• No results found

Historie van den man met de bonte-muts · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Historie van den man met de bonte-muts · dbnl"

Copied!
27
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

bron

Historie van den man met de bonte-muts. Weduwe Jacobus van Egmont, Amsterdam z.j. [1771]

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_his005hist01_01/colofon.htm

© 2005 dbnl

(2)

Voor-berigt, aan den leezer.

DEeze Historie, die ik noeme de Historie van de Man met de Bonte-Muts, dat is te zeggen, met een Muts op het Hoofd, die een rand van Bont had, is by verscheiden Hoogduitsche Schryvers te vinden; En ik heb dezelve, om haare Zeldzaamheid, in de volgende Tien Print-Verbeeldingen laaten Afschetzen, om 'er den Leezer een beeter begrip van te geeven en ieder Plaat met een Vaarsje en de verdere Verklaaring voorzien.

Zy word voor de Waarheid verhaald, te weeten dat zeeker Heer, op een Oud Kasteel of Land-Huis Woonende en die zeekerlyk een groot Konstenaar geweest is, in een Vertrek, diep onder dit Kasteel of Land-Huis zynde, een Konst-Werk-Tuig had gemaakt van een Man, die aan een Tafel als te Slaapen zat en een Muts met Bont op het Hoofd had, waar naast aan 't Verwulft een altoos duurende Brandende Lamp hing; Van welke Lampen in de oude Geschiedenissen meermaals gewag gemaakt word, dog welke Konst nu uit de Waereld schynt te zyn, om zoodaanige Stoffe te bereiden, die een gestaadig Licht geeft en zelf niet verteerd; En of 'er die Stoffe ooit geweest is, laaten wy aan 't Oordeel van de onderzoekers der Oudheid.

Wat 'er van zy, deeze Man was zoodaanig, als gezegd is, gezeeten aan een Tafel, met een grooten Knuppel, naast hem leggende, in de Handen. Het Vertrek was met drie Treeden of Trap-

Historie van den man met de bonte-muts

(3)

beslooten zynde, begon men de Afbreuk en aan 't Graven te gaan, om de Fondementen te leggen. De Gravers ontdekten eindelyk dit Onderaardsch Vertrek en zaagen door een tralie Venster dat 'er Licht in was. De verbaastheid en verwondering deeden hen daar kennis van geeven aan de Erfgennamen; Die daar op bevoolen, dat ze voort zouden Graven, om te zien wat het was. Dus verder Gravende ontdekten zy een Deur;

Dog die hegt en vast geslooten was, zoo dat ze beslooten een Smit te haalen om die Deur te openen.

De Smit de Deur geöpend hebbende, zag men een ruim Vertrek, waar in een Man met een Bonte-Muts op het Hoofd aan een Tafel scheen te zitten Slaapen, met een Knuppel neevens hem en een Brandende Lamp aan 't Verwulft hangende. Dewyl'er nu aan den ingang van dit Onderaardsch Hol, als gezegd is, drie Trappen waaren, wilde iemand van hen daar in treeden, maar naauwlyks had hy zyn Voet op de eerste Trap gezet, of de Slaapende Man scheen te Ontwaaken, rigte zig op en zag naar de Deur. De Intreeder daar over verschrikt, wykt schielyk weeder agter uit en dewyl het niemand durfde waagen, daar in te gaan, gaf men dit vreemd Geval aan 't Geregt van de naaste Plaats te kennen.

Historie van den man met de bonte-muts

(4)

Het Geregt de zaak bezigtigd hebbende, wist niet wat te doen; En dewyl men niemand vinden kon, die de stoutheid durfde hebben van 'er in te gaan, dewyl telkens zoo dra men de eerste Trap betrad, de Man opkeek, zoo bedagt men een Middel. Men had by geval een Gevangen, die op zyn Hals zat en men beloofde hem zyn Vryheid en Leeven, indien hy in dat Hol gaan en die Lamp daar uit wilde haalen; Het welk deeze, als wel te denken is, greetig aannam: En wat zou een Mensch niet tot behoud van zyn Leeven doen, als hy verzeekerd is, dat hy tog over weinig Daagen om zyne Misdaaden moet Sterven?

De Gevangen by 't Hol gebragt zynde, wilde 'er stoutelyk in treeden; Maar op de eerste Trap koomende en ziende dat de Man opzag, verschrikte hy geweldig en dorst niet verder gaan: Maar denkende aan 't verlies van zyn Leeven, waagt hy het nog een treede op de tweede Trap te doen; Waar op de Man met de Bonte-Muts den Knuppel opvat en hem dreigt een vreeslyken slag te geeven. Dit Geval doed hem andermaal aarzelen en agter uit wyken.

Ondertuszen was 'er voor hem niet anders op, dan de aangenoomen Zaak te volbrengen, of zyn Leeven door Beuls Handen te verliezen. Dit weederom

overweegende, steld hy alle beschroomdheid ter zyden en gaat tot op de derde Trap, waar op de Bonte-Muts, met zyn Knuppel toeslaat en de Lamp in stukken. Hier op drong men met Fakkels en Flambouwen te gelyk in 't Vertrek, om te zien hoe de onderneeming van den Gevangen afgeloopen en wat 'er van de zaak was. Dog alles onderzogt hebbende, bevond men, dat het een Man van Hout, of een Machine was, zoodaanig gesteld, dat zyne beweeging afhing van het treeden op de Trappen.

Alleenlyk beklaagde men zig, dat men die Brandende Lamp niet had konnen magtig worden, die, wie weet hoe veele Jaaren, Gebrand had en nu in stukken geslaagen was.

De Plaaten van dit Zeldzaam Geval, reeds t'zeederd eenige

Historie van den man met de bonte-muts

(5)

Historie van den man met de bonte-muts

(6)

Verklaaring van de eerste plaat.

In Duitschland was aan een Geslagt ten Erv' gevallen, Een Land-Huis, oud en wrak, zoo dat ze met hun allen Beslooten, om ter plaats, daar 't oude Land-Huis stond, Een nieuw te Bouwen en te delven in den Grond.

ZEeker Aanzienlyk Geslagt onder andere Ers-Goederen ook een oud Land-Huis te beurt gevallen zynde, was lang in overweeging, wat men met die oude Krak zou uitvoeren; Tot dat men eindelyk overeen kwam, om 'er een nieuw Huis op te Bouwen en het oude uit te roeijen.

Dus ziet men hier in onze Eerste Plaat de Erfgenaamen met elkander in overweeging en het gemelde besluit neemen, om met den eersten het Gebouw te laaten afbreeken en de plaats op te ruimen; Of volgens anderen was 'er maar een gedeelte van het Land-Huis te Herbouwen, ten welken einde eenige kort daar by staande Boomen moesten uitgeroeid worden: Hoe 't zy, het besluit wierd vastgesteld.

Historie van den man met de bonte-muts

(7)

EERSTE PLAAT.

Historie van den man met de bonte-muts

(8)

Verklaaring van de tweede plaat.

Dus, volgens afspraak en om aan den gang te koomen, Zyn hier de Gravers aan 't uitroeijen van de Boomen, Die by de Wooning staan; Zoo Graven deeze Maats, Om voor het nieuw Gebouw te maaken ruime plaats.

DE Erfgenaamen, als gezegd is, het besluit genoomen hebbende, stellen de Arbeiders aan 't Werk, die men hier voor eerst ziet Graven om de Boomen los te maaken en om verre te haalen. Twee van de Erfgenaamen daar by staande, doed zulks den Gravers des te ieveriger beezig zyn om die Boomen uit den weg te ruimen, gelyk in deeze Plaat onder 't Oog gebragt word.

Historie van den man met de bonte-muts

(9)

TWEEDE PLAAT.

Historie van den man met de bonte-muts

(10)

Verklaaring van de derde plaat.

De Gravers gaan al vast met Graven voort en trekken De Boomen uit den Grond, waar op zy hier ontdekken Een Raam en zien een Ligt; Dies loopen zy verbaast En geeven de Erven daar berigt van in der haast.

NA dat de Erfgenaamen, in onze voorige Plaat Vertoond, vertrokken waaren, vervolgden de Gravers hun Werk en eindelyk wat dieper in den Grond koomende, ontdekten zy onder aan 't Fondament van 't Gebouw een Raam en de Aarde weg geruimd hebbende, zaagen zy een Ligt door het Raam heen schynen. Dit deed hen ten hoogsten verwonderd staan, niet kunnende begrypen wat dat zeggen wilde:

Derhalven staaken zy hun Werk en loopen driftig heen, om zulks aan de Erfgenaamen bekend te maaken; Zoo als men hier in deeze Plaat Afgebeeld ziet.

Historie van den man met de bonte-muts

(11)

DERDE PLAAT.

Historie van den man met de bonte-muts

(12)

Verklaaring van de vierde plaat.

All' de Erfgenaamen, om den Tyd niet uit te rekken, Doen verder Graven, daar zy dan een Deur ontdekken, Dien niemand oop'nen kan; Dies haalt men straks een Smit, Die opent haar, hoe vast zy ook geslooten zit.

DE Erfgenaamen verwittigd van de ontdekking van het Raam en 't Ligt onder het Gebouw, waaren daar over verbaast en 'er by koomende, laaten zy de Gravers voortgaan met Graven om verder te zien, wat 'er schuilde. Hier op ontdekte men een groote Deur, welke hunne verwondering niet weinig vermeerderde; Dog die zoo hegt en vast geslooten was, dat men ze met geen mooglykheid kon openen. Men

resolveerde dan terstond een Smit te haalen, gelyk geschiede en deeze zal zyn Smits-Konst Vertoonen, om de Deur te openen, al was ze nog zoo vast geslooten, is het niet door Sleutels, zoo koomen de Hamers en Mokers te pas, die hy uit voorzorg meede brengt. Al het welke in deeze Plaat zeer Leevendig Afgebeeld is.

Historie van den man met de bonte-muts

(13)

VIERDE PLAAT.

Historie van den man met de bonte-muts

(14)

Verklaaring van de vyfde plaat.

Men ziet in een Vertrek een Man, die schynt te Slaapen, Een Bonte-Muts op 't Hoofd en neevens hem, tot Wapen, Een Knuppel, dien hy houd in slaansgesteltenis;

Ook hangt 'er aan 't Verwulft een Lamp die Brandend is.

DE Deur geopend zynde, zien de Erfgenaamen in een Onderaardsche Wooning een Man, zittende aan een ronde Tasel, eenigzins voor over gebukt, als of hy Sliep;

Terwyl 'er een Brandende Lamp aan 't Verwulfzel hangt en een Geschrift aan den Wand, waar op van onderen staat Anno Raader na. De verwondering, die dit Gezigt in die Vrinden baarde, was onbeschryflyk. De Man zit op een Stoel, die neevens de Tafel van onderen op een ronde Schyf staat, welke Schyf met hem omdraaijen kan, gelyk in 't vervolg zal blyken. Nog ziet men aan den Ingang drie Trappen, geteekend met No. 1, 2 en 3. Al het welke deeze Plaat zeer duidelyk Vertoond.

Historie van den man met de bonte-muts

(15)

VYFDE PLAAT.

Historie van den man met de bonte-muts

(16)

Verklaaring van de zesde plaat.

Hier blykt de Werking van de drie gemelde Trappen;

Want hy, die met zyn Voet op de eerste komt te stappen, Verschrikt geweldig, ziende dat de Man Ontwaakt:

Zoo dat men 't vreemd Geval den Regters kenbaar maakt.

OP dit gemelde Gezigt wilde een der Erfgenaamen binnen treeden, om te zien wat 'er van was en welk een Man daar zat te Slaapen. Maar was men over 't eerste Gezigt verwonderd geweest, deeze verwondering veranderde hier in schrik en verbaastheid;

Want naauwlyks had hy zyn Voet op de eerste Trap gezet, of de Slaapende Man Ontwaakte en zag na de Deur; Dit tweede Gezigt deed den intreeder wel haast agter uit wyken, waar op de Man zig herstelde in de sluimerende Gedaante, gelyk hy in de voorige Plaat gezien word: Dewyl hy telkens opzag zoo dra de eerste Trap geraakt wierd; Wist men niet wat men doen zou, wyl het niemand waagen durfde, verder te gaan, derhalven besloot men deeze zaak aan 't Geregt kenbaar te maaken. Deeze Plaat Vertoond ons de Man opziende door het treeden op de eerste Trap.

Historie van den man met de bonte-muts

(17)

ZESDE PLAAT.

Historie van den man met de bonte-muts

(18)

Verklaaring van de zeevende plaat.

't Geregt verkoos dan een Misdaadiger, die 't Leeven Verbeurd had; Men belooft hem vry ontslag te geeven, Als hy die Lamp haald uit dit Hol; Hy dagt, dat 's ligt En treed op de eerste Trap, maar schrikt op dat Gesigt.

DEeze vreemde Zaak dan aan 't Geregt bekend gemaakt zynde, komt men zulks bezigtigen en het zoo bevindende, overweegd men, wat men in dit Geval zou doen.

Men had een Misdaadiger, die Eerstdaags zyn Leeven door Beuls Handen verliezen moest en men besloot hem zyn Vryheid te geeven, als hy die Lamp uit deeze Onderaardsche Wooning haalde. De Misdaadiger nam dit gewillig aan; Men bragt hem derwaards en hy wilde stoutmoedig binnen treeden. Maar koomende met beide Voeten op de eerste Trap, verschrikt hy eeven als de anderen, ziende dat Bonte-Muts niet alleen opzag, maar nog een graad verder gaat en de Knuppel met zyn Hand begind op te ligten. De ontsteltenis doed hem stil staan, durvende niet verder treeden.

Het welk weederom in deeze Plaat onder 't Oog gebragt word.

Historie van den man met de bonte-muts

(19)

ZEEVENDE PLAAT.

Historie van den man met de bonte-muts

(20)

Verklaaring van de agtste plaat.

Hier neemt hy Moed en gaat de tweede Trap betreeden;

Maar ziende dat de Man, gramstoorig en te ontvreeden, Den Knuppel opheft en hem dreigt, blyft hy weêr staan;

Zyn schrik vermeerderd en hy durft niet verder gaan.

DE Misdaadiger, schoon verbaasd by het betreeden van de eerste Trap, waagde het, op de aanspooring van 't Geregt, om zyn voorneemen te volbrengen en trad

neederwaards tot op de tweede Trap; Maar wanneer Bonte-Muts daar op, als geheel verstoord, zig eenigzins verder omdraaide, den Knuppel ophief en hem dreigde met een vreeslyken slag, zonk het Hart hem in de Schoen, de Angst bekroop zyn Gemoed en hy begon bitter te Schreijen. Hy zou nog verder te rug gekeerd hebben, maar de Heeren van 't Geregt, schoon niet minder verwonderd dan hy, houden hem teegen, hem voorstellende dat hy eevenwel zyn Leeven verliezen moest en dien slag misschien nog ontwyken kon enz. Al het welke men in deeze Agtste Plaat naauwkeurig Afgebeeld ziet.

Historie van den man met de bonte-muts

(21)

AGTSTE PLAAT.

Historie van den man met de bonte-muts

(22)

Verklaaring van de neegende plaat.

Dog eind'lyk waagt hy 't, om zyn Leevensdraad te rekken, Betreed de derde Trap; Maar eêr men 't kon ontdekken, Draaid Bonte-Muts zig om en slaat, op 't zelfde pas, De Lamp aan stukken, zoo dat alles duister was.

DE Misdaadiger dan, als gezegd is, door die van 't Geregt aangespoord en hebbende by zig zelve overwoogen, dat hy tog een Man des Doods was, grypt nieuwen Moed en betreed de derde Trap, waar op hy zoo haast zynen Voet niet gezet had, of Bonte-Muts draaide zig ylings met zyn Stoel en Tafel om en sloeg in dien omzwaai teffens de Lamp aan stukken; Zoo dat de gantsche Onderaardsche Wooning duister was. Hier op liep men inderyl om Fakkelen en Flambouwen te haalen en te zien wat 'er verder zou volgen. Hier ziet men de Man omgedraaid met den Knuppel om hoog geheeven en de Lamp aan stukken geslaagen, terwyl de Misdaadiger zoo lang blyft staan, tot dat men met de Fakkels komt; Gelyk deeze Plaat aantoont.

Historie van den man met de bonte-muts

(23)

NEEGENDE PLAAT.

Historie van den man met de bonte-muts

(24)

Verklaaring van de tiende en laatste plaat.

Hier dringt men alle toe met Fakkels en Flambouwen,

Om 't Wonder, dat geen Mensch begrypen kon, te aanschouwen.

Toen zag men dat het was een Man van Hout, alleen Door Konst aldus gesteld; Waar op de vrees verdween.

DE Misdaadiger zoo lang gewagt hebbende, dat men met Toortsen en Flambouwen aankwam, schiet toe om den slag te beletten en den Knuppel teegen te houden; Waar op alle anderen binnen koomen en de Zaak onderzoeken, als wanneer men bevond, dat deeze Machine een Houte Man was met een Bonte-Muts op het Hoofd en dat zyne beweeging door de Werk-Tuigen van onder de Vloer en het treeden op de Trappen veroorzaakt wierd. Hier op verdween wel alle vrees en de Misdaadiger raakte vry; Maar men verwonderde zig niet te min over het Konst-Werk-Tuig en men beklaagde zeer de aan stukken geflaagen Lamp. Het Geschrift, aan de Wand hangende, gaf alles te kennen en deeze Plaat Vertoont, hoe dat men de Zaak ontdekt heeft.

EINDE.

Historie van den man met de bonte-muts

(25)

TIENDE PLAAT.

Historie van den man met de bonte-muts

(26)

Berigt.

By de Drukster deezes is Gedrukt en te Bekoomen, het Nieuwe en Vermaaklyke Spel, genaamd STRYK WEG EN GEEF WAT: Met de Verklaaring, hoe het zelve Gespeeld word. Nooit te vooren gezien. Buiten het zoete Divertissement voor de Jeugd, kan dezelve, dit Spel Speelende, zeer accuraat leeren Tellen en het eene Getal van het andere Aftrekken. De Prys is 4 Stuivers. Hebben dezelve ook met Fraaije Couleuren Afgezet. De Prys is 8 Stuivers.

Nieuwe en nooit bevoorens geziene Onderwyzinge in het Bastert, of Neeger Engels, zoo als het zelve in de Hollandsze Colonien gebruikt word. Dienstig voor alle Koop Luiden, die daar op Handelen, Eigenaaren en Directeuren der Plantagien,

Timmerluiden, Smits en anderen, die op dezelven zyn; Om in korten Tyd de Slaaven te konnen Verstaan en van dezelven Verstaan te worden. Met volkoomen

Onderrigting, by maniere van t'Zaamenspraaken; Hoe en op wat wyze zig Ontzien en Bemind te maaken, zonder over te gaan tot zoodaanige Onmenslyke Wreedheedens, als daar zomtyds in het Werk worden gesteld; Die volstrekt nergens anders toe konnen dienen, dan om van goede, kwaade Slaaven te maaken, tot onvermydelyk Nadeel der Geintreszeerdens. Alles, na veel Jaarige-Beproeving en Ondervinding, Opgesteld en in het Ligt gebragt, door PIETER VAN DYK. De Prys is 7 Stuivers.

t'Zaamenspraaken tuszen een ME-VROUW, BANKETBAKKER EN

CONFITURIER, over het Bereiden, Gereed Maaken en Bakken van allerlei Taarten, Gebak en Banket, onder de Pan en in den Ooven. Vladens, Compotten, Geleyen, Paszen, &c. Naauwkeurige Verhandeling over het Beslag en Bewerken van het zelven. Het maaken van allerlei Zuiker Pan-Werk. Wiskonstige Proeven en Onderrigtingen weegens de Hette van het tot alles noodige Vuer. Confyten

Historie van den man met de bonte-muts

(27)

alleen Smaaklyk, maar ook Oogzienlyk te Bereiden, op te maaken en te Bakken. Als meede het maaken van zwarte en gemeen Orange-Snippers en al het geene wat verde tot de Koek-Bakkerye behoord. Eerste en tweede Deel, ieder 10 Stuivers.

HAND- OFTAAFEL-BOEKJE voor Me-Vrouwen, Juffers en alle die geene, welke geneegen zyn tot het maaken van Orangje Tabletten en allerlei zoo nieuw als bekend Zuiker-Werk: Cumberlantjes, Wolffenbutteltjes, Carolientjes, Orangje-Takjes, Prinçe- en Bloemetjes-Zuiker en al wat verder door de Konst gemaakt werd. Of Ordonnantien en Voor-Schriften, om dat alles, met weinig moeiten, Zindelyk, Oogzienlyk en Smaaklyk te bereiden en gereed te maaken. Ten hoogsten nut en noodig voor Banket-Bakkers en hunne Leerlingen, Koks en Keuken-Meiden: Gelyk ook voor de geene welke die maaken om te Verkoopen. Ter vermydinge van onnoodige Kosten in het Ligt gegeeven. Nooit bevoorens Gedrukt. De Prys is 6 Stuivers.

Het Lotery-Spelletje, volgens het ABC. Zeer Zindelyk Rood en Zwart in Ornament Gedrukt en te gelyk dienstig om de Jeugd, al Speelende, de Letteren te leeren kennen, zonder door anderen onderweezen te werden. De Prys is 6 Stuivers.

Historie van den man met de bonte-muts

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ik heb hem goed gekend, dat hoor je wel; misschien beter dan wie ook. Maar toch heb ik nooit geweten, of Aai 't Hoog naar meer of beter of anders verlangde, dan gelijk hij 't

En men zou hem een droomer en een meisje genoemd hebben, wanneer niet juist die heel enkele keeren, dat iets heel erg gevaarlijks, iets wonderbaarlijks of zeer geheimzinnigs te

Het komt mij voor dat zijn lijf vegeteert binnen de wisselwerking van refleksen en buiten het bereik van zijn bewusten geest!. Zijn lijf

‘Heim ins Reich!’ riep iemand achter Frans, en het klonk rauw en feestelijk, en tientallen stemmen antwoordden, er knalden kurken en Frans werd overstelpt met champagne, en

Hier hing de vreemde onbewogenheid van Juffrouw Thérees waar niemand raad meê wist. Als ze geweend had, wanhopig als een dulle, of verslagen had zitten staren naar iets, of...

Als Dorus er maar accoord mee is, dat ze languit op de banken gaan maffen, en als hij niet al te zuinig kijkt naar de pakkage, boven het toelaatbare gewicht aan eigen reisgoed, en

Ik heb het oogenblik verzuimd naar haar vader te vragen, die ergens proeven moet doen voor een Engelsche fabriek, en waarom zij zich aanbiedt voor vervelend werk - zij heeft het

Maar daar begon weer de baard te leven: de zijden haartjes zwollen weer tot polieparmen en kletsten muilperen op de onbehaarde wangen van de beide wetsdienaren die, danig onthutst,