• No results found

Functies en Reeksen (WISB211) 3 november 2009

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Functies en Reeksen (WISB211) 3 november 2009"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Departement Wiskunde, Faculteit B`etawetenschappen, UU.

In elektronische vorm beschikbaar gemaakt door de TBC van A–Eskwadraat.

Het college WISB211 werd in 2009/2010 gegeven door A. Henriques.

Functies en Reeksen (WISB211) 3 november 2009

Opgave 1

Zij f = (f1, f2, f3) : R2 → R3 en g = (g1, g2) : R3 → R2 differentieerbare functies en zij h = (h1, h2) := g ◦ f . Gegeven is dat

f (1, 1) = (1, 2, 3) ∂f∂x(1, 1) = (1, 4, 6) ∂f∂y(1, 1) = (2, 3, 5)

g1(1, 2, 3) = 1 g2(1, 2, 3) = 1 Dg1(1, 2, 3) = (1, 2, 2) Dg2(1, 2, 3) = (0, 1, 1) Bereken ∂h∂x1(1, 1).

Opgave 2

Geef een voorbeeld van een functie die twee keer differentieerbaar is maar niet C2.

Opgave 3

Bewijs dat f (x) :=R1 0

tx

2−tdt continu is op (−1, ∞).

Opgave 4

Zij ω := sin x dx + cos y dy een differentiaalvorm op R2. Geef een kromme γ : [0, 1] → R2 zodat R

γω = 4 of bewijs dat een dergelijke kromme niet bestaat.

Opgave 5

Bereken de oneigenlijke lijnintegraal Z

γ

−y dx + x dy x2+ y2 ,

waarbij γ : R → R2 gegeven wordt door de formule γ(t) := (t, cos t).

Opgave 6

Zij ω een differentiaalvorm op R2−{(0, 1), (0, −1)}. Zij ω1de beperking van ω tot R×R>−1−{(0, 1)}

en zij ω2tot R × R<1− {(0, 1)}. Bewijs dat

1is exact en ω2 is exact ) ⇔ (ω is exact).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Motiveer steeds uw antwoord door duidelijk aan te geven welke argumenten en welke resultaten uit de syllabus u gebruikt om een bepaalde conclusie te trekken.. Onder welke

U mag in ieder onderdeel de conclusies van voorgaande onderdelen gebruiken, ook als u die (nog) niet

U mag in ieder onderdeel de conclusies van voorgaande onderdelen gebruiken, ook als u die (nog) niet

N.B.: U mag in ieder onderdeel de conclusies van voorgaande onderdelen gebruiken, ook als u die (nog) niet

[r]

Motiveer steeds uw antwoord door duidelijk aan te geven welke argumenten en welke resultaten uit de syllabus u gebruikt om een bepaalde conclusie

U mag in ieder onderdeel de conclusies van voorgaande onderdelen gebruiken, ook als u die (nog) niet

U mag in ieder onderdeel de conclusies van voorgaande onderdelen gebruiken, ook als u die (nog) niet