• No results found

De arbeidsmarktpositie van kortgeschoolden in Europa: Vlaanderen als middenmoter

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De arbeidsmarktpositie van kortgeschoolden in Europa: Vlaanderen als middenmoter"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

mogelijk scoren op de geselecteer- de indicatoren, terwijl deze scores zo verschillend mogelijk moeten zijn van de observaties in de ove- rige clusters. We hanteren een hy- bride clustermethode, waarbij we de hiërarchische Ward clusterme- thode laten volgen door een niet- hiërarchische clustermethode.

De arbeidsmarktpositie van kort- geschoolden brengen we in beeld aan de hand van de activiteits- en werkzaamheidsgraad van kortge- schoolden op arbeidsleeftijd. We vergelijken ook de arbeidsmarkt- positie van kortgeschoolden ten opzichte van zowel midden- als hooggeschoolden via de onder- wijskloof. Deze ratio drukt het verschil in de activiteits- en werk- zaamheidsgraad uit van kortge- schoolden ten opzichte van mid- den- en hooggeschoolden. Indien deze ratio groter (kleiner) is dan 1, dan betekent dit dat kortge- schoolden een lagere (hogere) activiteits- of werkzaamheidsgraad laten optekenen dan de referentiegroep. De NEET-ratio voegen we eveneens toe aan de analyse, aangezien deze in- dicator een duidelijke link heeft met de arbeids- marktpositie van kortgeschoolde jongeren. De NEET-ratio vat het aandeel jongeren van 15 tot 24 jaar die geen job hebben en geen training of on- derwijs volgen, en geeft daardoor een inzicht in

Methodologie en indicatoren

We onderzoeken de Europese diversiteit in de ar- beidsmarktpositie van kortgeschoolden aan de hand van clusteranalyse. Met deze analysetechniek proberen we inhoudelijk logische groepen van ob- servaties, in dit geval regio’s, te vormen. De ob- servaties binnen een cluster moeten zo gelijkaardig

De arbeidsmarktpositie van

kortgeschoolden in Europa: Vlaanderen als middenmoter

Kortgeschoolden, dit zijn personen die ten hoogste een diploma tweede graad secundair onderwijs behaalden, hebben vaak een precaire positie op de Europese arbeidsmarkt. Ze beleven een moeilijkere doorstart op de arbeidsmarkt (Mazrekaj, De Witte, &

Vansteenkiste, 2017), hebben gemiddeld gesproken minder goede loopbaanperspectieven en ervaren moeilijkheden bij de zoektocht naar en het behouden van werk (Zimmer, Delhez, & De Mulder, 2013). De arbeidsmarktpositie van kortgeschoolden kan echter verschillen tussen regio’s omwille van onder meer de institutionele context (Fernández-Macias, 2012; Oesch, 2015; Peugny, 2019).

Regio’s zijn immers grotendeels autonoom bevoegd voor het uitstip- pelen van het economische en werkgelegenheidsbeleid (Eurostat, 2010; Stevens, De Winne, & Sels, 2007). Daarom onderzoeken we in deze bijdrage via een clusteranalyse hoe de arbeidsmarktpositie van kortgeschoolden regionaal varieert binnen Europa anno 2018.

Daarnaast zoomen we in op de evolutie van de arbeidsmarktpositie

van kortgeschoolden per regio tijdens de voorbije vijf jaar, zodat

we een beter beeld krijgen van de regio’s die een inhaalbeweging

hebben ingezet, of achterblijven op de sterkere presteerders.

(2)

Wat daarnaast opvalt, is dat de Europese regio’s veel variatie laten optekenen. In figuur 2 zetten we per regio de activiteitsgraad af tegen de werkzaamheids- graad, opgesplitst naar opleidingsniveau. In deze fi- guur observeren we een lineaire trend die opnieuw duidelijk maakt dat de arbeidsmarktpositie van kort- geschoolden zwakker is dan die van midden- en hooggeschoolden. Tegelijkertijd zien we binnen de opleidingsniveaus sterke regioverschillen. In de vol- gende onderdelen onderzoeken we de variatie bij kortgeschoolden aan de hand van clusteranalyse.

Arbeidsmarktpositie kortgeschoolden in 2018

In dit onderdeel presenteren we de resultaten met betrekking tot de clusteranalyse waarmee we de ar- beidsmarktpositie van kortgeschoolden in 2018 on- derzoeken. Deze clusteranalyse resulteert in zeven verschillende clusters die we in tabel 1 weergeven.

De clusters staan aflopend gerangschikt op basis van de score op de activiteitsgraad van kortgeschoolden.

In figuur 3 visualiseren we de zeven clusters. In wat volgt bespreken we elke cluster afzonderlijk.

Cluster 1: de Europese topregio’s

Cluster 1 onderscheidt zich van de andere clus- ters door een hoge activiteitsgraad (73,1%) te de arbeidsmarktpositie van jongeren. Hoewel de

NEET-ratio een zeer diverse groep jongeren vat, hebben deze jongeren wel een hogere waarschijn- lijkheid om een aantal achterstellingen te delen, zoals een lager opleidingsniveau en een kwetsbare gezinsachtergrond (Furlong, 2006). Het risico om in de NEET-categorie terecht te komen, is boven- dien hoger voor kortgeschoolden dan voor hoog- geschoolden (OECD, 2017).

De analyses voeren we uit op het NUTS-1 niveau, een indeling die gebaseerd is op administratieve en institutionele structuren. Op dit niveau zijn er 104 regio’s, waarbij Denemarken, Tsjechië, Estland, Ierland, Cyprus, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxem- burg, Malta, Slovenië en Slowakije telkens als een regio op zich worden beschouwd. De Finse regio Åland valt uit de analyse wegens gebrek aan data.

Kortgeschoolden op de Europese arbeidsmarkt

We werpen een eerste blik op de data aan de hand van de figuren 1 en 2. In figuur 1 geven we de on- derwijskloof in de activiteits- en werkzaamheidsgraad van kortgeschoolden ten opzichte van hoog- (x-as) en middengeschoolden (y-as) in Europa op NUTS-1 ni- veau weer. Uit de figuur blijkt dat in geen enkele regio kortgeschoolden een hogere activiteits- of werkzaam- heidsgraad halen dan midden- of hooggeschoolden.

Figuur 1.

Onderwijskloof in activiteits- en werkzaamheids- graad

2,5

2,0

1,5

Midden- versus kortgeschoold1,0

0,5 0,5

Onderwijskloof Activiteitsgraad Werkzaamheidsgraad

1,0 1,5

Hoog- versus kortgeschoold 2,0 2,5

Bron: Steunpunt Werk op basis van Eurostat – LFS

Figuur 2.

Activiteits- vs. werkzaamheidsgraad naar opleidings- niveau

30 30 40

40 50

50 60

60

Werkzaamheidsgraad (%)

70

70 80

80 90

90 100

100 Opleidingsniveau Kortgeschoold Middengeschoold Hooggeschoold

Activiteitsgraad (%)

Bron: Steunpunt Werk op basis van Eurostat – LFS

(3)

Tabel 1.

Clusteranalyse arbeidsmarktpositie kortgeschoolden in 2018

Cluster Aantal regio’s Kortgeschoolden Onderwijskloof NEET-ratio

Activiteits- graad

Werkzaamheids- graad

Kort- vs.

hooggeschoold

Kort- vs.

middengeschoold

EU 103 63,0 55,3 1,57 1,34 10,2

Vlaanderen 55,5 52,1 1,65 1,41 7,8

1 13 73,1 66,8 1,28 1,16 8,2

2 23 68,5 59,6 1,37 1,16 13,2

3 23 66,3 59,8 1,47 1,31 6,5

4 (VLA) 26 59,5 51,8 1,65 1,43 9,0

5 (BHG) 7 53,2 43,7 1,92 1,49 14,3

6 3 51,2 37,5 1,92 1,42 27,3

7 (WAL) 8 45,8 39,2 2,17 1,74 9,7

Bron: Steunpunt Werk op basis van Eurostat – LFS

Figuur 3.

Clusteranalyse arbeidsmarktpositie kortgeschoolden 2018

Bron: Steunpunt Werk op basis van Eurostat – LFS.

(4)

Cluster 2: subtopper met een hoge NEET-ratio

We classificeren de tweede cluster als subtopper, omdat deze minder goed scoort dan cluster 1, maar qua activiteitsgraad (68,5%), werkzaamheidsgraad (59,6%), onderwijskloof met hoog- (1,37) en mid- dengeschoolden (1,16) beter doet dan het Euro- pese gemiddelde. Met een gemiddelde NEET-ratio van 13,2% kennen de regio’s uit deze cluster wel een hoger aandeel NEET-jongeren in vergelijking met het Europese gemiddelde. De cluster omvat vooral Zuid-Europese regio’s, maar ook de UK is vrij dominant. Verder zijn er twee Franse regio’s en een Roemeense regio.

De kloof tussen de activiteitsgraad en de werk- zaamheidsgraad is in deze cluster meer uitge- sproken dan in cluster 1. Dit wijst erop dat heel wat regio’s binnen deze cluster met een hogere werkloosheid van kortgeschoolden kampen. Het grootste verschil tussen activiteits- en werkzaam- heidsgraad zien we in de Spaanse regio Sur, waar dit 20,9 procentpunt bedraagt. De onderwijsklo- ven zijn vrij laag, de Griekse regio’s Nisia Aigaiou en Kentriki Ellada steken er Europees gezien bo- venuit met een ratio van kort- versus middenge- schoold van 1,05. Op vlak van de NEET-ratio zijn combineren met een hoge werkzaamheidsgraad

(66,8%) en, gemiddeld gezien, de laagste onderwijs- kloven (1,16). De NEET-ratio van 8,2% ligt lager dan het Europese gemiddelde, maar cluster drie behaalt een lager clustergemiddelde. De cluster vat dus de regio’s waar kortgeschoolden de beste arbeids- marktpositie hebben. De cluster wordt gedomineerd door vijf regio’s uit het Verenigd Koninkrijk en vier Zuid-Europese regio’s. Twee Duitse regio’s, een Zweedse regio en Estland vervolledigen de cluster.

Als we inzoomen op de cluster, dan zien we dat enkel East-Midlands en Scotland een lagere acti- viteitsgraad hebben dan 70%. In Oost-Zweden is 77,4% van de kortgeschoolden op beroepsleeftijd actief op de arbeidsmarkt, hiermee is deze regio de Europese koploper. South West heeft de hoogste werkzaamheidsgraad bij kortgeschoolden in Euro- pa, deze bedraagt 71,7%. De cluster heeft de laagste gemiddelde onderwijskloof tussen kort- en hoog- geschoolden in Europa, met als exponent Corsica waar deze onderwijskloof 1,19 bedraagt. De gemid- delde onderwijskloof tussen kort- en middenge- schoolden van 1,16 is identiek aan die van cluster twee. South East en Scotland zijn de enige regio’s in deze cluster met een hoger aandeel NEET-jongeren dan het Europese gemiddelde van 10,2%.

Tabel 2.

Cluster 1 – Clusteranalyse arbeidsmarktpositie kortgeschoolden in 2018

Cluster 1 Kortgeschoolden Onderwijskloof NEET-ratio

Activiteitsgraad Werkzaamheids-

graad Kort- vs.

hooggeschoold Kort- vs.

middengeschoold  

EU 63,0 55,3 1,57 1,34 10,2

Cluster 73,1 66,8 1,28 1,16 8,2

Baden-Württemberg (DE) 72,7 68,3 1,31 1,22 4,9

Beieren (DE) 72,2 68,5 1,30 1,21 4,2

Estland 72,3 65,7 1,30 1,19 9,8

Noreste (ES) 71,8 60,1 1,38 1,12 8,4

Comunidad De Madrid (ES) 75,8 61,9 1,35 1,06 8,3

Corsica (FR) 71,7 66,1 1,19 1,10 9,6

Continentaal-Portugal (PT) 75,3 69,9 1,22 1,09 8,0

Oost-Zweden (SE) 77,4 63,8 1,40 1,31 5,9

East Midlands (UK) 69,0 64,8 1,32 1,20 9,0

East Of England (UK) 73,9 71,1 1,24 1,14 10,5

South East (UK) 74,3 70,6 1,21 1,15 9,3

South West (UK) 74,7 71,7 1,21 1,13 8,4

Scotland (UK) 68,9 65,2 1,26 1,21 10,3

Bron: Steunpunt Werk op basis van Eurostat – LFS.

(5)

zijn in deze clusters goed vertegenwoordigd met alle Nederlandse regio’s, drie Franse regio’s en Luxem- burg. Ook Letland en Malta behoren tot deze cluster.

De gemiddelde activiteitsgraad van 66,3% is lager dan in cluster twee (68,5%), maar de kloof met de werkzaamheidsgraad is in deze cluster kleiner. De kortgeschoolden zijn in deze cluster dus in mindere mate aanwezig op de arbeidsmarkt, maar hebben wel in hogere mate een job. Zuid- en Noord-Zwe- den vallen in die zin uit de toon met een kloof tussen beide indicatoren van respectievelijk 12,7 en 11,9 procentpunt. Het laagste aandeel NEET-jonge- ren in Europa vinden we in Oost- en West-Neder- land, waar 3,9% van de jongeren geen job hebben en geen training of onderwijs volgen.

de Azoren de negatieve uitschieter met een score van 17,8%.

Cluster 3: subtopper met de laagste NEET-ratio

De derde cluster is eveneens een subtopper, omdat deze op vlak van activiteitsgraad (66,3%), werkzaam- heidsgraad (59,8%), onderwijskloof met hoog- (1,47) en middengeschoolden (1,31) minder goed scoort dan cluster 1, maar wel beter dan het EU-gemid- delde. Bovendien is de gemiddelde NEET-ratio van 6,5% de laagste van alle clusters. De cluster bestaat uit een groot aantal centraal-Europese regio’s, maar heeft met Denemarken en twee Zweedse regio’s ook een Scandinavische toets. De buurlanden van België

Tabel 3.

Cluster 2 – Clusteranalyse arbeidsmarktpositie kortgeschoolden in 2018

Cluster2 Kortgeschoolden Onderwijskloof NEET-ratio

Activiteits-

graad Werkzaamheids-

graad Kort- vs.

hooggeschoold Kort- vs.

middengeschoold  

EU 63,0 55,3 1,57 1,34 10,2

Cluster 68,5 59,6 1,37 1,16 13,2

Cyprus 68,4 61,6 1,31 1,16 13,2

Nisia Aigaiou, Kriti (EL) 71,1 59,1 1,27 1,05 15,1

Voreia Ellada (EL) 64,9 50,7 1,41 1,07 14,1

Kentriki Ellada (EL) 67,2 54,4 1,32 1,05 16,1

Noroeste (ES) 66,5 54,5 1,45 1,15 9,6

Centro (ES) 72,8 56,9 1,37 1,13 12,3

Este (ES) 74,3 61,1 1,35 1,11 13,3

Sur (ES) 70,5 50,2 1,48 1,13 15,6

Canarias (ES) 70,3 51,7 1,42 1,24 15,7

Île-De-France (FR) 70,5 59,8 1,39 1,17 10,1

Centre-Val De Loire (FR) 64,4 57,2 1,45 1,24 10,8

Noordwest-Italië (IT) 68,4 61,9 1,36 1,18 14,3

Noordoost-Italië (IT) 68,6 62,9 1,33 1,20 13,1

Centraal-Italië (IT) 66,9 58,8 1,37 1,15 15,4

Azoren (PT) 70,6 64,2 1,35 1,17 17,8

Madeira (PT) 72,9 65,8 1,29 1,09 16,1

Regio 2 (RO) 68,2 65,8 1,31 1,09 12,9

North East (UK) 64,1 60,4 1,39 1,26 12,4

North West (UK) 65,6 62,3 1,38 1,24 11,3

Yorkshire And The Humber (UK) 67,5 62,8 1,35 1,24 11,3

West Midlands (UK) 69,7 65,0 1,30 1,21 11,6

London (UK) 65,1 60,2 1,43 1,21 10,8

Wales (UK) 67,2 63,6 1,33 1,24 10,5

Bron: Steunpunt Werk op basis van Eurostat – LFS.

(6)

Als we specifiek kijken naar Vlaanderen, dan zien we dat de activiteitsgraad van 55,5% lager ligt dan het clustergemiddelde van 59,5%. Het aandeel werkza- me kortgeschoolden in Vlaanderen bedraagt 52,1%, wat hoger is dan het clustergemiddelde van 51,8%.

De onderwijskloven liggen in lijn met het clusterge- middelde van 1,7 en 1,4 bij kort- versus respectie- velijk midden- en hooggeschoolden. De NEET-ratio van 7,8% is lager dan het clustergemiddelde.

Cluster 5: zwakke arbeidsmarktpositie kortgeschoolden

Cluster 5 wordt gekenmerkt door een lage activiteits- graad (53,2%), een zeer lage werkzaamheidsgraad (43,7%), hoge onderwijskloven (respectievelijk 1,92

Cluster 4: de middenmoot

We categoriseren cluster 4 als middenmoot, omdat de scores op de verschillende indicatoren minder goed zijn dan deze van de voorgaande clusters, maar wel beter dan de komende clusters. De scores voor de ac- tiviteits- (59,5%) en werkzaamheidsgraad (51,8%) zijn lager dan het Europese gemiddelde, terwijl de onder- wijskloven met de hoog- (1,65) en middengeschool- den (1,43) hoger zijn dan het Europees gemiddelde.

Met een gemiddeld aandeel NEET-jongeren van 9,0%

hebben de regio’s in deze cluster een lagere NEET- ratio dan gemiddeld. We vinden Vlaanderen terug in deze cluster, waarin het vergezeld wordt door zes Franse regio’s en verder vooral Centraal- en Oost-Eu- ropese regio’s. Ook Ierland, Noord-Ierland, Litouwen en een Finse regio behoren tot deze cluster.

Tabel 4.

Cluster 3 – Clusteranalyse arbeidsmarktpositie kortgeschoolden in 2018

Cluster 3 Kortgeschoolden Onderwijskloof NEET-ratio

Activiteits-

graad Werkzaamheids-

graad Kort- vs.

hooggeschoold Kort- vs.

middengeschoold  

EU 63,0 55,3 1,57 1,34 10,2

Cluster 66,3 59,8 1,47 1,31 6,5

West-Oostenrijk (AT) 65,0 60,6 1,43 1,33 6,0

Brandenburg (DE) 66,8 56,3 1,58 1,44 7,4

Hamburg (DE) 68,6 61,5 1,46 1,29 7,6

Hesse (DE) 67,4 62,2 1,41 1,29 5,6

Nedersaksen (DE) 66,3 60,2 1,47 1,34 6,3

Noordrijn-Westfalen (DE) 63,1 56,7 1,56 1,39 6,8

Rijnland-Palts (DE) 66,7 61,1 1,44 1,33 5,8

Saarland (DE) 64,9 58,4 1,53 1,33 5,8

Schleswig-Holstein (DE) 65,2 59,7 1,47 1,37 6,2

Denemarken 65,1 60,6 1,43 1,32 6,8

Bourgogne-Franche-Comté (FR) 64,2 56,4 1,48 1,32 11,2

Pays de la Loire (FR) 64,1 56,0 1,48 1,30 8,4

Auvergne-Rhône-Alpes (FR) 63,9 56,0 1,52 1,31 10,1

Central Hungary (HU) 65,5 60,7 1,42 1,21 6,7

Luxemburg 63,3 58,9 1,42 1,16 5,3

Letland 69,2 57,5 1,55 1,27 7,8

Malta 64,9 61,7 1,47 1,32 7,3

Noord-Nederland (NL) 65,2 60,8 1,43 1,28 3,9

Oost-Nederland (NL) 68,2 64,8 1,38 1,24 3,9

West-Nederland (NL) 65,5 61,6 1,44 1,28 4,2

Zuid-Nederland (NL) 66,2 63,1 1,41 1,28 4,6

Zuid-Zweden (SE) 74,4 61,7 1,43 1,35 6,3

Noord-Zweden (SE) 70,5 58,6 1,53 1,45 6,3

Bron: Steunpunt Werk op basis van Eurostat – LFS

(7)

hooggeschoolden, en anderzijds een lager dan ge- middelde kloof van 1,30 bij kort- versus midden- geschoolden. Centraal-Polen is de enige regio in deze cluster waar de NEET-ratio lager uitvalt dan het Europese gemiddelde van 10,2%.

Cluster 6: zwak presterende Zuid-Europese regio’s

De Zuid-Europese regio’s vonden we tot nu toe terug in de beter presterende clusters, op Attiki na.

De Zuid-Europese regio’s waar kortgeschoolden een zwakker dan gemiddelde arbeidsmarktpositie hebben, duiken op in cluster zes. De gemiddelde en 1,49) en een hoger dan gemiddelde NEET-ratio

(14,3%). In vergelijking met de voorgaande clus- ters is de arbeidsmarktpositie van kortgeschoolden in deze cluster dus zwak. In de cluster vinden we naast het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ook Oost- Europese regio’s, een Franse en een Griekse regio.

Het laagste aandeel actieve kortgeschoolden op de arbeidsmarkt vinden we in deze cluster in Cen- traal-Polen, de activiteitsgraad bedraagt er 53,2%.

De werkzaamheidsgraad in Attiki van 38,1% is de laagste in deze cluster. Het Brussels Hoofdstede- lijk Gewest springt in het oog met enerzijds een vrij hoge onderwijskloof van 1,92 bij kort- versus Tabel 5.

Cluster 4 – Clusteranalyse arbeidsmarktpositie kortgeschoolden in 2018

Cluster 4 Kortgeschoolden Onderwijskloof NEET-ratio

Activiteits- graad

Werkzaamheids- graad

Kort- vs.

hooggeschoold

Kort- vs.

middengeschoold  

EU 63,0 55,3 1,57 1,34 10,2

Cluster 59,5 51,8 1,65 1,43 9,0

Oost-Oostenrijk (AT) 62,6 52,5 1,58 1,40 8,1

Zuid-Oostenrijk (AT) 58,5 52,8 1,62 1,43 5,4

Vlaanderen 55,5 52,1 1,65 1,41 7,8

Zuid-West- en Zuid-Centraal Bulgarije (BG) 56,7 51,7 1,68 1,45 10,5

Tsjechië 56,8 50,9 1,68 1,59 5,6

Berlijn (DE) 65,1 52,6 1,66 1,46 9,1

Bremen (DE) 59,0 53,8 1,57 1,47 8,3

Mecklenburg-Vorpommern (DE) 63,3 53,4 1,61 1,43 8,0

Saksen (DE) 60,8 51,0 1,74 1,60 5,0

Saksen-Anhalt (DE) 62,0 49,7 1,77 1,60 7,1

Thüringen (DE) 63,2 53,2 1,64 1,51 4,7

Manner-Suomi (FI) 60,6 52,7 1,63 1,39 8,5

Normandië (FR) 58,6 49,7 1,67 1,47 12,2

Elzas-Champagne-Ardenne-Lorraine (FR) 59,9 50,6 1,66 1,38 11,9

Bretagne (FR) 57,8 51,0 1,63 1,43 8,6

Aquitaine-Limousin-Poitou-Charentes (FR) 60,7 50,8 1,64 1,42 9,7

Languedoc-Roussillon-Midi-Pyrénées (FR) 61,0 50,3 1,62 1,36 10,3

Provence-Alpes-Côte D’Azur (FR) 63,1 53,6 1,48 1,29 10,7

Transdanubia (HU) 60,9 56,1 1,49 1,37 10,8

Great Plain and North (HU) 60,7 53,3 1,58 1,40 13,4

Ierland 56,5 51,5 1,64 1,38 10,1

Litouwen 58,2 46,9 1,93 1,53 8,0

Regio-Mazowieckie (PL) 54,5 49,6 1,80 1,43 7,2

Regio 4 (RO) 55,5 52,3 1,65 1,25 14,9

Slovenië 56,0 50,8 1,73 1,45 6,6

Northern Ireland (UK) 58,3 54,7 1,57 1,34 11,5

Bron: Steunpunt Werk op basis van Eurostat – LFS

(8)

onderwijskloven laten optekenen. Ook de werk- zaamheidsgraad van 39,2% is heel wat lager dan het Europese gemiddelde van 55,3%, al ligt deze nog lager in cluster 6. De gemiddelde NEET-ratio van 9,7% is het lichtpuntje in deze cluster, want deze ligt lager dan het Europese gemiddelde. We vinden Wallonië in het gezelschap van Kroatië, vijf Poolse regio’s en Slowakije.

In Zuid-Polen is 40,4% van de kortgeschoolden ac- tief op de arbeidsmarkt, dit is de laagste activiteits- graad in Europa. Zuid-Polen en Slowakije laten de hoogste onderwijskloof van kort- versus respectie- velijk midden- (1,74) en hooggeschoolden (2,17) optekenen. De activiteits- en werkzaamheidsgraad van kortgeschoolden in Zuid-Polen valt lager uit dan gemiddeld, maar ook de NEET-ratio van 6,8%

ligt lager dan het Europese gemiddelde.

activiteitsgraad van 51,2% ligt ver beneden het Europese gemiddelde van 63,0%. Ook de werk- zaamheidsgraad (37,5%) ligt beduidend lager dan het Europese gemiddelde, met de Franse regio Dé- partements d’Outre Mer als Europese laagvlieger met een werkzaamheidsgraad van 35,8%. De on- derwijskloven zijn eveneens groot, maar wat het meest in het oog springt, is de NEET-ratio (27,3%):

de scores van de drie regio’s zijn de hoogste van alle Europese regio’s. Het grootste aandeel jon- geren in de NEET-categorie vinden we in de re- gio Eilanden Italië, daar bedraagt de NEET-ratio 29,4%.

Cluster 7: de Europese achterblijvers

We typeren regio’s uit cluster 7 als achterblijvers, omdat ze de laagste activiteitsgraad en de hoogste Tabel 6.

Cluster 5 – Clusteranalyse arbeidsmarktpositie kortgeschoolden in 2018

Cluster 5 Kortgeschoolden Onderwijskloof NEET-ratio

Activiteits- graad

Werkzaamheids- graad

Kort- vs.

hooggeschoold

Kort- vs.

middengeschoold  

EU 63,0 55,3 1,57 1,34 10,2

Cluster 53,2 43,7 1,92 1,49 14,3

Brussels Hoofdstedelijk Gewest 54,7 40,9 1,92 1,30 13,3

Noord- en Oost-Bulgarije (BG) 53,3 42,6 1,99 1,71 19,9

Attiki (EL) 56,8 38,1 1,96 1,40 12,4

Nord-Pas-de-Calais-Picardie (FR) 53,2 42,5 1,96 1,52 13,7

Centraal-Polen (PL) 49,2 45,0 1,92 1,56 9,9

Regio 1 (RO) 50,6 46,8 1,90 1,50 16,5

Regio 3 (RO) 54,3 49,7 1,81 1,43 14,3

Bron: Steunpunt Werk op basis van Eurostat – LFS.

Tabel 7.

Cluster 6 – Clusteranalyse arbeidsmarktpositie kortgeschoolden in 2018

Cluster 6 Kortgeschoolden Onderwijskloof NEET-ratio

Activiteits-

graad Werkzaamheids-

graad Kort- vs.

hooggeschoold Kort- vs.

middengeschoold  

EU 63,0 55,3 1,57 1,34 10,2

Cluster 51,2 37,5 1,92 1,42 27,3

Départements d’Outre Mer (FR) 53,5 35,8 2,21 1,59 26,1

Zuid-Italië (IT) 50,2 39,1 1,73 1,32 26,3

Eilanden Italië (IT) 49,9 37,6 1,82 1,35 29,4

Bron: Steunpunt Werk op basis van Eurostat – LFS

(9)

De evolutie in de tabellen verwijst naar het verschil in procentpunt tussen 2013 en 2018. We visualise- ren de zeven clusters in figuur 4. In de volgende onderdelen bespreken we deze clusters.

Cluster 1: Hongaarse inhaalbeweging

De eerste cluster bestaat uit de drie Hongaarse re- gio’s. Deze regio’s vormen de Europese top drie wat betreft de groei in de activiteits- (+11,9 ppt) en werkzaamheidsgraad (+17,5 ppt). De stijging in

Evolutie van de arbeidsmarktpositie van kortgeschoolden

Dit onderdeel bevat de resultaten van de clus- teranalyse met betrekking tot de evolutie van de arbeidsmarktpositie van kortgeschoolden. We ge- bruiken dezelfde indicatoren als in de voorgaande clusteranalyse, en vullen deze aan met de gemid- delde jaarlijkse groei tussen 2013 en 2018 van elke indicator. In tabel 9 geven we een overzicht van deze clusteranalyse. De clusters staan aflopend ge- rangschikt naar de evolutie in de activiteitsgraad.

Tabel 8.

Cluster 7 – Clusteranalyse arbeidsmarktpositie kortgeschoolden in 2018

Cluster 7 Kortgeschoolden Onderwijskloof NEET-ratio

Activiteitsgraad Werkzaamheids- graad

Kort- vs.

hooggeschoold

Kort- vs.

middengeschoold  

EU 63,0 55,3 1,57 1,34 10,2

Cluster 45,8 39,2 2,17 1,74 9,7

Wallonië 47,2 38,5 2,10 1,66 10,0

Kroatië 42,4 37,2 2,19 1,75 13,6

Zuid-Polen (PL) 40,4 36,1 2,41 1,83 6,8

Noordwest-Polen (PL) 46,3 43,1 2,05 1,65 8,7

Zuidwest-Polen (PL) 44,2 39,7 2,23 1,74 7,7

Noord-Polen (PL) 45,8 40,3 2,19 1,69 11,4

Oost-Polen (PL) 48,6 42,3 2,01 1,58 9,3

Slowakije 51,1 36,4 2,18 2,05 10,2

Bron: Steunpunt Werk op basis van Eurostat – LFS.

Tabel 9.

Evolutie arbeidsmarktpositie kortgeschoolden 2013 – 2018 Cluster Aantal

regio’s

Kortgeschoolden Onderwijskloof NEET-ratio

Activiteitsgraad Werkzaamheids-

graad Kort- vs.

hooggeschoold Kort- vs. midden- geschoold

2018 Evolutie 2018 Evolutie 2018 Evolutie 2018 Evolutie 2018 Evolutie

EU 103 63,0 0,9 55,3 4,5 1,57 -0,08 1,34 -0,03 10,2 -2,7

Vlaanderen 55,5 -1,3 52,1 0,1 1,65 0,05 1,41 0,00 7,8 -2,7

1 3 62,4 11,9 56,7 17,5 1,50 -0,52 1,33 -0,34 10,3 -4,6

2 20 70,0 4,5 63,9 8,2 1,34 -0,16 1,20 -0,11 9,7 -2,9

3 9 51,9 1,3 44,6 8,1 1,97 -0,31 1,65 -0,15 9,9 -4,2

4 16 69,1 0,8 58,6 7,0 1,37 -0,09 1,14 -0,03 13,7 -5,6

5 3 51,2 0,5 37,5 1,2 1,92 -0,04 1,42 -0,02 27,3 -1,1

6 (VLA) 40 64,0 -0,4 56,8 1,5 1,53 -0,02 1,36 0,01 7,4 -0,9

7 (BHG & WAL) 12 51,1 -3,7 43,4 -0,7 1,96 0,11 1,52 0,11 12,0 -3,6

Bron: Steunpunt Werk op basis van Eurostat – LFS

(10)

het Europese gemiddelde. Ook de onderwijsklo- ven met de midden- (-0,11) en hooggeschoolden (-0,16) en de NEET-ratio (-2,9 ppt) namen sterker af dan gemiddeld. We kunnen dus besluiten dat in de regio’s uit deze cluster de arbeidsmarktpositie van kortgeschoolden erop vooruit ging. We vinden in deze cluster alle regio’s uit het Verenigd Koninkrijk, op Noord-Ierland na, en een sterke vertegenwoor- diging van Zuid-Europese regio’s. Verder behoren twee Duitse regio’s, Oost-Zweden en de Baltische staten Estland en Letland tot deze cluster.

Malta en Scotland tekenen voor de hoogste stijging in activiteitsgraad binnen deze cluster (+ 6,9 ppt), en Corsica in werkzaamheidsgraad (+11,8 ppt). De evolutie van de onderwijskloof van kortgeschool- den ten opzichte van hoog- en middengeschoolden daalde in deze cluster het sterkste in respectievelijk deze indicatoren is respectievelijk 11 en 13 procent-

punt hoger dan het Europese gemiddelde. Boven- dien is de daling in de onderwijskloven ten opzich- te van de hoog- en middengeschoolden het sterkste in deze cluster (respectievelijk -0,52 en -0,34). De daling van 4,6 procentpunt in het aandeel NEET- jongeren is stevig, maar de daling was nog groter in cluster 4 (zie verder). De Hongaarse regio’s zijn er zo in geslaagd om de voorbije vijf jaren hun zeer zwakke arbeidsmarktpositie van kortgeschoolden te verbeteren tot een matig tot goede positie.

Cluster 2: verbeterde arbeidsmarktpositie kortgeschoolden

De groei in de activiteits- (+4,5 ppt) en werk- zaamheidsgraad (+ 8,2 ppt) ligt in cluster 2 boven Figuur 4.

Clusteranalyse evolutie arbeidsmarktpositie kortgeschoolden 2013-2018

Bron: Steunpunt Werk op basis van Eurostat – LFS

(11)

volgen met respectievelijk 6,1 en 5,2 procentpunt beduidend meer uitgesproken dan in de andere re- gio’s binnen deze cluster.

North East en Wales. In Comunidad De Madrid en in Letland is de daling van het aandeel jongeren die geen job hebben en geen training of onderwijs Tabel 10.

Cluster 1 – Clusteranalyse evolutie arbeidsmarktpositie kortgeschoolden 2013-2018

Cluster 1 Kortgeschoolden Onderwijskloof NEET-ratio

Activiteitsgraad Werkzaamheids- graad

Kort- vs. hoog- geschoold

Kort- vs. midden- geschoold

2018 Evolutie 2018 Evolutie 2018 Evolutie 2018 Evolutie 2018 Evolutie

EU 63,0 1,0 55,3 4,5 1,57 -0,08 1,34 -0,03 10,2 -2,7

Cluster 62,4 11,9 56,7 17,5 1,50 -0,52 1,33 -0,34 10,3 -4,6

Central Hungary (HU) 65,5 12,2 60,7 19,1 1,42 -0,51 1,42 -0,35 6,7 -6,1

Transdanubia (HU) 60,9 9,8 56,1 14,7 1,49 -0,40 1,49 -0,25 10,8 -2,6

Great Plain and North (HU) 60,7 13,8 53,3 18,8 1,58 -0,65 1,58 -0,41 13,4 -5,1 Bron: Steunpunt Werk op basis van Eurostat – LFS.

Tabel 11.

Cluster 2 – Clusteranalyse evolutie arbeidsmarktpositie kortgeschoolden 2013-2018

Cluster 2 Kortgeschoolden Onderwijskloof NEET-ratio

Activiteitsgraad Werkzaamheids-

graad Kort- vs. hoog-

geschoold Kort- vs. midden- geschoold

2018 Evolutie 2018 Evolutie 2018 Evolutie 2018 Evolutie 2018 Evolutie

EU 63,0 1,0 55,3 4,5 1,57 -0,08 1,34 -0,03 10,2 -2,7

Cluster 70,0 4,5 63,9 8,2 1,34 -0,16 1,20 -0,11 9,7 -2,9

Hamburg (DE) 68,6 5,4 61,5 6,0 1,46 -0,13 1,29 -0,12 7,6 -0,6

Estland 72,3 5,8 65,7 8,8 1,30 -0,15 1,19 -0,05 9,8 -1,5

Noreste (ES) 71,8 1,8 60,1 7,3 1,38 -0,08 1,12 -0,03 8,4 -3,6

Comunidad De Madrid (ES) 75,8 3,1 61,9 10,1 1,35 -0,17 1,06 -0,15 8,3 -6,1

Corsica (FR) 71,7 6,1 66,1 11,8 1,19 -0,16 1,10 -0,11 9,6 -2,3

Noordoost-Italië (IT) 68,6 3,4 62,9 3,8 1,33 -0,03 1,20 -0,04 13,1 -2,0

Letland 69,2 4,0 57,5 8,5 1,55 -0,17 1,27 -0,08 7,8 -5,2

Malta 64,9 6,9 61,7 8,7 1,47 -0,20 1,32 -0,15 7,3 -2,6

Oost-Zweden (SE) 77,4 5,4 63,8 3,3 1,40 -0,04 1,31 -0,04 5,9 -1,0

North East (UK) 64,1 4,7 60,4 9,9 1,39 -0,28 1,26 -0,15 12,4 -2,8

North West (UK) 65,6 5,7 62,3 9,6 1,38 -0,20 1,24 -0,15 11,3 -2,3

Yorkshire And The Humber (UK) 67,5 1,2 62,8 6,9 1,35 -0,16 1,24 -0,11 11,3 -3,9

East Midlands (UK) 69,0 2,7 64,8 7,2 1,32 -0,10 1,20 -0,14 9,0 -4,6

West Midlands (UK) 69,7 4,6 65,0 10,4 1,30 -0,26 1,21 -0,15 11,6 -4,9

East Of England (UK) 73,9 3,5 71,1 8,0 1,24 -0,11 1,14 -0,13 10,5 -0,5

London (UK) 65,1 4,1 60,2 7,4 1,43 -0,14 1,21 -0,12 10,8 -1,3

South East (UK) 74,3 3,5 70,6 5,4 1,21 -0,09 1,15 -0,06 9,3 -1,6

South West (UK) 74,7 5,9 71,7 10,0 1,21 -0,14 1,13 -0,14 8,4 -4,2

Wales (UK) 67,2 5,0 63,6 10,3 1,33 -0,24 1,24 -0,18 10,5 -4,9

Scotland (UK) 68,9 6,9 65,2 10,3 1,26 -0,26 1,21 -0,16 10,3 -2,2

Bron: Steunpunt Werk op basis van Eurostat – LFS

(12)

Cluster 3: beterschap op komst in Oost-Europa?

In cluster 3 liggen de evoluties van alle indicato- ren hoger dan het Europese gemiddelde. De toe- name in de activiteits- en werkzaamheidsgraad is gemiddeld gezien hoger in cluster 2, maar cluster 3 kent wel een hogere afname van de NEET-ratio.

Het zijn echter vooral de gemiddelde dalingen in de onderwijskloven die opvallen: deze liggen bijna vier keer hoger dan het Europese gemiddelde. De cluster kleurt Oost-Europees en wordt aangevuld met Litouwen.

Het aandeel kortgeschoolden dat zich actief aan- bood op de arbeidsmarkt nam het sterkste toe in Noordwest-Polen, we noteren er een stijging van 3,8 procentpunt. Tsjechië kende een toename van 10,5 procentpunt in het aandeel werkzame kortge- schoolden, dit is de hoogste groei in deze cluster.

De daling in de NEET-ratio van 7,1 procentpunt in Noord- en Oost-Bulgarije is de derde grootste af- name in Europa. De regio’s in deze cluster hebben

de voorbije vijf jaar reeds stevige stappen vooruit gezet, maar hebben, op basis van de scores in 2018, nog veel werk voor de boeg.

Cluster 4: bescheiden verbetering voor kortgeschoolden

Regio’s uit cluster 4 kenden een lager dan gemid- delde groei in de activiteitsgraad (+0,8 ppt), maar een hoger dan gemiddelde groei in de werkzaam- heidsgraad (+7,0 ppt). De verminderingen in de onderwijskloven liggen in lijn met het Europese gemiddelde, terwijl de cluster de hoogste daling in de NEET-ratio laat optekenen (-5,6 ppt). Cluster 4 bestaat in hoofdzaak uit Zuid-Europese regio’s. Ver- der vinden we ook twee regio’s uit het centrum van Frankrijk en een Roemeense regio.

Ierland springt in het oog met een daling van 2,7 procentpunt in de activiteitsgraad van kortge- schoolden. In de Spaanse regio Centro zien we een Tabel 12.

Cluster 4 – Clusteranalyse evolutie arbeidsmarktpositie kortgeschoolden 2013-2018

Cluster 4 Kortgeschoolden Onderwijskloof NEET-ratio

Activiteitsgraad Werkzaamheids-

graad Kort- vs. hoog-

geschoold Kort- vs. midden- geschoold

2018 Evolutie 2018 Evolutie 2018 Evolutie 2018 Evolutie 2018 Evolutie

EU 63,0 1,0 55,3 4,5 1,57 -0,08 1,34 -0,03 10,2 -2,7

Cluster 69,1 0,8 58,6 7,0 1,37 -0,09 1,14 -0,03 13,7 -5,6

Cyprus 68,4 0,2 61,6 6,7 1,31 -0,08 1,16 -0,01 13,2 -5,5

Nisia Aigaiou, Kriti (EL) 71,1 3,3 59,1 8,3 1,27 -0,11 1,05 -0,07 15,1 -3,9

Voreia Ellada (EL) 64,9 0,5 50,7 5,9 1,41 -0,05 1,07 0,06 14,1 -7,3

Kentriki Ellada (EL) 67,2 1,1 54,4 3,2 1,32 0,04 1,05 0,04 16,1 -6,6

Noroeste (ES) 66,5 -0,5 54,5 6,2 1,45 -0,05 1,15 -0,04 9,6 -5,5

Centro (ES) 72,8 1,6 56,9 10,4 1,37 -0,18 1,13 -0,14 12,3 -6,5

Este (ES) 74,3 -0,7 61,1 10,0 1,35 -0,14 1,11 -0,07 13,3 -6,0

Sur (ES) 70,5 -0,8 50,2 9,9 1,48 -0,20 1,13 -0,14 15,6 -6,7

Canarias (ES) 70,3 -1,8 51,7 9,1 1,42 -0,16 1,24 -0,02 15,7 -8,5

Ierland 56,5 -2,7 51,5 5,5 1,64 -0,10 1,38 0,01 10,1 -6,3

Noordwest-Italië (IT) 68,4 2,8 61,9 3,9 1,36 -0,05 1,18 -0,05 14,3 -3,1

Centraal-Italië (IT) 66,9 3,7 58,8 3,4 1,37 -0,01 1,15 -0,05 15,4 -3,6

Continentaal-Portugal (PT) 75,3 1,0 69,9 8,8 1,22 -0,03 1,09 -0,01 8,0 -5,5

Azoren (PT) 70,6 1,1 64,2 8,2 1,35 -0,13 1,17 -0,02 17,8 -6,2

Madeira (PT) 72,9 0,9 65,8 8,2 1,29 -0,12 1,09 0,04 16,1 -4,9

Regio 2 (RO) 68,2 3,5 65,8 4,7 1,31 0,00 1,09 0,02 12,9 -3,1

Bron: Steunpunt Werk op basis van Eurostat – LFS

(13)

stijging van 10,4 procentpunt in het aandeel werk- zame kortgeschoolden, dit is de grootste stijging in de cluster. Het verschil in werkzaamheidsgraad tus- sen kort- versus midden- en hooggeschoolden nam het sterkste af in de Spaanse regio Sur, met een da- ling van respectievelijk 0,20 en 0,14. In de Spaanse regio Canarias daalde het aandeel NEET-jongeren met 8,5 procentpunt, dit is de grootste daling in Eu- ropa. We moeten wel opmerken dat anno 2018 de gemiddelde NEET-ratio hoger ligt dan het Europese gemiddelde. We kunnen besluiten dat deze regio’s de afgelopen vijf jaar goed presteerden, maar dat er op vlak van NEET-jongeren bijkomende inspan- ningen nodig zijn.

Cluster 5: Zuid-Europese achterblijvers

Cluster 5 is identiek aan cluster 6 (‘zwak presteren- de Zuid-Europese regio’s’) uit de eerste clusterana- lyse. De evoluties in de verschillende indicatoren zijn positief, maar liggen steevast onder het Euro- pese gemiddelde. Kortgeschoolden lijken er dus op vooruit te gaan, maar langzamer dan in de andere Europese regio’s, waardoor deze regio’s achterop blijven. Dit geldt echter niet voor de Franse regio Départements d’Outre Mer, in deze regio nemen

de activiteits- en werkzaamheidsgraad en de onder- wijskloven af, en neemt de NEET-ratio toe.

Cluster 6: Vlaanderen in de zwakke middenmoot

In de regio’s in cluster 6 daalde de activiteitsgraad (-0,4 ppt) en bleef de onderwijskloof van kort- ver- sus middengeschoolden stabiel (+0,01). De werk- zaamheidsgraad (+1,5 ppt), de onderwijskloof van kort- versus hooggeschoolden (-0,02) en de NEET- ratio (-0,9 ppt) evolueerden minder positief dan het Europese gemiddelde. Cluster 6 bestaat voor een groot stuk uit de matig presterende regio’s uit cluster 4, zoals Vlaanderen, en de subtoppers uit cluster 3 van de voorgaande clusteranalyse. We vin- den er naast Vlaanderen ook Denemarken en heel wat Duitse, Franse, Nederlandse, en Oostenrijkse regio’s terug. Deze regio’s en ook Vlaanderen zijn er de voorbije jaren dus niet in geslaagd om de arbeidsmarktpositie van kortgeschoolden te doen verbeteren. Als we specifiek naar Vlaanderen kij- ken, dan stellen we bovendien vast dat de score op elke indicator behalve de NEET-ratio minder goed is dan het clustergemiddelde. Binnen deze cluster van minder presterende regio’s, hinkt Vlaanderen dus duidelijk achterop.

Tabel 13.

Cluster 3 – Clusteranalyse evolutie arbeidsmarktpositie kortgeschoolden 2013-2018

Cluster 3 Kortgeschoolden Onderwijskloof NEET-ratio

Activiteitsgraad Werkzaamheids- graad

Kort- vs. hoog- geschoold

Kort- vs. midden- geschoold

2018 Evolutie 2018 Evolutie 2018 Evolutie 2018 Evolutie 2018 Evolutie

EU 63,0 1,0 55,3 4,5 1,57 -0,08 1,34 -0,03 10,2 -2,7

Cluster 51,9 1,3 44,6 8,1 1,97 -0,31 1,65 -0,15 9,9 -4,2

Noord- en Oost-Bulgarije (BG) 53,3 3,4 42,6 9,3 1,99 -0,38 1,71 -0,20 19,9 -7,1 Zuid-West- en Zuid-Centraal

Bulgarije (BG)

56,7 0,5 51,7 9,4 1,68 -0,26 1,45 -0,11 10,5 -6,0

Tsjechië 56,8 2,9 50,9 10,5 1,68 -0,36 1,59 -0,22 5,6 -3,5

Litouwen 58,2 2,3 46,9 9,8 1,93 -0,43 1,53 -0,19 8,0 -3,1

Noordwest-Polen (PL) 46,3 3,8 43,1 9,4 2,05 -0,40 1,65 -0,25 8,7 -4,8

Zuidwest-Polen (PL) 44,2 -1,0 39,7 7,2 2,23 -0,36 1,74 -0,11 7,7 -5,1

Noord-Polen (PL) 45,8 0,1 40,3 4,7 2,19 -0,15 1,69 -0,02 11,4 -2,8

Regio-Mazowieckie (PL) 54,5 1,0 49,6 6,6 1,80 -0,18 1,43 -0,13 7,2 -1,6

Slowakije 51,1 -0,9 36,4 6,1 2,18 -0,29 2,05 -0,14 10,2 -3,5

Bron: Steunpunt Werk op basis van Eurostat – LFS

(14)

Cluster 7: geen beterschap in zicht

Cluster 7 is de enige cluster waar zowel de activi- teits- als werkzaamheidsgraden daalden (respectie- velijk -3,7 ppt en -0,7 ppt), en beide onderwijsklo- ven toenamen (+0,11). De NEET-ratio nam echter sterker af dan het Europese gemiddelde (-3,6 ppt).

Deze cluster omvat regio’s waar de arbeidsmarkt- positie van kortgeschoolden reeds zwak is, en niet meteen lijkt te verbeteren. Het Brussels Hoofdstede- lijk Gewest en Wallonië behoren tot deze cluster, net zoals een Griekse regio, twee Franse regio’s, Kroa- tië, drie Poolse regio’s en drie Roemeense regio’s.

De daling in de activiteitsgraad van kortgeschool- den van 7,3 procentpunt in de Griekse regio Attiki is de sterkste in Europa. In de Franse regio Aqui- taine-Limousin-Poitou-Charentes zien we de sterk- ste Europese inkrimping in het aandeel werkzame kortgeschoolden, deze bedraagt 6,2 procentpunt.

De onderwijskloven van kortgeschoolden versus midden- en hooggeschoolden namen het sterkste toe in respectievelijk Wallonië en Kroatië. Op vlak van onderwijskloven heeft het Brussels Hoofdste- delijk gewest een unieke positie in deze cluster, omdat deze daalden. De vermindering van de on- derwijskloof van kort- versus middengeschoolden van 0,07 is zelfs hoger dan het Europese gemid- delde. Attiki valt op omdat het in deze cluster de sterkste daling in de NEET-ratio kent.

Conclusie

In dit artikel onderzochten we de arbeidsmarkt- positie van kortgeschoolden. Het startpunt van de

analyse was de vaststelling dat kortgeschoolden in Europa een zwakkere arbeidsmarktpositie ken- nen dan midden- en hooggeschoolden. Zo ligt de werkzaamheidsgraad van kortgeschoolden in de Europese regio’s gemiddeld 29 procentpunt la- ger dan hooggeschoolden en 18 procentpunt la- ger dan middengeschoolden. Dit algemene beeld verbergt echter een grote Europese variatie, die we met behulp van clusteranalyses blootlegden.

Zuid-Europese regio’s en regio’s uit het Verenigd Koninkrijk laten in 2018 een goede tot zeer goede arbeidsmarktpositie voor kortgeschoolden opteke- nen, terwijl deze positie de afgelopen vijf jaar ook verbeterde. Hier staat tegenover dat deze regio’s vaak een hogere NEET-ratio kennen. In Nederland, Duitsland en de Scandinavische regio’s is de posi- tie van kortgeschoolden in 2018 ook goed tot zeer goed, maar deze arbeidsmarktpositie verzwakte wel de afgelopen vijf jaar.

Vlaanderen maakt in 2018 deel uit van de Europese middenmoot en werd bovendien de voorbije jaren geconfronteerd met een verslechterende arbeids- marktpositie van kortgeschoolden. Om de arbeids- marktpositie van kortgeschoolden te verbeteren, lij- ken bijkomende beleidsinspanningen noodzakelijk.

Dit is ook het geval voor Wallonië en het Brussels Hoofdstedelijke Gewest. In deze regio’s kenden kortgeschoolden een nog zwakkere arbeidsmark- positie, die daarenboven de afgelopen jaren sterker verslechterde dan in Vlaanderen.

De clusteranalyses zijn relevant omdat ze inzicht geven in de variatie in de arbeidsmarktpositie van kortgeschoolden in Europa. In een volgende stap zou het interessant zijn om het economische en Tabel 14.

Cluster 5 – Clusteranalyse evolutie arbeidsmarktpositie kortgeschoolden 2013-2018

Cluster 5 Kortgeschoolden Onderwijskloof NEET-ratio

Activiteitsgraad Werkzaamheids-

graad Kort- vs. hoog-

geschoold Kort- vs. midden- geschoold

2018 Evolutie 2018 Evolutie 2018 Evolutie 2018 Evolutie 2018 Evolutie

EU 63,0 1,0 55,3 4,5 1,57 -0,08 1,34 -0,03 10,2 -2,7

Cluster 51,2 0,5 37,5 1,2 1,92 -0,04 1,42 -0,02 27,3 -1,1

Départements d’Outre Mer (FR) 53,5 -3,3 35,8 -1,2 2,21 0,05 1,59 0,04 26,1 0,9

Zuid-Italië (IT) 50,2 2,3 39,1 2,7 1,73 -0,11 1,32 -0,04 26,3 -2,2

Eilanden Italië (IT) 49,9 2,6 37,6 2,1 1,82 -0,07 1,35 -0,06 29,4 -2,1

Bron: Steunpunt Werk op basis van Eurostat – LFS

(15)

Tabel 15.

Cluster 6 – Clusteranalyse evolutie arbeidsmarktpositie kortgeschoolden 2013-2018

Cluster 6 Kortgeschoolden Onderwijskloof NEET-ratio

Activiteitsgraad Werkzaamheids- graad

Kort- vs. hoog- geschoold

Kort- vs. midden- geschoold

2018 Evolutie 2018 Evolutie 2018 Evolutie 2018 Evolutie 2018 Evolutie

EU 63,0 1,0 55,3 4,5 1,57 -0,08 1,34 -0,03 10,2 -2,7

Cluster 64,0 -0,4 56,8 1,5 1,53 -0,02 1,36 0,01 7,4 -0,9

Oost-Oostenrijk (AT) 62,6 4,4 52,5 2,1 1,58 -0,09 1,40 -0,08 8,1 -0,6

Zuid-Oostenrijk (AT) 58,5 -0,4 52,8 -0,1 1,62 0,00 1,43 0,01 5,4 -1,8

West-Oostenrijk (AT) 65,0 2,2 60,6 2,1 1,43 -0,06 1,33 -0,04 6,0 0,1

Vlaanderen 55,5 -1,3 52,1 0,1 1,65 0,05 1,41 0,00 7,8 -2,7

Baden-Württemberg (DE) 72,7 1,2 68,3 2,2 1,31 -0,04 1,22 0,00 4,9 0,3

Beieren (DE) 72,2 1,3 68,5 2,7 1,30 -0,05 1,21 -0,01 4,2 0,1

Berlijn (DE) 65,1 -0,7 52,6 4,5 1,66 -0,10 1,46 -0,02 9,1 0,1

Brandenburg (DE) 66,8 1,6 56,3 4,4 1,58 -0,11 1,44 -0,03 7,4 -1,1

Bremen (DE) 59,0 -1,7 53,8 1,4 1,57 -0,08 1,47 0,07 8,3 -3,3

Hesse (DE) 67,4 -0,7 62,2 1,1 1,41 -0,02 1,29 0,03 5,6 -0,4

Mecklenburg-Vorpommern (DE) 63,3 0,1 53,4 4,3 1,61 -0,10 1,43 -0,04 8,0 -1,8

Nedersaksen (DE) 66,3 -1,5 60,2 1,0 1,47 0,00 1,34 0,02 6,3 0,3

Noordrijn-Westfalen (DE) 63,1 -0,3 56,7 2,4 1,56 -0,06 1,39 0,00 6,8 -0,4

Rijnland-Palts (DE) 66,7 -0,3 61,1 0,6 1,44 -0,03 1,33 0,03 5,8 -1,0

Saarland (DE) 64,9 1,8 58,4 5,5 1,53 -0,10 1,33 -0,09 5,8 -3,0

Saksen (DE) 60,8 -5,2 51,0 4,2 1,74 -0,10 1,60 -0,01 5,0 -2,4

Saksen-Anhalt (DE) 62,0 -1,0 49,7 2,4 1,77 -0,07 1,60 0,01 7,1 -1,7

Schleswig-Holstein (DE) 65,2 -1,4 59,7 1,5 1,47 -0,04 1,37 0,02 6,2 0,1

Thüringen (DE) 63,2 -2,3 53,2 -0,4 1,64 0,04 1,51 0,08 4,7 -2,0

Denemarken 65,1 -1,1 60,6 1,0 1,43 -0,02 1,32 0,02 6,8 0,8

Manner-Suomi (FI) 60,6 0,3 52,7 0,7 1,63 0,02 1,39 0,02 8,5 -0,8

Île-De-France (FR) 70,5 0,8 59,8 -0,5 1,39 0,03 1,17 0,02 10,1 0,8

Centre-Val De Loire (FR) 64,4 0,5 57,2 4,2 1,45 -0,08 1,24 -0,08 10,8 0,9

Bourgogne-Franche-Comté (FR) 64,2 -0,7 56,4 1,0 1,48 0,03 1,32 0,06 11,2 1,2

Normandië (FR) 58,6 -1,3 49,7 -0,2 1,67 0,04 1,47 0,06 12,2 -0,6

Elzas-Champagne-Ardenne-Lorraine (FR)

59,9 -0,5 50,6 1,2 1,66 0,04 1,38 -0,02 11,9 -2,6

Pays de la Loire (FR) 64,1 -0,2 56,0 0,6 1,48 -0,01 1,30 -0,03 8,4 -1,3

Bretagne (FR) 57,8 -2,5 51,0 -1,3 1,63 0,06 1,43 0,03 8,6 0,8

Languedoc-Roussillon-Midi-Pyré- nées (FR)

61,0 0,9 50,3 1,0 1,62 -0,01 1,36 -0,02 10,3 -2,0

Auvergne-Rhône-Alpes (FR) 63,9 0,3 56,0 1,0 1,52 0,02 1,31 0,01 10,1 1,5

Provence-Alpes-Côte D’Azur (FR) 63,1 -3,4 53,6 -3,4 1,48 0,09 1,29 0,14 10,7 -0,9

Luxemburg 63,3 -1,4 58,9 0,3 1,42 0,01 1,16 0,03 5,3 0,3

Noord-Nederland (NL) 65,2 -0,6 60,8 1,6 1,43 -0,02 1,28 -0,01 3,9 -2,1

Oost-Nederland (NL) 68,2 -1,6 64,8 1,9 1,38 -0,02 1,24 0,01 3,9 -1,6

West-Nederland (NL) 65,5 -1,4 61,6 1,5 1,44 -0,01 1,28 0,02 4,2 -1,4

Zuid-Nederland (NL) 66,2 1,7 63,1 4,3 1,41 -0,06 1,28 -0,04 4,6 -1,1

Zuid-Zweden (NL) 74,4 1,9 61,7 0,1 1,43 0,02 1,35 0,04 6,3 -1,2

Noord-Zweden (SE) 70,5 -0,9 58,6 -1,9 1,53 0,08 1,45 0,12 6,3 -2,2

Slovenië 56,0 0,7 50,8 6,2 1,73 -0,12 1,45 -0,02 6,6 -2,6

Northern Ireland (UK) 58,3 -3,3 54,7 0,1 1,57 0,01 1,34 0,02 11,5 -2,4

Bron: Steunpunt Werk op basis van Eurostat – LFS

(16)

arbeidsmarktbeleid van de meer succesvolle re- gio’s ten aanzien van kortgeschoolden te analyse- ren. Zo’n analyse kan inspiratie bieden voor het Vlaamse beleid, gegeven de duidelijke marge tot verbetering die we in dit artikel vaststelden.

Pieter-Jan De Graeve Sarah Vansteenkiste Steunpunt Werk

Bibliografie

Eurofound. (2012). NEETs – Young people not in employ- ment, education or training: Characteristics, costs and policy responses in Europe. European Foundation for the Improvement of Living and Working Conditions.

Eurostat. (2010). European Regional and Urban Statistics Reference Guide. 2010 edition. Luxembourg: Publica- tions Office of the European Union.

Fernández-Macías, E. (2012). Job polarization in Europe?

Changes in the employment structure and job quality, 1995-2007. Work and Occupations, 39(2), 157-182.

Furlong, A. (2006). Not a very NEET solution: represent- ing problematic labour market transitions among early

school-leavers. Work, employment and society, 20(3), 553-569.

Mazrekaj, D., De Witte, K., & Vansteenkiste, S. (2017). Het rendement van een diploma middelbaar onderwijs op de Vlaamse arbeidsmarkt. Over.Werk. Tijdschrift van het Steunpunt Werk, 27(1), 10-15. Leuven: Steunpunt Werk / Uitgeverij Acco.

OECD. (2017). Employment. Helping Low-Educated Young People Who Are at Risk Of Being Left Behind.

Belgium Policy Brief. Paris: OECD.

Oesch, D. (2015). Welfare regimes and change in the em- ployment structure: Britain, Denmark and Germany since 1990. Journal of European Social Policy, 25(1), 94-110.

Peugny, C. (2019). The decline in middle-skilled employ- ment in 12 European countries: New evidence for job polarisation. Research & Politics, 6(1).

Stevens, E., De Winne, S., Sels, L., & Herremans, W.

(2007). Europa regionaal. Arbeidsmarktprestaties in een comparatief perspectief (WSE Report 8-2007). Leu- ven: Steunpunt Werk en Sociale Economie.

Zimmer, H., Delhez, P., & De Mulder, J. (2013). De soci- aaleconomische mobiliteit van laaggeschoolden. Over.

Werk. Tijdschrift van het Steunpunt WSE, 23(4), 120- 127. Leuven: Steunpunt Werk en Sociale Economie / Uitgeverij Acco.

Tabel 16.

Cluster 7 – Clusteranalyse evolutie arbeidsmarktpositie kortgeschoolden 2013-2018

Cluster 7 Kortgeschoolden Onderwijskloof NEET-ratio

Activiteitsgraad Werkzaamheids-

graad Kort- vs. hoog-

geschoold Kort- vs. midden- geschoold

2018 Evolutie 2018 Evolutie 2018 Evolutie 2018 Evolutie 2018 Evolutie

EU 63,0 1,0 55,3 4,5 1,57 -0,08 1,34 -0,03 10,2 -2,7

Cluster 51,1 -3,7 43,4 -0,7 1,96 0,11 1,52 0,11 12,0 -3,6

Brussels Hoofdstedelijk Gewest 54,7 -1,8 40,9 2,8 1,92 -0,06 1,30 -0,07 13,3 -5,4

Wallonië 47,2 -5,7 38,5 -4,1 2,10 0,24 1,66 0,17 10,0 -4,5

Attiki (EL) 56,8 -7,3 38,1 0,4 1,96 0,10 1,40 0,15 12,4 -6,1

Nord-Pas-de-Calais-Picardie (FR) 53,2 -3,4 42,5 -1,4 1,96 0,08 1,52 0,05 13,7 -2,7 Aquitaine-Limousin-Poitou-

Charentes (FR)

60,7 -4,3 50,8 -6,2 1,64 0,23 1,42 0,17 9,7 -2,1

Kroatië 42,4 -6,9 37,2 -1,3 2,19 0,22 1,75 0,26 13,6 -6,0

Zuid-Polen (PL) 40,4 -2,8 36,1 2,6 2,41 -0,02 1,83 0,04 6,8 -4,6

Centraal-Polen (PL) 49,2 -3,4 45,0 3,1 1,92 0,03 1,56 0,03 9,9 -1,3

Oost-Polen (PL) 48,6 -4,8 42,3 -1,6 2,01 0,18 1,58 0,16 9,3 -4,3

Regio 1 (RO) 50,6 1,2 46,8 1,3 1,90 0,06 1,50 0,06 16,5 -0,8

Regio 3 (RO) 54,3 -0,2 49,7 1,8 1,81 0,06 1,43 0,09 14,3 -5,2

Regio 4 (RO) 55,5 -5,3 52,3 -5,3 1,65 0,23 1,25 0,16 14,9 0,3

Bron: Steunpunt Werk op basis van Eurostat – LFS

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

“De Blauwe Cluster zet resoluut ecologische, economische én sociale. doelstellingen op haar agenda voor

download/open SLAVE DATABASE STRUCTURE and EXCEL PRODUCTDATATEMPLATE

L:\Dossier\3250-3299\3280 Vossenakker eo Grootonderhoud\03_Ontwerpen\04_tekening bewonersavond\3280 Vossenakker DO_concept - kopie.dgn - (3280-BW-001)

Hierbij geven wij namens het college van de gemeente Albrandswaard onze reactie op uw binnengekomen mail van 6-1-2016, met als onderwerp “Schadelijke rook, roet, walm en

De beschikbare budgetten in 2021 zijn niet volledig toereikend om deze kosten te dekken, vandaar dat we voorstellen de resterende middelen volledig naar 2021 mee te

667 Eigen bijdragen maatwerkvoorzieningen en opvang Wmo 670 Algemene voorzieningen Wmo en Jeugd (gedeeltelijk)*. 671 Eerstelijnsloket Wmo en

Here we examined the prevalence and severity of cutaneous allodynia in a large well-defined population of people with cluster headache with special focus on potential risk

Since our study was published, two new case-reports of possible cluster-tic syndrome have been published.(23, 24) In the first case attacks of SUNCT/trigeminal neuralgia and to