleidingsspecifieke aanvullingen daarop. Deze aanvullingen mogen niet in strijd zijn met de algemene regels in het
inschrijvingsreglement.
Het inschrijvingsreglement is te vinden via www.han.nl.
2 Het onderwijs bij de HAN
Jouw opleiding maakt deel uit van het onderwijsaanbod van de HAN. De HAN heeft een overkoepelende missie en visie op het hoger onderwijs. Jouw opleiding kleurt deze visie op haar eigen manier in. In dit hoofdstuk beschrijven we de missie, visie en cultuur van de HAN.
2.1 Missie
We richten het onderwijs van de HAN zo in dat je optimaal wordt voorbereid op je toekomstige beroep. Maar dat is niet het enige doel. We willen met je opleiding ook bereiken dat je je maatschappelijk bewustzijn ontwikkelt en dat je in je latere functies kunt blijven bijdragen aan innovaties in een complexe, dynamische en internationale
samenleving:
We willen je goed Kwalificeren voor je toekomstige beroep.
Als professional werk je nooit alleen, maar altijd samen met anderen. Wij noemen dat opleiden als
Netwerkprofessional. Zo leer je hoe je samen met anderen en over grenzen heen jouw werk goed kuntdoen en hoe jij je als beroepsprofessional verhoudt tot de (historische) context van je beroep. Zo krijg je inzicht in wat er nu en in de toekomst van jou wordt verwacht.
We willen bijdragen aan je Persoonlijke vorming, zodat je ‘groeit’ als professional en je je leven lang wilt blijven leren. Immers, wat je weet en wat je kunt is de basis van je professie, maar wie jij bent, jouw kwaliteiten en je aanpak, maken het verschil.
We willen je voor je beroep maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef, ethiek en burgerschap leren; dat je in je beroep iets voor andere mensen moet betekenen; vaak aangeduid met het woord Bildung.
2.2 Visie
Deze vier doelen bereiken we gezamenlijk. Hoe? Dat lees je hier:
Je leert contextrijk. Je doet ervaring op in de praktijk. Dat helpt je om de complexiteit van je toekomstige
werk goed te begrijpen. Leren doe je niet alleen. Jouw opleiding stimuleert leren van en met elkaar.
Je leert in de driehoek onderwijs-onderzoek-werkveld. Je doet bijvoorbeeld onderzoek naar de kwaliteit
van het werk in een werkveld dat je zelf uitkiest, of naar mogelijkheden om te innoveren. Daardoor kun je bijdragen aan de ontwikkeling van je vakgebied. Ook kun je bij nieuwe ontwikkelingen snel inspelen op wat nodig is om je werk optimaal uit te voeren.
De HAN heeft veel lectoraten. Deze lectoraten vormen de onderzoekskant van het hbo-onderwijs en zij doen ook veel voor de opleidingen. Bij een lectoraat kun je bijvoorbeeld onderzoekservaring opdoen in
samenwerking met het werkveld. Alle lectoraten vind je op onze website:
www.han.nl/onderzoek/kennismaken/lectoraten.
Studiebegeleiding en Student als Partner. Gedurende de hele opleiding heb je een studiebegeleider.
Iedere opleiding heeft als doel dat jij je als student herkend, gezien en gehoord voelt. Ook betrekken we je bij de opleiding en de manier waarop we het onderwijs aanbieden. Dit noemen we ‘student als partner’. Iedere opleiding is vrij om de studie in te richten op een manier die past bij jou als student en bij de opleiding. Meer hierover lees je in Deel 1, hoofdstuk 3 en Deel 2, hoofdstuk 7.
Onderwijs met keuzemogelijkheden. Naast het reguliere onderwijsprogramma van je opleiding, geven we
je mogelijkheden om keuzes te maken. De mogelijkheden hangen af van de opleiding die je volgt. Over deze keuzemogelijkheden lees je meer in de onderwijs- en examenregeling. Daarbij stimuleren wij je om
onderzoekservaring op te doen bij de lectoraten van de HAN, bijvoorbeeld in een innovatielab of een
leerwerkplaats. Maak voor je keuzes gebruik van de adviezen van docenten en andere adviseurs bij de HAN.
Internationalisering @home of in het buitenland. Iedere student die aan de HAN studeert krijgt in zijn
opleiding te maken met de internationale context van het vakgebied waarin hij of zij zich ontwikkelt.
2.3 Kwaliteitscultuur
De HAN werkt vanuit een kwaliteitscultuur waarin iedereen op zijn eigen manier verantwoordelijk is voor kwalitatief hoogwaardig onderwijs en een soepele organisatie. Hieronder lees je hoe.
2.3.1 Hooggekwalificeerde medewerkers
Onze docenten zijn hoogopgeleid en komen veelal uit het werkveld waarvoor ze studenten opleiden, of ze komen uit een wetenschappelijke context die past bij dit werkveld.
Meer dan 90% van de docenten die je tegenkomt in je studie heeft een masteropleiding en een deel van hen is gepromoveerd.
De docenten beschikken over adequate didactische kwaliteiten. Daarvoor zijn ze geschoold. Dit betekent dat ze weten hoe ze je op de beste manier kunnen begeleiden bij het leren. De examinatoren hebben de juiste
kwalificaties. Ook al onze medewerkers die het onderwijs ondersteunen, zijn opgeleid in hun vakgebied. Denk bijvoorbeeld aan het secretariaat, het praktijkbureau en de roosteraars. Zij doen allemaal kwalitatief hoogwaardig werk.
Doordat onze opleidingen samenwerken met onze lectoraten zijn ook onderzoekers en lectoren betrokken bij het onderwijs. Dit helpt jou bijvoorbeeld om jouw eigen onderzoekende houding verder te ontwikkelen. Via het lectoraat kun je ook kennismaken met actuele onderzoeksresultaten en innovaties in jouw werkveld.
2.3.2 Stimuleren van groei en een lerende houding
Wij willen dat jij de groei kunt doormaken die nodig is om je opleiding succesvol af te ronden. Dit doen we niet alleen door je te begeleiden, maar ook door je uit te dagen om het beste uit jezelf te halen, en door je te leren hoe je steeds zelfstandiger kunt studeren. We stimuleren dat je zelf initiatieven neemt, verwachten een actieve
studiehouding en begeleiden bij de ontwikkeling van een professionele beroepshouding. Je mag van je docenten verwachten dat zij bereikbaar zijn, en snel en helder reageren op jouw vragen. Ook kun je om steun vragen als je studie niet zo vlot loopt als verwacht, of als je juist meer wilt en kunt. Hierover lees je meer in de onderwijs- en examenregeling.
2.3.3 Verantwoordelijk voor kwaliteit
Alle opleidingen hebben een kwaliteitsplan. Hierin, maar ook in de onderwijs- en examenregeling, staat bijvoorbeeld hoe studenten het onderwijs evalueren en wat er verbeterd moet worden. Daarin staat ook hoe studenten, docenten en andere medewerkers direct en actief betrokken kunnen zijn bij de verbetering van hun opleiding, want
studentbetrokkenheid en -participatie is belangrijk. Even belangrijk is dat iedere medewerker, iedere student en ook het direct bij de opleiding betrokken beroepen- en werkveld op eigen wijze verantwoordelijk is voor, of betrokken is bij, het reilen en zeilen van de opleiding en de HAN. Bijvoorbeeld voor de kwaliteit van lessen, roosters, inhoud van het onderwijs, stagebegeleiding, toetsing en andere vernieuwing en verbetering.
Wij nodigen jou, als student, uit om een betrokken rol hierin te nemen. Dat is ook in je beroep een belangrijke houding. Dit betekent ook dat we je regelmatig vragen wat je vindt van je opleiding. Dit gebeurt door (digitale) enquêtes en een jaarlijks landelijk studentenonderzoek en door evaluaties aan het einde van een periode. We zullen je ook uitnodigen om actief mee te werken aan vernieuwing en kwaliteitsverbetering. Bijvoorbeeld door onderwijs of toetsing, of logistieke of organisatorische punten te verbeteren: samen met docenten en/of ondersteuners.
We reflecteren ook zelf op de manier waarop we ons onderwijs en onderzoek verzorgen, voor wie we dat doen en
waarom we dat zo doen. Onze bevindingen toetsen we regelmatig bij alle betrokken partijen. Bij jou dus, maar ook
bij docenten, onderzoekers en mensen uit de beroepspraktijk. Ook wordt iedere opleiding eens per zes jaar officieel beoordeeld, door de NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie).
2.3.4 Inspirerende en interactieve omgeving
Wij willen graag dat jij je opleiding als inspirerend ervaart. Bijvoorbeeld door recente ontwikkelingen in het vakgebied
snel aandacht te geven. We proberen ook altijd een open, interactieve, veilige en vertrouwde (leer-)omgeving te
creëren. We stimuleren dat iedereen elkaar eerlijke feedback geeft.
3 Informatie over jouw opleiding
3.1 Missie en visie van jouw opleiding
De ‘driehoeksverhouding’ tussen onderwijs, onderzoek en werkveld is van levensbelang voor het beroepsonderwijs.
Dit realiseren wij door in onze professionele resultaatgerichte teams samen te werken met mensen uit de praktijk, studenten en docenten. We willen onderwijs en onderzoek nog dichter bij elkaar organiseren, zodat zij een logisch samenhangend geheel vormen.
Als opleiding hebben we voor een programma met een generiek karakter gekozen. We bedoelen daarmee dat deze opleiding een basisopleiding tot HRM-deskundige is en geen functiegerichte opleiding. Juist vanwege het generieke karakter heeft de opleiding alleen de afstudeerrichting Human Resource Management met een bedrijfskundige focus, want je moet uiteindelijk beschikken over bekwaamheden die in veel functies op het terrein van Human Resource Management noodzakelijk zijn. Je moet dan ook zelfstandig beroepsmatig kunnen handelen in uiteenlopende situaties die variëren in complexiteit.
Dat houdt in dat je als student HRM’er:
vanuit je eigen deskundigheid een bijdrage kan leveren aan strategische, tactische en operationele besluitvormingsprocessen en de consequenties die volgen uit de besluitvorming.
deel kan nemen aan interdisciplinaire besluitvormingsprocessen en daarvoor heb je kennis van de betrokken disciplines
beschikt over sociale, communicatieve en beroepsvaardigheden.
beschikt over een beroepshouding waardoor je kan functioneren als HRM-deskundige
Voor het studiejaar 2020-2021 betekent dit dat we als opleiding HRM werken aan het creëren van een inspirerende,
activerende omgeving, zodat jij, als student, samen met onze docenten vanuit een trots en betrokken gevoel voor de
opleiding kan werken en studeren. Ook besteden we veel aandacht aan het versterken van onze relaties met het
werkveld door docenten in promotietrajecten en lectoraten (onderzoeksgroepen) in te zetten.
Door samen te werken en ervaringen te delen, leer je van elkaar. Zo leer je o.a. samen met elkaar, projectmatig, te werken aan beroepsproducten – dit zijn producten die in de beroepspraktijk van een HRM’er kunnen worden gevraagd – maar ook leer je om je gedachten onder woorden te brengen en te argumenteren en pas je jouw
‘waarheid’ aan doordat je nieuwe inzichten verwerft. Niet elke student heeft dezelfde leerstijl: sommigen werken bijvoorbeeld graag alleen, terwijl anderen juist erg graag samenwerken. In ons onderwijs komen we aan beide leerstijlen tegemoet door je zowel individueel als in groepsverband beroepsproducten te laten maken.
Bij de opleiding HRM streven we naar een gemiddelde van twintig contacturen per week. De opleiding heeft een concentrische opbouw. Dat betekent dat de eindkwalificaties op verschillende niveaus in meerdere
onderwijseenheden terugkomen en dat je steeds op een hoger niveau aan de eindkwalificaties werkt. Op deze manier werk je geleidelijk aan naar de beheersing van de eindkwalificaties op het hoogste niveau.
Bij de inrichting van de onderwijseenheden gaan we uit van eindkwalificaties en de daarbij horende beroepssituaties van een HRM’er. Je werkt aan de eindkwalificaties door o.a. aan beroepsproducten te werken. In elke
onderwijseenheid toetsen we in de vorm van beroepsproducten en kennistoetsen. In de beroepsproducten toetsen we of er een integrale transfer van de kennisgebieden naar het beroepsproduct (kennis, vaardigheden en houding) heeft plaatsgevonden. In de kennistoetsen toetsen we relevante kennis en vaardigheden (Body of Knowledge &
Skills) die gerelateerd zijn aan de HRM-beroepspraktijk.
Docenten van de opleiding Human Resource Management kunnen afwisselend verschillende rollen vervullen:
inhoudsdeskundige, coach, beoordelaar en studiebegeleider. Niet iedere docent vervult alle rollen. Als
inhoudsdeskundige heeft de docent didactische kwaliteiten om de vakinhoud over te brengen. Een docent in de rol van coach ondersteunt het werken aan beroepsproducten en begeleidt jou individueel of in een groep. De
studiebegeleider is jouw aanspreekpunt en begeleidt je bij het werken aan de eindkwalificaties en het maken van individuele keuzes. Als beoordelaar beoordeelt de docent het eindresultaat van het beroepsproduct en de individuele inzet en bijdrage die de groepsleden aan het eindproduct leveren. Daarnaast maakt de docent als beoordelaar de kennis- en vaardigheidstoetsen, samen met tenminste één collega-docent. De essentie van ons onderwijs is dat je opgeleid wordt als startbekwame HRM-professional, die uitgaat van de waardigheid en belangen van alle stakeholders en die, als het moet, morele beslissingen kan en durft te nemen. Wij leiden op met gevoel voor de persoon, het beroep en maatschappelijke ontwikkelingen die gerelateerd zijn aan de (internationale) HRM- beroepspraktijk.
Bij deze onderwijsvisie horen vier doelstellingen:
A) De student opleiden tot een startbekwame beroepsprofessional B) Kleinschalig onderwijs aanbieden en ICT
C) De focus leggen op de ontwikkeling van de student D) Onderzoek /Lectoraat HRM
Elke doelstelling is uitgewerkt in een aantal facetten. In het onderstaande overzicht is de uitwerking per doelstelling te vinden.
A. Opleiden van startbekwame beroepsprofessionals
A1. De opleiding heeft partnerschappen met het werkveld. Samen met hen zorgt de opleiding voor
de ontwikkeling en uitvoering van het onderwijs.
A2. Alle leerdoelen binnen de opleiding zijn afgeleid van de eindkwalificaties van een startbekwame beroepsprofessional. De afgestudeerde heeft een lerende, ondernemende, onderzoekende en verantwoordelijke houding.
A3. De opleiding heeft onderwijseenheden waarbinnen de student multidisciplinair samenwerkt.
A4. De opleiding verweeft de internationale context van het beroep in het curriculum. Een student beheerst na afronding van de opleiding een vreemde taal op B2-niveau.
A5. De docent wordt ingezet op zijn kracht. Hij is didactisch en vakinhoudelijk bekwaam en blijft zich ontwikkelen om zijn onderwijs te verbeteren. De docent heeft een actieve verbinding met de
beroepspraktijk.
A6. De actuele beroepspraktijk staat centraal binnen de opleiding.
B. Kleinschalig onderwijs en ICT
B1. Binnen de opleiding kennen studenten en docenten elkaar.
B2. Het onderwijs binnen de opleiding is motiverend en activerend, wat resulteert in een hoge mate van inspanning van de student.
B3. De docent maakt gebruik van de didactische mogelijkheden van ICT om het leerproces van de student maximaal te faciliteren.
B4. De opleiding richt in overleg met de facilitaire dienst de fysieke leeromgeving in op een manier die het leerproces van de student bevordert.
C. Focus op de ontwikkeling van de student
C1. Studiebegeleiding is een integraal onderdeel van de opleiding.
C2. Het werken met faseteams waarin de student centraal staat. Het faseteam sluit aan bij de fase van de ontwikkeling van de student in de opleiding. Dat betekent dat de leeromgeving en de didactiek hierop is afgestemd.
C3. De student wordt door middel van de FEM Talent Academy extra uitgedaagd.
C4. Het stage- (10 maanden) en afstudeerprogramma borgt dat de student laat zien dat hij beschikt over de eindkwalificaties van een startbekwame HRM-professional. De stage en het afstuderen bestaan daarom uit meerdere toets onderdelen, waaruit de ontwikkeling van student blijkt.
D. Onderzoek
D1. Een nauwere samenwerking met het (internationale HRM) werkveld
D2. Meer (wetenschappelijk toegepaste) kennis en kennisontwikkeling in de opleiding.
D3. De producten van het lectoraat worden gebruikt in het onderwijs (zie bijvoorbeeld www.nkdi.nl)
D4. Onderwerpen blijven aansluiten bij de praktijkbehoefte.
3.2 Inhoud en organisatie van jouw opleiding
Er zijn veel redenen waarom je goed zit bij deze opleiding. Met onze bedrijfskundige focus onderscheiden we ons van veel andere HRM-opleidingen in het land. Verder zijn onze sterke banden met het regionale bedrijfsleven en daarmee ook onze praktijkgerichtheid goed voor jouw vorming als HRM-professional.
Daarnaast is het onderwijs kleinschalig georganiseerd en van hoog niveau en zijn we door ons actieve lectoraat (onderzoeksgroep) volledig up-to-date!
Bedrijfskundige focus
In vergelijking met andere HRM-opleidingen word je hier sterk ‘bedrijfskundig’ gevormd. Dit betekent concreet dat je in het eerste jaar veel bedrijfskundige vakken krijgt, zodat je vertrouwd raakt met de bedrijfskundige kant van de organisaties waarin je later terechtkomt. Wij vinden dat we je daarmee het best voorbereiden op de praktijk en dat je als breder opgeleide professional meer kansen hebt op de arbeidsmarkt. Bovendien zie je zo heel goed wat je toegevoegde waarde is als HRM’er binnen een bedrijf of organisatie.
Kleinschalig: het draait om jou
Natuurlijk draait het tijdens de opleiding om jou. Daarom heb je steeds een groep docenten om je heen die zich wijdt aan de fase waarin jij je bevindt: je propedeuse (eerste jaar), de hoofdfase (tweede jaar) en de praktijkfase (derde en vierde jaar). Zo’n team van docenten, het ‘faseteam’, komt regelmatig bij elkaar om jouw vorderingen te bespreken. We durven wel te zeggen dat je hier als student echt gekend wordt. Daarnaast oefen je in kleine groepen je vaardigheden. Je krijgt individuele aandacht, kunt veel oefenen en krijgt feedback van je docent en je medestudenten.
‘Je wordt goed gevolgd’
‘Continuous assessment’ noemen wij het. Dit betekent dat je als student goed gevolgd wordt: hoe zit het met je praktische vaardigheden? Ben je vooruit gegaan? Welke knelpunten zijn er nog? Met het faseteam bespreken we alle studenten die in een bepaalde fase van hun studie zitten, maar bij het continuous assessment gebeurt dat ook door de studiebegeleider (SLB). De eerste twee jaar van je opleiding heb je dezelfde SLB’er; die kent jou daardoor meer persoonlijk.
Volledig HRM
Vaak is HRM met een andere opleiding gecombineerd en alleen als uitstroomprofiel beschikbaar. Bij ons word je direct vanaf het eerste jaar in de HRM-wereld binnengevoerd. Je volgt een brede propedeuse waar wél al direct vanaf de eerste week een stevig HRM-sausje overheen ligt. Vervolgens is het opleidingsprogramma volledig ingericht met vakken die je in de wereld van HRM nodig hebt. Het programma leidt je op tot een allround
deskundige. We zorgen er dus voor dat je alle bagage aan boord hebt om de adviseur te worden die nu en in de toekomst met professioneel Human Resource Management bijdraagt aan de doelstellingen van een organisatie.
Hoog niveau: voor het beste toekomstperspectief
Landelijk gezien is het niveau van onze opleiding hoog. Een logisch gevolg daarvan is dat relatief veel van onze studenten doorstromen naar een masteropleiding. Om deze doorstroom zo soepel mogelijk te laten verlopen, hebben wij afspraken met de Radboud Universiteit over doorstroomminoren. Dat betekent dat je ervoor kunt kiezen om de eerste helft van je vierde studiejaar te besteden aan een gedegen voorbereiding op de overstap naar de universiteit.
Honoursprogramma Human Resource Management
Ben jij ambitieus? Zoek jij extra uitdaging binnen je opleiding? Wil jij excelleren en deel uitmaken van een learning
community? Dan is een honoursprogramma van de Talent Academy (TA) wat voor jou! Jouw opleiding participeert
ook in dit programma.
De Talent Academy biedt talentvolle en gemotiveerde studenten de kans het beste uit zichzelf te halen. Je wordt uitgedaagd tot nieuwe inzichten en innovatieve manieren van denken. Onder begeleiding van een vaste groep ambitieuze docenten leer je in jouw eigen learning community hoe je jouw talenten optimaal kunt benutten. In studiejaar 2020-2021 is het honoursprogramma toegankelijk voor eerste-, tweede- en derdejaars studenten.
Goed om te weten: De Talent Academy start alleen in september.
Voor aanmelden en meer informatie, kijk op de website van de Talent Academy: http://han.nl/talentacademy.
Zie ook hoofdstuk 5.2 in deel 2 van dit opleidingsstatuut.
3.3 Hoe wij opleiden en begeleiden
Het onderwijsprogramma waarover je in het vorige hoofdstuk las, is gebaseerd op de visie op het
vakgebied HRM. Daarover lees je in dit hoofdstuk meer. Ook lees je hier welke didactische uitgangspunten we hanteren en hoe we heel bewust kennis, vaardigheden, praktijk en onderzoek in het totale programma inbouwen. We beschrijven ook hoe we jouw ontwikkeling stimuleren en meetbaar maken en je sturen en coachen op weg naar zelfmanagement.
De HR-professional is werkzaam binnen organisaties die verschillen in omvang en aard en bovendien worden HR- professionals verschillend ingezet. Ondanks deze verschillen is er een gemeenschappelijke basis te benoemen van waaruit HR-professionals handelen.
Voor alle HRM’ers is van belang dat ze op twee assen opereren:
* De as ‘denken-doen’
* De as 'organisatie – HR'
1. Analyseren van de eigen organisatie: de omgeving, korte/lange termijn ontwikkelingen, strategische keuzes die
gemaakt worden, de bestaande cultuur e.d.;
2. Vertalen van organisatiebeleid en omgevingsaspecten naar HR-beleid dat bijdraagt aan de realisatie van de strategische keuzes van de organisatie;
3. Realiseren van HR-producten en -diensten die bijdragen aan de realisatie van het HR-beleid;
4. Evalueren van de effecten van geleverde HR-producten en -diensten op de daadwerkelijke impact in de organisatie.
Didactische uitgangspunten
Wij willen jou de optimale mix bieden als het om leren gaat: theorie en praktijk, op school en op de werkplek, individueel en in teamverband, face-to-face en online, synchroon en asynchroon. Hierbij maken we gebruik van verschillende passende werkvormen. Door deze mix aan werkvormen en leeractiviteiten (en studiematerialen) die bijdraagt aan de realisatie van de doelstellingen, willen we je motiveren en uitdagen om het beste van jezelf te laten zien. Ons doel is om het leren boeiend, effectief en interactief te maken waarbij we aanzetten tot toepassing van de leerinhoud.
We onderscheiden vier fases als het gaat om effectief leren (1) activatie, (2) demonstratie, (3) toepassing en (4)
integratie. Deze opbouw zie je dan ook vaak terug in de lessen. Het geleerde beklijft uiteindelijk het best doordat je
het echt eigen maakt (integratie). Dit doen we bijvoorbeeld door het creëren van nieuwe dingen op basis van de
verworven inzichten, kritische reflectie en discussie uit te lokken en kansen te bieden om het geleerde te tonen aan
een breder publiek.
Wij stimuleren zelfmanagement. Jij bent aan zet als het gaat om jouw leerproces, je neemt zelf initiatief, handelt en beslist. We willen namelijk bereiken dat je in staat bent om mogelijkheden, kansen en wensen in de loopbaan te herkennen en te benutten, waarbij je verantwoordelijkheid neemt voor het eigen leren en het professioneel
handelen. We leiden namelijk op voor beroepen die continu in beweging zijn en mogelijk zelfs voor beroepen die nu nog niet bestaan. Dat vraagt dat leren leren en blijven leren centraal staan in ons onderwijs. Hiertoe bieden we je (geleidelijk) voldoende keuzes en inspraak. We helpen je inzicht te krijgen in de consequenties van jouw keuzes en vertrouwen jou in het maken van beslissingen.
Je moet als student op alle momenten kunnen bijsturen, waar en wanneer de situatie daarom vraagt. Dit vraagt om een flexibele houding. We proberen ons onderwijs flexibel in te richten, waardoor er ook meer ruimte is om actuele vraagstukken op te pakken en spontaan te leren. Je zult merken dat wij deze flexibiliteit ook toelaten in oplossingen en oplossingsroutes.
Reflectie maakt onlosmakelijk deel uit van zelfmanagement. Het gaat om tijdig reflecteren en bijsturen. Dat betekent
zicht hebben op je eigen capaciteiten en ambities: wat kan ik? Wat nog niet? Wat wil ik bereiken? Op basis daarvan
stel je doelen op, maak je keuzes en onderneem je acties gericht op het bereiken van deze doelen. Daarna herzie je
jouw doelen, gevoed door ervaringen en reflectie op die ervaringen. Het gaat dus om een doorlopend proces waarin
je handelingen richt op het bereiken van doelen die je zelf, op basis van eigen inzichten, kiest en herziet. Je leert
kritisch te kijken naar wat er is gebeurd, hieruit lering te trekken en nieuw gedrag te ontwikkelen.
We zijn ontwikkelgericht en geven je daarom veel (groeigerichte) feedback. Hierbij past een didactiek waar ruimte is om fouten te maken en deze te herstellen. We verwachten van jou een actieve houding. We waarderen
inspanningen en ingezette strategieën en niet enkel het resultaat. We vinden creativiteit en out of the box denken belangrijk omdat dat kenmerken zijn van de HRM-professional als innovator.
We gaan samen met jou op zoek naar informatie om te bepalen waar je staat in het leerproces, waar je naartoe moet werken en op welke manier.
Bij ontwikkelgerichtheid past een kritische houding. Daarom leren we je denken op een manier die niet alleen gericht is op eigen denkbeelden, overtuigingen en belangen maar ook op die van anderen. Het helpt je om een ‘open blik’
te ontwikkelen en tegelijkertijd voortdurend waakzaam te zijn op informatie die op ze af komt.
Differentiatie blijkt een belangrijke wens te zijn de hbo-student om recht te doen aan de grote variatie. We zetten in
op differentiatie door remediërend aanbod te creëren voor studenten die achterblijven, door individuele begeleiding en door extra uitdagingen te bieden. In de didactiek gaat het vooral om meer differentiatie in de leervormen en in de leersituaties. Doelen van differentiatie zijn (1) maximale talentontwikkeling van iedere student (2) afgestudeerde professionals die flexibel en wendbaar zijn en (3) mogelijkheden tot eigen profilering. Het gaat dus om onderwijs aanbieden dat beter aansluit op individuele wensen en inspeelt op veranderingen in de samenleving, bijvoorbeeld toenemende internationalisering.
Vakinhoud en vaardigheden worden zoveel mogelijk integraal aangeboden en getoetst. In plaats van het volgen
van losse vakken en leerlijnen is het uitdagender als je het onderwijs krijgt aangeboden vanuit de context van het
beroep. Als je de inhoud in de gehele context ziet, wordt de materie waardevoller en interessanter, omdat je dan
direct weet waarvoor je het nodig zal hebben. Daarnaast zorgen we er ook voor dat veel toetsing integratief
plaatsvindt. We maken gebruik van toetsvormen waarin verschillende vakken en leerlijnen samenkomen, zodat niet alles afzonderlijk getoetst hoeft te worden.
De studiebegeleiding
Natuurlijk ben je in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor jouw studieloopbaan. Maar je studiebegeleider heeft hierbij ook een belangrijke rol. Hij of zij begeleidt je bij:
het maken van keuzes, zoals bijvoorbeeld bij je stage of minor het verwerven van competenties
de studievoortgang de studieplanning het ‘leren leren’
Studiebegeleiding is echt onderdeel van je onderwijsprogramma. In je propedeusejaar volg je SLB-lessen. Je hebt individuele gesprekken en er zijn inloopspreekuren. Je SLB’er helpt je in de tweede helft van je propedeusejaar bij het formuleren van leerdoelen bij je oriëntatie op het beroep van HRM ’er. In de hoofdfase heb je vooral individueel contact met je SLB’er, waarin je je richt op je sociale en communicatieve competenties en je zelfsturende
competentie. Uiteindelijk maak je ook je Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP) en opereer je steeds zelfstandiger.
Taken van de studiebegeleider
De SLB’er heeft een adviserende rol bij het verlenen van toestemming om te mogen beginnen aan
onderwijseenheden zoals stage, minor en afstuderen. De SLB’er kan de student helpen bij het maken van een keuze voor een stage, minor of het afstudeerproject. Ook speelt de SLB’er een rol bij het maken van
studieafspraken (in geval van studievertraging). Daarnaast kunnen studenten te allen tijde zelf het initiatief nemen voor een gesprek. De SLB’er volgt het studieloopbaan programma en is daarnaast ook aanspreekpunt t/m het D- cluster voor de student wanneer er zaken spelen die een goede voortgang van de studie belemmeren. Vanaf het E- cluster (stagejaar) is de stagebegeleider van de opleiding het aanspreekpunt. Tijdens de minor is het de SSLB’er en tijdens het afstuderen de afstudeerbegeleider. Hier ligt uiteraard wel de verantwoordelijkheid bij de student. De opleiding HRM verwacht van de student dat deze zelf op tijd de SLB’er aanspreekt wanneer hij of zij problemen ondervindt met de studie. Als problemen in een vroeg stadium bekend zijn bij de SLB’er is het mogelijk om oplossingen te zoeken en afspraken te maken. De student bespreekt de studievoortgang met de SLB’er. Bij persoonlijke problemen die leiden tot studievertraging is het van groot belang dat je dit tijdig aangeeft, d.w.z. op het moment dat ze zich voordoen.
Senior Studiebegeleider (SSLB’er)
Als je door ziekte, persoonlijke problemen of bijzondere omstandigheden niet voldoende kunt presteren, verwijst de SLB’er je door naar de SSLB’er van de propedeuse of van de hoofdfase. (Je kunt overigens ook zelf contact met hen opnemen). In overleg is het mogelijk dat je samen met de SSLB’er je studieprogramma aanpast.
Daarnaast kun je bij de SSLB’er terecht wanneer je vragen hebt over:
Extra faciliteiten bij tentamens
Bindend Negatief studieadvies (BNSA) Stoppen met de studie
Overstappen naar andere opleidingen Studiefinanciering
Regelingen uit het studentenstatuut
De combinatie van topsport en studie
Studeren met een functiebeperking
Bij specifiekere vragen, bijvoorbeeld over financiële ondersteuning, speciale voorzieningen vanwege een
functiebeperking of verwijzing naar de studentenpsycholoog kan de SSLB’er je doorsturen naar de campusdecaan.
Programma van studiebegeleiding
Studiebegeleiding in de propedeuse bestaat uit SLB-lessen, individuele gesprekken, informatiebijeenkomsten en inloopspreekuren. Door dit programma leert de student de HAN, de eigen opleiding, de klasgenoten, de SLB’er en zichzelf (beter) kennen. Daarbij wordt duidelijk wat de student bij en van de HAN kan verwachten, maar ook wat er van de student zelf wordt verwacht. De student krijgt handvatten om de transitie (overgang) naar het student zijn te kunnen maken. In de tweede helft van de propedeuse start de student met het formuleren van leerdoelen in het kader van de oriëntatie op het beroep.
In de hoofdfase omvat het SLB-programma individueel contact tussen de student en de SLB’er. Binnen
studiebegeleiding wordt met name veel aandacht besteed aan de algemene hbo-competenties, te weten: sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie) en zelfsturende competentie (intrapersoonlijk,
beroepsbeoefenaar of professional) Je maakt keuzes voor stage, minor en afstudeeropdracht.
Via #OnderwijsOnline is de studiehandleiding van studiebegeleiding te vinden. De wijze van beoordelen is kwalitatief. De SLB’er beoordeelt op basis van actieve deelname en aanwezigheid.
3.4 Stages en/of werkplek
10 Maanden stage!
Deze HRM-opleiding heeft bewust gekozen voor een stageperiode van tien maanden. Volgens ons heb je deze tijd nodig om een bedrijf goed te leren kennen, om je de werkzaamheden eigen te maken en om zelf echt te groeien.
We begeleiden je daar intensief bij, bijvoorbeeld door aandacht te besteden aan jouw ‘personal branding’. Hoe presenteer jij je? Hoe zien anderen jou? In de tien maanden werk je bovendien aan een verbeterproject binnen je stage-organisatie dat meetelt voor je afstuderen.
3.5 Hoe werkveld en beroepenveld zijn betrokken
Praktijkgericht: midden in het werkveld
Met bedrijven in de regio hebben we veelvuldig duurzaam contact. Deze bedrijven houden ons aangesloten bij de praktijk, zodat je altijd met up-to-date praktijksituaties aan de slag kunt. Via deze duurzame relaties zijn er natuurlijk ook veel verschillende stageplaatsen beschikbaar.
3.6 Lectoraten en kenniscentra
Gevoed door onderzoek
Het lectoraat Human Resource Management van de HAN haalt onderzoeksopdrachten op in de regio en tilt de HR- praktijk in de regio zo naar een hoger plan. Bovendien verbindt het lectoraat studenten en docenten aan
praktijkgericht onderzoek. Nieuwe kennis en inzichten die het lectoraat opdoet, verrijken direct ons onderwijsprogramma.
3.7 Keuzemogelijkheden in je opleiding
De minor: verdieping van jóuw interessegebied
In het G-cluster (eerste helft vierde jaar) krijg je de mogelijkheid om een vrije ruimte van 30 studiepunten naar eigen
inzicht in te vullen. Deze vrije ruimte noemen we de minor (letterlijk: de kleinere, naast de grotere, de major, het
hoofdprogramma). Het doel van de minor is jou de gelegenheid te geven je kennis verder te verdiepen en/of te verbreden op een specifiek gebied uit de hoofdfase. Hierdoor kun je je gericht voorbereiden op de beoogde
beroepspraktijk of op een vervolgstudie op universitair of hbo-masterniveau. Het is dan ook erg belangrijk een goede en onderbouwde keuze voor een minor te maken, ook omdat je een minor als los onderdeel op je CV kan
vermelden.
Een keer per jaar wordt er door de HAN een minorenmarkt georganiseerd (zowel in Arnhem als in Nijmegen). Ook geven we als opleiding bij de aftrap van het C- en D-cluster kort, en tijdens de lessen in het E-cluster uitgebreider, voorlichting over het kiezen en volgen van een minor.
Op de website HAN-Insite HRM-opleiding, direct naar onderwijs ► keuzemodulen/minoren, is meer informatie te vinden over de wijze van inschrijving en het daarbij horende tijdpad. Het is met klem aan te raden goed de inschrijfperiodes in de gaten te houden. Meer informatie is te vinden in de brochure Minoren in het G-cluster dat digitaal beschikbaar is via #OnderwijsOnline.
Om de vrije ruimte in te vullen, kun je dus kiezen uit het aanbod aan minoren van de Academie Organisatie &
Ontwikkeling maar je kan ook kiezen uit het aanbod van de andere opleidingen binnen de HAN of uit het aanbod van opleidingsinstellingen buiten de HAN, ook buiten Nederland. Meer informatie hierover is in te winnen bij het International Office.
Een beschrijving van alle HAN minoren vind je op www.han.nl/minor en Insite. Het is ook mogelijk om zelf een zogenaamde vrije minor samen te stellen uit relevante modules die door de opleidingen van de HAN worden aangeboden, samen met een totale omvang van minimaal 30 studiepunten. Aan het zelf samenstellen van een vrije minor zitten voordelen: zelf kiezen naar belangstelling, maar er zitten ook nadelen aan: gebrek aan samenhang, overlap in programma’s en roosters, onevenwichtige studiebelasting, en andere praktische problemen (instap- en aansluitingsproblemen). Het is ondanks deze bezwaren wel mogelijk om zelf een programma samen te stellen uit onderwijsinhouden uit hbo- en wo- onderwijsinstellingen in binnen- en buitenland.
De vrije minor kun je ook gebruiken om de vrije ruimte (deels) in te vullen met modulen, onderwijseenheden, minoren die andere opleidingen in binnen- en buitenland aanbieden.
In dit geval organiseer je voor een belangrijk deel alles zelf. Zo moet je zelf:
alle informatie over de minor uit studiegids en literatuurlijst van de aanbiedende opleiding verzamelen.
de inschrijving bij de andere onderwijsinstelling regelen.
ervoor zorgen dat alles op elkaar wordt afgestemd.
je eigen rooster beheren.
Ook is het mogelijk om als tweede inschrijving een complete minor aan een andere hbo- of wo- onderwijsinstelling te volgen, zowel in binnenland (zie daartoe: www.kiesopmaat.nl) als in buitenland.
In het laatste geval is het van belang om je tijdig te oriënteren op de mogelijkheden en het aanbod van verschillende partnerinstellingen en alle procedures rondom aanmelding en selectie. Dat kan door het bijwonen van de jaarlijkse Study Abroad voorlichting die ieder jaar in oktober wordt georganiseerd. Daar krijg je meer informatie over de aanmeldprocedure en deadlines, selectiecriteria, partners en beurzen. Overige informatie zoals ervaringen van studenten, procedures bij partners en het selecteren van vakken staat op: Insite ► International Office ► Study Abroad ► Partners
In het kader van internationalisering stimuleren we met nadruk het volgen van een minor in het buitenland. Je moet er wel rekening mee houden dat een gedegen voorbereiding dan wel noodzakelijk is. Hierbij moet je denken aan bepaalde regelingen, huisvesting, vaardigheid in de voertaal en kennis van de cultuur van het betreffende land. De verantwoordelijkheid hiervan ligt bij de student.
Of je de minor van jouw keuze ook kan gaan volgen is afhankelijk van de volgende factoren:
De motivatie die jij geeft voor jouw keuze (moet aansluiten bij POP en Reflectie).
In het geval van een vrije minor: goedkeuring door de examencommissie (die zich laat adviseren door de SLB’er/ SSLB’er van de opleiding), die op zijn beurt rekening houdt met het oordeel van jouw SLB’er).
In het geval van een minor binnen de Academie Organisatie en Ontwikkeling: goedkeuring door de SSLB’er van de opleiding.
De minor moet aansluiten bij het onderwijs van de opleiding (maar niet teveel overlap).
Acceptatie door de organiserende instantie van de minor (er moet bijv. wel plaats zijn en de minor moet wél aangeboden worden).
In alle gevallen moet de minor van tevoren aangevraagd en goedgekeurd worden. De inschrijving gebeurt in Alluris.
Daarnaast vul je een aanvraagformulier in waarop je SLB’er een advies geeft over de keuze. De examencommissie geeft (via de SLB’er, SSLB’er) toestemming om de minor te volgen.
Een doorstroomminor die met succes is afgerond geeft toegang tot bepaalde masters van de universiteiten in Nijmegen. De minor verkort het traject om een universitaire master te behalen. Voor de doorstroomminoren gelden toelatingseisen. Voor voorlichting over de doorstroomminoren verwijzen we je naar de betreffende universitaire opleidingen.
Je kunt er tijdens je minor ook voor kiezen om je talenkennis te verdiepen en/of te verbreden. Zo biedt de Academie Organisatie en Ontwikkeling onder andere de mogelijkheid om een minor Duits van 7,5 studiepunten te volgen.
Uiteraard kun je elders binnen de HAN Spaans of verdiepende modules Engels volgen. Je kunt bijvoorbeeld kijken op de talensite van intranet, onderste uitrolmenu rechtsboven: Talen.
Mogelijke minoren
Een minor van Academie Organisatie en Ontwikkeling
Insite
Een minor van de HAN Insite
Een minor van andere onderwijsinstellingen
www.kiesopmaat.nl InsiteEen vrije minor (waaronder de praktijkminor) De vrije minor is een ‘pakket onderwijs’ dat de student zelf samenstelt. Een vrije minor kan bijvoorbeeld een stage zijn in binnen- of buitenland of een Study Abroad
Een doorstroomminor Website van betreffende universiteit
Een Study Abroad Via het International Office
3.8 Kwaliteitszorg van de opleiding
Systeem van kwaliteitszorg van de academie.De academie peilt regelmatig de mening van studenten over allerlei zaken die betrekking hebben op het onderwijs in
de ruime zin van het woord. In de eerste plaats het feitelijke onderwijs dat je in een bepaalde periode gevolgd hebt, maar bijvoorbeeld ook het studiemateriaal, planning van de uren en studietaken.
Beroepenveldcommissie
Om de kwaliteit van de opleiding te kunnen bewaken, hecht de HAN groot belang aan de mening van deskundigen uit de werkvelden waarvoor opgeleid wordt. Deze deskundigen komen minstens vier maal per jaar bijeen in de vergaderingen van de Beroepenveldcommissie.
De Beroepenveldcommissie bestaat uit de volgende leden:
Dhr. H. Verlinden (voorzitter)
Dhr. J.W. Van den Dungen (Partner / Consultant P&O Partner) Dhr. R. Boulogne (P&O-manager Beleid Achmea)
Mevr. D. Portman (HR Manager Humphreys) Dhr. T. Duijker (Directeur Enspiratie BV) Dhr. R. Nanarjaïn (HRM Adviseur Alfa) Dhr. R. Westra (HR Directeur Stantec)
Mevr. E. Ackerman (Senior Adviseur P&O Gemeente Nijmegen) Mevr. S. Ponten (Onderwijscoördinator HAN HRM)
Mevr. prof. A. de Lange (lector Human Resource Management) Mevr. dr. S. Detaille (lector Human Resource Management) Externe toezichthouder
Om een oordeel over de kwaliteit van het examen te vormen wordt er toezicht gehouden door externe toezichthouders.
De beoordeling over de kwaliteit van het examen betreft in het bijzonder:
de kwaliteit van toetsing en beoordeling
de kwaliteit van studenten (realisatie van de beoogde (eind)kwalificaties)
de organisatorische kwaliteit van het examen De externe toezichthouder is mevrouw Jet de Lange.
Meer informatie omtrent de kwaliteitszorg is terug te vinden in hoofdstuk 10 van het OER.
4 De eindkwalificaties voor jouw opleiding en beroepsvereisten
4.1 Het werkveld
Om je een idee te geven van je toekomstige werkveld, hebben we hieronder twee categorieën van functies aangegeven waarin alle mogelijke HRM-functies in te delen zijn.
Adviesfuncties
In deze functies geef je advies over allerlei aspecten van bedrijfsvoering. Dat doe je vanuit een integrale, dus brede,
benadering van de HR-problematiek van een bedrijf of organisatie. Dit kan zowel intern als extern: intern adviseer je
vanuit een stafafdeling aan directie en management, extern adviseer je vanuit een consultancy-onderneming of
belangenorganisatie. Adviesfuncties kun je ook als zelfstandige uitoefenen vanuit je eigen bedrijf.
Management-ondersteunende functies
Vanuit deze functies ondersteun je de manager bij diverse HR-werkzaamheden. Bijvoorbeeld op administratief, organisatorisch of inhoudelijk gebied. Je moet bijvoorbeeld informatie inwinnen en nieuw beleid voorbereiden, of juist een bestaand proces of project bewaken. Daarnaast heb je in dit soort functies vaak de rol van bruggenbouwer tussen afdelingen of organisaties.
4.2 Beroepsvereisten Niet van toepassing
4.3 Eindkwalificaties en beroepsvereisten
In deze paragraaf lees je aan welke eindkwalificaties je voldoet aan het einde van de opleiding. Deze eindkwalificaties zijn formeel vastgesteld in de onderwijs- en examenregeling (en sluiten aan op de beroepsvereisten die in paragraaf 4.2 zijn omschreven).
Wanneer je afstudeert, voldoe je aan de eindkwalificaties van de opleiding. Dat wil zeggen dat je bepaalde (verplichte) kennis, inzichten, vaardigheden en, zo aan de orde, attitude hebt om toe te passen in het beroep waarvoor je bent opgeleid. Welke eindkwalificaties bij jouw opleiding horen, lees je hieronder.
Nr. Omschrijving Eindkwalificatie
1. Je werkt vanuit een professionele beroepshouding en vanuit persoonlijk
leiderschap. Kan antwoord geven op de vragen: wat heb ik, wie ben ik, wat neem ik waar en wat kan ik. De HR-professional is een wereldburger die verder kijkt dan het eigen werkveld, is een reflective practioner, een spin in het web, schakelt tussen mensen en zoekt naar verbinding.
DE HR-PROFESSIONAL
2. Je ontwikkelt, voert uit en evalueert strategisch HR-beleid binnen een organisatorische en maatschappelijke context.
DE HR-STRATEEG
3. Je signaleert, initieert, faciliteert en implementeert veranderprocessen in organisaties. Adviseert over de verandering, waarbij het creëren van draagvlak en een kritische houding van groot belang zijn.
DE VERANDERAAR
4. Je hanteert HR-tools op basis van ontwikkelingen op micro-, meso- en
macroniveau. Adviseert stakeholders over de ontwikkeling en toepassing van HR- tools.
DE TOOLSPECIALIST
Het niveau van de eindkwalificaties is afgestemd op de Dublin Descriptoren en het Landelijk Beroepsprofiel.
Daardoor is gegarandeerd dat onze opleidingen op het juiste, nationaal en internationaal vastgestelde niveau zijn.
De getuigschriften voldoen aan alle wettelijke vereisten en zijn daardoor vergelijkbaar met en gelijkwaardig aan
(soortgelijke) getuigschriften van andere hogescholen in en buiten Nederland.
5 Opbouw van een hbo-bacheloropleiding
In dit hoofdstuk lees je hoe je opleiding er in grote lijnen uitziet. In Deel 2 en Deel 3 vind je de regels en de details.
5.1 Omvang
Een hbo-bacheloropleiding bestaat uit een propedeutische fase (ook wel propedeuse) en een postpropedeutische fase (ook wel postpropedeuse) genoemd.
De omvang van de opleiding is uitgedrukt in studiepunten en studielast. Eén studiepunt staat gelijk aan 28 uren studie (dat is een gemiddelde indicatie). Dit is zo ook geregeld in de WHW.
De bacheloropleidingen hebben een studielast van 240 studiepunten.
5.2 Major en minor
Bacheloropleidingen bij de HAN bestaan uit een major en een minor. De major is je hoofdrichting, waarin je je beroepscompetenties ontwikkelt. De major bestaat uit 210 studiepunten. Daarnaast krijg je in een minor de ruimte om je kennis, interesses en capaciteiten te verdiepen of te verbreden. Een minor bestaat uit 30 studiepunten.
Indeling van de opleiding Major Minor Totaal
Propedeuse 60 60
Postpropedeuse 150 30 180
Totaal 210 30 240
5.3 Propedeuse en postpropedeuse
Het eerste jaar van je studie is de propedeutische fase. Deze heeft een studielast van 60 studiepunten.
De propedeutische fase heeft drie functies: een oriënterende, een verwijzende en een selecterende. Deze drie functies hangen nauw met elkaar samen. De propedeutische fase geeft je een goed beeld van de hele studie.
In dit eerste jaar krijg je inzicht in de inhoud van de opleiding. In dat jaar kun je voor jezelf bepalen of de 1.
opleiding aansluit bij je capaciteiten en interesses. Dit is de oriënterende functie van de propedeutische fase.
In de loop van dit jaar kun je beslissen of je deze opleiding wilt blijven volgen. Het studieadvies aan het eind 2.
van de propedeutische fase kan helpen bij die beslissing. Dit is de verwijzende functie van de propedeutische fase.
De propedeutische fase heeft een selecterende functie. Die functie is tweeledig: aan de ene kant beoordeel je 3.
zelf of je geschikt bent voor de studie of niet. Aan de andere kant beoordelen de docenten en examinatoren op basis van je studieresultaten of je geschikt bent. Daarbij wordt altijd rekening gehouden met de eisen die je toekomstige beroep aan je stelt.
Na de propedeutische fase volgt de postpropedeutische fase; ook wel hoofdfase genoemd. In de
postpropedeutische fase verdiep je je verder en werk je toe naar de eindkwalificaties van jouw bacheloropleiding.
Heb je ook alle tentamens van de postpropedeutische fase gehaald? Dan sluit je deze fase af en heb je je
bachelorexamen gehaald. Je krijgt dan het bachelorgetuigschrift.
6 Jaarrooster
In dit hoofdstuk vind je informatie over de lesdagen en lestijden, en over vakanties en lesvrije weken.
6.1 Lesdagen en lestijden
Maandag tot en met vrijdagDe openingstijden verschillen per vestiging. Zie hiervoor:
Insite ► Service Bedrijf ► Facilitaire zaken ► In en om het gebouw
6.2 Vakanties en lesvrije weken
De jaarplanning van dit studiejaar staat op HAN Insite.
In deze jaarplanning staan de lesweken en vakanties. Daarnaast is er een aantal lesvrije weken. In de lesvrije
weken kun je ook studieactiviteiten hebben, zoals themaweken en extra kansen van tentamens. Houd daar rekening
mee.
7 Organisatie van de HAN
In dit hoofdstuk vind je informatie over de organisatie van de HAN. Je vindt hier ook informatie over de
medezeggenschap, de kwaliteitszorg en de voorzieningen van de HAN waar jij als student gebruik van kunt maken.
7.1 Academies
Bij de HAN zijn de opleidingen verdeeld over 14 academies:
Jouw opleiding hoort bij de academie Organisatie en Ontwikkeling.
Meer informatie over de academies vind je op onze website.
7.2 Management en organisatie van de academie
Op HAN Insite vind je informatie over de inrichting, organisatie en mensen van jouw opleiding, en de academie waarbij deze horen: www.han.nl/insite
7.2.1 Examencommissie en examinatoren
De leden van de examencommissie vind je op: Insite > Human Resource Management
Je kunt de examencommissie van je opleiding bereiken via het secretariaat van de examencommissie examencommissie.AOO@han.nl
De leden van de examencommissie worden benoemd door het college van bestuur van de HAN.
De taken en verantwoordelijkheden van onze examencommissie vind je in het Reglement examencommissie.
Daarin vind je ook aanvullende regels met betrekking tot examinering en tentaminering voor zover die tot de bevoegdheid van de examencommissie behoren. Je vindt het Reglement examencommissie in Deel 3 van dit opleidingsstatuut.
De examencommissie stelt onder andere vast of je voldoet aan de voorwaarden die zijn gesteld in de onderwijs- en examenregeling. Je moet de vereiste kennis, het juiste inzicht en de juiste vaardigheden hebben. Als dat zo is, wordt je getuigschrift uitgereikt.
De examencommissie wijst voor elk tentamen examinatoren aan. Een of meer aangewezen examinatoren nemen dat tentamen af en stellen de uitslag ervan vast.
De examencommissie heeft verder onder andere de volgende taken en bevoegdheden:
Borging toetskwaliteit.
Verlenen van vrijstellingen.
Afhandelen van verzoeken voor een extra tentamengelegenheid.
Afhandelen van verzoeken om een aangepaste tentamenvorm.
Afhandelen van aanvragen voor vrije minoren.
Afhandelen van klachten.
Jouw opleiding heeft (een) externe toezichthouder(s) benoemd. Een externe toezichthouder beoordeelt of de kwaliteit van het bachelorexamen van de opleiding voldoende is. De externe toezichthouder is geen examinator.
Allerlei regels over tentamens en examens die voor jou gelden vind je verder in de onderwijs- en examenregeling.
Ook vind je nog regels over de organisatie ervan in het Regeling tentamens (zie Deel 3).
7.2.2 Medezeggenschap en inspraak
Hieronder vind je een kort overzicht van de commissies en raden van de HAN. Zij praten mee over beleid en beslissingen binnen de HAN, en hebben hier ook invloed op.
7.2.2.1 Opleidingscommissie
Elke opleiding of groep van opleidingen heeft een opleidingscommissie. Een opleidingscommissie bestaat uit evenveel personeelsleden als studenten. De opleidingscommissie adviseert de opleiding over het bevorderen en waarborgen van de kwaliteit van de opleiding en beoordeelt jaarlijks hoe de opleiding de onderwijs- en
examenregeling uitvoert. De opleidingscommissie heeft ook instemmings- en adviesrechten. Via de
opleidingscommissie kun je meedenken en meebeslissen over het onderwijs en de organisatie van jouw opleiding.
Wil je lid worden van de opleidingscommissie? Vraag dan om meer informatie via ocfem.hrm@han.nl. De opleidingscommissie heeft een eigen reglement (zie Deel 3).
Academieraad
Elke academie heeft een academieraad. Deze raad heeft het recht om alle zaken met betrekking tot de academie te bespreken en vragen te stellen aan de academiedirecteur. De raad heeft onder andere inspraakrechten op het beleid van de academie. In de academieraad kun je meepraten en meebeslissen over het beleid van de academie.
Wil je meer weten over de academieraad: vraag meer informatie via het secretariaat van de academieraad:
Academieraad.OO@han.nl of Lieke.timmers@han.nl of levi.vandijk@han.nl
MedezeggenschapsraadVia de medezeggenschapsraad hebben personeel en studenten op HAN-niveau inspraak. Deze raad heeft
instemmingsrecht op bepaalde onderdelen van het beleid, de hoofdlijnen van de instellingsbegroting, het algemeen geldende deel van de onderwijs- en examenregeling en meer. De medezeggenschapsraad bestaat uit een gelijk aantal studenten en personeelsleden. In de medezeggenschapsraad gaat het over het algemene beleid van de HAN.
Wil je lid worden van de medezeggenschapsraad? Vraag bij het secretariaat van de medezeggenschapsraad om meer informatie: secretariaat.mr@han.nl. Wil je meer weten over de medezeggenschapsraad? Ga dan
naar https://www.han.nl/over-de-han/organisatie/bestuur/medezeggenschap/index.xml
7.3 Studentvoorzieningen 7.3.1 Ondersteuning
Als student kun je rekenen op goede begeleiding bij je studieloopbaan. Binnen jouw opleiding kijk je samen met je begeleider welke begeleiding nodig is bij je studie, je studievoortgang en je loopbaanontwikkeling. We kijken daarbij naar je talenten, ambities en ondersteuningsbehoefte. Aanvullend op de begeleiding die je opleiding biedt, kun je gebruik maken van het aanbod van HAN studiesucces. Dat is een team van experts dat zich samen inzet voor één doel: jouw groei als student.
HAN Studiesucces
