• No results found

Is de tijd rijp voor een zondagskrant in Noord Nederland?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Is de tijd rijp voor een zondagskrant in Noord Nederland? "

Copied!
92
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Casestudy Zondagskrant

Is de tijd rijp voor een zondagskrant in Noord Nederland?

Auteur:

Sikke Visser

Rijksuniversiteit Groningen Faculteit Bedrijfskunde Afstudeerrichting Marketing

Leeuwarden, November 2002

In opdracht van:

Advertentiebedrijf Friese Pers Afdeling Marketing

Onderwerp:

Onderzoek naar de mogelijkheden van een zondagskrant in Noord Nederland Dit onderzoek maakt deel uit van de scriptie:

“Innovatie in de Nederlandse dagbladensector”

(2)

Voorwoord

In opdracht van de marketingafdeling van het advertentiebedrijf van Friese Pers is een onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van een zondagskrant in Noord Nederland. Dit onderzoek heb ik uitgevoerd onder begeleiding van dhr. Rimmer Frankena en is een onderdeel van mijn afstudeerscriptie over innovatief gedrag in de dagbladensector. In de scriptie “de informatieleverancier van Noord Nederland” wordt uitgebreid ingegaan op de mate van innovatief gedrag van de dagbladensector en de redenen waarom innovatief gedrag voor een uitgeverconcern als het NDC van belang kan zijn. Dit onderzoek zal ,waar mogelijk, gebruikt worden voor de empirische ondersteuning van de bevindingen in de scriptie “De informatieleverancier van Noord Nederland”.

In deze Casestudy vindt u de resultaten van het onderzoek naar de mogelijkheden van een zondagskrant in de provincies Groningen, Friesland en Drenthe. Dit onderzoek heeft betrekking op een mogelijke productinnovatie binnen de productgroep dagbladen. De dagbladensector staat onder druk, oplagen lopen terug en ook de advertentievolumes nemen af. De dagbladensector bevindt zich in een verzadigde markt, wat betekent dat een concern als NDC moeilijk zal kunnen groeien. Op het gebied van uitgeven in het algemeen zijn er legio andere mediatypen die gebruikt kunnen worden en waarbinnen nog wel groeimogelijkheden zouden kunnen zijn. In de scriptie “De informatieleverancier van Noord Nederland” wordt ook op innovaties buiten het product dagblad ingegaan.

Maar misschien is het mogelijk het product dagblad nog verder uit te kristalliseren. In deze Casestudy wordt een mogelijkheid onderzocht om een zondagskrant in de markt te zetten. Een zondagskrant kan als een verdieping en incrementele innovatie van het product dagblad worden gezien. Met een incrementele innovatie wordt gedoeld op een innovatieproces dat zich over een langere periode voordoet, wat betekent dat een product door verschillende kleine innovaties steeds aangepast wordt (Ulrike de Brentani, 2000). Het product evolueert door innovatie tot een kwalitatief hoogwaardiger en voor de gebruikers steeds beter product. Een zondagskrant zou gezien kunnen worden als een dergelijke innovatie. Het is immers een verfijning van een reeds bestaand product, namelijk een dagblad.

Het doel van dit onderzoek is om een mogelijke doelgroep boven water te halen die behoefte aan een dergelijke krant heeft. Met deze informatie kunnen adverteerders geïnteresseerd worden om te adverteren in de zondagskrant. Het onderzoek is gebaseerd op een telefonisch consumentenonderzoek, afgenomen in de maand juli en daarnaast op interne interviews met verschillende managers binnen het NDC concern. Verder zijn een tweetal uitgevers van zondags huis aan huis kranten bezocht. Naast de verzameling van primaire informatie is gebruik gemaakt van bestaand onderzoek. Vooral het Tijdsbestedingonderzoek (TBO) van het SCP is erg bruikbaar gebleken.

Voor de verdere analyse van het onderzoek naar de mogelijkheden van een zondagskrant raad ik u aan dit verslag te gaan lezen. Voor meer informatie over innovatief gedrag in de dagbladensector verwijs ik naar de scriptie “De informatieleverancier van Noord Nederland”.

Groningen, 25 november 2002

Sikke Visser

(3)

Inhoudsopgave Samenvatting

Hoofdstuk 1 Inleiding 1

1.1 Ontwikkelingen in de dagbladensector 1

1.2 Zondagskrant

2

1.3 Leeswijzer

3

Hoofdstuk 2 Probleemstelling 4

2.1 Probleemstelling

4

2.2 Hypothesen

5

Hoofdstuk 3 Onderzoeksmethode 7

3.1 Aanpak interne interviews

7

3.2 Aanpak externe interviews

8

3.3

Aanpak consumentenonderzoek

8

3.3.1 Data verzamelingmethode 9

3.3.2 Sample (steekproef)

10

Hoofdstuk 4 Bestaande zondagskranten / mogelijke varianten 13

4.1 Bestaande zondagskranten

13

4.1.1 Ontstaan zondags huis aan huis kranten

13

4.1.2 Profiel zondags huis aan huis kranten

14

4.1.3 Operationele problemen

14

4.1.4 Succesfactoren

15

4.2 Varianten zondagskranten

15

4.3 Insteek consumentenonderzoek

17

4.4 Samenvattend

17

Hoofdstuk 5 Zondagstijdsbesteding 19

5.1 Tijdsbestedingonderzoek 20

5.1.1 Tijdsbesteding

20

5.1.2 Mediagebruik

21

5.1.3 Gedrukte media

22

5.2 Secularisering / Tijdsbesteding op de zondag

22

5.2.1 Tijdsbesteding op de zondag

23

5.2.2 Leesgedrag op de zondag

25

5.3 Samenvattend

25

Hoofdstuk 6 Consumenten onderzoek 26

6.1 Algemene kenmerken steekproef

27

6.2 Leesgedrag respondenten

29

6.3 Zondagsactiviteiten

32

6.4 Algemene analyse interesse zondagskranten

35

6.5 Hypothesen

38

6.6 Inhoudelijke aspecten zondagskrant

43

Hoofdstuk 7 Conclusies 44

7.1 Conclusies

44

7.2 Beantwoording hoofdvraag

50

7.3 Beperkingen onderzoek

51

Hoofdstuk 8 Aanbevelingen 52

Literatuuroverzicht 54

Bijlagen 56

(4)

Samenvatting Aanleiding

In de meeste buurlanden van Nederland is een zondagskrant de gewoonste zaak van de wereld. Onder aparte titels of titels van bestaande dagbladen brengt men in Duitsland, Engeland en België, dit soort kranten op de markt. Deze kranten worden veelal in de losse verkoop verkocht. ‘s Ochtends loopt men naar de kiosk en koopt men een krantje voor de zondag. De kranten bevatten vaak vele bijlagen, met uiteenlopende onderwerpen. Zo is er voor elk wat wils en kan men de krant lekker op zijn gemak op de zondag doorlezen. In Nederland zijn er reeds een aantal zondagskranten. Dit zijn echter huis aan huis kranten die vooral in Noord-Holland, Oost Nederland (Gelderland en Overijssel) en Zuid Nederland (Noord-Brabant en Limburg) verschijnen (zie bijlage 1). In Noord Nederland verschijnen er geen zondagskranten (Groningen, Drenthe en Friesland).

Binnen NDC loopt men al een aantal jaren met de gedachte om eens grondig te kijken naar de mogelijkheden van een zondagskrant. Men gaat uit van een zondagskrant zoals die in de buurlanden reeds bestaan. Een zondagskrant met een kwalitatief hoogwaardige inhoud. Concreet onderzoek naar de mogelijkheden van een dergelijke krant in Noord Nederland is er echter nog niet geweest. Vandaar dit onderzoek is uitgevoerd. Dit onderzoek maakt deel uit van de afstudeerscriptie over innovatief gedrag in de dagbladen sector en heeft in de vorm van een casestudy hierbinnen een plek gekregen.

Probleemstelling

Hoofdvraag Casestudy Zondagskrant

• Zijn er mogelijkheden voor een zondagkrant in Noord Nederland? Zo ja is er een specifieke doelgroep voor een zondagskrant?

Deelvragen Casestudy Zondagskrant

• Zijn er trends zichtbaar die van invloed zijn op de tijdsbesteding op zondagen van de consument (en dan met name in Noord Nederland)?

• Wat zijn de succes - en faalfactoren van de reeds bestaande zondags kranten in Nederland?

• Welke opties m.b.t. een krant op zondag zijn er mogelijk?

• Wat ziet de consument in een dergelijk initiatief?

• Wat zijn mogelijke doelgroepen, hoe ziet het profiel van de lezer eruit en hoe groot is het bereik (adverteerders / lezers)?

• Wat zijn de consequenties van een zondagskrant voor de interne organisatie van NDC?

• Wat zijn de financiële consequenties van de gekozen optie(s)?

Op basis van vooronderzoek zijn er een aantal hypothesen opgesteld. Dit vooronderzoek is uitgevoerd doormiddel van interne interviews met managers van het NDC concern en een tweetal externe interviews met uitgevers van zondags huis aan huis kranten. De hypothesen zijn gebruikt als uitgangspunt van het telefonische consumentenonderzoek.

De volgende hypothesen zijn hiervoor gebruikt.

Hypothese 1

In de weekenden en vooral de zondag is er meer tijd voor het lezen van een krant.

Hypothese 2

De attitude van de Nederlander t.o.v. de tijdsbesteding op zondag is aan het veranderen. Winkels zijn veel vaker op zondag geopend men is minder conservatief ten aanzien van wat wel en niet kan op de zondag. Deze veranderende attitude schept een gunstiger klimaat voor de mogelijkheden van een zondagskrant.

Hypothese 3

Mensen met een christelijke geloofsovertuiging hebben geen of minder behoefte aan een krant op zondag

Hypothese 4

Onder tweeverdieners is er een latente behoefte aan een krant op zondag.

Hypothese 5

(5)

Onder werkende ouders met kinderen is er een latente behoefte aan een zondagskrant.

Hypothese 6

Een abonnement op een krant wordt vaak als duur ervaren en is vaak een van de redenen om een abonnement op te zeggen. Een weekend abonnement of een zondagsabonnement zou voor deze groep consumenten een uitstekend alternatief kunnen zijn.

Conclusies

Het blijkt, dat er mogelijkheden zijn voor een zondagskrant in Noord Nederland. Landelijk zijn er een aantal trends zichtbaar die aantonen dat de zondag een steeds consumptiever karakter krijgt. De traditionele bezigheden op de zondag veranderen. Zo neemt bijvoorbeeld het werken op de zondag, winkelen op de zondag en het uivoeren van huishoudelijke taken op de zondag steeds meer toe. Binnen dit soort ontwikkelingen zou een zondagskrant ook een plaats kunnen krijgen. Het onderzoek toont echter aan dat men in Noord Nederland wat terughoudender is ten aanzien van deze ontwikkelingen.

De status van zondags als rustdag wordt door een groot deel van de bevolking in Noord Nederland als zeer belangrijk ervaren. Van koopzondagen wordt in het noorden relatief weinig gebruik gemaakt. Toch blijkt dat het leesmoment van een groot deel van de Noord Nederlander zich steeds meer op de zaterdag en zondag concentreert. Dit biedt mogelijkheden voor een zondagskrant.

Het concept van de zondagskrant zal een kwalitatief hoogwaardige krant moeten zijn op basis van een bestaande titel. Bijvoorbeeld een zondagseditie van de Leeuwarder Courant. Een krant met dus een hoog redactioneel gehalte lijkend op een normaal dagblad. Op basis van het consumentenonderzoek kan een doelgroep gedefinieerd worden. De doelgroep voor de zondagskrant kan omschreven worden, als tweeverdieners met een leeftijd tot 35 jaar. In de drie Noordelijke provincies zijn er in deze leeftijdscategorie ongeveer 93.000 tweeverdieners huishoudens (summoscanner 2001).

De interesse binnen de leeftijdsgroep tot 35 jaar is aanzienlijk hoger in vergelijking met de gehele steekproef, namelijk 46% versus 25,4% in het algemeen. Ook onder eenpersoonshuishoudens blijkt het leespatroon zich te concentreren op het weekeind. De doelgroep kan eventueel met deze groep uitgebreid worden.

De belangrijkste conclusie van dit onderzoek is de constatering dat het leespatroon van tweeverdieners en eenpersoonshuishoudens tot 35 jaar zich steeds meer concentreert op het weekend. Het nemen van een abonnement op een dagblad is voor deze groep blijkbaar steeds minder interessant. Het aanbieden van een abonnement op een zondagskrant, maar ook de reeds bestaande weekeindabonnementen sluiten goed bij deze constatering aan. Of NDC besluit een zondagskrant in de markt te zetten of niet, het binden van jongere lezers aan het product dagblad is mogelijk, alleen zal dit zich beperken tot een weekendabonnement, zaterdagabonnementen of een abonnement op een zondagskrant. Het is dus mogelijk de oplagen te verhogen door specifiek op de genoemde doelgroep, bovenstaande type abonnementen aan te bieden. Het onderzoek toont dat er voor de dagbladuitgevers zeker nog mogelijkheden zijn om de oplagen van de dagbladen in de weekeinden te verhogen en nieuwe abonnees aan zich te binden.

Het introduceren van een zondagskrant zal nog niet zo gemakkelijk zijn. Doel van dit onderzoek is om aan te tonen of er mogelijkheden vanuit de markt zijn voor een dergelijk product. Er blijkt een markt te zijn voor een zondagskrant, toch zijn er nog een aantal facetten die onderzocht moeten worden om een zondagskrant daadwerkelijk te lanceren. Met name de distributie op de zondag kan nog wel eens tot problemen leiden.

Dit is een zeer belangrijk criteria. Ook de “Krant op Zondag” begin jaren negentig is

mede hierdoor niet van de grond gekomen. Daarnaast gaat het onderzoek uit van een

zondagskrant op basis van een bestaande titel, zoals de Leeuwarder Courant. Wat de

invloed van een zondagskrant kan hebben op het imago van de Leeuwarder Courant en

de inhoud van de huidige edities is niet onderzocht.

(6)

Hoofdstuk 1 Inleiding

Terminologie

• Incrementeel: geleidelijk

• Hypothese: formulering van een te bewijzen theorie of veronderstelling

• TBO: Tijdsbestedingonderzoek

• SCP: Sociaal en Cultureel Planbureau

• Out of the Box: buiten bestaande kaders denken

• Secularisering: de geleidelijke slijtage van een van oorsprong godsdienstig instituut onder de gehele bevolking

In het voorwoord werd reeds gewezen op de situatie binnen de dagbladensector in Nederland. De oplagen nemen ieder jaar af en ook de advertentie volumes komen mede hierdoor steeds meer onder druk te staan. De consument heeft een scala aan mediavormen waaruit men kan kiezen om de dagelijkse behoefte aan informatie tot zich te nemen. De beschikbare vrije tijd van de consument wordt steeds kleiner terwijl het aanbod van informatie daarentegen juist veel groter wordt. De nieuwe media typen zijn vaak erg flexibel en ieder moment van de dag beschikbaar. Een krant is daarentegen vrij statisch en wordt slechts eens in de 24 vernieuwd. De koek moet verdeeld worden over een toenemend aanbod van media typen. Het medium dagblad blijkt bij de verliezende partij te zitten (SCP, 2001).

1.1 Ontwikkelingen in de dagbladensector

Deze trend is ook aan de adverteerderskant duidelijk zichtbaar. De budgetten van de adverteerder zijn de afgelopen 15 jaar dan wel enorm toegenomen maar de typen media zoals hierboven genoemd ook toegenomen (commerciële televisie, commerciële radio, internet, SMS, I-mode enzovoort). Het einde van deze ontwikkelingen is nog lang niet in zicht. Er wordt dus aan twee kanten geknaagd aan het product dagblad. De Nederlander ruimt steeds minder tijd in voor het lezen van de krant en de adverteerders kunnen kiezen uit een grote variëteit aan adverteermethoden. Om te kunnen groeien zullen organisaties als NDC in staat moeten zijn om ook buiten het product krant en dagblad te gaan denken (out of the box). Inspelen op kansen die zich in de markt voordoen doormiddel van innoveren zou dan een mogelijkheid kunnen zijn. De aanzet hiervoor door NDC reeds gedaan, NDC heeft zich tot doel gesteld de informatieleverancier van Noord Nederland te worden! In de scriptie “De informatieleverancier in Noord Nederland” komen bovenstaande ontwikkelingen uitgebreid aan de orde. Voor een uitgebreide analyse van de mogelijkheden voor de dagbladenuitgevers en hoe innovatief gedrag hierin een rol kan spelen, wordt verwezen naar de scriptie.

Betekenen de bovenstaande ontwikkelingen nu dat het einde van de traditionele dagbladen in zicht is? Dat is zeker niet het geval. Wel is het zo dat de dagbladenmarkt voor een uitgever als Friese Pers en daarmee het NDC concern weinig mogelijkheden open laat om nog te kunnen groeien. In de marge zijn er misschien mogelijkheden om met het product dagblad doormiddel van incrementele innovaties (zie hoofdstuk 2 “De informatie leverancier van Noord Nederland”) op sommige vlakken toch nog groei te realiseren. Het product dagblad kan misschien verder uitgekristalliseerd worden. Hiermee doelen we op een betere match tussen adverteerder en consument. Inspelen op de wensen van de consument/lezer enerzijds en op de wensen van de adverteerder anderzijds.

Een optie voor zo’n verdieping van het product dagblad zou een zondagskrant kunnen

zijn. Zoals genoemd is de vrijetijdsbesteding en de hoeveelheid vrije tijd van de

Nederlander aan verandering onderhevig. Op welke dagen wordt een dagblad eigenlijk

het meest intensief gelezen? De dagbladen worden steeds minder gelezen. Is er

(7)

misschien een groep lezers die door verschuivingen in de maatschappij niet meer de tijd heeft om iedere dag de krant te lezen,

maar hiervoor in de weekeinden juist wel de mogelijkheid heeft om lekker de krant te gaan lezen? Misschien zijn er nu mogelijkheden voor een dergelijke krant? Bovenstaande vragen roept om een onderzoek. In deze casestudy, die deel uitmaakt van de bovengenoemde scriptie zal onderzocht worden of er mogelijkheden zijn voor een dergelijke krant in Noord Nederland. In de volgende paragraaf volgt een inleiding voor het onderzoek naar de zondagskrant in Noord Nederland.

1.2 Zondagskrant

In de meeste buurlanden van ons kikkerlandje is een zondagskrant de gewoonste zaak van de wereld. Onder aparte titels of titels van bestaande dagbladen brengt men in Duitsland, Engeland en België, dit soort kranten op de markt. Deze kranten worden veelal in de losse verkoop verkocht. ‘s Ochtends loopt men naar de kiosk en koopt men een krantje voor de zondag. De kranten bevatten vaak vele bijlagen, met uiteenlopende onderwerpen. Zo is er voor elk wat wils en kan men de krant lekker op zijn gemak op de zondag doorlezen.

Dergelijke kranten hebben we in Nederland niet. Een krant op zondag in Nederland is dat dan ook niet mogelijk zou je denken? Begin jaren 90 is er een opzienbarend initiatief geweest. Pieter Storms (Nu bekent van - en succesvol met het programma Breekijzer) en een aantal partners hebben geprobeerd een zondagskrant op de Nederlandse markt te introduceren; “De Krant op zondag” genaamd. Na minder dan drie jaar was deze krant echter alweer van het toneel verdwenen. In de dagbladen van toen werden hiervoor verschillende redenen aangedragen: slechte distributie op de zondag, de krant zou geen doordachte formule hebben, tegenwerking door de branche, flaters gemaakt door het management en ga zo maar door. Toch bleek de krant door de lezer goed gewaardeerd te worden. Zo bleek uit een marktonderzoek van het Centrum voor Marketing Analyses dat “ De Krant op Zondag” qua waardering, gehechtheid en leesduur zich liet vergelijken met een krant als de Telegraaf (NRC Handelsblad 11-06-1992)! Toch was de krant dus niet een lange levensduur beschoren. De oplage bleef te laag en er dienden zich te weinig adverteerders aan. Adverteerders en lezers moeten uiteindelijk zorgdragen voor een winstgevend resultaat en als die er niet zijn, is het snel afgelopen met een nieuw initiatief. HP De Tijd heeft “De Krant op zondag” uiteindelijk overgenomen. Ook HP De Tijd heeft er niet een “winner” van kunnen maken. De “Krant op Zondag” is uiteindelijk geworden tot een extraatje voor de abonnees van HP de Tijd. In 1993 viel het definitieve doek voor de “Krant op zondag”. Als reden werd aangevoerd, dat het vinden van adverteerders voor een zondagskrant erg moeilijk bleek te zijn. Dit was begin jaren negentig. We zijn nu 10 jaar verder en een echte zondagskrant in Nederland is er dus nog steeds niet. Wel zijn er in een aantal delen van het land zondags huis aan huis kranten verschenen die in behoorlijk grote oplagen gedrukt worden. Er is dus misschien wel het een en ander veranderd. Winkels zijn steeds vaker op zondag geopend, maar ook de attitude van de consument ten opzichte van de zondag lijkt te veranderen. Dit fenomeen noemt men secularisering. Misschien is de tijd nu wel rijp voor een dergelijk initiatief?

Binnen het onderzoek naar innovatief gedrag in de uitgeversbranche, is er in opdracht

van Friese Pers daarom een onderzoek naar de mogelijkheden van een zondagskrant in

Noord Nederland uitgevoerd. Dit onderzoek heeft in de vorm van een casestudy een plek

gekregen binnen het afstudeeronderzoek naar innovatief gedrag in de uitgeversbranche

van dagbladen. Dit onderzoek is in opdracht van de afdeling marketing van het

advertentiebedrijf van Friese Pers uitgevoerd. In de scriptie naar innovatief gedrag zullen

bepaalde aspecten van dit onderzoek gebruikt worden. Deze aspecten zullen gebruikt

worden voor het beantwoorden van de hoofdvraag van het afstudeeronderzoek naar

innovatief gedrag in de dagbladensector. Op deze manier wordt de case study naar de

mogelijkheden van een zondagskrant geïntegreerd in de scriptie.

(8)

In Nederland zijn er reeds een aantal zondagskranten. Dit zijn echter huis aan huis kranten die vooral in Noord-Holland, Oost Nederland (Gelderland en Overijssel) en Zuid Nederland (Noord-Brabant en Limburg) verschijnen (zie bijlage 1). In Noord Nederland verschijnen er geen zondagskranten (Groningen, Drenthe en Friesland). Binnen NDC loopt men al een aantal jaren met de gedachte om eens grondig te kijken naar de mogelijkheden van een dergelijke krant. Concreet onderzoek naar de mogelijkheden van een dergelijke krant in Noord Nederland is er echter nog niet geweest.

1.3 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 volgt de probleemstelling van het onderzoek naar de mogelijkheden van een zondagskrant in Noord Nederland. Op basis van vooronderzoek zijn er een aantal hypothesen opgesteld. Deze hypothesen worden gebruikt als uitgangspunt in het consumentenonderzoek en worden in dit hoofdstuk toegelicht. In hoofdstuk 3 volgt een beschrijving van de methode van onderzoek die gebruikt is voor het beantwoorden van de vraagstelling van de casestudy. In dit hoofdstuk wordt toegelicht welke data verzamelingmethode is toegepast en hoe de steekproef is opgebouwd. Hoofdstuk 4 geeft een beschrijving van de mogelijke verschijningsvormen van een zondagskrant zoals die er nu reeds in Nederland en in het buitenland zijn. Dit hoofdstuk geeft tevens de bevindingen weer van de interviews met Wegener en HDC en de interne interviews met betrekking tot de zondagskrant. Wat zijn voor de uitgevers reeds bestaande zondags huis aan huis kranten de beweegredenen geweest om dit soort kranten te lanceren in Nederland? Zijn deze kranten succesvol, zo ja wat zijn dan de succesfactoren van dergelijke zondagskranten?

In hoofdstuk 5 volgt een analyse van reeds bestaand onderzoek naar de tijdsbesteding van de Nederlander in het algemeen en op de zondagen. Het begrip secularisering komt aan de orde. Wat kan de invloed van deze ontwikkelingen zijn op de mogelijkheden van een zondagskrant?

In hoofdstuk 6 zijn de bevindingen van het consumentenonderzoek te vinden. Dit onderzoek is telefonisch uitgevoerd door het Groningse marktonderzoeksbureau Marktracé. Het geeft een beeld van de belangrijkste bevindingen van het consumentenonderzoek en dient als basis voor de uiteindelijke conclusies van het onderzoek naar de mogelijkheden van een zondagskrant in Noord-Nederland.

In hoofdstuk 7 van dit rapport volgt een beschrijving van de conclusies en beperkingen

van het onderzoek. Zijn er mogelijkheden voor een dergelijke krant in Noord Nederland

en zo ja, hoe ziet het profiel van een mogelijke doelgroep er uit, Hoe groot is het

marktpotentieel. Daarnaast wordt in dit hoofdstuk aangegeven wat de beperkingen van

het onderzoek zijn geweest. Het rapport wordt afgesloten met de presentatie van een

aantal aanbevelingen in hoofdstuk 8.

(9)

Hoofdstuk 2 Probleemstelling

Terminologie

• Hypothese: formulering van een te bewijzen theorie of veronderstelling

• TBO: Tijdsbestedingonderzoek

• SCP: Sociaal Cultureel Planbureau

• Attitude: innerlijke houding

• Secularisering: de geleidelijke slijtage van een van oorsprong godsdienstig instituut onder de gehele bevolking

• Kostwinnergezin: gezin waarbij een van de partners het inkomen verdient

Duaal inkomen: gezinnen waar bij partners beide inkomen hebben (tweeverdieners)

In dit hoofdstuk volgt de omschrijving van de probleemstelling voor het onderzoek naar de mogelijkheden van een zondagskrant in Noord Nederland. Naast de probleemstelling zijn er vooraf aan het consumentenonderzoek een aantal hypothesen geformuleerd. Deze hypothesen zijn vooral gebaseerd op het tijdsbestedingonderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP; 1995 en 2000) in samenwerking met het Cebuco (branche organisatie uitgevers kranten). Dit onderzoek wordt eens in de vijf jaar uitgevoerd en geeft inzicht in de tijdsbesteding van de Nederlandse burger ten aanzien van verschillende aspecten, waaronder mediagebruik. Daarnaast is ook de Summoscanner gebruikt bij de bepaling van de hypothesen. Summoscanner is een doorlopend multimedia onderzoek, waaruit informatie over o.a. tijdsbesteding van de consument verkregen kan worden. De betreffende hypothesen zullen in dit hoofdstuk aan de orde komen. In de analyse van het consumentenonderzoek in hoofdstuk 6 zullen deze hypothesen uitgebreid aan de orde komen en hiermee getoetst worden aan de praktijk.

2.1 Probleemstelling

Zoals in hoofdstuk 1 reeds is aangegeven, loopt men binnen NDC al een aantal jaren met het idee rond, om te onderzoeken of het niet mogelijk zou zijn een zondagskrant in Noord Nederland in de markt te zetten. Dit is dan ook de centrale vraag van dit onderzoek. In overleg met Rimmer Frankena van Friese Pers is de onderstaande vraagstelling geformuleerd.

Hoofdvraag Casestudy Zondagskrant

• Zijn er mogelijkheden voor een zondagkrant in Noord Nederland? Zo ja is er een specifieke doelgroep voor een zondagskrant?

Deelvragen Casestudy Zondagskrant

• Zijn er trends zichtbaar die van invloed zijn op de tijdsbesteding op zondagen van de consument (en dan met name in Noord Nederland)?

• Wat zijn de succes - en faalfactoren van de reeds bestaande zondags kranten in Nederland?

• Welke opties m.b.t. een krant op zondag zijn er mogelijk?

• Wat ziet de consument in een dergelijk initiatief?

• Wat zijn mogelijke doelgroepen, hoe ziet het profiel van de lezer eruit en hoe groot is het bereik (adverteerders / lezers)?

• Wat zijn de consequenties van een zondagskrant voor de interne organisatie van NDC?

• Wat zijn de financiële consequenties van de gekozen optie(s)?

Randvoorwaarden

• Het onderzoek is gericht op de provincies Friesland, Drenthe en Groningen

• Rapporteren aan Marketing Advertentiebedrijf Friese Pers

• Het onderzoek naar de mogelijkheden van een zondagskrant zal vanuit het standpunt van de consument uitgevoerd worden.

• Het uitgangspunt van het consumentenonderzoek zal een abonnementskrant dan wel

een betaalde extra uitgave van de dagbladen betreffen.

(10)

2.2 Hypothesen

Uit recent onderzoek (Tijdsbestedingonderzoek SCP 1995 en 2000) is gebleken dat de beschikbare vrije tijd van de Nederlander een dalende trend laat zien (zie hoofdstuk 5).

Het tot zich nemen van informatie door verschillende mediavormen is echter vrij stabiel gebleven. Dit betekent dat de tijd die hieraan besteed wordt niet veel is veranderd. Er zijn echter verschuivingen zichtbaar tussen de mediatypen die door de consument gebruikt worden. De tijd dat de consument besteed aan het lezen van de krant neemt af.

Daarnaast lijk het erop dat de specifieke tijdsbesteding op de zondag aan het veranderen is naar een meer consumptievere en productievere mate van tijdsbesteding.

Hieronder volgen een aantal hypothesen. Deze hypothesen zijn voornamelijk gebaseerd op onderzoeken uitgevoerd door het SCP (vijf jaarlijkse tijdsbestedingonderzoeken).

Deze hypothesen vormen het uitgangspunt voor de telefonische enquêtes. Het is de bedoeling om doormiddel van deze hypothesen de onderliggende gedachten van de consument in Noord Nederland met betrekking tot een zondagskrant boven water te halen

Hypothese 1

In de weekenden en vooral op de zondag is er meer tijd voor het lezen van een krant.

Uit het TBO is gebleken dat de Nederlanders steeds minder gaan lezen. Ook op de zondagen wordt er minder gelezen (hieronder valt ook het lezen van een dagblad). Maar er is een belangrijke verschuiving te zien. Over de gehele linie leest men dus minder, maar het TBO toont aan dat de concentratie van lezen op de zondag is toegenomen. Dit betekent dat steeds meer mensen op de zondag zijn gaan lezen in plaats van op de andere dagen van de week. Voor het lezen van de krant neemt de zondag een steeds belangrijkere rol in.

Hypothese 2

De attitude van de Nederlander t.o.v. de tijdsbesteding op zondag is aan het veranderen. Winkels zijn veel vaker op zondag geopend men is minder conservatief ten aanzien van wat wel en niet kan op de zondag. Deze veranderende attitude schept een gunstiger klimaat voor de kansen van een zondagskrant.

Het SCP heeft op basis van het tijdsbestedingonderzoek van 1995 een uitgebreide analyse uitgevoerd van de zondagstijdsbesteding van de Nederlander. De vraag die gesteld kan worden is dan of de tijdsbesteding ten opzichte van het eerste tijdsbestedingonderzoek van 1975 daadwerkelijk veranderd is en hoe dan? Het SCP spreekt over secularisering. Secularisering betekent letterlijk, verwereldlijken of anders omschreven steeds minder in ordeverband leven. Het SCP maakt een onderscheid tussen brutosecularisering en nettosecularisering. Met brutosecularisering wordt bedoeld: De geleidelijke slijtage van een van oorsprong godsdienstig instituut onder de gehele bevolking (Naar andere tijden 1999; blz. 105). Ook zonder zelf nog gelovig te zijn, zijn er veel Nederlanders die de gewoonten van het vroegere ouderlijke huis handhaven en de zondag rustig en waardig vullen. Het SCP gaat ervan uit dat een dergelijk “ritueel” langzaam slijt als het geen dieperliggende grondslag meer heeft voor het individu en wanneer er dan andere actuele belangen de dienst gaan uitmaken. Met nettosecularisering wordt hetzelfde bedoeld als voor brutosecularisering, alleen probeert men in dit geval te meten hoe secularisering voorkomt onder gelovige mensen. Zijn de effecten hetzelfde of is secularisering hier significant minder aanwezig.

Uit het onderzoek is duidelijk gebleken dat er een verschuiving zichtbaar is. De Nederlander doet veel meer andere bezigheden op de zondag als voorheen. Dit zijn bezigheden zoals; werken, wassen, tuin, klussen en winkelen op de zondagen.

Traditionele bezigheden als visite, kerk, muziek luisteren, lezen en het doen van

gezelschapsspellen zijn duidelijk op retour. Ook activiteiten als buitenrecreatie,

cafébezoek, sportbeoefening en restaurantbezoek vinden steeds meer plaats. Uit het

onderzoek blijkt dat secularisering toeneemt.

(11)

Het SCP signaleert een trend naar een productievere en consumptievere zondagsbesteding onder de meerderheid van de Nederlandse bevolking. Al geeft het SCP wel aan dat deze trend toch enigszins wordt ingetoomd door het feit dat men ‘s zondags langer uitslaapt en meer tv kijkt dan voorheen. Op basis van deze conclusies is de bovengenoemde hypothese geformuleerd. “De veranderende attitude van de Nederlander ten opzichte van de zondag schept mogelijkheden voor een zondagskrant”. De vraag is of deze ontwikkelingen zich ook in dezelfde mate voordoet in Noord Nederland.

Hypothese 3

Mensen met een christelijke geloofsovertuiging hebben geen of minder behoefte aan een krant op zondag.

Aansluitend op de eerst hypothese heeft het SCP ook gekeken naar de effecten van secularisering op Nederlanders die belijdend Christen zijn (nettosecularisering). Is hier dezelfde trend zichtbaar? Het SCP concludeerde dat ook binnen deze groep mensen de effecten van secularisering eveneens zichtbaar zijn, maar in mindere mate in vergelijking met de rest van de bevolking. Dit leidt tot de hypothese dat mensen met een christelijke geloofsovertuiging minder behoefte zullen hebben aan een krant op zondag dan niet christelijke mensen. Het zou dus van belang kunnen zijn voor het introduceren van een zondagskrant te weten hoeveel % van de inwoners van Noord Nederland gelovig is en of dit van invloed is op de mogelijkheden van een zondagskrant.

Hypothesen 4 en 5

Onder tweeverdieners is er een latente behoefte aan een krant op zondag.

Onder werkende ouders met kinderen is er een latente behoefte aan een zondagskrant.

De veronderstelling is dat er onder mensen met een duaal inkomen eventueel in combinatie met kinderen eerder vraag naar een zondagskrant bestaat dan bij traditionele kostwinner gezinnen (een werkende ouder, meestal de man en een iemand die het huishouden doet, meestal de vrouw). Het blijkt dat er steeds meer gezinnen komen waar beide partners een baan hebben. In zekere zin is er sprake van rolvervaging. De man is zich meer gaan bezig houden met het huishouden en opvoeden van de kinderen terwijl de vrouw er steeds meer bij gaat werken. Dit leidt ertoe dat de doordeweekse dagen voor tweeverdieners een minder regelmatig karakter vertonen in vergelijking met traditionele kostwinnergezinnen. Dit heeft tot gevolg dat ook de vrije tijdsbesteding veel minder regelmatig is. Daarnaast is de totale hoeveelheid vrije tijd minder geworden. Dit naast de constatering dat men in Nederland over het algemeen minder tijd besteedt aan het lezen van de krant in vergelijking met de tijd die men leest voor het lezen op de zondag heeft tot bovenstaande hypothesen geleid. De hypothesen veronderstellen dat het fenomeen versterkt wordt wanneer de tweeverdienergezinnen ook nog kinderen in huis hebben. Het kind zal in de week immers ook aandacht nodig hebben. Wanneer beide partners een baan hebben en een kind of meerdere kinderen moeten opvoeden zou voor het lezen van de krant wel eens nog minder tijd beschikbaar zijn in de week.

Hypothese 6

Een abonnement op een krant wordt vaak als duur ervaren en is vaak een van de redenen om een abonnement op te zeggen. Een weekend abonnement of een zondagsabonnement zou voor deze groep consumenten een uitstekend alternatief kunnen zijn.

De kosten van een abonnement worden in lezersonderzoeken vaak als reden genoemd

voor het beëindigen van een abonnement of voor het niet hebben van een abonnement

op een dagblad. De veronderstelling is dat mensen die dit argument gebruiken misschien

wel eerder bereid zijn een weekendabonnement of en abonnement op een zondagskrant

te nemen.

(12)

Hoofdstuk 3 Onderzoeksmethode

Terminologie

• Empirie / empirisch(e): de werkelijkheid

• HHC: Hollandse Huis aan Huisbladen Combinatie

• Sample: steekproef

• Sample size: omvang steekproef

Sample frame: opbouw steekproef

In dit hoofdstuk volgt een beschrijving van de onderzoeksopzet van de case study naar de mogelijkheden van een zondagskrant in Noord Nederland. Hieronder vindt u het onderzoeksmodel van de case study naar de mogelijkheden van een zondagskrant in Noord Nederland.

(

(onderzoeksmodel casestudy)

Zoals het model laat zien zijn er een drietal data verzamelingmethoden gebruikt om de gewenste informatie boven water te halen. Als voorbereiding op het onderzoek zijn er interne interviews afgenomen met leden van het management van NDC (zowel Friese Pers, Hazewinkel Pers, Elektronische Media en NDC Holding). Deze interviews gingen zowel over innovatief gedrag in de uitgeversbranche, als over de visie van de betreffende MT leden ten aanzien van de mogelijkheden van een zondagskrant. Daarnaast zijn er interviews geweest met Wegener en HDC (Telegraaf Concern). Deze beide organisaties geven een aantal zondags huis aan huis kranten uit. De bedoeling van deze interviews is om te kijken hoe zij met bepaalde operationele problemen zijn omgegaan, maar ook om te achterhalen wat de beweegredenen zijn geweest om dergelijke kranten op de markt te brengen. In de bijlagen 5 en 6 vindt u de vragenlijsten die bij de interviews horen.

Het laatste en belangrijkste deel van de casestudy bestaat uit een consumenten onderzoek. Het idee om een zondagskrant in de markt te zetten kan wel heel erg goed klinken, maar hoe staat de consument in Noord Nederland tegenover een dergelijk initiatief. Dit is de centrale vraag voor Friese Pers.

3.1 Aanpak Interne Interviews

Om inzicht te krijgen in de in de visie van het management van NDC met betrekking tot de mogelijkheid van een zondagskrant in Noord Nederland is er een serie interne interviews afgenomen met een zestal verschillende managers van de diverse bedrijfsonderdelen van NDC. De interviews hadden een tweeledig doel. Ten eerste waren de interviews bestemd om inzicht in de uitgeversmarkt in het algemeen te verkrijgen.

Hoe ziet de concurrentiepositie eruit? Wat is de invloed van lezers en adverteerders?

Welke ontwikkelingen zijn er zichtbaar en hoe ziet het management de toekomst van de bedrijfstak? Het tweede deel van deze interviews is vooral van belang voor deze casestudy. Hierin werden de verschillende managers gevraagd hoe zij tegenover een zondagskrant staan. Het betrof semi-gestructureerde interviews (Saunders, 2000). De interviews waren hierdoor zeer open van karakter. De bevindingen van onder andere deze interviews zijn te lezen In hoofdstuk 4. In bijlage 2 is de vragenlijst te vinden die voor de interviews gebruikt zijn. Naast de bovenstaande interviews zijn er een aantal interne gesprekken gevoerd met medewerkers van het marketing advertentiebedrijf en de afdeling oplagemarketing van Hazewinkel Pers en met een medewerker van oplagemarketing van Friese Pers. Dit betrof gesprekken ter voorbereiding van het consumentenonderzoek en hadden een informeel en zeer open karakter. Verder is er

Beantwoorden Hoofdvraag deelvragen Case- study Zondagskrant

Wat zijn de opties met betrekking tot een zondagskrant in Noord Nederland Analyse

Deelvragen Case- study Zondagskrant

Interne en Externe interviews Consumentenonderzoek

(13)

gebruik gemaakt van de aanwezige kennis van de verschillende medewerkers van de marketingafdeling van het advertentiebedrijf van Friese Pers.

3.2 Aanpak Externe Interviews

In de beginfase van dit onderzoek is een marktverkenning uitgevoerd naar de huidige zondagskranten in Nederland en haar oplagen (zie bijlage 1). Hieruit bleek dat er in Nederland zo’n 50 zondags uitgaven zijn. In alle gevallen betreft dit huis aan huis kranten. Er bleken zo’n vier uitgevers te zijn die eigenlijk de meeste zondagskranten in haar productportefeuille hadden (Wegener, HHC, Rodi Pers en Janssen Pers). Met twee van deze uitgevers (Wegener en HHC, onderdeel van Telegraaf)) heb ik interviews afgenomen. Twee lijkt niet veel, maar via deze interviews is veel duidelijk geworden over het ontstaan van dit soort kranten. Rodi Pers is namelijk de grote concurrent van HHC en Janssen Pers is dat in mindere mate voor Wegener. De opzet van deze interviews was in zekere zin gelijk aan die van de interne interviews. De interviews zijn half gestructureerd afgenomen. Van tevoren zijn een aantal aandachtspunten op een vragenlijst gezet (zie bijlage 3, vragenlijst externe interviews).

Deze punten zijn in willekeurige volgorde tijdens het interview aan de orde gekomen. Op deze wijze ontstaat een zeer open manier van interviewen. In hoofdstuk 4 volgt een analyse van de bevindingen van deze interviews.

3.3 Aanpak Consumentenonderzoek

Het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van de afdeling marketing van het advertentiebedrijf van Friese Pers. Waarom volgt er dan een consumentenonderzoek vraagt u zich misschien af? Er zijn binnen Friese Pers een afdeling oplagemarketing en een aparte advertentie marketing afdeling. Toch kunnen deze afdelingen niet los van elkaar gezien worden. Binnen Friese Pers worden vaak nieuwe producten bedacht door het advertentiebedrijf. Deze producten worden vanuit het perspectief van voornamelijk de adverteerder in de markt gezet. Maar wordt dan niet de mening van de uiteindelijke lezer vergeten. Zit de lezer wel te wachten op een dergelijk product. Een adverteerder wordt vaak over de streep gehaald door het volume van de oplage van het betreffende advertentieproduct, maar is de oplage wel een reële maatstaaf? Het zegt immers niets over het leesgedrag van de consument, deze gooit het betreffende product misschien wel direct in de papierbak! Daarom is het verstandig om eerst te kijken wat de consument van een nieuw initiatief vindt voordat het product daadwerkelijk gelanceerd wordt. Dit is ook inherent aan het marketingconcept. De eindgebruiker staat centraal en dat is in dit geval de uiteindelijke lezer. Ook voor adverteerders is de lezer immers het eindstation.

Deze moet immers over de streep gehaald worden om een product of dienst te kopen.

Vandaar dat in het kader van dit onderzoek de consument niet vergeten mag worden, maar centraal staat. Er moet eerst maar eens blijken of de Noord Nederlandse consument wel op een product als een zondagskrant zit te wachten. Wanneer dit het geval is, dan kun je een adverteerder ook daadwerkelijk iets aanbieden.

In overleg dhr. Rimmer Frankena (manager marketing advertentiebedrijf) is besloten van tevoren al wel een insteek te kiezen in het concept van een mogelijke krant op zondag. De reden hiervoor is dat wanneer deze keuze geheel open gelaten wordt, dit kan leiden tot een onderzoek dat veel kwantitatieve informatie oplevert, maar waar kwalitatief weinig concrete resultaten uit naar voren zullen komen. Daarnaast kan het leiden tot lange vragenlijsten omdat alle opties op de een of andere manier toch in de enquête verwerkt zullen moeten worden. Dit kan tot gevolg hebben dat de response lager zal uitvallen en echte dieperliggende gedachten met betrekking tot een zondagskrant niet aan de orde zullen komen. Tijdens de interne interviews zijn de volgende concepten van een mogelijke krant op zondag naar voren gekomen.

• Extra bijlage van de dagbladen op zondag

• Aparte abonnement zondags weekkrant

• Een soort “Spits” of “Metro” op zondag

• Hit and Run krant in combinatie met evenementen op de zondag

• Zondag Huis aan Huis krant

• Het opdelen van de huidige zaterdagedities in een zondag en zaterdag krant

(14)

In overleg met Rimmer Frankena en op basis van de interne interviews gehouden met verschillende leden van het MT van NDC is besloten om een extra editie van de bestaande abonnementskrant op zondag als uitgangspunt te gebruiken (niet Leeuwarder Courant of Dagblad van het Noorden abonnees zouden hierop een apart abonnement kunnen nemen). Dit concept sluit goed aan bij de pas geïntroduceerde zaterdag / weekendabonnementen van de dagbladen van NDC. Daarnaast zou dit voor de huidige Nederlandse markt een echte innovatie betekenen. Een dergelijk initiatief is namelijk nog niet op de Nederlandse uitgeversmarkt geïntroduceerd. Mocht uit het onderzoek blijken dat er een te beperkte vraag naar dit product bestaat, maar dat er wel mogelijkheden zijn voor een andere vorm van een krant op zondag dan kan dit onderzoek gebruikt worden als een uitgangspunt voor verder onderzoek.

Het moeilijke van een onderzoek naar een niet bestaande product is vaak, dat een respondent geneigd is sociaal wenselijke te antwoorden. De respondent kent het product of de dienst niet en zal op een directe vraag gemakkelijk een positief antwoord geven (bijvoorbeeld: zou u een extra krant op de zondag willen ontvangen?). Een respondent kan hierop vrij gemakkelijk een positief antwoord geven, omdat bijvoorbeeld de enquêteer zo’n prettige indruk op de respondent maakt. Maar als het puntje bij paaltje komt zal de respondent dan daadwerkelijk de extra krant willen ontvangen? Het is dus belangrijk de dieperliggende gedachten boven water te halen. Wat zouden redenen kunnen zijn waarom men behoefte zou hebben aan een dergelijke krant. Het uitgangspunt van het onderzoek zijn een aantal van dit soort hypothesen (zie hoofdstuk 2). Deze hypothesen zullen doormiddel van het onderzoek onder de consument getoetst worden. Op deze manier moet het mogelijk zijn om de dieperliggende factoren die van invloed zijn op de beslissing om een zondagskrant te nemen in kaart te brengen. Deze hypothesen zijn geformuleerd op basis van relevant onderzoek zoals bijvoorbeeld: Het vijfjaarlijkse TBO van het SCP; het SUMMO onderzoek; ervaringen met betrekking tot vergelijkbare initiatieven nu en in het verleden; ervaringen met bestaande zondagskranten in Nederland en het buitenland.

Het doel van het onderzoek is om een mogelijke doelgroep of meerdere doelgroepen te identificeren en hierbij een schatting van de mogelijke oplage te kunnen maken. Dit betekent dat de vragenlijst ook algemene vragen zal moeten bevatten t.a.v. de burgerlijke staat; sociale klasse; type werk; aantal kinderen enzovoort. Met dit soort gegevens kan een profiel van de doelgroep geformuleerd worden. Wanneer dit soort gegevens bekend zijn is het mogelijk adverteerders te interesseren voor een zondagskrant (vragenlijst consumentenonderzoek, bijlage 4)

3.3.1 Data verzamelingmethode

Als data verzamelingmethode is gekozen voor een telefonisch onderzoek. Het is gebleken

dat dit de meest efficiënte vorm van data verzamelen is voor dit onderzoek. NDC heeft

veel ervaring met telefonische onderzoeken. De voordelen van een telefonische enquête

boven bijvoorbeeld een schriftelijke enquête zijn: de data zijn binnen een zeer korte

termijn te verzamelen, de response ligt uit ervaring veel hoger en de kosten van een

schriftelijke enquête zijn vergelijkbaar met die van een telefonische enquête. De

telefonische enquêtes zijn afgenomen door het marktonderzoeksbureau MarktTracé uit

Groningen. Met dit bureau werkt Hazewinkel Pers vaak samen bij de uitvoering van

bijvoorbeeld klanttevredenheid onderzoeken onder abonnees van DvhN. MarktTracé

heeft de gegevens verzameld en ingevoerd in een SPSS bestand. Het ruwe SPSS bestand

is gebruikt voor de analyse van het consumentenonderzoek. Voor het telefonisch

onderzoek is een vragenlijst ontwikkeld. Deze vragenlijst is gebaseerd op de interne en

externe interviews, relevante literatuur en eerder verricht onderzoek. De vragenlijst is

samengesteld met medewerking van het marketing advertentiebedrijf van Friese Pers en

het onderzoeksbureau Markt Tracé. De vragenlijst is uiteindelijk beoordeeld door de heer

Wander Jager van de Rijks Universiteit Groningen. De heer Jager geeft onder andere de

(15)

colleges voor het vak Applied Marketing/Business Research. Deze colleges geven inzicht in de verschillende technieken en mogelijkheden van marktonderzoek.

3.3.2 Sample (steekproef)

De populatie van het onderzoek bestaat in principe uit de gehele bevolking van de provincies Groningen, Friesland en Drenthe. Hieruit is een steekproef genomen. Er zijn twee sample technieken te onderscheiden te weten: probability sampling en non probability sampling (Saunders, 2000). In het eerste geval is de kans dat iedere individuele case wordt gekozen bekent. Die kans is voor iedere case even groot. Bij non probabiltiy sampling is de kans dat een individuele case gekozen wordt niet bekent.

Bij probability sampling is het bekend hoe groot de populatie is. Hierdoor is het mogelijk om door statistische analyse generaliseerbare uitspraken over de gehele populatie te doen. Bij non probability sampling is dit niet mogelijk. Omdat het gewenst is generaliseerbare uitspraken over de gehele populatie te doen, zal voor dit onderzoek de probabilty techniek gebruikt worden. Hiervoor zullen de volgende stappen toegelicht worden:

• Sample frame

• Sample size

• Sample techniek Sample Frame

Het sample frame geeft een beschrijving van de gehele populatie waarop het onderzoek betrekking zal hebben. Het onderzoek heeft betrekking op de gehele bevolking van de provincies Groningen, Drenthe en Friesland. Het sampleframe zal bestaan uit het klantenbestand van geheel NDC (ongeveer 300.000 abonnees). Daarnaast zal het sampleframe aangevuld worden met een suspect bestand. Dit bestand bevat alle overige postadressen in Noord Nederland.

Het onderzoek zal telefonisch uitgevoerd worden door MarktTracé uit Groningen. Met MarktTracé is afgesproken dat zij 4000 adressen / telefoonnummers van abonnees van NDC zullen verkrijgen en 4000 adressen van niet abonnees van NDC. De steekproef zal 400 bedragen. Binnen beide groepen is het mogelijk nog een opdeling te maken

Ook willen we een geografische spreiding meenemen. Dit betekent dat we de bovenstaande gegevens per provincie willen bekijken. Niet dat we hier specifiek uitspraken over willen doen. We gaan dan uit van een driedeling. We willen uiteindelijk toe naar een verdeling van de steekproef uiteindelijk van ongeveer: 400 / 3 = 134 (33,33% per provincie) waarvan de helft per provincie weer bestaat uit niet abonnees en abonnees NDC (+/- 70 per provincie). Daarbinnen willen we ook rekening houden met de verhoudingen vaste abonnees en weekendabonnees en ook met de verhouding bedankers en suspects. De bedoeling hiervan is om het profiel van het abonnee bestand van NDC in ieder geval ook in de steekproef terug te zien.

Het is van belang een profiel van het klantenbestand van NDC te verkrijgen. De steekproef zal vergelijkbaar moeten zijn met de kenmerken van het profiel van de gehele sample. De verhoudingen van weekendabonnees versus vaste abonnees zullen in de steekproef en in de 8000 adressen bij benadering gelijk moeten zijn. Ook binnen de niet abonnees en suspects zullen de verhoudingen gebruikt worden zoals die zijn.

Sample Size

Hoe groter de sample size is hoe betrouwbaarder de generaliseerbaarheid van de gegevens. Een onderzoek zou is het meest betrouwbaar als de volledige populatie benaderd wordt. In de praktijk is dit in de meeste gevallen niet mogelijk (financiële middelen, tijdsaspect). Probability Sampling is de compromis tussen betrouwbaarheid, beschikbare tijd en financiële middelen. De sample size moet groot genoeg zijn om een uitspraak te kunnen doen over de karakteristieken van de gehele populatie.

Om de sample size te kunnen bepalen is het van belang om van tevoren de mate van

tolerantie met betrekking tot fouten te bepalen. In de meeste onderzoeken wordt een

(16)

betrouwbaarheidsgraad van 95 procent gebruikt. Dit betekent dat van de 100 gekozen samples in ieder geval 95 met zekerheid de karakteristieken van de gehele populatie vertegenwoordigen.

Volgens Saunders (Saunders 2000, blz 156) is het bij een onderzoek met een populatie van 100.000 of meer en bij 95 % zekerheid van belang om een sample size van +/- 400 samples te gebruiken. Uit een gesprek met een medewerkers van Oplage Marketing Friese Pers en Hazewinkel Pers is naar voren gekomen dat ook zij deze sample size gebruiken bij onderzoeken onder abonnees van NDC (met een populatie van 100.000 of meer).

Naast de betrouwbaarheid heb je te maken met non response. Het is verstandig om op voorhand een schatting te maken van de verwachte non response. Dit is afhankelijk van het sampleframe dat gekozen wordt. Wanneer alleen het adressenbestand van de NDC abonnees gebruikt zal worden, kun je van een hogere response uitgaan dan wanneer ook niet lezers van NDC dagbladen benaderd worden. De binding bij de eerste groep zal groter zijn en de ondervraagden zullen waarschijnlijk eerder meedoen aan een onderzoek. Ook de gebruikte methode van enquêteren is van invloed op de response.

Uit onderzoeken uitgevoerd door het onderzoeksbureau B&N marketing in opdracht van Friese Pers blijkt dat de response onder lezers en bedankers (dus consumenten die een directe relatie met Friese Pers hebben of hadden) gemiddeld ongeveer 45% is (telefonische enquête). Mijn schatting is dat wanneer het onderzoek ook niet direct betrokkenen omvat de response lager zal zijn. De schatting is dan een response van zo’n 35%. In Groningen heeft men op dit moment een hoge mate van response. (80% soms zelfs tot 95% ook dit zijn telefonische enquêtes). Dit wordt echter veroorzaakt door de nieuwe krant (Dagblad van het Noorden). De fusie van de drie titels heeft tot een grote betrokkenheid van de abonnees geleid. Ik ga daarom uit van de responsecijfers zoals die gemiddeld bij Friese Pers in Leeuwarden voorkomen, gecorrigeerd met niet direct betrokkenen. Aan de hand van bovenstaande gegevens is het mogelijk een schatting van het aantal benodigde samples te maken aan de hand van de volgende formule.

N= n x 100 / re%

N = aantal benodigde samples (sample frame) n = minimale sample grote

re% = response rate

Voor de twee bovengenoemde mogelijkheden (35% response en 45% response) betekent dit een benodigd aantal samples van:

N = 400 x 100 / 45 = 889 N = 400 x 100 / 35 = 1143

Uiteindelijk is voor een zeer ruim sample frame gekozen van zo’n 8000 adressen. Dit was

volgens de berekening geen noodzaak, maar veilig is het wel.

(17)

Sample techniek

De derde stap is het kiezen van de juiste sample techniek. Hiermee wordt bedoelt hoe de respondenten benaderd gaan worden. Hiervoor zijn een aantal verschillende technieken toepasbaar. Er zijn een vijftal technieken te weten:

• Simpel random

• Systematisch

• Gestratificeerd

• Cluster

• Multi-Stage

De keuze is afhankelijk van de vraagstelling en doelstelling van het onderzoek, structuur sample frame, de grootte van de sample en het geografische gebied van het onderzoek.

Wanneer een simpel random of systematische techniek gebruikt wordt bestaat er de mogelijkheid dat er geen evenredige verdeling naar de verschillende regio’s ontstaat. Het zou dan voorkomen kunnen worden dat alle samples bijvoorbeeld in Friesland geselecteerd worden. Het zou heel goed kunnen dat bepaalde regionale of culturele invloeden een ander beeld laten zien. Om dit te voorkomen zal een gestratificeerde steekproef afgenomen worden. Het doel van dit onderzoek is immers om een beeld te verkrijgen van de mening van de consument in geheel Noord Nederland. Om bepaalde regio specifieke aspecten niet de overhand te laten verkrijgen, is het van belang dat hier een zekere structuur in aangebracht wordt. Een Multi-Stage vorm van stratificeren is de meest geschikte vorm. De totale sample zal, naar verhouding van de populatie per provincie opgedeeld worden. Hieronder volgt een schema van het sample zoals die gebruikt is in het onderzoek.

Friesland Abonnees (Leeuwarder Courant): 1334

Weekend abonnees ( 5%): 67 (4)

Reguliere abonnees (95%): 1267 (64)

Niet Abonnees: 1334

Oud vaste abonnees (50%): 667 (34)

Suspects: (50%): 667 (34)

Groningen Abonnees (Dagblad van het Noorden): 1334

Weekend abonnees ( 2%): 27 (2)

Reguliere abonnees (98%): 1307 (66)

Niet Abonnees: 1334

Oud vaste abonnees (50%): 667 (34)

Suspects (50%): 667 (34)

Drenthe Abonnees (Dagblad van het Noorden): 1334

Weekend abonnees ( 2%): 27 ( 2)

Reguliere abonnees (98%): 1307 (66)

Niet Abonnees: 1334

Oud vast abonnees (50%): 667 (34)

Suspects (50%): 667 (34)

Totaal 8004 (408)

Door de steekproef op deze wijze op te bouwen, zal de steekproef een weerspiegeling

van het klantbestand van NDC zijn. Binnen de provincie Groningen is er door de afdeling

Oplage Marketing van Hazewinkel Pers voor gezorgd dat de stad Groningen niet

oververtegenwoordigd in de steekproef terecht is gekomen (op basis van ervaringen met

vergelijkbare onderzoeken).

(18)

Hoofdstuk 4 Bestaande zondagskranten / mogelijke varianten

Terminologie

• Waste: adverteerders betalen vaak een standaard tarief voor het adverteren in een krant, vaak gekoppeld aan de oplage. Een lokaal gerichte adverteerder betaalt hierdoor bijvoorbeeld ook voor lezers die buiten zijn doelgroep vallen.

HHC: Hollandse Huis aan Huisbladen Combinatie, behorend tot het telegraafconcern

Tijdens het vooronderzoek is gebleken dat er al een aantal zondagskranten in Nederland zijn. Dit zijn echter zondags huis aan huis kranten. Dit zijn kranten die dus een hoog adverteerdersgehalte hebben en niet rechtstreeks te vergelijken zijn met het concept dat in het consumentenonderzoek aan de orde is gekomen. Toch is het interessant om te kijken waarom deze uitgevers dit soort kranten uitgeven, wat de beweegredenen zijn en hoe dit soort kranten door de consument beoordeeld worden. Ook is het van belang te weten wat de beweegredenen van adverteerders zijn om zich in deze kranten te profileren richting hun doelgroep. Er zijn immers vele huis aan huis - en weekbladen die op diverse dagen in de week uitkomen. Toch blijkt er dus een vraag te zijn naar zondagskranten. Met het uitgeven van een krant op zondag komen ook een aantal operationele problemen om de hoek kijken die ook voor het concept waar dit onderzoek overgaat van belang kunnen zijn. Wanneer wordt een dergelijke krant gedrukt? Hoe en wanneer verspreid je een zondagskrant? Reden genoeg om dus een aantal van deze kranten te bezoeken met een interview. De bevindingen van de interviews zullen in deze paragraaf omschreven worden. Daarnaast volgt er in dit hoofdstuk een beknopte opsomming van de mogelijke concepten voor een zondagskrant. In de laatste paragraaf wordt aangeven wat de insteek (met insteek wordt een of enkele van de varianten voor een zondagskrant bedoelt) van het consumentenonderzoek zal worden en waarom voor een bepaalde insteek is gekozen.

4.1 Bestaande zondagskranten

In Nederland verschijnen er 54 zondags titels (zie bijlage 1). Dit zijn allemaal huis aan huis kranten. In een aantal delen van Nederland worden deze kranten uitgegeven. In Oost Nederland is het vooral Wegener die deze kranten in een aantal steden (met bijbehorende regio) uitgeeft. In Zuid-Nederland is het Janssen Pers die een 10 tal titels op de markt brengt. Meest opvallende deel van Nederland is Noord Holland. Hier geven zowel HHC als Rodi Media B.V. in dezelfde regio dezelfde soort kranten uit. In totaal verschijnen er in Noord Holland ongeveer 25 titels met een gezamenlijke oplage van meer dan 1 miljoen stuks! Er is dus blijkbaar een markt voor dit soort kranten. Redenen genoeg om een aantal van deze uitgevers met een bezoekje te verblijden.

4.1.1 Ontstaan

Al in de jaren 80 verschenen de eerste zondags huis aan huis kranten. Dit waren

initiatieven van kleine uitgevers. De kranten gingen redelijk volume maken en pikten

adverteerders bij de gesettelde uitgevers vandaan. De grote uitgevers als HHC en VNU

begonnen deze initiatieven als een bedreiging te zien voor hun eigen huis aan huis

kranten en weekbladen. Als reactie op deze nieuwe vorm van huis aan huis kranten

hebben ze besloten zelf met zondag huis aan huis kranten op de markt te komen. Het

primaire doel was blijkbaar het elimineren van de concurrentie, wat voor HHC blijkbaar

niet helemaal gelukt is. Nu nog zijn er dus nog steeds van dit soort zondag huis aan huis

kranten. In Noord Holland is nog steeds sprake van een concurrentiestrijd. Rodi Pers en

HHC brengen hier dezelfde soort kranten uit. Wat de overige uitgaven betreft zijn de

verspreidingsgebieden goed verdeeld en is er niet echt sprake meer van het uit de markt

moeten drukken van concurrenten. Toch hebben de kranten blijkbaar bestaansrecht

verworven en zijn er daardoor op dit moment zo’n 54 zondagstitels in Nederland. Wel is

gebleken dat dit soort kranten bijna allemaal op een zeer reactieve manier tot stand zijn

gekomen. In de scriptie “De informatieleverancier van Noord Nederland” wordt dit

fenomeen in hoofdstuk twee uitgebreid besproken.

(19)

4.1.2 Profiel

Zoals genoemd betreffen het allemaal huis aan huis kranten. Deze kranten hebben een zeer luchtig redactioneel karakter en zijn daarnaast erg lokaal georiënteerd. De kranten hebben veelal een soort agenda functie. Zij bevatten voor de lezer informatie over activiteiten die in de komende week en in het weekend in de regio plaatsvinden en verder vrij luchtig geschreven artikelen. Deze artikelen hebben betrekking op lokale en regionale activiteiten zoals theater, muziek, festivals enzovoort. Het lokale aspect van de kranten wordt door de uitgevers zeer belangrijk gevonden. Dit betekent dat de krant qua adverteerders vooral ook lokale gerichte ondernemers als adverteerders trekt. HHC maakt gebruik van een handige formule. De 14 uitgaven hebben allemaal dezelfde lay- out en bijna dezelfde titel zoals bijvoorbeeld “Zondagochtendblad Alkmaar” en “Zondag- ochtendblad Den Helder”. Bij HHC hebben alle titels een aantal vaste artikelen en rubrieken. De krant wordt verder opgevuld met lokale advertenties. De krant wordt aangepast aan de lokale omgeving van de betreffende titel. Het lokale karakter wordt zoals reeds genoemd als een erg belangrijk aspect gezien. HHC is van mening dat de oplagen per editie daarom ook niet te groot mogen worden. Voor kleine middenstanders is het vaak niet noodzakelijk om zich regionaal te profileren. Voor een bakker geldt zelfs dat de betreffende klantengroep uit één dorp of stadsdeel komen. Een grote oplage is niet voor alle adverteerders belangrijk. De zondagskranten bevatten veelal advertenties van lokaal gerichte ondernemers. Door de oplagen niet te groot te laten worden, hoeft de adverteerder niet of minder te betalen voor zogenaamde “waste”. Een kleinere oplage brengt waarschijnlijk wel hogere kosten voor de uitgever met zicht mee. De krant zal minder efficiënt gedrukt kunnen worden.

4.1.3 Operationele problemen

Het uitgeven van zondagskranten kan wel eens een aantal operationele problemen met zich meebrengen. De kranten zullen bijvoorbeeld op de zondag verspreid moeten worden zou je mogen verwachten. De verspreiding van kranten is in Nederland sowieso al een probleem. Voor de zondag lijken deze problemen alleen maar groter te zijn. Maar ook het moment van drukken zou tot problemen kunnen leiden. Wanneer je nog enigszins up to date wilt zijn met je berichtgeving zal de krant op zaterdag gedrukt moeten worden. Is het mogelijk deze kranten op zaterdag te drukken? Is het personeel bereid hieraan mee te werken? Verder heb je misschien nog te maken met religieuze factoren. Het gaat om huis aan huis kranten, hoe gaat men om met consumenten die een dergelijke krant niet in de bus wensen te ontvangen op zondag? Dit zijn vragen die zijn voorgelegd aan de uitgevers van deze zondagskranten.

De bovenstaande mogelijke problemen zijn voor de geïnterviewde uitgevers niet aan de

orde geweest. Dit soort zondagskranten worden al in de week opgemaakt en worden op

de vrijdag al gedrukt. De sluitingstijd voor adverteerders is op de donderdag. De kranten

worden dus al op donderdag en vrijdag opgemaakt en gedrukt, hierdoor heeft men niet

te maken met operationele problemen op het vlak van productie en redactie. Dit soort

kranten kunnen daardoor nooit erg actueel zijn. Wat de distributie betreft, gaat men hier

erg flexibel mee om. De bezorgers mogen deze kranten al op de zaterdagmiddag

verspreiden. De kranten mogen van zaterdagmiddag tot en met zondagmorgen verspreid

worden. Men geeft aan dat het verspreiden van deze kranten in het weekend daardoor

niet moeilijker is dan de verspreiding van week en huis aan huisbladen. Bovendien zijn

de bezorgers vaak scholieren en deze zijn in de weekenden helemaal vrij en hoeven vaak

geen of minder tijd te besteden aan school. Omdat het geen abonnementskranten zijn is

het mogelijk flexibel met de verspreiding om te gaan. Het is en blijft voor de lezer een

krant die men gratis ontvangt. Wat religie betreft geeft men bij Wegener aan dat dit

zeker een rol speelt. In Nijmegen is men over het algemeen katholiek. Men veronderstelt

dat katholieken meer open staan voor een krant op zondag dan protestanten (dit is niet

onderzocht door Wegener). Verder geeft Wegener aan dat het lokale aspect van dit soort

kranten een soort zelf reinigend vermogen in zich heeft. Doordat dit soort kranten lokaal

gepositioneerd zijn en de adverteerders vaak deelnemer is van een sociale groep heeft

deze sociale groep invloed op het gedrag van de adverteerder. Wanneer deze sociale

(20)

groep een bepaalde aversie tegen een zondagskrant zou hebben, dan zou men de adverteerder hierop aanspreken en deze zal dan kunnen besluiten niet meer te gaan adverteren in een zondagskrant. Verder geeft men aan dat de lezer een stikker op de bus kan plakken, die weergeeft dat men geen zondagskrant wenst te ontvangen. Uitgebreid onderzoek naar het leesgedrag van dit soort kranten en de waardering van dit soort kranten door de lezer is er eigenlijk niet gedaan. Wegener heeft een onderzoek laten uitvoeren onder de lezers van haar huis aan huisbladen, en dus ook onder de lezers van de zondagskranten. De resultaten (voor zover die beschikbaar zijn gesteld aan dit onderzoek) geven zeer weinig inzicht in de perceptie van de lezer ten aanzien van dit soort kranten.

4.1.4 Succesfactoren

Voor de lezer worden dit soort kranten beschouwd als een agenda voor activiteiten op de zondag maar ook voor de komende week. Verder vindt de lezer de aanbiedingen die bijvoorbeeld een supermarkt voor de komende week heeft. Het adverteermoment wordt als de meest belangrijke succesfactor genoemd. Vooral supermarkten en kleine middenstanders kunnen in deze kranten advertenties voor de gehele week aanprijzen, startend op de maandag. Door ook nog eens in een huis aan huis krant te adverteren, die in het midden van de week uitgebracht wordt, kunnen de betreffende advertenties nogmaals onder de aandacht gebracht worden. Het is dus aantrekkelijk om combinatie mogelijkheden aan te bieden aan de adverteerders. In dit kader is ook het begrip kannibalisme besproken. Wanneer zou blijken dat de zondagskranten alleen maar adverteerders bij de weekbladen vandaan halen, wat is dan de economische waarde van dit soort kranten? Dit fenomeen wordt gesignaleerd, maar de combinatiemogelijkheid leidt blijkbaar tot een synergie tussen doordeweekse - en zondags huis aan huis kranten, waardoor de combinatie van beide tot economische groei leidt.

De operationele problemen zijn voor een krant met het format van de bestaande zondagskranten in Nederland dus niet erg groot. Met bezorging wordt vrij flexibel omgesprongen en de kranten worden al in de week opgemaakt en gedrukt. De inhoud van de kranten is erg luchtig en bevat weinig actueel nieuws wat ertoe leid dat er redactioneel niet veel aandacht aanbesteed hoeft te worden. Het zijn kranten die hun bestaansrecht bijna volledig te danken hebben aan de adverteerders. Hierdoor zijn dit soort kranten niet te vergelijken met het uitgangspunt van de zondagskrant zoals die in dit onderzoek onderzocht zal worden (zie paragraaf 4.3). Dit onderzoek probeert een beeld te schetsen voor de mogelijkheden van een “echte” zondagskrant in Noord Nederland. Een krant die dus voor de lezer of een bepaalde doelgroep een toegevoegde waarde zal hebben en dus aansluit op behoeften van de lezer en op basis daarvan bepaalde adverteerders kan trekken (bij de bovenstaande huis aan huis kranten zijn de rollen omgedraaid)

4.2 varianten zondagskranten

Er zijn een aantal verschillende varianten van zondagskranten te onderscheiden. Op basis van het vooronderzoek, interne interviews, en de interviews bij Wegener en HHC, zijn een aantal varianten ten aanzien van zondagskranten aan de orde gekomen. In deze paragraaf zullen de verschillende varianten beknopt aan de orde komen. In paragraaf 4.1 zijn de huis aan huis zondagskranten zoals die in Nederland worden uitgegeven, reeds omschreven. Daarom zal deze variant hieronder niet weer besproken worden.

In het buitenland bestaan er echte zondagskranten. Dit zijn aparte uitgaven van

bestaande dagbladen op de zondag (zoals de Sunday Times) maar ook aparte

zondagstitels. Dit zijn dus kranten met een hoog redactioneel gehalte die erg veel lijken

op de gangbare dagbladen. Dit soort kranten bevatten vaak een groot aantal extra

bijlagen waarin uiteenlopende onderwerpen voor verschillende doelgroepen aan de orde

komen. Deze kranten worden vaak in de losse verkoop verkocht. Ze zijn enigszins te

vergelijken met de zaterdagkrant zoals wij die hier in Nederland in de bus ontvangen. In

landen als België, Engeland en Duitsland zijn dit soort kranten al jaren ingeburgerd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Vragen 1 t/m 10: voor elk goed antwoord +3 punten, voor elk fout antwoord − ¾ punt. Een stuk papier heeft de vorm van een rechthoekige driehoek met zijden 3, 4 en 5 cm. Je vouwt

Voila, en dan heb je Handelingen 2,26 (de vreugde van David); 2,46 (de vreugde van de eerste christenen die samen komen en het voedsel in blijdschap genieten) ; 16,34 (de vreugde

Als je door deze bril kijkt dan zie je heel veel leuke dingen die je het voorbije schooljaar in je klas hebt gedaan. Een diavoorstelling wordt opgestart en per klas komt de

De Ronde Venen - In 2020 ging het evenement niet door vanwege Covid, maar op 2 en 3 september 2021 werd voor het KWF de Mont Ventoux op gerend, gewandeld en gefietst, om geld

De nummers 3 en 4 gaan door naar de B poule en kunnen niet meer voor een echt kampioenschap spelen, maar wel als winnaar in de B-poule eindigen. Met enige trots kan TVM

Net als in Rome ging het in Scherpenheuvel om een groep priesters, meestal twaalf, die in gemeenschap wilden leven.. Daarmee wilde Bouckaert inspe- len op

Hij begreep dat zijn moeder niet meer wilde leven maar vond dat ze niet voldeed aan de voorwaarden van de euthanasiewet omdat 'alle mensen van een RVT dan euthanasie kunnen vragen'..

Open Vld wil niet raken aan het feit dat een arts nooit verplicht kan worden om euthanasie uit te voeren, maar dit mag niet inhouden dat patiënten daardoor niet verder geholpen