• No results found

Menno, Menno's Indisch-prenten-boek · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Menno, Menno's Indisch-prenten-boek · dbnl"

Copied!
25
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Menno

bron

Menno, Menno's Indisch-prenten-boek. W. De Haan, Utrecht 1924

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/menn013menn01_01/colofon.php

(2)

© 2010 dbnl

(3)

Kleine Non en broertje Piet Wasschen, plassen, zooals ge ziet, In de mandiekamer.

Baboe helpt de kleine Non, Pop wordt ook gewasschen, Broertje Piet speelt onderwijl Met den bak en met de teil.

Menno, Menno's Indisch-prenten-boek

(4)

4

Menno, Menno's Indisch-prenten-boek

(5)

Op dit plaatje kunt ge zien, Hoe ze 's morgens half tien Naar de passar rijden.

Mammie en de Boe gaan mee, Non haar strik telt wel voor twee.

Piet let op het paardje, 't Gaat met een reuzen vaartje.

Menno, Menno's Indisch-prenten-boek

(6)

6

Menno, Menno's Indisch-prenten-boek

(7)

Kleine Non grijpt moeder's arm,

‘'t Is vandaag weer erg warm,’

Zegt de toko Chinees.

‘Ini brapa?’ vraagt dan Mamma, Wijst op pisang en op mangga,

‘Doewa,’ - zegt de Tokoman, Mammie weg, zoo vlug ze kan.

Menno, Menno's Indisch-prenten-boek

(8)

8

Menno, Menno's Indisch-prenten-boek

(9)

Uit den put haalt de kebon Emmers water voor de ton, 's Morgens half zeven.

Non en Piet en kleine plaag Kijken in den put omlaag, Turen in een duister hol, Spiegelen daar hun eigen bol.

Menno, Menno's Indisch-prenten-boek

(10)

10

Menno, Menno's Indisch-prenten-boek

(11)

Banden pompen, benzine-maal, Motor met een helsch kabaal, Snort in de garage.

Piet blaast leege banden vol, Non denkt, Piet is geloof ik dol.

Om zich wat te amuseeren, Kan men hier nog wel wat leeren.

Menno, Menno's Indisch-prenten-boek

(12)

12

Steeds bereid met hun te spelen, Alles kan hij van hen velen, Hurkt hier Kasmin, oude huisboy.

Met een reuzen groot geduld, Is hij van zijn plicht vervuld.

En met een vriendelijk gelaat Houdt hij hier hun aan den praat.

Menno, Menno's Indisch-prenten-boek

(13)

Menno, Menno's Indisch-prenten-boek

(14)

14

Twee puckie's bij 'n tafelpoot, Kropen weg van moeders schoot Naar de bijgebouwen.

Elk was ten zeerst verbaasd Over hun gemaakte haast.

Ziet, de poes bekijkt 't geval, Houdt hun, geloof ik, voor den mal.

Menno, Menno's Indisch-prenten-boek

(15)

Menno, Menno's Indisch-prenten-boek

(16)

16

In het hooge bergenland, Rijden zij nu heel parmant, Boven op een paardje.

Non in een geruiten jakje, Broer met een matrozenpakje.

'k Vraag, - wàt doen die kinderen hier?

'k Wed, zij zijn hier voor plezier.

Menno, Menno's Indisch-prenten-boek

(17)

Menno, Menno's Indisch-prenten-boek

(18)

18

- ‘Tida’, - roept de kleine Non.

Klontong houdt al reeds zijn bon Voor de koopers gereed.

Koelie torst een groot gewicht, Kains en sloffen hier op zicht.

Elke ochtend komen zij Achter, langs de galerij.

Menno, Menno's Indisch-prenten-boek

(19)

Menno, Menno's Indisch-prenten-boek

(20)

20

Baboe met een bak met rijst,

‘Banjak Non’ en zij wijst Op den etensberg.

Als twee hongerige wolven, Hebben zij zich hier bedolven.

'k Geloof, ze eten wel voor vier, De bak gaat leeg, er blijft geen zier!

Menno, Menno's Indisch-prenten-boek

(21)

Menno, Menno's Indisch-prenten-boek

(22)

22

Hier gaan broer en zus Met 'n nachtelijken kus, Naar hun bedje toe.

Baboe ruimt de kleertjes op, Zus prijkt met haar liefste pop, Broer drinkt eerst een glaasje melk,

‘Dat is goed,’ zei hij ‘voor elk’.

Menno, Menno's Indisch-prenten-boek

(23)

Menno, Menno's Indisch-prenten-boek

(24)

24

Groot verlof! Wij gaan aan boord!

Wàt een drukte - ‘Maakt toch voort,’

Schreeuwt men aan de kade.

De groote reis, de groote zee, Non kijkt bang, maar Boe gaat mee.

Strakjes, na de derde fluit, Vaart de boot naar Holland uit.

Menno, Menno's Indisch-prenten-boek

(25)

Menno, Menno's Indisch-prenten-boek

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ik leerde bijvoorbeeld dat veel mensen - net als ik – wel iets voor kinderen willen bete- kenen, maar dat er nog meer groepen zijn.. Beeld over goede

Wanneer Camille eindelijk te horen krijgt dat haar jongere broer haar komt opzoeken, is ze de hemel te rijk!. Schrijver Clau- del vertrouwt echter blindelings

Niet het leven is heilig, maar de  kwaliteit ervan: als die ontbreekt, mag de trekker overgehaald en het gif verdeeld. Bij

Maar voor haar situatie is absoluut geen aandacht: ‘Niemand van de begelei- ding vraagt na afloop: hoe is dit nu voor jou?’ Een andere geïnterviewde vertelde dat ze zich afvraagt

Drie jongeren geven aan dat zij geen contact (meer) hebben met hun broer en/of zus, omdat hun broer of zus bij hun ouder(s) wonen en de jongere daar geen

De andere drie paren worden echter door een ironische macht door elkaar gehutseld; erotische voorkeur verandert in erotische afkeer, en vice versa, op bevel van die geheimzinnige

(Daarom heeft mijn belangstelling voor brieven en portretten langzamerhand een deel van mijn ‘litteraire’ belangstelling opgeslorpt!) (‘Politicus zonder partij’, Verz.. Vader van

Maar ondanks het feit dat Arnolds sympathie naar de Dordtse broeder uitging, liet hij niet na Van Houts Opdracht als ‘letterkundig product’ te prijzen. Het is zijn verdienste