• No results found

Vraag nr. 124 van 15 maart 2001 van de heer FRANS RAMON

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 124 van 15 maart 2001 van de heer FRANS RAMON"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 124 van 15 maart 2001

van de heer FRANS RAMON

Patrijzenbeheer Westhoek – Evaluatie

In september 1997 richtten zeven wildbeheerseen-heden de groepering "Patrijzenbeheer We s t h o e k " o p, met als doel "het herstel van het leefgebied van de patrijs in het agrarisch landschap". Deze groe-pering werd medegefinancierd door Aminal (admi-nistratie Milieu-, Natuur-, Land-, en Waterbeheer). 1. Hoe groot was de financiële inbreng van de

Vlaamse overheid ?

Betrof het een eenmalige financiële inbreng ? Zo neen, graag een overzicht van de financie-ring tot op heden.

2. Werd aan de financiering een resultaats- e n / o f inspanningsverbintenis verbonden ? Zo ja, welke ? Zo neen, waarom niet ?

3. Werd er tot op heden een evaluatie gemaakt van de activiteiten en de realisaties van de groe-pering "Patrijzenbeheer We s t h o e k " . Zo ja, w a t zijn de resultaten van deze evaluatie ? Zo neen, waarom niet ?

4. Werden door de groepering "Patrijzenbeheer Westhoek" bepaalde aanplantingen gedaan ? Zo ja, hoeveel waren er dit en waar werden ze gedaan ? Zo neen, waarom niet ?

5. Werden door de groepering "Patrijzenbeheer Westhoek" tellingen uitgevoerd naar het aantal patrijzen ? Zo ja, wat zijn de resultaten ? Zo neen, waarom niet ?

6. Werd bij de tellingen een onderscheid gemaakt tussen wilde en uitgezette patrijzen ?

Werden deze gegevens op enige wijze gecontro-leerd door de diensten van Aminal ? Zo ja, w a t zijn de resultaten ? Zo neen, waarom niet ?

Antwoord

1. Begin 1998 werd een overeenkomst afgesloten tussen de WBE-groepering "Patrijzenbeheer Westhoek" en de milieuadministratie A m i n a l met als doel het herstel van het leefgebied van de patrijs in het agrarisch landschap binnen het werkgebied van contractanten (WBE : w i l d b e

-heerseenheid – red.). De overeenkomst liep van 1 februari 1998 tot 31 januari 2001.

Voor de uitvoering van deze overeenkomst werd een budget vastgelegd van 1.198.000 frank, dat in schijven werd uitbetaald op grond van pe-riodiek ingediende schuldvorderingen.

Het budget was als volgt onderverdeeld :

– kosten administratieve werking en coördina-tie : 50.000 frank ;

– huur met uitproductieneming van landbouw-grond : 420.000 frank ;

– z a a i g o e d , beplanting en onderhoud van per-celen : 315.000 frank ;

– demonstratie en voorbeeldwerking : 5 0 . 0 0 0 frank ;

– kosten voor rapportering en evaluatie : 300.000 frank ;

– allerlei (wildredders, sproeimiddelen distels, ...) : 63.000 frank.

Tot heden werd 806.514 frank uitbetaald, in vol-gende schijven :

– 96.718 frank in 1998 ; – 97.331 frank in 1999 ; – 512.465 frank in 2000.

Het saldo bedraagt aldus 391.486 frank, maar de schuldvorderingen met betrekking tot het laat-ste werkingsjaar werden nog niet ingediend. 2. Contractant heeft zich ertoe geëngageerd een

biotoopherstelplan voor de patrijs binnen het werkgebied uit te werken, begeleidende be-heersmaatregelen te ontwikkelen en de doel-treffendheid van de getroffen maatregelen en de inpasbaarheid ervan in de agrarische be-drijfsvoering te testen.

Contractant heeft hierover tussentijdse (jaar-lijkse) rapporten en een eindrapport opgesteld. 3. Het patrijzenproject in de Westhoek werd in de

(2)

agrarisch gebied kenmerkende natuurwaarden, te verbeteren.

Aangezien het algemeen aanvaard is dat de hoofdoorzaak van de achteruitgang van de pa-trijs vooral het intensieve landbouwgebruik is, ging men er bij dit project vanuit dat jagers, m e t het oog op een hogere wildstand, l a n d b o u w e r s zouden kunnen warm maken voor biotoopver-beterende maatregelen.

Over de uitvoering van het project werd uitvoe-rig gecommuniceerd via de pers, publicaties in jacht- en landbouwtijdschriften en brochures en middels een aantal voordrachten.

Het project heeft voorts geleid tot de ontwikke-ling en toepassing van een gestandaardiseerde inventarisatiemethode specifiek toegespitst op de patrijs, die wellicht kan worden uitgebreid naar andere gebieden in Vlaanderen ; b o v e n-dien kunnen de verkregen inventarisatiegege-vens als een aanvulling worden beschouwd op het lopende Vlaamse broedvogelatlasproject, waarvan de coördinatie door het Instituut voor Natuurbehoud wordt waargenomen.

Een aanzienlijk deel van het gevoerde biotoop-beheer werd uitgevoerd op gronden die eigen-dom zijn van aan het project deelnemende ja-gers ; het project slaagde er niet in om veel land-bouwers te overtuigen om biotoopverbeterende maatregelen uit te (laten) voeren op een be-perkt gedeelte van hun gronden, ondanks de mogelijkheden tot financiële ondersteuning. Door de beperkte duur van het project moeten de inventarisatiegegevens als een momentopna-me worden beschouwd en konden geen zinnige uitspraken worden gedaan over populatietrends van de patrijs voor het betrokken gebied. E v e n-min was het mogelijk het effect van de biotoop-verbeterende maatregelen op de patrijzenstand te kwantificeren.

Het einde van het project hoeft nochtans geen eindpunt van voormelde activiteiten te beteke-n e beteke-n , aabeteke-ngeziebeteke-n de overheid de afgelopebeteke-n jarebeteke-n een aantal maatregelen heeft getroffen die een structurele ondersteuning mogelijk maken. In de eerste plaats kan worden verwezen naar de beheersovereenkomsten die landbouwers sinds begin 2000 met de Vlaamse Landmaat-schappij kunnen afsluiten, waardoor bij de land-bouwbedrijfsvoering meer rekening wordt ge-houden met aspecten van natuurbeheer. A l z o

kunnen onder meer subsidies worden verkregen voor het voeren van een perceelsrandenbeheer en het beheer van kleine landschapselementen ( h e g g e n , h o u t k a n t e n , . . . ) . Met betrekking tot perceelsrandenbeheer variëren de bedragen van 15.000 tot 50.000 frank per hectare, a f h a n k e l i j k van de ligging van de perceelsrand.

Ten tweede kunnen erkende wildbeheerseenhe-den sinds 2000 in aanmerking komen voor sub-sidiëring en kunnen zij subsidies ontvangen voor projecten die uitvoering geven aan het w i l d b e h e e r s p l a n , voorzover die een meerwaar-de betekenen voor het natuurbehoud. D e z e projecten kunnen tot 40.000 frank worden ge-subsidieerd.

Voorts kan worden verwezen naar het systeem van de zogenaamde faunabraakregeling, w a a r b i j boeren sinds 2000 met natuurbeschermers of ja-gers kunnen overeenkomen om onder bepaalde voorwaarden af te wijken van de verplichting de bodembedekking op braakliggende percelen te v e r w i j d e r e n , met het oog op een betere bescher-ming van de wilde fauna. De administratie Land- en Tuinbouw houdt toezicht op de uitvoe-ring van deze overeenkomsten.

Jagers kunnen in alle voormelde gevallen een sensibiliserende rol spelen ten aanzien van de landbouwer.

4. Binnen het werkgebied heeft contractant in to-taal ongeveer 30 hectare beplant met streekei-gen struiken (meidoorn, s l e e d o o r n , v e l d e s-doorn, haagbeuk).

De aanplanting gebeurde voornamelijk op gronden die eigendom zijn van jagers die deel-namen aan het project.

5. In het kader van de uitvoering van het project was een inventarisatie van de patrijzenstand in het werkgebied onontbeerlijk. De tellingen ge-beurden onder de coördinatie van een ervaren o r n i t h o l o o g, volgens een gestandaardiseerde m e t h o d e, die werd ontwikkeld en toegepast in overleg met het Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer.

(3)

6. Bij de tellingen werd geen onderscheid gemaakt tussen wilde en uitgezette patrijzen ; het uitzet-ten van patrijzen is trouwens wettelijk verbo-den.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De IT-dienstverlener meent tegen juli 2001 klaar te zijn met de conversie, zodat dan naar het nieuwe systeem zal kunnen overgeschakeld worden en de burger niet langer zal

Iemand met een diploma van ergotherapie voldoet niet aan de voorwaarden inzake bekwaamheidsbe- wijzen om het ambt van kinesist uit te oefenen in het buitengewoon secundair

Het zou nochtans logisch zijn dat een Vlaamse overheid – wanneer ze een substantiële financiële bijdrage levert voor de ver- bouwing van schoolgebouwen – bepaalde eisen stelt

Vele scholen zijn zich reeds bewust van de ver- schillende mogelijkheden en nemen recht- streeks contact op met de regionale (techni- sche) afdelingen van

Ten slotte liet de minister weten dat ze de kwestie zou aan- kaarten op de eerstvolgende politiek-ambtelijke werkgroep belast met de opvolging van het proto- colakkoord van 6

Welke baggerwerken moet het Vlaams Gewest op de Heulebeek uitvoeren en werden die de laatste vijf jaar ook daadwerkelijk uitgevoerd?. Wat gebeurde er met

Voor de uitvoering langs gewestwegen zijn er twee mogelijkheden : ofwel voert de administra- tie Wegen en Verkeer zelf de infrastructuurwer- ken uit, ofwel maakt de gemeente gebruik

Slechts na een definitieve rechterlijke uitspraak en het verstrijken van de rechterlijke termijn kan de uitvoering worden afgedwongen van de herstel- maatregel (indien deze