• No results found

Mogelijke inplanting van windturbines in het Linkerscheldeoevergebied

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Mogelijke inplanting van windturbines in het Linkerscheldeoevergebied"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Instituut voor Natuurbehoud

Onze referentie: IN.A.2001.55. Datum: 10/04/2001 Contactpersoon: Joris Everaert Telefoon: 02 - 558.18.27.

Email: joris.everaert@instnat.be

“ Interactie tussen locaties voor windturbines Joris Everaert en vogelbestanden in Vlaanderen. ”

Project op het Instituut voor Natuurbehoud in opdracht van het Vlaamse Gewest, administratie Economie, afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie. Mogelijke inplanting van windturbines in het Linkerscheldeoevergebied.

Aanvullend advies bij de Nota IN.A.2001.32.

De volgende gebieden kunnen in aanmerking komen voor de mogelijke inplanting van windturbines (Figuren, zie bijlage).

- Zones aangeduid door de terreinbeherende instanties:

Zone 3: Het zuidoostelijk deel van deze zone (gebied 3.1), best in één of twee

lijnopstellingen evenwijdig met de R2 (cluster).

Zone 4: Eventueel een kleine cluster of lijnopstelling, waarbij rekening wordt gehouden met

de belangrijkste vliegbewegingen van meeuwen.

Zone 5: Het zuidelijk deel van deze zone (gebied 5.1), best in een lijnopstelling evenwijdig

met de R2.

Zone 9: Het westelijke en centrale deel van deze zone (gebied 9.1), best in een lijnopstelling

evenwijdig met de N49.

Zone 11: Het zuidelijk deel van deze zone (gebied 11.1), best in een lijnopstelling evenwijdig

met de N49.

Zone 12: Eventueel een kleine cluster of lijnopstelling, waarbij rekening wordt gehouden met

de belangrijkste vliegbewegingen van meeuwen.

Zone 13: Het centrale deel van deze zone (gebied 13.1), waarbij rekening wordt gehouden

met de belangrijkste vliegbewegingen van meeuwen.

Zone 15: Eventueel het westelijke en centrale deel van deze zone (gebied 15.1).

Zone 16: Eventueel het meest zuidelijke deel van deze zone (gebied 16.1), maar alleen als er

meer duidelijkheid bestaat over de toekomstige bestemming van dit gebied. Indien er een natuurgebied zou komen (als verbinding tussen Blokkersdijk en het Groot Rietveld), dan kunnen er daar geen windturbines geplaatst worden.

- Bijkomende gebieden die in aanmerking kunnen komen: Gebied 1, 2 & 3: Een lijnopstelling evenwijdig met de N49.

___________________________________________________________________________ Instituut voor Natuurbehoud

Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse Gemeenschap

Kliniekstraat 25 – B-1070 Brussel – België – Tel. 02-558.18.11. – Fax. 02-558.18.05.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De geplande windturbines zullen samen met de bestaande turbines een lijnopstelling vormen die ongeveer loodrecht staat op de lokale trekroute van voornamelijk

Figuur 1: Zoekzones voor windturbines: derde fase met afweging voor aspect avifauna.. Een ruimtelijke detailweergave per regio (nummers 1-9) is weergegeven in de Figuren 2

Betreffende het provinciaal beleidskader windturbines Oost-Vlaanderen, werd door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) reeds op 17 juni 2008 een advies

Kunnen de effecten op vogels en vleermuizen van de geplande windturbines op het industriegebied Genk Zuid voldoende ingeschat worden, in het bijzonder voor de woudaap..

Om een goede inschatting te kunnen maken van de mogelijke impact, is het aangeraden om bij geplande windturbines binnen een risicozone voor vleermuizen (zie lijst

Op dergelijke momenten vliegen roofvogels ook regelmatig tot op meer dan 100 m hoogte (Cramp et al., 1980).. 30,31) geeft men aan dat het tijdelijk stilleggen van de

Gezien het grote belang van het gebied voor vogels is het ten zeerste aangeraden dat de definitieve keuze van een locatie voor windturbines in de Gentse

De effecten van de 14 bestaande 600 kW windturbines in lijnopstelling langs het Boudewijnkanaal (Pathoekeweg) werden gedurende 5 jaar onderzocht door het