Orde van dienst voor de online en reguliere kerkdienst om 19.30 op biddag, woensdag 10 maart 2021 van de Protestantse Gemeente Kapelle- Biezelinge-Eversdijk
Gebruik voor Kerkdienstgemist.nl voor de Mozeskerk het liefst onderstaande link: https://kerkdienstgemist.nl/stations/195-Protestantse- Gemeente-Kapelle-Biezelinge-Eversdijk/events
Voorganger: Ds. Douwe de Roest
Muzikale medewerking: Wilma Mieras (orgel/piano), m.m.v. de zanggroep
Orgelspel bij aanvang
Binnenkomst van wie dienst doen
Welkom en mededelingen door ouderling van dienst Bemoediging en groet
Lied ‘Om bloesem aan de bomen’, 1, 2, 3, 4 (Uit: Weerklank 348, melodie ‘Op bergen en in dalen’)
Om bloesem aan de bomen, om overvloed aan vrucht, om vissen in de stromen, om vogels in de lucht, om volle korenaren, om akkers wuivend graan, om voedsel uit de aarde roepen wij, Heer, U aan!
Om water op het droge, om groei in de woestijn, om doorzettingsvermogen voor wie mistroostig zijn, om werk voor werkelozen, om toekomst, hier en nu, om hulp voor hulpelozen roepen wij, Heer, tot U!
Om goedheid die kan delen, om brood dat breken kan, om vrede voor zovelen, om land voor alleman, om gulheid die kan geven, om eigen ommekeer, om mededeelzaam leven bidden wij U, o Heer!
Om hoop, geloof en liefde, om vrijheid en om recht – dat eindelijk geschiede al wat Gij hebt voorzegd:
uw rijk, Heer, laat het komen, uw wil alom gedaan,
dan zal aan alle bomen de bloesem opengaan!
Gebed ‘Voor wie…’ (Een gebed van Egbert van der Stouw, uit de brochure “Crisisjaar-
>Jubeljaar, bij Biddag 2021) Voorganger:
Voor de mens die niet gezien wordt, niet gehoord en niet omarmd.
Voor de mens zonder een ander, iemand die je hart verwarmt.
Allen:
Ontferm U, Heer!
Voorganger:
Voor het kind dat leeft in angst en dat bang de klappen vangt.
Voor de jongere die lijdt, die naar vreugde zo verlangt.
Allen:
Ontferm U, Heer!
Voorganger:
Voor wie oud is en alleen, iemand aan de dood verloor.
Voor de zieke in herstel en wie bijster is het spoor.
Allen:
Ontferm U, Heer!
Voorganger:
Voor de man die mantelzorgt, nauwelijks adempauze heeft.
Voor de vrouw die rent en vliegt en die al haar liefde geeft.
Allen:
Ontferm U, Heer!
Voorganger:
Voor wie werk dreigt kwijt te raken een bedrijf verliest of baan.
Voor wie kansarm of verarmd is.
Hoe zal het nu verder gaan?
Allen:
Ontferm U, Heer!
Voorganger:
Voor ons allen, oud en jong, vrouw en man, groot en klein.
Voor uw mensen in hun nood, wil toch Heer de redder zijn.
Allen:
Amen
Lezing: Prediker 3: 1-13 (NBV) – gelezen door Hanneke van den Berge
Voor alles wat gebeurt is er een uur,
een tijd voor alles wat er is onder de hemel.
Er is een tijd om te baren en een tijd om te sterven, een tijd om te planten en een tijd om te rooien.
Er is een tijd om te doden en een tijd om te helen, een tijd om af te breken en een tijd om op te bouwen.
Er is een tijd om te huilen en een tijd om te lachen, een tijd om te rouwen en een tijd om te dansen.
Er is een tijd om te ontvlammen een tijd om te verkillen,
een tijd om te omhelzen en een tijd om af te weren.
Er is een tijd om te zoeken en een tijd om te verliezen, een tijd om te bewaren en een tijd om weg te gooien.
Er is een tijd om te scheuren en een tijd om te herstellen, een tijd om te zwijgen en een tijd om te spreken.
Er is een tijd om lief te hebben en een tijd om te haten.
Er is een tijd voor oorlog en er is een tijd voor vrede.
Welk voordeel heeft de mens van alles wat hij met zijn gezwoeg tot stand brengt? Ik heb gezien dat het een kwelling is, die hem door God wordt opgelegd. God heeft alles wat er is de goede plaats in de tijd gegeven, en ook heeft hij de mens inzicht in de tijd gegeven. Toch kan de mens het werk van God niet van begin tot eind doorgronden. Ik heb vastgesteld dat voor de mens niets goeds is weggelegd, behalve vrolijk te zijn en van het leven te genieten.
Want wanneer hij zich aan eten en drinken te goed doet en geniet van al het goede dat hij moeizaam heeft verworven, is dat een geschenk van God.
Lezing: Marcus 4: 1-9 (NBV) – gelezen door Hanneke van den Berge
Weer ging hij naar het meer om de mensen te onderwijzen; er kwam een enorme menigte om hem heen staan. Daarom ging hij in de boot op het meer zitten, terwijl de menigte op
de oever bleef staan. Hij onderwees hen uitvoerig en sprak hen toe in gelijkenissen. Hij zei:
‘Luister. Iemand ging eens naar zijn land om te zaaien. Tijdens het zaaien viel een deel van het zaad op de weg, en de vogels kwamen en aten het op. Een ander deel viel op rotsachtige grond, waar maar weinig aarde was, en het schoot meteen op omdat het niet diep in de grond kon doordringen; en toen de zon opkwam verschroeide het jonge groen, en omdat het geen wortel had droogde het uit. Weer ander zaad viel tussen de distels, en de distels schoten op en verstikten het en het bracht geen vrucht voort. Maar er waren ook zaadjes die in goede grond vielen en wel vrucht voortbrachten: ze schoten op en groeiden en droegen vrucht. Sommige leverden het dertigvoudige op, andere het zestigvoudige en weer andere het honderdvoudige.’ En hij zei: ‘Wie oren heeft om te horen, moet goed luisteren!’
Lied 764: 1, 2, 4, 6 (Een zaaier ging uit om te zaaien) Overdenking
Lied 717: 1, 3, 4 (Waartoe geploegd als ’t zaad) Dienst van gaven en gebeden
Dankgebed, stil gebed, gezamenlijk gebeden Onze vader Slotlied 718: 1, 2, 3, 4 (God, die leven hebt gegeven) Zegen
Amen
Orgelspel na de dienst