Inlichtingen bij Lars Oosters, telefoonnummer (026) 359 91 53 e-mailadres: post@gelderland.nl
Antwoord op Statenvragen PS2018-122 Arnhem, 6 maart 2018 zaaknr. 2018-002782
De leden van Provinciale Staten
Beantwoording schriftelijke Statenvragen statenlid Tineke Poortinga (Groep Poortinga) over betrokkenheid lokale volksvertegenwoordiging bij de Gelderse Gebiedsopgaven
Ingevolge het bepaalde in artikel 39 van het Reglement van Orde van Provinciale Staten doen wij u hieronder het antwoord van ons college op de vragen van het statenlid toekomen.
Inleiding vragensteller:
Het College van Gedeputeerde Staten heeft sinds vorig jaar diverse keren aan Provinciale Staten voorstellen gedaan over de Gelderse Gebiedsopgaven. Deze voorstellen gaan over grote sommen geld. De provincie Gelderland stelt met partners gelijkwaardig te willen werken. De
volksvertegenwoordiging in de gemeenten zijn belangrijke partners voor de Staten. Het is daarom van belang dat de lokale gemeenteraden ook betrokken zijn bij de Gelderse Gebiedsopgaven.
Dit leidt tot de volgende vragen aan het College van GS:
Vraag 1 :
Deelt u de bovenstaande stellingname?
Antwoord:
Wij hebben samen met onze partners (overheden, bedrijven en onderwijs- en kennisinstellingen) zes gebiedsopgaven gedefinieerd. De opgave bepaalt de grens van het gebied en de partners met wie wordt samengewerkt. De uitvoering van elke opgave gebeurt dan ook in nauw overleg met onze partners waaronder de gemeenten. Samen met alle partners streven we naar een samenhangende aanpak van de desbetreffende gebiedsopgave.
Vanuit onze manier van werken van de Gebiedsopgaven (samenwerking, partnerschap, aansluiten bij de energie van anderen, open staan voor nieuwe ontwikkelingen en verantwoordelijkheid nemen) delen wij dan ook uw stellingname voor zover het gaat over het belang dat lokale gemeenteraden ook betrokken zijn bij de Gelderse Gebiedsopgaven. In onze Statenbrief ‘Stand van Zaken
Gebiedsopgaven’ (PS2017-676) die u in november jl. van ons hebt ontvangen, kunt u de reeds opgedane ervaringen met deze manier van samenwerken teruglezen.
Vraag 2 :
In hoeverre zijn de lokale gemeenteraden betrokken geweest bij de besluitvorming van de huidige Gelderse Gebiedsopgaven?
Antwoord:
In algemene zin kan gesteld worden dat het geen verantwoordelijkheid is van ons college om gemeenteraden zelfstandig te informeren. Het is aan het college van B&W van elke gemeente op welke wijze hij of zij de raad actief wil betrekken bij een gebiedsopgave. In de praktijk besteden we met onze partners veel aandacht aan het betrekken van bewoners en gemeenteraden bij de aanpak van de gebiedsopgaven. Voorbeelden hiervan zijn het jaarlijkse Veluwecongres en een gezamenlijk werkbezoek van raadsleden en Statenleden in de regio Arnhem Nijmegen.
Daarnaast bezoeken we op uitnodiging van de gemeenteraden ook geregeld de raden om te praten over de gebiedsopgaven.
2
In formele zin is, vanwege de controlerende taak van de gemeenteraad, elk college van B&W minimaal verantwoording schuldig over de inzet van de gemeente in de gebiedsopgave. Bij
investeringsagenda’s speelt daar ook financiële besluitvorming een rol. De gemeenteraden zijn vanuit hun budgetrecht in besluitvormende zin dan ook betrokken bij het beschikbaar stellen van de
benodigde middelen en de verantwoording hierover. Dit is gelijk de rol die uw Staten hebben in de provinciale besluitvorming en verantwoording.
Vraag 3:
Bent u bereid om deze vragen voor de Statenvergadering van 7 maart 2018 te beantwoorden?
Antwoord:
Zoals u kunt zien, hebben wij onze antwoorden op 6 maart naar u toe verzonden Gedeputeerde Staten van Gelderland
C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning P.G.G. Hilhorst - secretaris