Lineaire verbanden
Drie jongens met geld
Peter heeft 1500 euro en geeft elke week 80 euro uit.
Hier is de formule van het geld van Freddy B=500+30*t (t in weken)
Hoeveel geld Sjaak heeft zie je in de grafiek hieronder
a. Geef de formules voor Peter en Sjaak
b. Teken de lijnen van Peter en Freddy in de grafiek
c. Bereken na hoeveel weken Peter even veel geld heeft als Freddy?
d. Na hoeveel weken heeft Sjaak €600 minder dan in het begin?
0 200 400 600 800 1000 1200 1400 1600
0 1 2 3 4 5 6
Bedrag in €
tij d in weken
Sjaak
Rekenen met procenten, emigratie cijfers en korting
1.
In Nederland wonen 8 miljoen huishoudens.
Hiervan denkt 3% wel eens na over emigreren. Na gemiddeld 6 jaar is een kwart hiervan inderdaad vertrokken. Hiervan gaat 15% naar een land buiten Europa.
Hoeveel huishoudens vertrekken naar een land buiten Europa?
2.
Hieronder zie je de resultaten wiskunde van Frieda.
s s p s s p
(1) (1) (3) (1) (1) (3)
4 5,5 5 6,5 4,5
s: schriftelijke overhoring (telt één maal mee) p: proefwerk (telt driemaal mee)
Welk cijfer moet Frieda voor het laatste proefwerk halen om gemiddeld op 5,5 uit te komen?
3.
Drie supermarkten stunten met koffieprijzen:
EmTé: € 2,50 per pak en vier voor de prijs van drie.
AH: € 2,60 per pak en het tweede pak voor de halve prijs.
Aldi: € 2,70 per pak en drie voor de prijs van twee.
a. Hoeveel procent bedraag de korting van AH?
b. Welke supermarkt is het goedkoopst?
c. Waar kan je het beste naartoe als je vier pakken nodig hebt?