• No results found

Orde van stadsbrede dienst Bethelkerk

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Orde van stadsbrede dienst Bethelkerk"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Orde van stadsbrede dienst Bethelkerk

Den Helder, 24 april 2022

Voorganger : Ds. L.H. Woord

Organist : Dhr. Peter Baanstra

Lied voor de dienst 650: ‘De aarde is vervuld’

(2)

2.Gods goedheid is te groot voor het geluk alleen,

zij gaat in alle nood

door heel het leven heen.

3.Zij daalt als vruchtbaar zaad tot in de groeve af

omdat zij niet verlaat wie toeven in het graf.

4.Omdat zij niet vergeet wie godverlaten zijn:

de wereld hemelsbreed zal goede aarde zijn.

5.De sterren hemelhoog zijn door dit zaad bereid als dienaars tot de oogst der goedertierenheid.

6.Het zaad der goedheid Gods, het hoge woord, de Heer,

valt in de voor des doods, valt in de aarde neer.

7.Al gij die God bemint

en op zijn goedheid wacht, de oogst ruist in de wind als psalmen in de nacht.

(3)

In de kerkdienst brandt de paaskaars en steken we de kaarsen op de tafel aan als teken van Gods aanwezigheid.

U kunt aan het begin van de dienst zelf ook een kaars aansteken, als teken dat God in ons midden is.

Welkom door de ouderling van dienst

Woorden uit lied 286:

Steek een kaars aan tegen al het duister, als teken in een bange tijd,

dat ons leven niet in wanhoop eindigt, dat de vrede sterker is dan strijd.

Want het licht is sterker dan het donker, en het daglicht overwint de nacht.

Zoek je weg niet langer in het duister, keer je om en zie Gods nieuwe dag.

Aansteken van de kaarsen door een diaken

De gemeente gaat staan

Bemoediging en groet

v: Wat een vreugde dat onze hulp is van God onze Schepper

g: die hemel en aarde heeft geschapen v: die trouw blijft tot in eeuwigheid

v: genade, vrede en liefde van God onze Schepper, Jezus Christus die de opstanding en het leven is,

en de Heilige Geest, amen.

v: Neem mij aan zoals ik ben zuiver uit wie ik zal zijn

druk Uw stempel op mijn hart en leef in mij!

(4)

Zingen psalm 150: 1 en 2 ‘Loof God, loof Hem overal’

2. Hef, bazuin, uw gouden stem, harp en fluit, verheerlijk Hem!

Citer, cimbel, tamboerijn,

laat uw maat de maatslag zijn van Gods ongemeten wezen, opdat zinge al wat leeft,

juiche al wat adem heeft

tot Gods eer. Hij zij geprezen.

(5)

Gemeente gaat zitten

Zingen psalm 98 vers 1 en 2: ‘Zing een nieuw lied’

2. Ja, Hij is ons getrouw gebleven, Hij heeft in goedertierenheid,

naar de belofte eens gegeven, het huis van Israël bevrijd.

(6)

Zijn volk is veilig in zijn handen.

Hij heeft zijn heerlijkheid ontvouwd.

Zo werd tot in de verste landen

het heil van onze God aanschouwd.

Kyriëgebed

Zingen lied 634: 1 en 2 ‘U zij de glorie’

2. Licht moge stralen in de duisternis,

nieuwe vrede dalen waar geen hoop meer is.

Geef ons dan te leven in het nieuwe licht,

wil het woord ons geven dat hier vrede sticht:

U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, U zij alle eer!

(7)

Dienst van het Woord

Gebed bij de opening van het Woord Moment voor kinderen en lied

‘GA WEG UIT JE EIGEN LAND EN GA WEG VAN JE FAMILIE. IK ZAL JE ZEGGEN NAAR WELK LAND JE MOET GAAN.’

Lied:

Zoveel sterren aan de hemel Zoveel korrels in het zand Zoveel uren in je leven

Zoveel kinderen zal ik je geven

Zo spreekt God hier in dit land. (lied 2x)

(8)

Zingen lied 642 vers 1 en 2 ‘Ik zeg het allen…’

2. Ik zeg het allen, en de mond van allen zegt het voort,

tot over ‘t ganse wereldrond de nieuwe morgen gloort.

Schriftlezing Genesis 28:10-22

Jakob verliet dus Berseba en ging op weg naar

Charan. Op zijn tocht kwam hij bij een plaats waar hij bleef overnachten omdat de zon al was

ondergegaan. Hij pakte een van de stenen die daar lagen, legde die onder zijn hoofd en ging op die plaats liggen slapen. Toen kreeg hij een droom. Hij zag een ladder die op de aarde stond en helemaal tot de hemel reikte, en daarlangs zag hij Gods engelen omhooggaan en afdalen. Ook zag hij de HEER bij zich staan, die zei: ‘Ik ben de HEER, de God van je

(9)

voorvader Abraham en de God van Isaak. Het land waarop je nu ligt te slapen zal Ik aan jou en je

nakomelingen geven. Je zult zo veel nakomelingen krijgen als er stof op de aarde is; je gebied zal zich uitbreiden naar het westen en het oosten, naar het noorden en het zuiden. In jou en je nakomelingen zullen alle volken op aarde gezegend worden. Ikzelf sta je terzijde, Ik zal je overal beschermen, waar je ook heen gaat, en Ik zal je naar dit land terugbrengen; Ik zal je niet alleen laten tot Ik gedaan heb wat Ik je heb beloofd.’ Toen werd Jakob wakker. ‘Dit is zeker,’

zei hij, ‘op deze plaats is de HEER aanwezig. Dat besefte ik niet.’ Eerbied vervulde hem. ‘Wat een ontzagwekkende plaats is dit,’ zei hij, ‘dit is niets anders dan het huis van God, dit moet de poort van de hemel zijn!’ De volgende morgen vroeg zette

Jakob de steen die hij als hoofdsteun had gebruikt rechtop, en wijdde hem door er olie over uit te

gieten. Hij gaf die plaats de naam Betel, maar

voordien heette die stad Luz. En hij legde een gelofte af: ‘Als God mij terzijde staat en mij op deze reis

beschermt, als Hij mij brood te eten geeft en kleren aan mijn lichaam, en als ik veilig terugkom bij mijn verwanten, dan zal de HEER mijn God zijn. De steen die ik gewijd heb, zal dan een huis van God worden – en ik beloof dat ik U dan een tiende deel zal afstaan van alles wat U mij geeft.’

Zingenlied 642 vers 3, 4 en 5

(10)

3. Nu schijnt ons deze wereld pas der mensen vaderland:

een leven dat verborgen was ontvangen we uit zijn hand.

4. Ten onder ging de sterke dood, ten onder in de vloed;

nu straalt ons in het morgenrood zijn toekomst tegemoet.

5. De donkere weg die Hij betrad komt uit in ‘t hemelrijk,

en wie Hem volgen op dat pad, worden aan Hem gelijk.

Schriftlezing Lucas 24:13-35

Diezelfde dag gingen twee van de leerlingen op weg naar Emmaüs, een dorp dat zestig stadie van

Jeruzalem verwijderd ligt. Ze spraken met elkaar

over alles wat er was voorgevallen. Terwijl ze zo met elkaar in gesprek waren, kwam Jezus zelf naar hen toe en liep met hen mee, maar hun blik werd

vertroebeld, zodat ze Hem niet herkenden. Hij vroeg hun: ‘Waar lopen jullie toch over te praten?’ Daarop bleven ze somber gestemd staan. Een van hen, die Kleopas heette, antwoordde: ‘Bent U dan de enige vreemdeling in Jeruzalem die niet weet wat daar deze dagen gebeurd is?’ Jezus vroeg hun: ‘Wat

dan?’ Ze antwoordden: ‘Wat er gebeurd is met Jezus van Nazaret, een machtig profeet in woord en daad

(11)

in de ogen van God en van het hele volk. Onze

hogepriesters en leiders hebben Hem ter dood laten veroordelen en laten kruisigen. Wij leefden in de

hoop dat Hij degene was die Israël zou bevrijden, maar inmiddels is het de derde dag sinds dit alles gebeurd is. Bovendien hebben enkele vrouwen uit ons midden ons in verwarring gebracht. Toen ze vanmorgen vroeg naar het graf gingen, vonden ze zijn lichaam daar niet en ze kwamen vertellen dat er engelen aan hen waren verschenen, die zeiden dat Hij leeft. Een paar van ons zijn toen ook naar het graf gegaan en troffen het aan zoals de vrouwen hadden gezegd, maar Jezus zagen ze niet.’ Toen zei Hij

tegen hen: ‘Hebben jullie dan zo weinig verstand en zijn jullie zo traag van begrip dat jullie niet geloven in alles wat de profeten gezegd hebben? Moest de messias al dat lijden niet ondergaan om zijn glorie binnen te gaan?’ Daarna verklaarde Hij hun wat er in al de Schriften over Hem geschreven stond, en Hij begon bij Mozes en de Profeten. Ze naderden het dorp waarheen ze op weg waren. Jezus deed alsof Hij verder wilde reizen. Maar ze drongen er sterk bij Hem op aan om dat niet te doen en zeiden: ‘Blijf bij ons, want het is bijna avond en de dag loopt ten einde.’ Hij ging met hen mee en bleef bij hen. Toen Hij met hen aanlag voor de maaltijd, nam Hij het

brood, sprak het zegengebed uit, brak het en gaf het hun. Nu werden hun ogen geopend en herkenden ze Hem. Maar Hij werd onttrokken aan hun blik. Daarop zeiden ze tegen elkaar: ‘Brandde ons hart niet toen

(12)

Hij onderweg met ons sprak en de Schriften voor ons ontsloot?’ Ze stonden op en gingen meteen terug naar Jeruzalem, waar ze de elf en de anderen aantroffen, die tegen hen zeiden: ‘De Heer is

werkelijk uit de dood opgewekt en Hij is aan Simon verschenen!’ De twee leerlingen vertelden wat er onderweg gebeurd was en hoe Hij zich aan hen

kenbaar had gemaakt door het breken van het brood.

Zingen lied 642 vers 6, 7 en 8

6. Wees nu, wie rouw draagt, eens voor al getroost en wanhoop niet:

een weerzien zonder einde zal verzoeten uw verdriet.

7. Nu is op aard geen goede daad meer tevergeefs gedaan,

want wat gij goed doet is als zaad, dat heerlijk op zal gaan.

8. ’t Is feest, omdat Hij bij ons is, de Heer die eeuwig leeft

en die in zijn verrijzenis alles herschapen heeft.

Overdenking

Zingen lied 647 ‘Voor mensen die naamloos’

(13)

2. Voor mensen die roepend, tastend en zoekend

door het leven gaan,

verschijnt hier een teken, brood om te breken:

wij kunnen bestaan.

3. Voor mensen die vragend, wachtend en wakend

door het leven gaan,

weerklinken hier woorden, God wil ons horen:

wij worden verstaan.

(14)

4. Voor mensen die hopend, wankel gelovend

door het leven gaan, herstelt God uit duister Adam in luister:

wij dragen zijn naam.

Dienst van de gebeden

Toelichting collecte

Kinderen komen terug

Zingen slotlied 939

(15)

2. U werd een mens, U daalde neer in onze pijn en schuld en strijd.

U droeg de last, verrezen Heer die ons van elke vloek bevrijdt:

U sloeg de zonden aan het kruis en brengt ons bij de Vader thuis;

want door uw bloed, uw levenskracht komen wij vrij voor God te staan.

(16)

3. Van eerste kreet tot laatste zucht leef ik in U, en U in mij.

Geen boze macht, geen kwaad gerucht, niets is er dat mij van U scheidt.

Want U regeert, U overwint,

U neemt mij aan. Ik ben Gods kind.

Totdat U komt, mij roept voorgoed, bent U het doel van mijn bestaan.

Zegen

Na afloop van de dienst is er gelegenheid elkaar te begroeten en te ontmoeten onder het genot van koffie,

thee, ranja ….. Wij wensen u een gezegende week.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

1 Waar de liefde ons mag leiden als een lamp voor onze voet, zal de hemel zich verblijden, want God ziet en het is goed. Kilte kan ons niet meer doden, nooit sterft dan

Voor mensen die van U verlaten zijn, voor allen die hun lot niet kunnen dragen, voor hen die weerloos zijn in de handen van de mensen.. Solo: Voor uw naamgenoten in ons

Om oud en wijd als licht te zijn om lippen water dorst te zijn om alles en om niets te zijn gaat iemand tot een ander.. Naar verte die

Maar als na verloop van tijd de lijnen wat duidelijker zijn voor iedereen, mag je toch hopen dat het minder wordt.” Hilde Mertens is directeur van de Stichting

Veel wonderen die Jezus voor de ogen van Zijn leerlingen heeft gedaan, staan niet in dit boek vermeld.. Ik heb hier enkele opgeschreven opdat u zult geloven dat Jezus de Christus

Ze deed haar mond open en probeerde haar tanden in de handschoen te zetten, maar hij had door wat ze wilde doen en gaf haar een klap tegen haar hoofd, waardoor ze even

Ze heeft Jacquie en Bobby, twee verpleegkundigen op haar werk, toever- trouwd dat ze zich niet klinisch depressief voelt als ze naar huis gaat, maar fi nancieel depressief?.

Laat ons het pad niet bijster zijn, al moeten wij door de woestijn:..