Onze Lieve Vrouwekerk
Vijfde zondag door het jaar - 6 februari 2022
JEZUS EN JEZELF LEREN KENNEN
‘Voortaan zult ge mensen vangen.’
Zij brachten de boten aan land
en lieten alles achter om Hem te volgen.
Lucas 5,10b.11
Voorganger : Pastoor J. Hermens
Koor : Credo
Organist : Fons Kronenberg
2
3 OPENINGSRITUS
Openingslied: GvL 456 Heer onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig Begroeting
De kinderen worden uitgenodigd voor de kinderdienst Schuldbelijdenis: GvL 703
Heer, ontferm U GvL 224 Eer aan God: GvL 234 Gebed
DIENST VAN HET WOORD
Eerste lezing - Jesaja 6, 1-2a. 3-8
In het sterfjaar van koning Uzziahu zag ik de Heer, gezeten op een hoge en verheven troon: zijn sleep bedekte heel de vloer van de tempel. Hij was omgeven met serafs; elk had zes vleugels, en ze riepen elkaar toe: ‘Heilig, heilig, heilig, de Heer der hemelse machten! Heel de aarde is vol van zijn glorie!’ Het luide roepen deed de drempels schudden in hun voegen en het heiligdom stond vol rook. Toen riep ik: ‘Wee mij, ik ben verloren! Want ik ben een mens met onreine lippen en ik woon te midden van een volk met onreine lippen, en toch hebben mijn ogen de Koning, de Heer der hemelse machten, gezien!’ Maar een van de serafs vloog naar mij toe met een gloeiende kool die hij met een tang van het altaar genomen had; hij raakte mijn mond daarmee aan en sprak: ‘Nu dit uw lippen
4
aangeraakt heeft, zijn uw zonden verdwenen, uw misstappen vergeven.’ Daarop hoorde ik de Heer spreken: ‘Wie moet ik zenden?
Wie zal voor ons gaan?’ En ik antwoordde: ‘Hier ben ik, zend mij!’
Woord van de Heer - Wij danken God.
Psalm 138
Loven wil ik U met heel mijn hart, buigen wil ik voor uw heiligdom, prijzen uw naam om uw goedheid
en om uw trouw. (Refr.)
Gij die mij verhoorde het uur dat ik riep, mij bezielde, mij kracht hebt gegeven:
Gij dien loven de vorsten der aarde, en hun lied prijst de leiding des heren:
‘Groot de majesteit van de Heer!’ (Refr.)
Ja, verheven de Heer die de nederige ziet en doorgrondt, de trotsen van verre;
moest ik gaan door het hart der ellende,
nog hield Gij mijn leven bewaard. (Refr.)
Uw rechterhand brengt mij heil.
De Heer voltrekt het voor mij:
tot in eeuwigheid, Heer, uw genade.
Laat niet varen het werk uwer handen. (Refr.)
5 Tweede lezing - 1 Korintiërs, 15, 1-8
Broeders en zusters, ik vestig uw aandacht op het evangelie dat ik u heb verkondigd, dat gij hebt ontvangen, waarop gij gegrondvest zijt en waardoor gij ook gered wordt, indien ge er tenminste aan vasthoudt in de vorm waarin ik het u verkondigd heb, anders zoudt gij tevergeefs gelovig geworden zijn. In de eerste plaats dan heb ik u overgeleverd wat ik ook zelf als overlevering heb ontvangen, namelijk dat Christus gestorven is voor onze zonden, volgens de Schriften en dat Hij begraven is, en dat Hij is opgestaan op de derde dag, volgens de Schriften, en dat Hij verschenen is aan Kefas en daarna aan de Twaalf. Vervolgens is Hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders tegelijk, van wie de meesten nog in leven zijn, hoewel sommigen zijn gestorven. Vervolgens is Hij verschenen aan Jakobus, daarna aan alle apostelen. En het laatst van allen is Hij ook verschenen aan mij, de misgeboorte. Ja, ik ben de minste van de apostelen, niet waard apostel te heten, want ik heb Gods kerk vervolgd. Maar door de genade van God ben ik wat ik ben en zijn genade aan mij is niet vergeefs geweest. Ik heb harder gewerkt dan alle anderen, niet ik, maar de genade van God met mij. Maar of zij het nu zijn of ik, dát verkondigen wij en dát hebt gij geloofd.
Zo spreekt de Heer - Wij danken God.
Vers voor het evangelie (allen gaan staan indien mogelijk)
Koor: Ik ben het Licht der wereld;
wie Mij volgt zal het levenslicht bezitten. (Refr.)
6
Evangelie - Lucas 5, 1-11 (allen gaan staan indien mogelijk) Op zekere dag stond Jezus aan de oever van het meer van Gennesaret, terwijl de mensen op Hem aandrongen om het woord Gods te horen. Hij zag nu twee boten liggen aan de oever van het meer; de vissers waren eruit gegaan en spoelden hun netten. Hij stapte in een van de boten, die van Simon en vroeg hem een eindje van wal te steken. Hij ging zitten en vanuit de boot vervolgde Hij zijn onderricht aan het volk. Toen Hij zijn toespraak had geëindigd zei Hij tot Simon: ‘Vaar nu naar het diepe en gooi uw netten uit voor de vangst’. Simon antwoordde: ‘Meester, de hele nacht hebben we gezwoegd zonder iets te vangen; maar op uw woord zal ik de netten uitgooien.’ Ze deden het en vingen zulk een massa vissen in hun netten dat deze dreigden te scheuren. Daarom wenkten ze hun maats in de andere boot om hen te komen helpen. Toen die gekomen waren vulden zij de beide boten tot zinkens toe. Bij het zien daarvan viel Simon Petrus Jezus te voet en zei: ‘Heer, ga van mij weg want ik ben een zondig mens.’ Ontzetting had zich meester gemaakt van hem en van allen die bij hem waren, vanwege de vangst die ze gedaan hadden. Zo verging het ook Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeüs, die met Simon samenwerkten. Jezus echter sprak tot Simon: ‘Wees niet bevreesd, voortaan zult ge mensen vangen.’ Ze brachten de boten aan land en lieten alles achter om Hem te volgen.
Woord van de Heer - Wij danken God.
Acclamatie
Overweging
7 Geloofsbelijdenis: GvL 722
Voorbeden
Antw: Heer onze Heer, ontferm U over ons.
DE EUCHARISTIE
Gereedmaken van de gaven Offerande
Offerandelied: Gij die niemand naar de ogen ziet Gij die niemand naar de ogen ziet,
die door geen geld, geen offers om te kopen zijt, en die u door geen lied misleiden laat,
maar die ons ziet zoals wij zijn,
die ons gebiedt en smeekt van u te zijn, uw beeltenis, uw zoon,
uw rechterhand die doet wat moet gedaan, die ons gebiedt en smeekt
de vreemdeling te geven brood en kleding;
die hoopt dat wij met onvervuld gelaat uw licht weerkaatsen,
die ons tot een spiegel slijpt waarin uw toekomst zichtbaar wordt, gij die ons hebt gezocht toen wij niet naar u zochten,
die nog dagelijks uw afkeer overwint, uw woede temt, uw trots aflegt, uw hart tot mededogen buigt, u omkeert naar ons toe;
gij die ons met uw ogen vangt, gij die ons vraagt:
Wie ben je? Wil je? Kom dan.
8 Gebed over de gaven
Pr. : De Heer zij met u.
Allen : En met uw geest.
Pr. : Verheft uw hart.
Allen : Wij zijn met ons hart bij de Heer.
Pr. : Brengen wij dank aan de Heer, onze God.
Allen : Hij is onze dankbaarheid waardig.
Prefatie
Heilige Vader, machtige eeuwige God, om recht te doen aan uw heerlijkheid, om heil en genezing te vinden zullen wij u danken, altijd en overal.
Uw grootheid is niet te doorgronden: in uw goddelijke kracht zijt Gij de zwakke mens te hulp gekomen. Uit onze eigen sterfelijkheid hebt Gij het geneesmiddel ten leven genomen en aan hen die verloren waren, hebt Gij langs de weg van hun ondergang behoud en redding gebracht door Christus onze Heer.
Door wie de engelen, die eeuwig staan voor uw troon, U vol vreugde aanbidden, Koning in majesteit. Laat nu ook onze stemmen meeklinken in dit koor, wij smeken U, en dat ook onze hulde wordt gehoord, als U ter eer dit lied wordt aangeheven:
Heilig: GvL 294
Eucharistisch gebed: GvL 732
Acclamatie in euch. gebed:
Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker, verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt.
9 COMMUNIERITUS
Onze Vader (allen gaan staan indien mogelijk) Pr. : Laten wij bidden tot God, onze Vader, met de woorden die Jezus ons gegeven heeft:
A. : Onze Vader, die in de hemel zijt, uw naam worde geheiligd, uw rijk kome, uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef ons onze schulden zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren, en breng ons niet in beproeving, maar verlos ons van het kwade.
Pr. : Verlos ons, Heer, van alle kwaad, geef genadig vrede in onze dagen, dat wij, gesteund door uw barmhartigheid, altijd vrij mogen zijn van zonde, en beveiligd tegen alle angst en onrust, terwijl wij uitzien naar de zalige vervulling van onze hoop, de komst van onze Verlosser Jezus Christus.
Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen.
Vredeswens
Pr. : Heer Jezus Christus, Gij hebt aan uw apostelen gezegd:
‘Vrede laat Ik u; mijn vrede geef Ik u’,
let niet op onze zonden maar op het geloof van uw kerk;
vervul uw belofte: geef vrede in uw naam en maak ons één.
Gij die leeft in eeuwigheid.
A. : Amen
Pr. : De vrede des Heren zij altijd met u.
A. : En met uw geest.
Pr. : Wenst elkaar de vrede.
Lam Gods: Gvl 334
Uitnodiging tot de communie en communie-uitreiking
Wilt u svp wachten op de instructies van de gastheer/gastvrouw?
10
Communielied: Als gij naar de woorden luistert Als gij naar de woorden luistert
die hier tot u zijn gezegd, zullen zij een licht ontsteken, wijzen zij de goede weg.
Als gij naar de woorden luistert die van mij geschreven staan, zullen zij van vrede spreken die er schuilgaat in mijn naam.
Als gij naar mijn woorden luistert, ze van harte wilt verstaan,
zullen zij de Vader tonen, zult gij niet verloren gaan.
Als gij naar mijn woorden luistert, brengt de dood niet langer vrees, wordt gij tot Gods zoon herboren, ademt gij zijn levensgeest.
Gebed na de communie
SLOT VAN DE VIERING
Mededelingen
Aandacht voor de kinderen Zegen en wegzending
11 Slotlied: Heer, laat uw Woord ons leiden
Gij zijt de Weg en Waarheid.
Schenk ons in volle klaarheid uw Woord als daag’lijks brood.
Geef ons uw licht en leven.
Leer ons aan ieder geven uw grote liefde tot de dood.
Orgelspel: Rondo per Organo - Guiseppe Gherardeschi (1759-1815)
12
Mogen wij rekenen op een gulle gift in de collectebus bij de uitgang? Hartelijk dank!!
Wilt u na de viering svp wachten op de instructies van de gastheer/vrouw?