• No results found

In mijn foto- dagalbum wil ik een heel bijzondere mama, Sanije Halili voorstellen. Ik bewonder haar dat ze zoveel moed heeft om haar levensverhaal

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "In mijn foto- dagalbum wil ik een heel bijzondere mama, Sanije Halili voorstellen. Ik bewonder haar dat ze zoveel moed heeft om haar levensverhaal"

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

In mijn foto- dagalbum wil ik een heel bijzondere mama, Sanije Halili voorstellen. Ik bewonder haar dat ze zoveel moed heeft om haar levensverhaal neer te schrijven. Ik wil duidelijk laten voelen dat ze vooral trots is op haar levensverhaal en dat ze hoopt dat het voor meer onderling begrip zal zorgen onder de mensen. De elementen in haar levensverhaal gaan vooral hoe strijdlustig als een leeuwin ze gevochten heeft in haar leven. Ze laat een kijk op het leven in Kosovo. Persoonlijke

gevoelens uit ze hoe ze moet vechten tegen heel wat tradities en vooroordelen. Ze wil bewijzen dat je als vrouw veel kan verwerken als er de wil is. Ze wil duidelijke boodschappen in het daglicht zetten en dat je vaak als vreemdeling ten onrechte door allerlei negatieve dingen wordt bekeken. Ze wil als immigrant laten zien dat je je best kan aanpassen aan je nieuwe land wanneer jezelf wil werken aan je toekomst. Wat ik vooral met dit foto- dagalbum wil laten voelen is dat deze bijzondere mama niet alleen het verhaal over de oorlog en haar vlucht uit Kosovo vertelt. Maar ook dat we muisstil worden over haar

mooie en positieve gebeurtenissen die ze heeft meegemaakt tot wie ze nu is.

Sanije’s strijdlust wordt met respect verdient en dat haar levensverhaal een levensles voor ons allen is.

(3)

“Kindertijd”

Ik droomde zoals alle Kosovaarse meisjes van lange haren.

(4)

Een kiekje van onze grote familie

(5)

“Mijn lievelingsgrootvader”

Als oudste van alle kleinkinderen was ik de lieveling van grootvader.

(6)

“Ons dorpje”

Vogeltjes tsjilpten, de bladeren van de bomen ruisten.

(7)

“Ons zomerverblijf”

In de zomer trokken we met grootmoeder en grootvader en al de kleinkinderen naar het zomerhuisje.

Na een lange wandeling kwamen we toe. De paarden drogen onze bagage. De koeien en schapen gingen met ons mee. Zalig in de natuur beleefde we de mooiste kinderjaren.

(8)

De kindertijd vloog stilletjes voorbij… Ik wilde dolgraag onderwijzeres worden. Dat was mijn hartenwens en mijn allergrootste verlangen.

(9)

“Mijn grote schat”

Ik had een hele goede band met mijn dooppeter. Ik ben hem ontzettend dankbaar dat hij mijn ouders heeft kunnen

overtuigen. Ik kon mijn grote droomwens waarmaken. Het afscheid van mijn thuis was hartverscheurend. Net als een nieuw hoofdstuk stapte ik het internaat binnen. Ik herinner me de saaie kleuren van de slaapkamer tot op de dag van vandaag. Het was geen kamer voor mij alleen, maar een ruimte die we met zes meisjes deelden. Ik lag onderaan in een van de

stapelbedden. De gangen waren eindeloos lang. In de eetzaal hing er een muisstille sfeer.

(10)

We kregen allemaal een schooluniform. Het was een donkerblauwe kuitlange jurk met lange mouwen, met een rij witte knoopjes.

(11)

In het laatste jaar werd ik verliefd op Esat, waar ik later ook meegetrouwd ben. Hij zat op het jongensinternaat. Stiekem waren we verliefd. Maar mama had me zo gewaarschuwd dat ik niet met jongens mocht omgaan of me misdragen. Ze maakte me duidelijk dat in onze cultuur meisjes maagd moesten zijn als ze trouwden. Als ik deze regel niet respecteerde, zou ik niet alleen mezelf maar ook mijn hele familie te schande maken.

(12)

30 juni 1985 studeerde ik af als onderwijzeres. Mijn vader straalde van trots en was ontroerd.

(13)

Ik kon aan de slag als onderwijzeres na mijn studies op de lagere school. In ons dorp was ik de eerste vrouwelijke leerkracht ooit die voor de klas stond. Ik moest op mijn woorden passen en het winnen van hun vertrouwen ging langzaam en

moeizaam. Het schooljaar liep ten einde. Het vertrouwen van de eerste onderwijzeres in het dorp was gegroeid.

(14)

“Het verlangen naar mijn droomjongen.”

De hel begon. In onze cultuur koos de vader en de mannelijke familieleden de man voor zijn dochter. Traditiegetrouw werd er een groot feest georganiseerd en werd ik voorgesteld aan mijn toekomstige bruidegom. Ik stond aan de grond genageld toen ik voor de jonge arts stond. Mijn hart sprak. Ik verlangde zo naar mijn droomjongen. Gelukkig was mijn grootvader mijn reddende engel. Hij wist dat mijn hart bij Esat was. Vader was boos en diepgeraakt. Ik had hem pijn gedaan door zo tegen zijn wil in te gaan. Het duurde bijna aan jaar dat vader eindelijk toegaf dat ik me mocht verloven met Esat. Ik had de strijd om de liefde gewonnen. Op mijn trouwdag droeg ik mijn haar los en weelderig. Mijn nieuwe leven begon met mijn droomprins en zijn familie. De moslimgewoontes waren een nachtmerrie, omdat ik opgegroeid was in een katholiek-islamitisch gezin. Ik besliste om mijn lange haren af te knippen. Het zou de aandacht van de mannen trekken en hen op slechte gedachten brengen. Ik moest me aan de vele regels houden van de familie. Het was een hele andere cultuur waarin ik moest leven.

Ondanks het feit dat ik eindelijk samen was met de man van mijn keuze, was het leven moeilijk, om niet te zeggen keihard. Ik werd niet gespaard door zijn familie. Ik werd zelfs uitgelachen omdat ik nog niet had gezorgd voor een nakomeling.

(15)

“Mijn zwangerschap”

Hoezeer ik had uitgekeken naar een zwangerschap, was het niet bepaald een aangename periode. Ik was misselijk en gaf iedere ochtend over. Daarbij stoorde het eindeloze gespeculeer over het geslacht van mijn toekomstige spruit. Het moest een jongen zijn, daar was iedereen het over eens. De bevalling duurde dagen. Het werd een keizersnede. Esat verwelkomde ons dochtertje ondanks het feit dat ze een meisje was. We noemden haar ‘Flutura’ wat ‘vlinder’ betekent. In Kosovo wordt een jonge moeder behandeld als een koningin… als de baby een jongen is. Toen ik thuis kwam met mijn dochtertje werd ik door Esat zijn familie niet met vreugde onthaalt.

(16)

Na een tijd ging het leven weer zijn gangetje, met ups en downs zoals altijd. Vaak heb ik God gebeden om me te verlossen van deze familie.

(17)

Na een oneindige strijd heb ik Esat voor keuze gesteld. Hij moest kiezen tussen mij of zijn familie. Ik had er genoeg van om als slaaf behandeld te worden en wilde niet langer bij zijn familie wonen. Hij koos voor mij, maar wou ook zijn moeder meenemen. Toen ons besluit eenmaal was genomen, ging alles heel snel. In de week die volgde bracht Esat mij, onze dochter en zijn moeder naar mijn ouders waar we enkele weken konden verblijven. Drie weken later begonnen we al met het bouwen van ons eigen huis, niet ver van mijn ouders. Op de werf werd een houten chalet neergezet dat ons tijdelijk onderkomen zou worden. Ik was ondertussen terug zwanger van ons tweede kindje. Een pracht van een meisje. Ze kreeg de naam ‘Pranvera’, wat ‘lente’ betekent. Ondertussen was onze bouw af en werd ik weer zwanger. Het werd weer een meisje en noemde haar ‘Nurije’, wat ‘iets heel moois’ betekende. De buitenwereld beschouwde het als een tekortkoming dat ik geen zonen kreeg, maar mijn drie dochters waren en zijn mijn grote geluk. Esat was de uitzondering die de regel bevestigde:

Hij was dolgelukkig met zijn dochters. We hebben hen katholiek opgevoed omdat ik het geloof van mijn grootmoeder en mijn moeder wilde respecteren, al leefden ze natuurlijk in een moslim wereld. Ik had al mijn dromen werkelijkheid zien worden. Maar ze bleven helaas niet duren.

(18)

“Een einde aan ons familiegeluk.”

Een bloedige oorlog tussen Servië en Kosovo was het begin van alle ellende. Mama wou onze familie bij elkaar hebben in deze moeilijke tijden. Een bloedige drama speelde zich af toen Servische milities binnenvielen. Mama wou ons oudste dochtertje beschermen. Ze schoten de dieren neer. Waarschijnlijk hebben ze ook haar op hetzelfde moment en manier vermoord. Woorden schieten te kort om te beschrijven hoe ik mij voelde.

“Vluchten”

Vader vluchtte met ons gezin. Ik slaag de bladzijden verder… Ik twijfelde eraan of ik ooit nog een sprankeltje geluk zou kunnen voelen in mijn leven. Toen we terugkeerde na al de ellende troffen we ons pas gebouwde huis aan als een puinhoop.

Die dag zal altijd in mijn geheugen gegrift staan.

(19)

De wederopbouw kon beginnen, er was ondanks alles weer wat hoop voor ons allemaal.

Vader was noodgedwongen bij ons komen inwonen. Zijn huis was platgebrand. Mijn geboortedorp was bovendien verboden gebied. Het was niemand, ook mij niet duidelijk of het mijnen waren die er door de Serviërs waren achtergelaten of

splinterbommen van de NAVO. Er volgde een enorme knal. Had Esat de splinterbom niet erkend? Het enige wat onomstotelijk vast stond, was dat hij dood was. Van de ene moment op het andere werd hij uit mijn leven gerukt.

Mijn wereld was, net als ons huis totaal ingestort. Mijn vader en drie dochtertjes waren de enigen van mijn grote familie die overgebleven waren. Voor hen wilde ik vechten, hoe weinig kracht ik op dat moment ook voelde. Maar ik wilde het vooral ten nagedachtenis van Esat doen, die een uitzonderlijke man was, een vader die tijd maakte voor zijn kinderen en die gelukkig was met hen. Ook al waren het ‘maar’ meisjes.

(20)

“De Vlucht”

Ik vluchtte deze keer als weduwe, waar we terecht zouden komen wist ik niet. Of ik ooit terug zou keren nog veel minder.

De onzekerheid was groter dan ooit. Mijn vader huurde een minibusje en zo belandde we bij een tante. Vandaar uit vluchtte we met andere Kosovaren en Albanezen naar Vlore, het tussenstation voor de uiteindelijke reis naar Engeland. Maar we zaten in de handen van de maffia. Ik besefte dat we in een groot gevaar verkeerden. Gehoorzaam luisterde ik naar vader. Ik zweeg in alle talen. We werden naar andere plaatsen ondergebracht, tot we aan de zee toekwamen. Een grote rubberboot zou ons naar Italië brengen. De angst was bij ieder van ons groot. Het was muisstil. Uiteindelijk kwam de boot tot stilstand bij een steile bergwand met rotsblokken die ver in zee uitliepen. Na bang afwachten klommen we via een uitgesleten bergpad naar boven. Emoties barsten los toen we boven een plateau stonden. Vervolgens zette we onze vlucht verder en volgden we de elektriciteitpalen in de veronderstelling dat we dan wel bij een grote weg zouden komen. Onderweg stopte een man met de wagen. Hij nam ons mee naar een veldkapel. Hij gaf ons de raad ons als vrolijke toeristen te gedragen en niet als miserabele vluchtelingen. Geen gemakkelijke opdracht, maar we deden ons best. Onderweg kwamen we een wijngaard tegen. Hij had ons niet in de steek gelaten. De kinderen fleurden op van het fruit. De man gaf ons nog 2

treinbiljetten en wat geld. Eindelijk zaten we op de trein richting Milaan. Het geluk was met ons. Een nicht woonde in Italië.

We konden bij haar terecht, overgelukkig waren we. Dezelfde dag kregen we van haar te horen dat we niet konden blijven.

Haar man zou niet aanvaarden dat we als Kosovaarse vluchtelingen bij hen zouden verblijven. Met de nachttrein vertrokken we naar Parijs. Onderweg stapte we over richting Duitsland. Ten einde raad kwamen we terecht in België en werden we overgebracht in Haaltert. Het OCMW zou ons verder helpen.

(21)

“Een nieuw land, een nieuw leven.”

Het OCMW bracht ons naar een nieuwe thuishaven. Enkele meubeltjes en matrassen stelden onze wooninrichting voor. De volgende weken hoorden we niets van het OCMW. We wenden langzaam aan de nieuwe situatie. Vader kon het niet aan. Hij huilde vaak en miste zijn vaderland. Ik probeerde mijn uiterste best te doen en ging met de kinderen vaak wandelen. Op een zondag had ik geen brood meer voor de kinderen. Ik herinnerde mij dat ik tijdens een wandeling een bakkerswinkeltje was tegengekomen. Na een kwartiertje rond lopen had ik het winkeltje gevonden. Ik heb heel veel te danken aan de

bakkersvrouw. Zij had met ons zo medelijden. Ze bezorgde ons eten, speelgoed en wat huisraad. Ze wist van aanpakken en bracht me naar het OCMW- kantoor en vroeg om hulp. Later had ik begrepen dat de mensen van het OCMW ons vergeten waren. Mijn moeder en mijn man waren ons niet vergeten, dat voelde ik. Ik denk dat zij vanuit hun plekje in de hemel een engel opgestuurd hebben op ons pad. Ze was zo lief voor ons. Met behulp van vele mensen werden we overladen met allerlei spullen en werd ons huisje weer een warme nest. Ik ging Nederlandse les volgen. Op het einde van het schooljaar, stond mijn foto in de krant. Ik was uitgeroepen tot beste leerling Nederlands van dat schooljaar. Naast de momenten van vreugde waren er natuurlijk ook de momenten van pijn en vreugde. Mijn Enigste verlangen was dat de Dienst

Vreemdelingenzaken een gunstig advies gaven, dat we mochten blijven in België. Een laatste tikkeltje hoop werd me

afgenomen. Ik kreeg wat later te horen dat ik het land moest verlaten. Godzijdank hebben buren, een advocaat bezorgd en leerde ik met veel moed aan mijn Nederlands zodat ik zelf kon vertellen dat ik wel uit Kosovo kwam. Het was de zoveelste tegenslag. De wanhoop nabij, zou ik vluchten en onder een trein gesprongen zijn. Maar God had blijkbar een ander gedacht.

Later stortte ik in. Ik was op. Al de tegenslag liet een spoor na. Ik kreeg kanker. Een lichtpuntje in de tunnel. Ik herstelde en vocht als een leeuwin terug.

(22)

“Een geschenk van God.”

Verschillende jobs heb ik aangenomen om stilletjes weer een toekomst te krijgen. Ik werkte hard en kon door een sociale lening een eigen huisje aankopen. Vader kon zich totaal niet thuis voelen en ging terug naar zijn vaderland. De drie meisjes groeide op en studeren heel vlijtig. Mijn dochters zijn mijn grote trots.

… Ondanks alles werd ik vorig jaar weer heel ziek. De kanker maakte weer meester van mijn lichaam. Met volle moed ben ik aan de behandeling tegen borstkanker gestart.

… Ondertussen is het onder controle en rijd ik soms met mijn volgeladen autootje naar Kosovo. En altijd denk ik onderweg aan die verschrikkelijke tocht in de omgekeerde richting. Die dagen en nachten duurde: onze vlucht naar de vrijheid, op zoek naar een nieuw leven…

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Onder armen zitten ook mensen die niet (meer) kunnen of willen werken, bijvoorbeeld omdat ze alleen staan voor de zorg voor en de opvoeding van de kinderen of omdat ze bejaard

Door te luisteren naar de argumen- ten van je zoon zou het kunnen dat hij niet de bedoeling heeft om tot de vroege uurtjes weg te blijven maar dat dit voor hem een

Francky Debusschere stampte de dienst Mantelzorg binnen CM West-Vlaanderen uit de grond vanuit het besef dat mantelzor- gers zich vaak geïsoleerd voelen in

Vooral als het leren van de ambtenaren/de ambtelijke organisatie centraal staat dan is het belangrijk de initiatiefnemers te vragen of ze bereid zijn om hun ervaring ten dienste

o mocht ik zelf een lichtje zijn, dat straalt temidden van de wereld, die gebukt gaat onder zorg en pijn3. Ik wandel in het licht

'k Wil mijn dierb're Heiland prijzen, spreken van Zijn grote kracht, Hij kan overwinning geven over zond' en satans macht. ©

Allochtone vrouwen (en mannen) denken bij huiselijk geweld vaak alleen aan fysiek geweld, de andere vormen van geweld (seksueel en psychisch), die ook vaak voorkomen worden, niet

'Zolang er respect is voor de overledenen, kan een kerkhof ook een plaats zijn voor zachte recre- atie.. Zo denken we na over een speeltuin en zelfs