• No results found

Ze zijn op zoek naar ‘de pasgeboren koning der Jo- den’

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Ze zijn op zoek naar ‘de pasgeboren koning der Jo- den’"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

HOMILIE MGR. JOHAN BONNY, BISSCHOP VAN ANTWERPEN Onze-Lieve-Vrouwekathedraal Antwerpen

Openbaring van de Heer

Eucharistieviering, zondag 8 januari 2017, 17 uur Jes. 60, 1-6 / Ef. 3, 2-3a.5-6 / Mt. 2, 1-12

Broeders en zusters,

De wijzen uit het Oosten volgen een ster. Ze zijn op zoek naar ‘de pasgeboren koning der Jo- den’. Zo vertelt Lucas het in zijn kindheidsevangelie. De wijzen: het zijn mensen op zoek naar waarheid. Ze nemen hun tijd. Ze hebben er een verre reis voor over. Ze hebben thuis veel achtergelaten om op zoek te gaan naar het ontbrekende stuk in hun denkraam.

Ze laten zich verrassen door de sterren en door de gesprekken van elke nieuwe dag. Zijn ze gelovig of niet? We weten het niet. Misschien weten ze het zelf niet goed. Want ze zijn op zoek. En er ontbreekt nog een belangrijk stuk aan hun zoektocht. Ze zitten al op het goede spoor, maar weten nog niet waar hun bestemming ligt. Wat kunnen deze drie wijzen ons vandaag leren?

Het eerste wat opvalt is dat de wijzen terecht komen in een dorp dat niet op hun reisroute lag: Bethlehem. De wijzen deden wat ook wij zouden doen: ze hadden koers gezet naar de grootste stad van de regio, Jeruzalem. Als er ergens geleerdheid en wijsheid is, dan toch in de stad, zullen ze gedacht hebben. Als ze het ergens weten, dan toch waar de boeken en de geleerden zich bevinden. Bovendien, als het om een ‘pasgeboren koning der Joden’ gaat, zal die zich toch wel in de buurt van een groot paleis bevinden. Maar hun reisverhaal loopt anders. Van het grote Jeruzalem sturen de hogepriesters en Schriftgeleerden hen naar het onooglijke Bethlehem. Gods mensgeworden Woord be- vindt zich niet in een centrum van onderzoek en geleerdheid. Het bevindt zich niet waar menselijke berekeningen Hem zouden verwachten. Wie zoekt naar de waarheid moet zijn reisroute bijsturen. Wie zoekt naar God moet onverwachte bochten nemen. Niet zozeer bij het vertrek, maar vooral bij het naderen van de aankomst. Wat wil dat zeggen?

Dat wij het ons als gelovigen niet te gemakkelijk mogen maken. Geloven en blijven zoe- ken: het is geen tegenstelling. Integendeel. Weten en niet-weten: het hoort bij elkaar.

Juist omdat het over niemand minder dan God gaat. God houdt niet van afspraken op steeds dezelfde plaats en op steeds dezelfde manier. Hij laat zich vinden waar wij Hem niet hadden meegerekend. De drie wijzen: ze dagen ons uit om naar God te blijven zoe- ken, met grote nieuwsgierigheid en vooral met een beweeglijke geest.

(2)

Vervolgens valt op dat de drie wijzen hun vertrouwen stellen in twee heel verschillende bronnen van kennis: namelijk in de sterren en in de heilige boeken. Ze volgen een ster:

dat wil zeggen dat ze kennis hebben van wiskunde, van meetkunde en van sterrenkunde.

Ze kunnen rekenen en tellen. Ze kunnen kaarten tekenen en routes uitzetten. Historisch klopt het overigens dat deze wetenschappen in het toenmalige Mesopotamië sterk ont- wikkeld waren. De wijzen vertrouwen op de wetenschap: op wat ze proefondervindelijk kunnen zien (een ster) en wat ze wiskundig kunnen berekenen (een route). Daarin gelij- ken de wijzen op moderne wetenschappers of op moderne westerse mensen. Tegelijk, en dat is toch wel ongewoon voor wetenschappers, laten ze zich in Jeruzalem via koning Herodes voorlichten door de hogepriesters en de Schriftgeleerden. Het antwoord op de vraag waar de Christus moet geboren worden, laten ze halen uit de profeet Jesaja: name- lijk in Bethlehem. Zonder de profeet Jesaja zouden ze de juiste plek niet gekend hebben.

De Heilige Schrift zit er niet naast, integendeel. Wie de Heilige Schrift juist leest en op het goede moment, komt waarheid op het spoor. Waarheid die uitgerekend met de laat- ste etappe van de route te maken heeft. Of met het stuk dat nog ontbreekt om helemaal ter bestemming te komen. De wijzen vertrouwen niet enkel op hun wetenschap. Ze ver- trouwen ook op de heilige boeken van het volk van God. De wetenschap en het geloof:

een zoekende mens heeft beide nodig. De drie wijzen: ze dagen ons uit om naar de waarheid te blijven zoeken, met alles wat zowel de wetenschap als de heilige boeken ons daarover te zeggen hebben.

Het meest verrassende in het verhaal van de drie wijzen komt echter aan het einde. Wat vinden ze wanneer ze in Bethlehem ter bestemming komen? Ze vinden er een pasgebo- ren kind. Dat is nu het laatste wat denkers en wetenschappers meerekenen: dat ze aan het einde van hun onderzoek bij een pasgeboren kind zullen uitkomen! Als ik bepaalde van mijn oud-professoren filosofie aan de universiteit voor de geest haal, stel ik me trou- wens de vraag of zij de meest geschikte personen waren om voor een pasgeboren kind te zorgen. Het waren wel geleerde, maar vaak nogal verwarde en onhandige professoren!

Bovendien zijn kinderen niet meteen het antwoord op hun vragen. Zo was het ook voor de drie wijzen. Ze dachten bij de oplossing te staan, maar stonden voor een nieuw raad- sel. Een kind past in geen enkele theorie. Een kind kun je niet verstandelijk doorzien, niet wiskundig voorspellen, niet operationeel maken, niet in productie omzetten. Er is niets aan te bewijzen. Je kan het niet in boekvorm verkopen. Je kan er geen auteursrech- ten op vragen en geen patent op nemen. Je kan het niet doorgeven aan assistenten en doctorandi. Het is er gewoon. Je kan slechts doen wat de wijzen deden: het voorzichtig laten liggen waar het ligt en er eerbiedig voor knielen. Wie God zoekt, komt geen theorie of geen bewijs tegen, maar een kind dat kijkt en lacht en huilt. De drie wijzen: ze dagen ons uit om God niet kapot te redeneren, Hem niet te verdedigen als een theorie, Hem niet te verkopen als een product. Echte gelovigen, zoals echte wijzen, kunnen beide: denken en knielen.

(3)

Goede vrienden, graag wens ik u een mooi feest van de Openbaring van de Heer. En voor 2017: een aantal interessante bochten in uw zoektocht naar waarheid en naar God!

Amen.

+ Johan Bonny

Bisschop van Antwerpen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het eerste hoofdstuk is ontleend aan mijn diktaat van de lessen planimetrie uit de eerste klassen van het Barlaeusgymnasium, Amsterdam, 1955-1957, gegeven door E.. Ook heb ik

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’.. Misschien is u 't met mij oneens, maar ik vind, dat een schrijver zo goed als

Het ligt in de lijn der logica dat zaken die onmogelijk tot daadwerkelijk beleid zouden kunnen worden omgezet geen zinvol referendum kunnen opleveren; aan de andere kant,

Hier doet zich wel een accentverschil voor: de samenhangen zijn sterker voor jobonzekerheid dan voor (coronagerelateerde) beroepsonzekerheid, wellicht omdat

In zijn nieuwe boek Love Wins, zegt Bell dat een God die mensen naar een eeuwige hel zou sturen, geen liefhebbende God is:.. “Een schrikbarend aantal mensen werd geleerd dat een

Is hij bezig met de vertolking van wat de Kerk over dat geloof zegt, zodat de mensen goed begrijpen wat de Kerk denkt.. Anderzijds vertolkt hij wat het volk Gods aan het instituut

We hebben zijn ster zien opgaan en zijn gekomen om hem te eren.” Koning Herodes schrok toen hij dit hoorde.. Hij gaf de magiërs de opdracht de ster te volgen tot bij het kind en

En zie, met twee ezels trekt de Tibériade rond om te getuigen van wat de broeders en de zusters drijft.. Berlaar was de eerste Vlaamse gemeente waar ze een week vertoefden in de