• No results found

4 09 09

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "4 09 09"

Copied!
65
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

I û 3 880 0&

t

(3)

VOORLOOPIG REGLEMENT

betreffende de inrichting van den dienst van de straatpolitie en van de generale contrôle

te B A T A V I A

M E T INBEGRIP VAN

MEESTER-CORNELIS, SEMARANG en SOERABAJA.

(Gearresteerd bij het besluit van den Directeur van Binnenlandseh Bestuur van 19 Mei 1915 No. 641a).

'TAAL-.LVHD-!mEK2D3ff

van

WELTEVREDEN — BOEKH. VISSER & Co. - 1915

(4)
(5)

INLEIDING.

HOOFDSTUK. BLZ.

I. Algemeene bepalingen 1 artikelen 1 — 6.

II. Indeeling van den wachtdienst . . . 4 artikelen 7—15.

III. Verplichtingen van den wachtcomman-

dant 8 artikelen 16—36.

IV. Verplichtingen van den posthuiscom-

mandant 16 artikelen 37—43.

V. Verplichtingen van den Inlandschen politieagent Ie en 2e klasse op wacht. 19 artikelen 44—53.

VI. Verplichtingen van den Europeeschen

hoofdagent van politie 23 artikelen 54—57.

VII. De dienst van de agenten van politie-

wielrijders der sectiën 24 artikelen 58—59.

VIII. De vervanging 25 artikelen 60—61.

(6)

HOOFDSTUK. BLZ.

IX. De dienst van de generale controle . 27 artikelen 62—67.

X. Aanhangsel 29 De theorieën, de gymnastiek, het

schermen en de exercitiën.

artikelen 68—70.

MODELLEN.

I. Schematische voorstelling van de wisseling der morgen-, middag- en nachtploegen eener sectie.

II. Rapport- en wachtrooster van het personeel eener sectie. (A Morgenploeg, B middag- ploeg, C nachtploeg).

III. Toelichtingen op de wachtroosters van model II.

IV. Arrestantenregister.

V. Contrôle-staat.

(7)

I N L E I D I N G .

Dit voorloopig Reglement heeft ten doel eenheid te brengen in de wijze van uitoefening van den dienst der straatpolitie en dien van de generale controle te Batavia, met inbegrip van Meester Cornelis, Semarang en Soerabaja.

Als algemeen beginsel gelde, dat de inrichting van den dienst zoodanig zij, dat het initiatief van den wachtcommandant naar voren kan treden, waardoor van het personeel het grootste nut kan worden getrokken.

Artikel 21 biedt daartoe ruimschoots gelegenheid en maakt de zoo gewenschte elasticiteit in den dienst van het bewakingspersoneel mogelijk.

Eentonigheid in den dienst worde binnen de grenzen van het reglement zooveel mogelijk vermeden.

Men zij er aan indachtig dat van een voort- durende, scherpe, doch welwillende controle, de goede uitoefening van den straatdienst en daarvan weder de openbare orde, rust en gedeeltelijk ook de openbare veiligheid afhankelijk is.

(8)
(9)

Algemeene bepalingen.

ARTIKEL 1.

Onder straatpolitie wordt verstaan dat deel der Algemeene Politie, hetwelk meer in het bijzonder belast is met de handhaving der openbare orde, rust en veiligheid op straat.

ARTIKEL 2.

De straatpolitie wordt uitgeoefend door:

a. de wachtcommandanten b. de Europeesche hoofdagenten c. de posthuiscommandanten

d. de Inlandsche agenten Ie en 2e klasse.

Het toezicht op dezen dienst is opgedragen aan de commissarissen van politie (hoofdpolitieop- zieners) en de politieopzieners Ie klasse der sectiën,

(10)

aan de generale controle en aan het hoogere personeel der algemeene politie.

ARTIKEL 3.

De bewakingsdienst wordt uitgeoefend volgens het wijkensysteem, ondersteund door vaste en gedetacheerde posten.

De indeeling der politiesectiën in wijken ge- schiedt door den Hoofdcommissaris van politie.

Wijken zijn bepaalde groepen van gebouwen, wegen, parken enz.

Zij worden bewaakt door agenten van politie die in de wijk een voorgeschreven weg afleggen.

In de wijken kunnen bepaalde plaatsen worden aangewezen, waar de wijkagent tijdelijk post vat, zooals b.v. bij aan- of uitgaande scholen enz.

(zie model II A. posthuis I).

De grootte van de wijk wordt zoodanig geregeld, dat één uur noodig is om haar af te loopen.

Vaste posten zijn agenten van politie, geplaatst op drukke verkeerswegen of andere voor het verkeer gevaarlijke punten, (verkeersposten); voor daartoe aangewezen gebouwen, op passers, bij stations enz.

Gedetacheerde posten zijn posten, welke zoo noodig geplaatst worden op de belangrijke

(11)

verwijderd zijn van het naaste aflossingspunt. Zij bestaan uit twee of meer agenten.

ARTIKEL 4.

De wijkagent doet met een snelheid van 3 K.M.

per uur een ronde in zijn wijk langs de voorge- schreven route. !) Deze route kan zoo noodig ook in tegenovergestelde richting worden geloopen (recht en contra). In de wijk zijn als regel 3 kwar- tierspunten aangewezen, waar de wijk-agent op bepaalde tijden moet passeeren. Is de wijk een weg of een park dan bestaat zijn route in het heen en weer patrouilleeren op den weg of in het park.

De wijk wordt bij dag in den regel door één agent, des nachts door 2 agenten beloopen.

De nachtdienst in de wijken gaat in den regel na 8 of 9 uur n.m. in. Hij eindigt om 6 uur v.m.

') Daar een wijk in één uur wordt geloopen, zal de wijkagent, al naar gelang hij 1, 2 of 3 uur dienst heeft, zijn wijk 1, 2, of 3 maal afpatrouilleeren, tenzij anders word bevolen.

In onverlichte of slecht verlichte buurten dragen de wijkagenten des nachts een brandende borstlantaarn.

(12)

ARTIKEL 5.

Gedetacheerde posten zijn permanent en worden eerst na 8 uur dienst afgelost. Vaste posten worden geplaatst en ingetrokken al naar mate de plaatselijke toestand hun aanwezigheid vereischt.

Tijdelijk kunnen posten worden geplaatst bij uitgaande scholen, publieke vermakelijkheden, enz.

ARTIKEL 6.

De posthuizen behouden zooveel mogelijk dezelf- de bezetting. De sectiechef beoordeelt wanneer de bezetting door eene andere wordt vervanpen.

HOOFDSTUK II.

Indeeling van den wachtdienst.

ARTIKEL 7.

Het personeel, aangewezen voor den straat- dienst wordt sectiesgewijze verdeeld in drie ploegen van gelijke sterkte.

(13)

middag- en nachtploeg.

ARTIKEL 8.

Als ploeg- tevens wachtcommandant treden op, de beide politieopzieners der tweede klasse en de adspirant politieopziener der sectie. Zij blijven steeds ingedeeld bij dezelfde ploeg en rouleeren hiermede.

ARTIKEL 9.

De moigenploeg doet wachtdienst van 6 uur v.m. tot 2 uur n.m.. de middagploeg van 2 uur n.m. tot 10 uur n.m., de nachtploeg van 10 uur n.m. tot 6 uur v.m., afgescheiden van den tijd, benoodigd voor het commandeeren van den dienst, het aflossen, het onderwijs en de exercitiën.

ARTIKEL 10.

Eiken Zondag komt de nachtploeg die Zaterdag daaraan voorafgaande van 10 uur n.m. tot 6 uur v.m. in dienst geweest is om 2 uur n.m. in middag- dienst. De middagploeg, die Zaterdag in dienst was van 2 uur n.m. tot 10 uur n.m. komt Zondag

(14)

d. a. v. van 6 uur v.m. tot 2 uur n.m. in morgen- dienst, terwijl de morgenploeg die Zaterdag in dienst was van 6 uur v.m. tot 2 uurn.m. Zondag d. a. v. in nachtdienst komt van 10 uur n.m. tot 6 uur v.m. ') (zie model 1).

ARTIKEL 11.

De Inlandsche agenten in wijken- of posten- dienst doen per 8 uur ploegdienst 6 uur straatdienst, doch nimmer langer dan 3 uur achtereen.

Van dezen regel zijn uitgezonderd de manschap- pen, die een gedetacheerde post bezetten.

ARTIKEL 12.

De dienst van het personeel wordt per sectie en per ploeg aangegeven volgens een wachtrooster (zie model 2).

ARTIKEL 13.

Elke ploeg treedt 3/4 uur voor den aanvang van haren dienst op het sectiebureau aan tot het

') De morgenploeg heeft daardoor bij ploegwisseling vrij van Zaterdag 2 uur n.m. tot Zondag d. a. v. 10 uur n.m. = 32 uur.

(15)

den dienst, de bijzondere instructies en tot het ondergaan der dagelijksche inspectie van de tenue, de wapens en de uitrusting.

De geheele middagploeg treedt op de dagen, aan- gegeven in artikel 68 om 12'/2 uur 's middags aan op het sectiebureau (zie artikel 15).

De wachtcommandanten der morgen-, middag- en nachtploegen daarentegen lossen elkander af om 6 uur v.m., 2 uur n.m. en 10 uur n.m.

ARTIKEL 14.

Na afloop van hun wachtdienst verzamelen zich de afgeloste agenten aan hunne posthuizen. De morgenploeg begeeft zich daarop onverwijld naar het sectiebureau en meldt zich bij haar ploeg- commandant. De middag- en nachtploegen rukken na het verzamelen aan de posthuizen in (zie artikel 43).

ARTIKEL 15.

De in functie zijnde wachtcommandant com- mandeert 3/4 uur voor den aanvang van de wacht van de opkomende ploeg, den dienst aan deze ploeg volgens den wachtrooster, welke is opgemaakt

(16)

tijdens zijn vorigen wachtdienst door den wacht- commandant die tot de opkomende ploeg behoort.

Wanneer wijzigingen in den wachtrooster der opkomende ploeg noodzakelijk zijn door absenties of bijzondere diensten, dan brengt hij deze in den wachtrooster der optredende ploeg aan met rooden inkt. De commandant van de middagploeg commandeert eventueel zijn eigen ploeg op de dagen, dathij met haar theorie moet houden, waartoe zijn ploeg om 12'/4 uur n.m. present is aan het sectiebureau. (Zie artikel 13).

HOOFDSTUK III.

Verplichtingen van den wachtcommandant.

ARTIKEL 16.

De af- en optredende wachtcommandanten geven elkander op het sectiebureau alle bijzonderheden over, betreffende de afgeloopen en beginnende wacht met vermelding van het aantal arrestanten die zij eerst na persoonlijke bezichtiging van elkander overnemen.

(17)

De wachtcommandant treedt tevens op als wachtcommandant van het posthuis, dat in het sectiebureau is ondergebracht en heeft als zoodanig dezelfde verplichtingen als in hoofdstuk IV voor den posthuiscommandant zijn voorgeschreven.

ARTIKEL 18.

De wachtcommandant is verantwoordelijk voor den geregelden gang van den dienst zoowel op het bureau, voor zoover die hem aangaat, als op straat.

Hij draagt zorg voor de tenue zijner ondergeschikten.

ARTIKEL 19.

Hij houdt een door den sectiechef gefolieerd en geparafeerd rapportenboek bij op de wijze als is aangegeven in model 2.

Hij teekent in chronologische volgorde, op korte, doch nauwkeurige wijze aan, alles wat aan de wacht voorvalt, gerapporteerd wordt of op andere wijze te zijner kennis komt.

Hij maakt van dit wachtrapport een afschrift en dient dit, met het daarop gestelde afschrift van zijn wachtrooster, na afloop van zijn wacht in aan het sectiebureau. (Zie Model II).

(18)

ARTIKEL 20.

De wachtrooster wordt ingevuld op de wijze als is aangegeven in model II. Daarin wordt nauwkeurig opgeteekend welke posten en wijken al dan niet bezet zijn, welke bijzondere diensten moeten worden gedaan en welke agenten deze diensten hebben te verrichten tijdens den wacht- dienst.

Alle wijzigingen in den vastgestelden dienst worden met rooden inkt aangeduid.

ARTIKEL 21.

Hij zorgt dat de wijken en posten op de meest doelmatige wijze worden bezet.

Indien, wegens gebrek aan personeel, niet alle wijken en posten kunnen worden bezet, doet hij de minst belangrijke wijken en posten vervallen, trekt 2 of meer wijken samen of laat ze beur- telings loopen naar mate van de belangrijkheid.

In bijzondere omstandigheden of, indien er personeel over is, na bezetting van alle posten en wijken, kan hij wijken bovendien contra laten beloopen. Wordt een wijk contra geloopen, dan wordt hier van in den wachtrooster aanteekening gehouden met een C (zie model II).

(19)

Hij is verantwoordelijk voor den goeden toestand en de veiligheid van de arrestanten en zorgt dat zij op tijd van voedsel worden voorzien.

Hij houdt het arrestanten-register nauwgezet bij, (zie model IV). Hij is verantwoordelijk voor de goederen welke worden bevonden op de arrestanten, die alleen door hem, of onder zijn persoonlijk toezicht, worden gefouilleerd.

ARTIKEL 23.

Hij staat het publiek te woord en verwijst dit zoo noodig naar den sectiechef of den politie- opziener der lste klasse.

Hij bedient de telefoon.

ARTIKEL 24.

Hij draagt zorg voor de orde en zindelijkheid in de wachtkamers der agenten en houdt een wakend oog op de reinheid der arrestanten-lokalen.

ARTIKEL 25.

Hij verlaat nimmer het bureau, om welke reden ook, zonder zijn dienst te hebben overgegeven

(20)

aan zijn vervanger, waarvan aanteekening wordt gehouden in het rapportenboek.

ARTIKEL 26.

Hij draagt zorg dat het personeel omtrent alles wat de wacht betreft behoorlijk geïnstrueerd wordt en van alle bijzonderheden kennis krijgt, die het voor de uitoefening van den dienst behoort te weten.

ARTIKEL 27.

Hij houdt den sectiechef voortdurend op de hoogte van alles wat deze behoort te weten. Hij verricht op de wacht de administratieve werkzaam- heden die de sectiechef hem opdraagt.

ARTIKEL 28.

Hij is verantwoordelijk voor den goeden staat van de brancards en de verbandmiddelen, alsmede van de eventueel aanwezige brandbluschmiddelen aan zijn wacht.

(21)

Hij gaat, commandant van de morgen- of de middagploeg zijnde, in den regel 2 maal op ronde, gedurende één uur. Als commandant van de nacht- ploeg maakt hij zoo mogelijk 3 maal een ronde van een uur waarvan 2 na middernacht. '.)

ARTIKEL 30.

Tijdens zijne ronde let hij in het bijzonder op de waakzaamheid, de houding en de tenue van de posten en wijkagenten.

Hij overtuigt zich van de orde en de zindelijk- heid in de posthuizen en gaat den toestand na waarin de brancards, de verband- en de brand- bluschmiddelen aldaar verkeeren.

Hij teekent, telkenmale wanneer hij een posthuis bezoekt, het daar aanwezige rapportboekje voor

„gezien" en vermeldt, op de wacht teruggekeerd, in zijn wachtrapport al wat door hem werd op- gemerkt op zijn ronde.

') De afdeelingschef regelt dezen rondedienst zoodanig dat des nachts steeds aan één der sectiebureau's een politieopziener of adspirant politieopziener op de wacht aanwezig is.

(22)

ARTIKEL 31.

Gedurende zijne ronde, of wanneer hij zich om andere redenen van de wacht verwijdert, wordt hij in zijn dienst vervangen door den meest geschikten Europeeschen hoofdagent.

ARTIKEL 32.

Hij maakt den dienst uit van zijn personeel voor den volgenden wachtdienst en vult dien in op den wachtrooster volgens model 2. ')

ARTIKEL 33.

Hij maakt uit zijn wachtrooster een extract voor den dienst der posthuizen, welk extract wordt afgegeven aan de posthuiscommandanten op de appels. In het geval omschreven in de 3e alinea van artikel 37, wordt door den appel houdenden wachtcommandant dit extract tijdig naar het be- trokken posthuis gezonden.

') Deze wachtroosters blijven in bewaring aan het sectie-bureau.

(23)

Bij het invullen van den wachtrooster geeft de wachtcommandant acht op de bijzondere geschikt- heid van den agent voor den wijken- dan wel voor den postendienst. Zooveel mogelijk laat hij dezelfde agenten wijkendienst doen in dezelfde wijken. Zoo noodig kunnen de agenten echter afwisselend wijken- en postendienst verrichten.

ARTIKEL 35.

In geval tijdens de appels agenten van politie zich doen ziek melden of mankeeren dan laat hij aanstonds onderzoeken of de reden hunner afwe- zigheid geldig is en vermeldt hij den uitslag in zijn rapport. Ontbreekt een agent van politie op het appel in een posthuis, dan zendt hij zoo mogelijk aanvulling uit de reserve daar heen.

ARTIKEL 36.

De wachtcommandant stelt zich nauwkeurig op de hoogte van alle bijzonderheden in de wijken zijner sect;e, zooals gebouwen voor de publieken dienst bestemd, ziekenhuizen, particuliere instel-

(24)

lingen, apotheken, woonplaatsen van dokters, vroedvrouwen, verdachte drankgelegenheden, ver- dachte huizen, enz.

HOOFDSTUK IV.

Verplichtingen van den posthuiscommandant.

ARTIKEL 37.

De posthuiscommandant treedt met zijn per- soneel bij het morgen-, middag- en avondappel aan op het sectiebureau (zie artikel 13).

Hij marcheert na het ontvangen van den dienst met zijn personeel in rij en gelid naar zijn posthuis.

Is zijn posthuis een half uur gaans of verder van het politiebureau verwijderd dan begeeft hij zich rechtstreeks derwaarts. In dat geval geeft hij bij aankomst in het posthuis den wachtcom- mandant telefonisch kennis of zijn personeel present is en in behoorlijke tenue gekleed. De middag- ploegen evenwel begeven zich altijd van uit de sectiebureau's naar de posthuizen (zie artikel 69).

(25)

Hij deelt zijn personeel in volgens het extract uit den wachtrooster door hem ontvangen op het sectiebureau of hem toegezonden en doet het daarna afmarcheeren of de wijken betrekken.

ARTIKEL 39.

Hij mag alleen in buitengewone omstandigheden, wanneer ingrijpen noodzakelijk of het verleenen van hulp geboden is, zijn posthuis verlaten. Hij meldt dit telefonisch aan den wachtcommandant.

Hij draagt zorg dat zijn agenten op tijd de posten aflossen of in wijkendienst gaan.

ARTIKEL 40.

Hij is verantwoordelijk voor de orde en de reinheid in het posthuis en voor de goede houding en de tenue zijner wachthebbenden.

ARTIKEL 41.

Hij fouilleert de arrestanten nauwkeurig in tegen- woordigheid van den aanbrenger en vermeld hunne bezittingen in het rapport-boekje.

(26)

ARTIKEL 42.

Hij laat arrestanten onverwijld overbrengen naar het sectiebureau. Mist hij hiertoe personeel dan vraagt hij telefonisch hulp aan den wachtcom- mandant.

Beschonken lieden blijven in de arrestantenkamer van het posthuis totdat zij voldoende ontnuchterd zijn. Hij geeft van dat verblijf en van alle bijzondere voorvallen onmiddellijk telefonisch kennis aan den wachtcommandant en houdt van een en ander nauwkeurig aanteekening in een in het posthuis berustend rapportboekje.

ARTIKEL 43.

Hij doet zijn personeel na afloop van den wachtdienst inrukken of geleidt het naar het sectie- bureau indien hij tot de morgenploeg behoort, (zie artikel 14)

Alvorens het posthuis te verlaten, geeft hij telefonisch kennis aan den wachtcommandant dat zijn personeel in orde is ingerukt, (zie artikel 14)

(27)

Verplichtingen van den Inlandschen politieagent der lste en 2e klasse op wacht.

ARTIKEL 44.

De agent van politie betreedt of verlaat nimmer een posthuis zonder zich te melden bij den wacht- of posthuiscommandant.

ARTIKEL 45.

Hij wijst het publiek desgevraagd beleefd, doch kort en zakelijk terecht. Hij zorgt in dienst steeds behoorlijk in uniform gekleed, gewapend en uit- gerust te zijn volgens de bestaande voorschriften.

Op straat is het rooken hem verboden van 6 uur v.m. tot 8 uur n.m. en bovendien op die plaatsen waar de sectieschef of een hooger politie- ambtenaar het verbiedt.

ARTIKEL 46.

Hij behoort de wijken van zijn posthuis te kennen met de daarin gelegen kwartierspunten en

(28)

zich op de hoogte te stellen van de daarin voor- komende bijzonderheden overeenkomstig artikel 36.

ARTIKEL 47.

Is een agent van politie door ziekte verhinderd om aanwezig te zijn op het appèl zijner ploeg dan doet hij daarvan voor of tijdens dat appèl steeds kennis geven aan den wacht- of posthuis- commandant.

Hij kan daartoe de bemiddeling verzoeken van den wacht- of posthuiscommandant van het post- huis, hetwelk het dichtst in de nabijheid zijner woning is gelegen.

ARTIKEL 48.

Postendienst doende is het hem verboden te zitten of te leunen. Hij mag zich nimmer eigen- dunkelijk van zijn post verwijderen, tenzij zijn hulp wordt ingeroepen of noodzakelijk is. Afgelost zijnde, rapporteert hij een en ander aan zijn wacht- of posthuiscommandant. Is de post betrok- ken door 2 man dan verlaat in het bovenbedoelde geval slechts één hunner den post. Het nutteloos onderling spreken is den dubbelpost verboden.

(29)

manschappen zitten, Zij regelen hunnen dienst onderling zóó, dat steeds één hunner waakt.

ARTIKEL 49.

Wordt een post niet op den gewonen tijd afgelost dan zal hij niet inrukken alvorens per telefoon of op andere wijze daartoe machtiging te hebben gevraagd aan zijn wacht- of posthuiscommandant.

ARTIKEL 50.

De wijkagent loopt zijn wijk volgens den voorgeschreven weg en zorgt op tijd langs de kwartierspunten te gaan. Hij meldt zich telkenmale als hij zijn posthuis passeert bij den wacht- of posthuiscommandant. Wanneer de wijk dubbel geloopen wordt, treden de wijkagenten niet met elkander in noodeloos gesprek.

ARTIKEL 51.

Hij verlaat zijn voorgeschreven weg alleen wanneer hij iets onregelmatigs ontdekt of zijn hulp wordt ingeroepen. Hij onderzoekt de zaak

(30)

22

of verleent de hulp en meldt bij terugkomst aan den wacht- of posthuiscommandant de reden waarom hij van zijn weg is afgeweken.

In ernstige of spoedeischende gevallen waar- schuwt hij onmiddellijk den wacht- of posthuis- commandant of doet dezen waarschuwen.

ARTIKEL 52.

In het wachtlokaal gedraagt de agent van politie zich rustig. Treedt een adspirant politieopziener, een politieopziener of een hooger politieambtenaar het wachtlokaal binnen, dan neemt hij zwijgend de houding aan.

De politieagent mag in een politiebureau of posthuis niet om geld spelen.

ARTIKEL 53.

Het is hem verboden zich op te houden bij de arrestanten-kamers of te spreken met arrestanten zonder dat zulks is bevolen door den wacht- commandant.

!

(31)

HOOFDSTUK VI.

Verplichtingen van den Europeeschen hoofd- agent van politie.

ARTIKEL 54.

De Europeesche hoofdagent doet rondedienst in de sectie volgens de aanwijzing van den wacht- commandant. Hij doet als regel 6 uur straatdienst gedurende zijn wachtdienst.

ARTIKEL 55.

Hij verrichtgeen speciaal controleerende diensten, doch rapporteert aan den wacht commandant niet- temin al wat hem onregelmatig voorkomt in den straatdienst.

ARTIKEL 56.

Hij vervangt den wachtcommandant als deze zich van de wacht verwijdert en neemt gedurende zijn afwezigheid diens plichten waar.

(32)

ARTIKEL 57.

Hij verricht de administratieve werkzaamheden hem door den sectie-chef, den politieopziener der lste klasse of den wachtcommandant opge- dragen.

De artikelen, vervat in Hoofdstuk V voor zoover die geen betrekking hebben op den wijkendienst zijn op hem toepasselijk.

HOOFDSTUK VII.

De dienst van de agenten van politie- wielrijders der sectien.

ARTIKEL 58.

De agenten van politie-wielrijders, ingedeeld aan de sectie-bureau's staan onder de bevelen van den wachtcommandant.

ARTIKEL 59.

Zij rijden paarsgewijze, door den sectie-chef vastgestelde kringen in de buitenwijken der

(33)

per etmaal en rouleeren niet met de ploegen.

Hun dienst wordt door den sectie-commandant geregeld. De wachtcommandant houdt daarvan aanteekening in den wachtrooster.

HOOFDSTUK VIII.

De vervanging.

ARTIKEL 60.

Bij ontstentenis van een wachtcommandant door ziekte, verlof of om andere redenen, wordt zijn dienst waargenomen door den politieopziener Ie klasse, die overigens aan den sectiechef is toegevoegd voor den justitieelen politiedienst en voor de administratie. Zijn dienst zal echter zoo geregeld worden dat, indien het noodig is in den nachtdienst van eene ploeg te voorzien, die dienst verdeeld wordt over hem en de beide overblijvende ploegcommandanten.

(34)

Bij ontstentenis van een wachtcommandant langer dan 5 dagen, zal een opziener der generale controle aan de incomplete sectie worden gede- tacheerd.

Zijn 2 wachtcommandanten van een sectie absent, dan zal de detacheering van een politie- opziener der generale controle dadelijk plaats vinden.

Kan de generale contrôle geen opziener afstaan, dan zal bij ontstentenis van 2 opzieners aan eene sectie, de afdeelingschef, van een complete zustersectie een opziener detacheeren naar de incomplete sectie.

ARTIKEL 61.

Bij ontstentenis van een posthuiscommandant wordt deze vervangen door den meest geschikten Inlandschen agent van politie lste klasse van de ploeg, aan te wijzen door den wachtcommandant.

(35)

HOOFDSTUK IX.

De dienst van de generale contrôle.

ARTIKEL 62.

Het personeel der generale controle staat onder de onmiddellijke bevelen van den Hoofdcommis- saris van politie of den politieambtenaar, dienst- doende aan het Hoofdbureau van politie, door dezen daartoe aangewezen.

ARTIKEL 63.

De Hoofdcommissaris van politie regelt den dienst van het personeel der generale centrôle zoodanig, dat er steeds controleerend personeel in dienst is, ook des nachts.

ARTIKEL 64.

De politieopziener-controleur, wien een sectie ter controle wordt aangewezen, begeeft zich naar het

(36)

politiebureau der sectie en neemt kennis van den wachtrooster. Hij teekent tevens in het wacht- rapport onder vermelding van het uur van aankomst (zie model 2).

ARTIKEL 65.

Hij geeft acht of het personeel der sectie behoorlijk op post staat of ronde- en wijkendienst verricht. Hij stelt zich bij de kwartierspunten op der wijken, welke hij wil controleeren en gaat na of de wijkagenten daar op tijd passeeren. Hij overtuigt zich of zij hunne wapens en uitrusting bij zich hebben en of hunne tenue in orde is.

ARTIKEL 66.

Hij teekent zijne bevindingen aan in een Contrôle- staat (model 5) en overhandigt die aan den Chef der afdeeling generale controle, die de verzamelde Contrôle-staten dagelijks aan den Hoofdcommissaris aanbiedt.

ARTIKEL 67.

De chef der afdeeling generale controle neemt dagelijks kennis van den inhoud der afschrift-

(37)

roosters en gaat ten nauwkeurigste na of de dienst overeenkomstig de voorschriften heeft plaats gehad en zooveel mogelijk nut is getrokken van het in dienst zijnde straatpersoneel.

AANHANGSEL.

HOOFDSTUK X.

De theoriën, de gymnastiek, het schermen en de exercitiën.

ARTIKEL 68.

Eiken dag uitgenomen op Zon- en feestdagen en op dagen waarop de ploegen wisselen, worden met de morgen- en met de middagploeg theorie, exercitiën, gymnastiek of schermoefeningen gehou- den, onder leiding van den ploegcommandant.

ARTIKEL 69.

De commandant van de morgenploeg verzamelt daartoe na afloop van den wachtdienst de man-

(38)

schappen van zijne ploeg op het sectie-bureau.

Hij eindigt het onderwijs te 3l/2 uur n.m. (zie artikel 14).

De commandant van de middagploeg houdt de in artikel 68 bedoelde oefeningen en theoriën van 12V4 tot VJ4 uur n.m. met de manschappen van zijne ploeg, waarna zij hun dienst ontvangen (zie artikelen 15 en 37).

Met de nachtploeg worden geen oefeningen gehouden.

ARTIKEL 70.

De theorie wordt gehouden volgens een leer- program, verstrekt door den Hoofdcommissaris van politie. Hetzelfde geldt voor de oefeningen bedoeld bij artikel 68. Wanneer den ploegcom- mandant blijkt dat het noodzakelijk is met zijn ploeg een bepaald onderwerp te behandelen, kan hij van dat program afwijken doch vermeldt zulks in het rapportenboek.

(39)
(40)

fD

• a o *

TO BT

fD ft) w->

_. a

0 . s

Cfl o EP

3

p - i

TO 2

o a

j r

<D n

- i

cr fD 3 "

O E fD D . 3

•a'

i ô"

.TO

I j II

1

"

1 1

• i r a i

l' °\ 1

TO ro

pT3 1

'2 1

l | f D 1 l l O f p I III h

j

Ulli

rc W

M

ß 1 o

1 p

•o J

ë

'I'll'llllll

i • j j i I [i

IN

i NP IIP

! S i s

1 M l h

2

£»

S "

7"

l '

lllll |l|

j ! I j ! I j j I I j j I

II

lira 'l o*

f D H

1 TO i III 1 III

lllill Hill

fD f D

sr

|||

in

2

TO c

1 fD

a

:j mi!!

i

1 W

1 °

f D 1 1

|TO

" l i l i l l j l i l l l l l l

§ 1 ta h S 1 ° !

1 H

M i l l '

i l

I I

2 1 1 \\a II

" : o"

a" LïP '

M i 1 M MI

iiii iiiii iiii

| j

S"

f D f D

sr

2 1

TO;

«TS 1 3

'

;

2i| 5-1

Q .

* " 1

"PJIj i

1 II

2

r r

M i l l

lu,

s-

f D f D

*"

lia!

( f D

TO

"oll 'ô| 1

: fD 1

il

"H.

1 s* f D TO

21

° i TO fD

a

O)

C - n

<

3 |

t o c

3

3

to c c

IUI 2

B. a

TO

i -n a

1 3 '

1 2 1 W

1 a*

I ' L | ! 11 ; 1 o

c 3

3 o .

E E

*"•

3

3

'l i

o E

<

P

W CD

ç; w*

OD <

C O

03 -i fD

3 55'

fD

;_r:

3

Ci fD - i

a o 0 CL

n 7

0

o. o.

TO

(41)

No dd.. .19..

RAPPORT en WACHTROOSTER

van de Morgenploeg der Sectie ..Afdeeling van de Algemeene Politie te

NAMEN

Van Tuinen

Michiels W. Jansen J. Kareis

Rangen

Politie opz. 2e kl.

wachtcommdt.

Politie opz. 2e kl.

Adsp. pol. opz.

Eur. Hoofdagent

U R E N

t - 00 CD l>

b

r - ur

? oo

r

bur o

i

o - o

bur Middagp

CN

~

r oeg Nachtploeg

r-- bur

CN

CM

T—1

bur

r—

Bizonder- heden

6 uur. De wacht overgenomen van den adsp. pol. opziener W. Jansen. In arrest zijn 3 arrestanten. Hunne personen en goederen zijn in orde.

6 uur 15 m. P" Franken der Generale Controle meldt zich voor controle.

(42)

6 uur 35 m. Agent 2e kl. Darmo No. 17 meldt zich ziek van post No. 3. Post opnieuw bezet uit reserve.

7 u u r- Agent 2e kl. Wongso No. 511 (wijk 14) die op het morgenappel mankeerde, blijkt ziek te zijn.

Agent 2e klasse Myon No. 212 (wijk 5), die eveneens mankeerde, werd niet in zijn woning aangetroffen. Wordt nader onderzocht. Hun dienst vervangen uit de reserve.

8 u u r- De wacht overgegeven aan den Eur. Hoofdagent Karels.

Vertrek voor ronde.

VAN TUINEN.

8 u u r- De wacht overgenomen van den politieopziener Van Tuinen. In arrest 3 arrestanten. Hunne personen en goederen zijn in orde.

8 uur 30 m. Op last van den sectiechef de arrestant Ali, zie nacht- rapport No. sub 11 uur n.m. ontslagen.

9 u u r- De wacht overgegeven aan den politieopziener Van Tuinen.

KARELS.

9 u u r- De wacht overgenomen van den Eur. Hoofdagent Karels.

In arrest 2 arrestanten. Hunne personen en goederen zijn in orde.

9 uur 15 m. Agent 2e kl. Dario No. 4 (wijk 3) meldt per telefoon dat een grobak met suiker op de rails van den stoomtram ligt

(43)

Personeel derwaarts.

9 uur 25 m. Verkeer hersteld, zie sub 9 uur 15.

10 uur 30 m. De heer Z. Ystraat 10 deelt mede dat een inlander voor zijn woning uit een telefoonpaal is gevallen en bewusteloos bij hem werd binnengebracht. Personeel met brancard en verbandtrommel derwaarts gezonden.

10 uur 55 m. In verband met het gemelde sub 10 uur 30 is gebleken dat de inl. Soetro wonend kg. L. werkzaam bij den Telefoon- dienst, tijdens zijn arbeid bij ongeluk uit de telefoonpaal 12 is gevallen en zwaar gewond werd. Hij is per brancard naar 't ziekenhuis gebracht. Telefoondienst en familie k.g.g.

Brancard en verbandmiddelen in orde.

11 u u r- D e wacht overgegeven aan den Eur. Hoofdagent Karels.

Vertrek voor ronde.

V. TUINEN.

11 u u r- De wacht overgenomen vanden politieopziener Van Tuinen.

In arrest 2 arrestanten. Hunne personen en goederen zijn in orde.

11 uur 40 m. Juffrouw J. Mulder G. straat 18, deponeert een door haar zoo juist gevonden gouden hartje, 't welk op het trottoir voor haar woning lag. Wordt gedeponeerd.

(44)

WACHTROOSTER

van de Morgenploeg der Af deeling Sectie.

3

N A M E N

1 2 3 4 5 - k 45

7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 l à 44 19 20 21 22 2 3 43 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48

A.

B.

C.

D.

E.

E— As.

G.

H.

I.

J- K.

L.

M.

N.

O.

P . Q.

E - Ar.

S.

T . U.

v. .

W _ Aq.

X.

Y.

Z.

Aa.

Ab.

Ac.

Ad.

Ae.

Af.

Ag.

Ah.

Ai.

Aj.

Ak.

Al.

Am.

An.

Ao.

Ap.

A t .

At.

Au.

Av.

U R E N

6-7 7 - 8 8-9 9-10 10-11 11-12 12-1 1-2

w — 3

w w w — 6

w w w—12

w - 1 5

P — P P - 3

P - P - p - 6

P - P - p - 9

w - w—

w—3c

•10

•11

- 3

•13

•14

— 2

5

. y**

w—12

•15

-2c

w w w—6c

reserv -5c

lc

•4c

gedetacheerde post gedetacheerde post

r e s e r v e - dienst voor W . No. 23 r e s e r s e dienst voor R. No. 18

£- dienst voor F . N o . 6 reservte (12—2 wij|< 10) reserve

reserve

-3c -11

-2c -10

-13

•12

•15 w — 3

- 1 - 2

w — 6 4 5

w - 9 7

BIZONDERHEDEN N A M E N

* 7-8 School Willemslaan

** 1172-12 School Willemslaan

w - 1 2

— 1 0

— 1 1

w - 1 5 13 14

p - 3 1 2

• l c

-5c -6c

-4c -3c

-6c p - 6

4 5

p ~ 9 7

w ~ 3 c l c 2c

w—6c 4c 5c

post 1 = post 2 = post 3 = post 4 = post 5 = post 6 = post 7 = post 8 = post 9 =

Station Noord

„ Zuid Kapelsbrug

Hoek Willemstraat Abattoir

Museum

Kruispunt Blokstraat ,, Hoeklaan Palmbrug

gedetacheerde post = einde B e r g w e g

49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65

Aw.

Ax.

Ay.

Az.

Ba.

Bb.

Bc.

Bd.

Be.

Bf.

Bg.

Bh.

Bi.

Bj.

Bk.

BI.

Bm

66 67 68 69 70 71 72 73 74

Bn.

Bo.

Bp.

Bq.

Br.

Bs.

Bt.

Bu.

Bv.

U R E N

6-7 8 - 9 9 - 1 0 10-11 1 1 - 1 2 12-1

BIZONDERHEDEN 1-2

16 Posthi|iiscommandant w

w w - 1 8

w — w w - 2 1

P P p—12

w—

w — W-20C

!

-17

-2«)

11

•19

10

-16c -18c

P o s t h u i s c o m w -

w- w - 2 4

m a n d a n t 22 -23

p - 1 3 -26

-25

P O S T H U I S I

-21 -20

11 11

-20c

P O S T H U I S III

-24

13 -18c

-23

-26

•16

•18

•19

•10

-16c

-22

-25

•21

12

-20c

-24

•13 w - 1 8

16

— 17

w - 2 1 19

— 20

p—12

— 10

— 11

w-20c

— 16c

— 1 8 c

w - 2 4 22 23

p - 1 3 25 26

post 10 post 11 post 12 p o s t 13

Kruispunt Krekot Ammunitie b e w a a r p l a a t s Aloon2

S p o o r w e g o v e r g a n g T a n a h Merah

(45)

No. dd... .19..

RAPPORT en WACHTROOSTER

van de Middagploeg der Sectie Afdeeling van de Algemeene Politie te

NAMEN

Michiels Van Tuinen Jansen Gerrits

Rangen

U R E N

Politie opz. 2e kl.

wachtcdt.

Politie opz. 2e kl.

Adsp. politie opz.

Eur. Hoofdagt.

bur

bur bur—

Alorgenploeg NachtDloeÉ'

bur

Bizonder- heden

bur

2 uur. De wacht overgenomen van den politieopziener Van Tuinen.

In arrest 2 arrestanten. Hunne personen en goederen in orde.

Theorie gehouden volgens tableau.

Op het middagappel waren alle agenten present, enz.

(46)

E 2

WACHTROOSTER

van de Middagploeg der Af deeling Sectie,

N A M E N

A.

B.

C.

D.

E.

F.

G.

H.

I.

J.

K.

L.

M.

N.

O.

P.

Q.

R.

S.

T.

U.

V.

w.

X.

Y.

Z.

Aa.

Ab.

Ac.

Ad.

Ae.

Af.

Ag.

Ah.

Ai.

Aj.

Ak.

Al.

Am.

An.

Ao.

Ap.

Aq.

Ar.

As.

At.

Au.

Av.

cd

U R E N

2-3 3 - 4 | 4 - 5 5 - 6 6-7 7-f 8 - 9 9 - 1 0

[ ^ Z O N D E R H E D E N

w —3

w - 9

w w w - 1 2

w w w - 1 5

P — P P - 3

P - P - p - 6

•10

• H i

w -

•14

•13

P - P - p - 9

•12

15

6' 6'

•4c -5c gedetacheerde p o s t gedetacheerde post reserve

reserve reserve reserve reserve reserve

/2- 1 2 / 2 - 1 2 8—12 8 - 1 2 /2- 1 2 12

-11

•10

-13

uur 's (îachts uur

uur u u r uur uur

w — 3 1 2

w —6 4 5

•15

w

w - 1 4 10 11

w - 1 5

— 1 5 14

w —3 1 2

w —6 4 5

w - 9 7

bioscoop A.

A.

s c h o u w b u r g .

b i o s c o o p B.

B.

-10c - l i c

49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65

N A M E N

Aw.

Ax.

Ay.

Az.

Ba.

Bb.

Bc.

Bd.

Be.

Bf.

Bg.

Bh.

Bi.

Bj.

Bk.

BI.

Bm.

66 67 68 69 70 71 72 73 74

Bn Bo Bp Bq Br.

Bs.

Bt.

Bu.

Bv.

CC ca

U R E N

2-3 ! 3-4 4 - 5 5 - 6 6-7 8 - 9 9 - 1 0

Posth w w w - 1 8

iiiscom

w w w - 2 1

P - P - p —12

mandar t 16

•17

-20

w—

w — w-18c

Posth w w w—24

11

•17c

•19

•10

-16c

P O S T ^ U I S I

-21

12

mandant

-23

p - 1 3 -26

-22

-25 -18c

•17

20

p - 1 2

11

-17c

•16

•19

•10

-16c 18

-21

-21

18

P O S T H U I S III

-24

13 -23

-20 -22

-25

w - 1 8 16

— 17

w - 2 1 20

— 20

w - 2 1 16

w - 1 8

— 16

— 17

-24

-23

•13

-23 w - 2 4

22 w - 2 6

w - 1 3 22 w - 2 6

B I Z O N D E R H E D E N

post 1 post 2 post 3 post 4 post 5 post 6 post 7 post 8 post 9

= Station Noord

„ Zuid Kapelsbrug

Hoek Willemstraat Abattoir

= Museum

= Kruispunt Blokstraat

„ Hoeklaan Palmbrug

post 10 = Kruispunt Krekot post 11 = Ammunitie b e w a a r p l a a t s

post 12 = Aloon2

post 13 = S p o o r w e g o v e r g a n g T a n a h Merah

g e d e t a c h e e r d e post einde B e r g w e g

(47)

No. dd 19..

RAPPORT en WACHTROOSTER

van de Nachtploeg der Sectie Afdeeling van de Algemeene Politie te

NAMEN

Jansen v. Tuinen Michiels v. Klaveren

Rangen

Adsp. pol. opz.

wachtcomdt.

Pol. opz 2e kl.

Pol. opz. 2e kl.

Eur. Hoofdagt.

U R E N

OH CM

O i —

bur

r r

bur

F M

b M M r-

CN

- ir orge iddaj

CO CN

r

iploe jploe bur

-*

m bur

g g r

i n

-*

r

bur

to

m bur

r

Bizonder- heden

(48)

WACHTROOSTER

van de Nachtploeg der Afdeeling Sectie.

N A M E N

A.

B.

C.

D.

E.

F.

G.

H.

I.

J- K.

L.

M.

N.

O.

P.

Q.

R.

S.

T.

U.

V.

w.

X.

Y.

z.

Aa.

Ab.

Ac.

A d . Ae.

Af.

Ag.

Ah.

Ai.

Aj.

Ak.

Al.

Am.

An.

Ao.

Ap.

Aq.

Ar.

As.

At.

Au.

Av.

OC

U R E N

10-11 11-12 12-1 I 1-2 2-3 3-4 4-5 5-6

3 w —3

w — w w w w —6 w —6

w — w — w — w — w —9 w —9

w - w - w - w - w - 1 2 w - 1 2

w - w - w—

w — w - 1 5 w - 1 5

w

w •

•14

•14

gedetacheerde post gedetacheerde post reserve

reserve reservje reserve reserv e reservie

w •

w

10 10

w - w -

'13 13

w • w •

w w

w • w •

•12

•12

•15 -15

w - w -

w • w •

-14 -14

-10 -10

w -

w •

w - w •

w —3 w — 3

1 1 2 2

12 12

1E w —6 w —6 4 4 5 5

w - 9 w - 9 7

7

w - 1 2 w-12 10 10 11 11

w - 1 5 w - 1 5 13 13 14 14

BIZONDERHEDEN g

z:

-

49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65

N A M E N

Aw.

Ax.

Ay.

Az.

Ba.

Bb.

Bc.

Bd.

Be.

Bf.

Bg.

Bh.

Bi.

Bj.

Bk.

BI.

Bm.

66 67 68 69 70 71 72 73 74

Bn Bo Bp Bq Br.

Bs.

Bt.

Bu Bv

K

U R E N

10-11 11-12 12-1 1-2 2-3 3-4 ! 4-5 5-6

BIZONDERHEDEN

Posthi^iscomrnandarit - 1 6 w

w w w w - 1 8 w - 1 8

w — w post- w

Posth w w

•16

•17 17

19

•19

18

•22

•22 compiandap

w-26 w-26

— 23

— 23

— 24

— 24

w • w •

POSTHUIS I

w •

w -

•18

•18

-20 -20

w-26 w-26

-17

•17

post- pjost 11 POSTHUIS III

-18

•18 -16

•16

W '

w •

-25 -25

w • w •

w •

w -

•19

•19

-22

•22 w - 1 8 w - 1 8

— 1 6

— 1 6

— 17

— 17

-24 w-25 -24 w-25 w -

w -

-20 -20

•17

-23

•23

-26 -20

gedetacheerde post — einde Bergweg post 11 = Ammunitie bewaarplaats

(49)
(50)

TOELICHTINGEN

betreffende invulling van model 2.

Toelichtingen van algemeenen aard.

Om te voldoen aan den eisch gesteld in artikel 11 zullen 4 agenten noodig zijn ter be- zetting van 3 wijken of posten.

In verband hiermede behoort de hoofdcom- missaris er naar te streven de indeeling in wijken en posten per sectie zoodanig te regelen, dat het totaal aantal wijken en posten per politie- posthuis een veelvoud van 3 vertegenwoordigt.

Opvolging van het bepaalde in de voorlaatste alinea van artikel 4 is alleen mogelijk, indien het aantal verkeerposten l) dat 's avonds ingetrokken kan worden, gelijk is aan dat der wijken.

') Gedetacheerde posten blijven 's nachts altijd ge- handhaafd.

(51)

1°. eenige minder belangrijke wijken kunnen voortdurend of gedurende enkele uren afwis- selend onbezet blijven;

2°. alle wijken, behoorend tot het ressort van een posthuis kunnen gedurende enkele uren af- wisselend onbezet blijven;

in beide gevallen overeenkomstig het bepaalde in artikel 21.

3°. de sterkte kan zoodanig uitgebreid worden dat ook des nachts de wijken dubbel geloopen kunnen worden.

De bij iedere ploeg ingedeelde reserves mogen in normale omstandigheden niet voor dat doel gebruikt worden; zij dienen alleen om in te vallen bij ziekte a. a. van wachtpersoneel.

De eerste der aangegeven wegen is het meest aan te bevelen; de tweede is slechts te volgen, indien alle wijken in belangrijkheid gelijk zijn.

De derde weg mag alleen ingeslagen worden, indien de belangrijkheid van alle wijken van dien aard is, dat het geheel of gedeeltelijk gedurende enkele uren onbezet laten daarvan niet gedoogd kan worden

Het personeel dat hierdoor tijdens de morgen- of middagwacht feitelijk overcompleet is, kan gebruikt worden om enkele drukke wijken recht en contra te laten beloopen.

(52)

De agenten, aangewezen voor de handhaving der orde bij publieke vermakelijkheden, behooren als regel niet afgelost te worden na afloop van den wachtdienst uit de opkomende ploeg, doch blijven daar dienst doen totdat hunne aanwezigheid niet meer gevorderd wordt. Zoo mogelijk wordt hun evenwel toegestaan zooveel later op wacht te komen, als de tijd bedraagt, gedurende welken zij langer moeten dienst doen.

Bijzondere toelichtingen.

Model 2 is een voorbeeld van een sectie met drie posthuizen, waarvan het eerste is onderge- bracht in het sectie-bureau.

Posthuis 1 bezet 15 wijken, 9 posten en 1 gedetacheerde post.

Posthuis II beheerscht 6 wijken en 3 posten.

Posthuis III heeft 5 wijken en 1 post onder zich.

Het normale geval is, dat 3 wijken door 4 agenten worden bezet. In de beide hieronder volgende staatjes is in het eerste aangegeven de bezetting van de wijken, in het tweede de dienstverdeeling van de 4 agenten. Uit beide blijkt, dat alle wijken bezet zijn, en dat alle agenten 6 uren straatdienst en 2 rusturen hebben. De zwarte vakjes in het tweede staatje geven de rusturen aan.

(53)

wijk 1 wijk 2 wijk 3

A B

c

A B D

A

C D

B C D

B C A

B D A

C D A

C D B

uur.

Voor de posten gelden dezelfde regels.

Dienstindeeling van de morgenploeg.

POSTHUIS I.

Dit posthuis heeft normaal recht op 15 X 9 =

24/3 X 4 = 32 agenten voor wijken- en postendienst benevens 2 agenten voor een gedetacheerden post.

(54)

Ingedeeld zijn 48 agenten. Hiervan zijn 6 reserve, rest 42 agenten, dus 8 teveel. Van deze 8 agenten is gebruik gemaakt:

bij de morgenploeg:

tot het contra beloopen van 6 belangrijke wijken;

bij de middagploeg:

2 doen dienst van 6'/3 - 12 uur bij bioscope A.

2 doen dienst van 6'/2 — 12 uur bij bioscope B.

2 doen dienst van 8 — 121/. uur bij den schouw- burg en beloopen tevoren 2 uren een contra-wijk.

2 doen dienst van 7—10 uur n.m. ten einde twee wijken dubbel te doen beloopen en loopen overigens 3 uur wijk 4 en 5 contra.

bij de nachtploeg:

allen doen dienst tot het dubbel bezetten van de wijken van den nachtdienst.

Morgenploeg.

Alle wijken en posten zijn normaal bezet behalve wijk 12, die van 7—9 uitvalt om post Kapelsburg te versterken waar het gedurende die uren zeer druk is, terwijl wijk 7 van 7 - 8 en 11 Vs ~ 12 uur post vat bij een school.

3 agenten der reserve vallen bij het begin van den dienst wegens ziekte of mankeeren in.

1 agent der reserve valt om 12 uur in wegens ziekte van een wijkagent.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Degelijke objecten kopen wij als Wij zijn daarom afhankelijk van rendementen uit de Een exercitie waarbij de opstallen verbeterd/veranderd worden zal dus ook als gevolg moeten

De wet kent niet de mogelijkheid van tijdelijke vervanging, zodat een nieuwe wethouder, tijdelijk of niet, wordt beschouwd als uitbreiding van de bestuurlijke

This study considers a known stress, simulates the measured strains including plasticity effects, back-calculates the residual stresses assuming elasticity, and evaluates... The

Residual stress profile along disk mid thickness of second cut plane: (a) reconstruction superposition, (b) comparison with FE model of the indentation process [33],

The contour method determines a 2-D map of residual stresses using a direct calculation to get stress from the measured surface contours.. Many conventional methods require an

This is evidenced by statements in references such as [4] that indicate the smart grid has the op- portunity to reduce current electric power consumption by up to 4.3% and the

„Wie iets gezien heeft van de ernst van de zonde probeert eerst in eigen kracht de doornen en distels uit te roeien, maar dat helpt niet.. Met maaien wordt de kwaal

De beheerder zorgt voor informatievoorziening aan derden over het beheer en het onderhoud van het register, daaronder begrepen de gehanteerde tarieven, de wijze van inschrijven