• No results found

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2006-II

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2006-II"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vallen op de maan

1. Scott heeft gelijk: zonder dampkring ondervinden beide voorwerpen geen enkele wrijving en vallen even snel.

2. s = ½ g @ t 2 ! 1,5 = ½ g m @ 1,36 2 ! g m = 1,6 m/s 2

3. v e = g m@ t = 1,62 @ 1.36 = 2,2 m/s

4. In vergelijking met de verticaal vallende hamer is de valtijd van een horizontaal weggeworpen hamer even groot.

In vergelijking met de verticaal vallende hamer is de snelheid waarmee een horizontaal weggeworpen hamer de grond treft groter.

5. Afstand aarde - maan: 384 @ 10 6 m

s = c @ t ! 384 @ 10 6 = 2,998 @ 10 8 @ t ! t = 1,28 s.

! t . 1 s.

 www.havovwo.nl

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2006-II

© havovwo.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

- Hoe verder je van de as van de wieken af zit, des te groter is de snelheid van zo’n punt en des te korter belicht zo’n punt het overeenkomstige beeldpunt op de film.. Dat punt

Veel 238 Np - kernen zijn, voordat ze neutronen kunnen invangen, al vervallen door de korte halveringstijd.. Dat gebeurt met 237 Np niet vanwege zijn zeer

Constantijn Huygens deed, voor het bestuderen van planeten, veel moeite om lenzen te maken met een zo groot mogelijke brandpuntsafstand. 2p 13 † Leg met behulp van de

Omdat P verlies = i 2 R moet je om het verlies te beperken i zo klein mogelijk maken, dus de spanning waarmee wordt getransporteerd zo hoog mogelijk, groter dan

de totale wrijving (rolwrijving + luchtweerstand) toegenomen zodat het totaal benodigde vermogen groter is dan 56 W.. het vermogen dat de motor levert 0, zodat de fietser alle

Hoe minder bol een lens, des te minder is zijn convergerende werking en des te groter zijn brandpuntsafstand.. Hoe groter de brandpuntsafstand f, des te groter de “vergroting” N en

De meeste "-deeltjes komen niet vrij met een snelheid in de richting van de

De trein zweeft dus oefent de baan een (magnetische) kracht op de trein naar boven uit, gelijk aan de zwaartekracht.. Als reactie daarop oefent de trein een even grote kracht