• No results found

2015/5. December 2015

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "2015/5. December 2015"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

2015/5

December 2015

In de laatste Parlando van dit jaar halen we herinneringen op aan Pieter de Ruyter, kijken we met weemoed naar de foto’s van het concert in november, lezen we samen met Patty over Händel en laten we ons inspireren door twee artikelen over zingen.

Deadline kopij volgende Parlando: 16 februari 2016

Redactie: Bert van den Braak, Hans Geers, Nicole Potters en Sanny de Zoete

(2)

Herinnering

Laten we Pieter niet groter maken dan hij was, die Ouwe Reus, maar wat was zijn fantasie enorm! De hemel was te laag, de horizon te dichtbij en de wijdse vlakten te smal. Waar Pieter ook keek, overal zag hij van alles wat er eigenlijk niet was en wist hij zaken uit te vergroten, dan wel naar zijn hand te zetten. Wat heb ik genoten van zijn mooie volzinnen waar geen touw aan vast te knopen was. Maar: hij wist zelf ook donders goed wat hij deed, getuige onderstaand verhaal dat hij mij cadeau heeft gedaan toen we de Mattheus aan het oefenen waren.

Bij het lezen een waarschuwing vooraf: Elke gelijkenis met bestaande

personen, gebeurtenissen, activiteiten, aangehaalde voorbeelden of namen van personen berust op louter toeval, maar wel met een vette knipoog van Pieter.

Ingrid Zingen

Elke avond zitten zij naast elkaar. Drie sopranen. Elke dinsdagavond, de avond van de repetitie van het oratoriumkoor. En allemaal verschillend. De langste van de drie met haar hoge hakken en lange lichaam in stijlvolle kleding gehuld.

Het invalide meisje, met de zilveren beugels om haar vingers en de stevigste van allemaal. De derde met een boezem waar elke man van smult. En elke avond beginnen zij met giechelen. Met hoge uithalen en drukke gebaartjes. De monden in een permanente lach. Het klinkt door het hele lokaal. Mannen doen net alsof zij het niet horen, dat damesgelach. Het overdreven gedoe volgens hen die van het leven een serieuze aangelegenheid hebben gemaakt. Die mannen lachen en giebelen niet, hooguit raken zij elkaar even bij de schouder aan en kijken met een waardige blik ernstig naar elkaar. Hun praten verraadt het belang van het onderwerp: zingen zoals dat door Bach is voorgeschreven en door duizenden auteurs is uitgelegd. Ik kan er soms met weemoed naar kijken. Naar die mannen die leven in de zekerheid van hun baan, hun functie. De vrouwen die ze koesteren, de kinderen die allemaal een hoge functie bekleden. Ik kijk er naar met een blik van weemoed en verlangen. Ik zou ook zo willen zijn. Ook zo zeker van mijzelf. Ook een geloof hebben waar niet aan te tornen valt. Een vrouw die altijd kritiekloos mijn voetstuk koestert. Maar ik ben zo niet. Ik ben onzeker. Ik luister liever naar de giechelaars op de eerste rij. De topsopranen die al bij de eerste noot gelijk in het goede tempo zitten, hun meisjesmaskers hebben afgelegd en een ander damesmasker opgezet. Die moeiteloos de aanwijzingen volgen van de dirigent. De andere sopranen ruim achter zich latend in dwang en drang.

(3)

Bij de alten is minder te zien. Daar geen trio van gelijkgestemde zielen maar individuen die verschillend gekleed zijn. De stijlvolle kleding zoals die bij de sopranen wordt gedragen komt daar niet voor. Het is meer gewoon, meer C&A.

Gewoontjes met een klerenkast die al lang geleden een opruiming nodig had.

Toch zijn er enkelen die daar bovenuit willen steken of, vooral, naar voren willen steken. Een brede rokband of een opvallende ruche rondom de boezempartij wil nog wel eens de aandacht van de mannen trekken. Maar owee als de dirigent binnenkomt en na een kort ogenblik zijn plankier betreed, dan zijn de getrouwe vrouwen die weten wat autoriteit is. Een autoriteit die lijkt af te stammen uit de tijd dat de mannen nog het machtigste onderdeel waren van de schepping. Een situatie die ook in Delft voor antiek doorgaat en waarin je vooral niet herkend wil worden.

Bij de tenoren is er een select groepje. De langste van allemaal die de passie vele keren heeft gezongen en daarom met een hoge borst steeds de verkeerde noot inzet. De oud-voorzitter met het air van een versleten regent in een tijdloos verwaarloosd jasje. Soms staat zijn overhemd een beetje open en komt er heel frivool een bosje grijs borsthaar te voorschijn. Een teken van verregaande viriliteit. De mooiste man komt steeds in een bankierskostuum, double breasted, maar het lijkt of hij de klerenkast van zijn opa heeft geplunderd. Nu zijn de tenoren al een zwakke groep die door hun presentatie er nog wat van willen maken maar de aanwijzingen van de dirigent liegen er niet om.

De bassen daarentegen zijn het fundament van het koor. Stevig in het vlees, rode gezichten van het werk in de openlucht maar de kleur van hun kleding verraadt dat dat openluchtwerk een hobby is. De ongeschoren nekken, de vaalheid van niet gepoetste schoenen verraden hun eigenlijke werk. AOW'er.

Op een enkele uitzondering na en dat is de voorzitter die altijd een pak aan heeft dat uit de winkel van Ogier in P.C. Hoofdstraat in Amsterdam komt.

Tussen al die bassen zit ook nog een schilder. “Restauratieschilder” zegt hij steeds met nadruk, alsof hij wil bewijzen dat hij meer kan, maar vooral meer is dan een gewone schilder. Als zijn medebassen dan vragen wat dat inhoudt, krijgen zij een exposé over de intenties van het vak, de verantwoordelijkheden, maar vooral over het gebrek aan waardering voor vakmensen zoals hij. Op dat punt aangekomen is er voor de anderen geen doorkomen meer aan. Hij luistert niet meer maar ratelt maar door, aan een stuk door. Lukt het een enkeling om toch wat te vragen dan komt er ook nog een verhaal bij over schilderijen en wat daar allemaal niet bij komt kijken. Sommigen van zijn groepje vragen zich in stilte af wat de oorzaak van die woordenbrij is. Die lawines van zinnen. Ze vermoeden iets en soms, tijdens het koffie drinken, worden er vragen over gesteld. Kritische vragen. Over zijn verleden, zijn gereformeerde frustraties die

(4)

gezien de welvaart waarin hij leeft helemaal niet meer nodig zijn. Dan komt er een gekwelde blik in zijn ogen. Romantisch met een ver verleden. Maar sommigen, en zeker volgens de dames van het koor, nogal aanstellerig. Een romantiek die in de rosse buurten van Amsterdam geen gek figuur zou slaan. En dat past niet in Delft waar de keiharde zakenmentaliteit van het Westland de overhand heeft. Gelukkig lijkt ook hij de noten van de passie op een acceptabele manier te beheersen en kunnen zijn geborneerde ideeën oplossen in de melodieën die al eeuwen worden gezongen.

Zo alles bij elkaar lijkt het een clubje dat nauwelijks gelijk kan zingen, laat staan gelijk uitkomen. Maar dat is nou juist niet waar. Na een korte inleiding door de pianist is alles in beweging. Monden, ogen, armen. Het is een feest van expressie. Een wonder van koorzang. De hele schepping wordt lof en eer bewezen en vooral de lijdensgeschiedenis in duizelingwekkende notenslierten gezongen.

Het is een wonderlijk clubje, dat koor waarin ik zing en probeer mijn plaats te behouden. Maar zoals onze koorpsycholoog zegt: “het is niet allemaal weelde zoals dat op de boezem wordt getoond. Er kan weleens heel wat anders achter zitten. Aan jou de mooie taak om daar als schrijver inspiratie uit te halen en er een nieuwe werkelijkheid van te maken.”

Pieter de Ruyter Een, gezien de voorbereiding, goed concert

Weer verraste Zang- en Oratoriumvereniging'Cantarella' ons met een gedurfde programma keuze door een relatief onbekend werk van Frantisek Xaver Richter, het

‘Kemptener Te Deum’, op het repertoire te nemen. Ofschoon men zich daarbij realiseerde dat dit geen publiekstrekker zou zijn, nam men bewust dit risico. En dat pakte gelukkig goed uit, want de kerk aan de Raamstraat zat helemaal vol.

Bron: AD\Haagse Courant, 14-11-2015

(5)

Foto’s van de website van de FDZ Pieter in Parlando

Zoals Pieter Kruit tijdens de uitvaart van Pieter De Ruyter al memoreerde is Pieter twee keer lid geweest van Cantarella. De laatste jaren hebben we op feestavonden en in Parlando van zijn verhalen kunnen genieten. Ook in de eerste periode, eind jaren negentig, schreef hij regelmatig voor Parlando:

gedichten en, samen met Leontien Steenberghe, een rubriek ‘De daghap’.

(‘Delft telt een groot aantal eethuizen die allemaal adverteren met een daghap.

Om nu eens en voor eeuwig en altijd te weten wat dat dagmenu is, besloten wij wat beter te proeven en geheel anoniem te noteren wat de beste hap is voor de minste prijs. Dat viel niet mee.’)

Het gedicht ‘De schilder’ dat bij de uitvaart werd voorgelezen stond al in september 1994 in Parlando.

(6)

De schilder verschildert verhalen verhalen van kleurrijk en echt van geel tot analine doorslagen

de schilder, die schildert met de schilder zijn knecht ik schilder verhalen tot kleurrijke beelden

ironisch van toon in kopgraaf gevat ik reinig het bordje met slecht ziende talen lieve aarde, ik verecht.

Verschillende gedichten gaan over het koor en/of de dirigent. Zoals een lied ter gelegenheid van het feest na het Engelse concert (1995):

Een slag in vieren slaan of 5/8 in een tel

kijken zingen, noten lezen niet zo oratorium wezen maar vrouwen met een fel gevoel voor leven mannen met diepte in hun stem Waar is hun hemelse Jeruzalem de kopstoot van het leven

Kom mannen, niet zo oratorium wezen, één vrouwenkoor is al genoeg,

bezing, heel ordinair,

de charme van het vrouwenleven!

goed, goed, goed, een kus op iedere wang van een kastratenzanger een aai over een sopranenhoofd een ferme klets op echte bassenbillen dat is wat mag

als de bezoekers rillen duizelen bij stemgeweld gevoelig wenen

als een piano

heel verhaalrijk wordt verteld.

(7)

Typisch Pieter was ook zijn verhaal over een invaldirigente, toen Johan een keer verhinderd was (juli 1996):

‘Wat een handen, wat een stem. Vullingloos doet zij de loopjes voor. Ik doe mijn best. Tussen André en Jurjen ook niet zo moeilijk. Maar dan. Ik ben in de wolken van deel 9. Ik hoor het orgel in de Westerkerk. Ik zit naast mijn ouders en probeer hevig in God te geloven. De grootsheid van Gezang nummer zoveel.

Opeens staat zij voor mij en doet heel nadrukkelijk de baspartij voor. Ik kijk naar haar en... Jé, wat een stem. Van verlegenheid doe ik geen stem meer open.

Iedereen zingt, alle bassen zingen, maar ik? Ik hoor alles en niets. Rood en ongemakkelijk kijk ik langs haar heen. Gelukkig gaat zij weer terug naar de bok. Van een afstand durf ik te kijken. Zij kijkt terug. In de twinkeling van haar ogen voel ik dat zij het jongetje in mij herkende.’

Pieters enthousiasme voor het zingen, en vooral voor kerken, horen we duidelijk in zijn beschrijving van het kerstconcert dat hij in 1998 in Rijswijk met Concertkoor Rijswijk zong:

‘…in de Bonifatiuskerk in Rijswijk. U kent hem wel, die neo-gothische bak, waar alle schilderingen door een moderne pastoor weggeschilderd zijn, op een paar fragmenten na. Maar die fragmenten geven wel de sfeer weer waarin de muziek thuishoort. Breed, duidelijk, en zo rooms als je maar verzinnen kan. Een echte uitsmijter waarmee je in volle glorie de kerst in kon gaan. Mari, mijn basmaatje, zei het nog zo duidelijk na de solo van de harp en het orgel: ‘Ik zou de harp wel willen zijn, lekker tegen de knieën van de harpiste en voortdurend verlangend naar meer.’ Je zou bijna vergeten dat we daarvoor nog 3 cantates van het Weihnachtsoratorium gezongen hebben. En dat begint al zo feestelijk met die fantastische paukenroffel. Alsof een donkere roverhoofdman Jezus zelf naar beneden wil halen om te dansen en te zingen. Jauchzet, frohlocket, mooier is er niet. Je ziet de kerk veranderen in een barokke feestzaal met een heel hoog gewelf. Allemaal vergulde engelen, heiligen en de moeder Gods die haar kind aan de wereld schenkt. En daaromheen een eindeloze wolkenhemel die ver over de randen van het plafond heengaat.’

Je hoort het hem als het ware vertellen. Zo hebben we toch nog een kerstverhaal van Pieter.

Patty Adelaar

(8)

Patty leest een boek (7)

De Joshua leek me een goede gelegenheid om me te verdiepen in de boekenserie 1685 Europa en de muziek. Drie delen daarvan gaan over componisten: G.F. Händel, J.S. Bach en D. Scarlatti, en het vierde heet Bach, Händel en Scarlatti en hun tijd. De drie componisten zijn allemaal in 1685 geboren en de serie werd ter gelegenheid van hun driehonderdste geboortedag uitgegeven door Uniepers in samenwerking met de AVRO.

De boeken over de componisten bevatten een levensbeschrijving, een overzicht van hun werken en een essay over een relevant onderwerp. Het boek over de tijd waarin deze drie heren opereerden bestaat uit drie essays: ‘Cultureel Europa 1685’ door Lucas van Dijck, ‘Het Europese muziekleven in de tijd van Bach, Händel en Scarlatti’ door Jan Nuchelmans en ‘Het muziekleven in de Nederlanden door Jan Taat.

Het zijn aardige, informatieve boekjes, vol namen, jaartallen en plaatjes. Voor dit stukje heb ik me gericht op het boekje over Händel. Het essay hierin,

‘Notenschrift en stijlgetrouwheid’, is van Nikolaus Harnoncourt, een van de pleitbezorgers van de authentieke uitvoeringspraktijk. Hij stelt dat de notatie tegenwoordig gezien wordt als een speelaanduiding voor de uitvoerenden, maar dat dit in de tijd van Bach en Händel niet zo was. Een muziekwerk moest toen volgens bepaalde, strenge regels op schrift worden gesteld, en alle musici kenden de geschreven en ongeschreven wetten die in de praktijk bij een uitvoering werden gebruikt. Zo werden vaak lange noten geschreven om het harmonische verloop boven de bas aan te geven, maar die moesten kort worden gespeeld of gezongen: dat wist iedereen. Het was interessant om te lezen. Ik associeer de authentieke uitvoeringspraktijk altijd met antieke instrumenten, maar er komt duidelijk wel wat meer bij kijken.

(9)

De levensbeschrijving van Händel is geschreven door Jack Loorij, die hem met een term uit de schaatswereld classificeert als een ‘allrounder’: een meester in elke soort muziek, van de kleine dansstukjes in zijn suites tot opera’s en oratoria van meer dan drie uur lang, in instrumentale en in vocale muziek, in wereldlijke werken en in kerkmuziek.

Händel werd geboren in 1685 en hij stierf in 1759. En tussendoor schreef hij al die werken. In 1712 vestigde hij zich min of meer permanent in Engeland en in 1727 werd hij Engels staatsburger. Daarom is er soms verwarring over de spelling van zijn naam: met umlaut is het de Duitse versie (Georg Friedrich Händel) en zonder umlaut de Engelse (George Fredric Handel). In het boek ligt veel nadruk op Händels zakelijke problemen in de Londense operawereld.

Händel was de belangrijkste componist van de Royal Academy of Music, een operagezelschap dat werd gefinancierd door een groep adellijke personen, onder wie koning George I. Na de aanvankelijke successen kwamen

er problemen met rivaliserende prima donna’s en ijdele castraatzangers, en in 1728 ging de Academy failliet. Händel zorgde voor een doorstart met een jonge cast uit Italië, maar een aantal financiers van de Academy was inmiddels een nieuwe opera-onderneming begonnen. De strijd tussen de twee gezelschappen was fel, met beledigende pamfletten zoals de spotprent van William Hogarth, met Händel als een

‘genietend varken’ achter het orgel.

Langzaam verschoof de smaak van het publiek en wilde men liever Engelstalig repertoire. Händel speelde hier op in door Engelstalige oratoria te schrijven, maar de theaters wilden nieuwe opera’s. Die waren meestal een fiasco en het leek afgelopen met Händels carrière.

In 1742 schreef Händel een werk in opdracht van de onderkoning van Dublin:

Messiah, een ‘Sacred Oratorio’. Er kwam kritiek van kerkelijke zijde omdat het stuk in een profaan theater werd uitgevoerd, nota bene door mensen die nooit naar de kerk gingen. Gaandeweg werd het echter een ongekend succes:

‘Sedertdien is er geen jaar meer voorbijgegaan zonder dat het werk meermalen werd uitgevoerd.’

Het boek zegt niets over de Joshua. Hij staat alleen in het overzicht van de Engelse oratoria van Händel, met als premièredatum 23 maart 1748 in het Covent Garden Theatre, maar dat is volgens alle andere bronnen 9 maart.

Patty Adelaar

(10)

Meesterschilder in Delft

In de eerste periode dat Pieter in Cantarella zong had ik niet zo veel contact met hem en Pieter stapte een paar jaar later over naar een koor in Rijswijk. Toch kenden we elkaar wel en er was een hernieuwde ontmoeting toen ik in 2001 in Delft ging wonen. Dat was niet alleen slechts één straat verder dan de Donkerstraat, maar Pieter kende ook de vriendin van wie ik het huis had gekocht goed, omdat zij ook op Cantarella had gezeten en Pieter het onderhoud van het schilderwerk van haar huis had gedaan. Toen er bij mij moest worden geverfd, kwam ik als vanzelf bij hem terecht. Hij was blij verrast dat de deuren van de slaapkamers nog de bijzondere kleuren hadden, zoals hij had geschilderd. Hij vond dat het dat de juiste waren.

In koffiepauzes tijdens zijn schilderwerk spraken we al snel over zingen en over hoe het nu ging bij Cantarella. De sfeer in Rijswijk beviel hem niet meer zo en gelukkig kon ik hem overtuigen dat Johan en Cantarella goed aan elkaar gewend waren en dat daar het heel prettig zingen was. Hij werd weer lid.

Omdat een oud huis als het mijne geregeld onderhoud vraagt, kwam Pieter uiteraard vaker terug. Hij nam de vrijheid om mij adviezen geven, bijvoorbeeld over mijn kleine tuin. Het kwam zelfs voor dat ik ’s middags thuiskwam en constateerde dat het mos van de tegels was verwijderd. Een dag later meldde hij dan: “Ik heb maar even een bezem gepakt, want dat mos is geen gezicht” en

“die struiken moet je snoeien, want die takken zijn veel te lang”. Hij kon tamelijk direct zijn, maar daar stond tegenover dat hij niet alleen ‘adviezen’ gaf, maar ook heel behulpzaam was. “Zal ik dat hout en die oude ramen die in je schuurtje staan maar even voor je afvoeren”, zei hij dan. Of: “Ik heb eens naar je dakraam gekeken en daar zit een plank die slecht is.” Dan regelde hij dat de timmerman langskwam om het te repareren.

De goede contacten zetten zich op het koor voort en zeker ook in de kroeg, na afloop van de repetities. Omdat we vlak bij elkaar woonden, liepen we geregeld samen rond het middernachtelijke uur naar huis. Hij vertelde dan met welke projecten hij bezig was, zoals over restauraties in de Leidse schouwburg, bij roeivereniging Laga en in de kerk van Opperdoes. Verder kwamen geregeld zijn verhalen ter sprake. Hij was op zoek naar een uitgever van zijn verhalen en had professioneel advies ingeschakeld. Het was geen eenvoudig traject. Het viel mij op hoe onzeker hij vaak was over de vraag of wat hij schreef wel de moeite waard was. Als ik hem dan zei dat hij juist heel beeldend en leuk schreef dan leek hem dat weer moed te geven. Hij vroeg mij – en Patty en Ingrid – om zijn verhalen van commentaar te voorzien en om tips te geven hoe die nog beter

(11)

konden worden. Als dank nodigde hij mij uit om bij hem en Marjan te komen eten.

Hoe beter ik hem leerde kennen, hoe meer ik hem ging waarderen. Toegegeven, hij kon heel direct en erg aanwezig zijn, maar hij was ook heel gevoelig, betrokken, behulpzaam en aardig. Ik kon me goed voorstellen dat voor velen het eerste beeld van Pieter heel anders was dan als je meer over hem wist.

Bij bezoeken nodigde hij mij altijd uit om even mee te lopen naar zijn werkplaats tegenover zijn huis. Niet alleen kon ik dan het project bewonderen waarmee hij bezig was, maar hij liet ook zijn eigen schilderijen zien. Hij had bovendien een rijke collectie boeken over schilderkunst, architectuur en geschiedenis en wist op dat gebied ongelooflijk veel. Een echte vakman, die bij een opdracht altijd heel goed nadacht over kleurstelling, technieken, historie etc.

Begin dit jaar vroeg hij mij om met hem en Marjan mee te gaan op een georganiseerde cultuurreis naar Beieren. Eerder had hij al vol passie verteld over de prachtige plafonds in paleizen en de rijke barokke kerken. Ik proefde dat hij dat mij wilde laten zien, maar zeker speelde mee dat hij mij gunde ook zo’n mooie reis te maken. De reis was inderdaad heel mooi, maar helaas had Pieter toen al gezondheidsklachten. Gelukkig kon hij wel volop genieten van het imposante door Tiepolo geschilderde plafond in het trappenhuis van de Residentie in Würzburg.

Twee jaar geleden regelde Pieter dat het vervallen schuurtje achter mijn huis geheel werd hersteld. De aannemer zorgde voor een nieuw dak, bracht een nieuw deurkozijnen aan en een herstelde een gat in het

‘historische’ deurtje. Dat het deurtje moest worden gerepareerd en niet vervangen, sprak vanzelf. Hij schilderde het daarna. Toen het werk afwas, stuurde ik aan vrienden een foto van het resultaat. Hij was er terecht trots op, net zo trots als ik er blij mee was.

De wijze waarop hij dat eenvoudige, oude deurtje van een schuurtje-van-niks had opgeknapt tekende de vakman. De wijze waarop hij geholpen had om ervoor te zorgen dat het er allemaal weer perfect uitzag, tekende de onvergetelijke vriend die Pieter was.

Bert van den Braak

(12)

Opbrengst Lotenverkoop "Grote Clubactie" 2015

De netto opbrengst bedraagt dit jaar 905,50 Euro, een welkome aanvulling voor de clubkas. Agnes de Jong heeft de meeste loten verkocht: 34 ! , jaaaa, echt waar, en heeft daarmee de door het bestuur toegezegde fles wijn gewonnen.

Geweldig Agnes! Op 2 na, hebben alle leden aan de norm voldaan om minimaal 3 loten te verkopen.

Kees Draaisma Archivaris gezocht

Binnenkort komt de functie verenigingsarchivaris van Cantarella vrij.

Welk koorlid wil zich in de toekomst over het archief gaan ontfermen?

Inlichtingen Mieke van der Kuij, m.vanderkuij@telfort.nl

Mieke van der Kuij

(13)

Sing it out loud!

Of je nu jong bent of oud, je stem wonderschoon klinkt of meer lijkt op die van een schorre kraai: zingen is goed voor iedereen. Het opent je hart én je longen.

Het wast het stof van de dag. En dan is zingen in een koor óók nog eens goed voor je hersenen.

Zingen in een koor is nog gezonder dan in je eentje. Het traint de hersenen, want het vergt concentratie: je moet wijs kunnen houden, de juiste tekst zingen en synchroon zingen met de anderen. Onderzoek uit 2013 van de Zweed Björn Vickhoff toonde zelfs aan dat de hartslag van koorleden synchroon gaat lopen tijdens het zingen, en dat zou goed zijn voor het hart. Nader onderzoek moet nog aantonen hoe goed precies. En dan heeft zingen in een koor nog iets extra’s: namelijk een belangrijk sociaal aspect. Je hoort bij een groep en bent nodig. Daar word je gelukkiger van.

In het niet-medicamenteuze behandelplan bij copd en astma zit ademhalingstherapie, en dat hoort ook bij de voordelen van zingen. En bij slapapneu wordt het echt aangeraden; daarop blijkt zingen duidelijk effect te hebben. Bron: Plus, special body. Aangeboden aan de redactie door

Gezocht: Foto- redacteur (m/v)

Cantarella beschikt over een groot aantal foto’s van concerten, koorreizen en andere hoogtepunten uit onze rijke geschiedenis. Via de website is een aantal daarvan voor de leden te bekijken. Andere foto’s staan op computers bij leden of (oud-)bestuursleden thuis.

Binnenkort komt op de server van onze website een zg. “Cloud” beschikbaar, waarin we het ‘geheugen’ van Cantarella digitaal willen opslaan en toegankelijk maken. De beeldverzameling zal daar een belangrijk deel van uitmaken.

Voor het uit de diverse bronnen selecteren van foto’s, het overzetten naar deze Cloud en het op een fraaie en overzichtelijke manier toegankelijk maken, zoeken we een enthousiast koorlid. Affiniteit met beeldpresentatie en enige kennis van digitale gegevensopslag strekken tot aanbeveling. Voor de realisatie van e.e.a. kan worden samengewerkt met de website-commissie en de publiciteitscommissie.

Lijkt het je leuk dit te doen, neem dan contact op met Jelle Faddegon:

publiciteit@cantarella.nl

Jelle Faddegon

(14)

Samenvatting van 'Zingen voor lichaam en geest'

Ook al weten wij wel uit eigen ervaring dat zingen goed is voor de mens, tegenwoordig is het ook onderzoeksgebied voor psychologen en neurologen. Zo wordt in het Universitair Ziekenhuis in Keulen iedere week gezongen door een groep mensen die kanker hebben. Bij veel patiënten opent zingen de deur naar hun emoties, die kunnen ze dan de vrije loop laten. Volgens de muziektherapeut aldaar putten mensen kracht en hoop uit die samenzang. Een team van Zweedse onderzoekers stelde vast dat mensen die tijdens of onmiddellijk na een operatie muziek horen, minder pijn hebben en minder pijnstillers nodig hebben. Zingen sterkt niet alleen de psyche, het is ook goed voor je lichaam: door het ritme van de muziek wordt je ademhaling dieper en gelijkmatiger. Dat is de reden waarom muziektherapie ook ingezet wordt bij mensen met longaandoeningen. Er bestaat in onze hersenen geen gespecialiseerd 'muziekgebied'. Maar melodieën en ritmes activeren een wijdvertakt netwerk, waaronder ons beloningssysteem. Dat zorgt voor een verhoogde productie van dopamine, dat vaak als gelukshormoon wordt omschreven. Tijdens het zingen past onze hartslag zich aan en zo gaat zelfs het hart van koorzangers synchroon slaan. Zingen heeft ook een effect op ons immuunsysteem. Een onderzoeksteam in Frankfurt mat bij leden van een koor de hoeveelheid immunoglobuline A voor en na de repetitie. Deze antistof ondersteunt de afweer van ziektekiemen. Na een uur repeteren bleken de koorleden meer antistof in hun speeksel te hebben dan daarvoor. Goed om te weten als we op dinsdagavond samen zingen. Samengevat schrijft auteur Elena Bernard:

1. Zingen heeft gunstige effecten die artsen en psychologen toepassen bij de behandeling van verschillende stoornissen.

2. Naast de lichamelijke werking, onder meer bij pijntherapie, kan samen musiceren ook soelaas brengen bij angsten en depressies.

3. Steeds meer ziekenhuizen integreren zingen en musiceren in behandelingsconcepten.

Bron: PSYCHE&BREIN. Aangeboden aan de redactie door Cecile Fassaert, samengevat door Sanny de Zoete

(15)

Kerstpuzzel 2015 door Marga Vintges Across

1. geen treurmuziek op de planken (7) 1a. met directiegroente geef ik de maat (3) 2. muziekvriend (4)

5. muziek positief voor zetten (4) 6. groep maakt muziek in kerkje (5) 8. golfspeler om te beluisteren (5)

9. het bericht hierover stelt ons opnieuw teleur (4)

11. goede mandekker hangt posters op en hangt lang in de kroeg (7) 12a. met die gele kleur was het in orde daar (4)

13. muziekkamer (5) Down

1. jasje van de trompettist (6) 3. overeenkomst in harmonie (7) 4. presteren in de bomen (6)

7. bij dit muziekfestijn is de bar dicht (6) 10. snelle muziek (3)

12. feest met of zonder mis (5) 14. Italiaanse datakunde (2)

(16)

Divertimento

advertenties en aankondigingen

Weihnachts Oratorium/J.S.Bach, KZV Excelsior,

vrijdag 18 december, 20.00, Kloosterkerk, Lange Voorhout Den Haag Stedelijk Kerstconcert door koren van FDZ zaterdag 19 december, 14.30 u, Maria van Jessekerk Delft

Requiem van Mozart door koor/orkest van Krashna Musika zaterdag 19 december, 20.15 u. TU/Aula Mekelweg Delft

Volkskerstzang o.l.v. Gregor Bak woensdag 23 dec, 19.30 u, Maria van Jessekerk

Secretariaat

ZOV Cantarella, Zwolse Anjer 9,

2631 TR Nootdorp, 06-46701783

secretariaat@cantarella.nl

Verhinderd?

Geef dit even door aan Wies Rood, 015-369 8364

ledenadministratie@cantarella.nl

Contributie:

€ 60,- per kwartaal

IBAN:

NL02INGB0000311645 tnv Cantarella, Delft

webstek: www.cantarella.nl --- e-mail: bestuur@cantarella.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het voorontwerp wil een bijkomend lid aan dit artikel toevoegen waarin wordt voorzien in de mogelijkheid om een of meerdere gemeenschappelijke gegevensbank(en) op te richten ter

De aanvrager heeft eveneens verduidelijkt dat indien hij voor iedere betrokkene een sms zou moeten versturen in verschillende talen, dit zou leiden tot berichten van meer dan

De aanvrager verduidelijkt dat behalve het hernemen van de teneur van het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 tot vaststelling van

Voor vragen over vooropleiding, overgangsregeling voor bezitters van oude certificaten of voor een studieadvies kunt u contact opnemen met onze cursuscoördinator de heer E..

Als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onder c, van de Wet worden aangewezen alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente Schagen voor zover die behoren

verslag 1 De vennootschap heeft geen onroerende zaken in eigendom zodat de punten 3.1 tot en met 3.4 van dit verslag niet van toepassing

Op die manier kan de jeugd gestimuleerd worden om meer gebruik te maken van het jeugdcentrum zodat zij ook niet naar het gemeenschapscentrum afzakken voor de organisatie van

Voortaan communiceren wij met GGZ Rivierduinen aangevuld met de betrokken locatie en de naam van de afdeling, Bijvoorbeeld GGZ Rivierduinen, locatie Leidschendam, Polikliniek