• No results found

Docent: Prof. dr. F. den Hollander

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Docent: Prof. dr. F. den Hollander"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Hertentamen Inleiding Kansrekening 5 juli 2017, 14:00–17:00

Docent: Prof. dr. F. den Hollander

Bij dit tentamen is het gebruik van boek en aantekeningen niet toegestaan, wel het gebruik van rekenmachine. Er zijn 8 vragen, elk met twee of drie onderdelen. Elk onderdeel is een aantal punten waard, dat vet gedrukt is aangegeven. Het totaal aantal punten is 100. Er zijn vragen in drie categorie¨en: R = reproductie, T = toepassing, I = inzicht.

Schrijf je naam, studentnummer en studierichting op elk blad dat je inlevert. Mo- tiveer steeds je antwoorden: een los antwoord zonder uitleg is niet voldoende. Elke berekening dient van een toelichting te worden voorzien.

(1) [R] Gegeven zijn vier gebeurtenissen A 1 , A 2 , A 3 , A 4 met kansen P(A 1 ) = 1 6 , P(A 2 ) = 1 5 , P(A 3 ) = 1 4 , P(A 4 ) = 1 3 .

(a) [6] Laat zien dat

1

3 ≤ P(A 1 ∪ A 2 ∪ A 3 ∪ A 4 ) ≤ 19 20 .

(b) [4] Geef voorbeelden, aan de hand van een Venn-diagram, waaruit blijkt dat de ondergrens en de bovengrens bereikt kunnen worden.

(2) [R] Zij A de gebeurtenis dat de ijssalon morgen open is. Zij B i , i = 1, 2, de gebeurtenis dat morgen de maximale temperatuur 20 + 10i graden Celsius is. Het weerbericht meldt dat P(B 1 ) = 1 3 en P(B 2 ) = 2 3 . De eigenaar van de ijssalon meldt dat P(A | B 1 ) = 1 4 en P(A | B 2 ) = 3 4 .

(a) [5] Bereken P(A).

(b) [5] Bereken P(B 1 | A) en P(B 2 | A).

(3) [R] Zij X de continue stochast met kansdichtheidsfunctie f X (x) =  1 − 1 2 x, 0 ≤ x ≤ 2,

0, elders.

Zij Y = (X − 1) 2 .

(2)

(a) [8] Bereken de cumulatieve kansverdelingsfunctie F Y en met behulp daar- van de kansdichtheidsfunctie f Y .

(b) [4] Bereken E(Y ).

(c) [4] Bereken var(Y ).

(4) [I] Zij X, Y het paar discrete stochasten met gezamenlijke kansmassafunctie

p X,Y (k, `) =

6

π 2 (k + ` − 1) 3 , k, ` ∈ N,

0, elders.

(a) [4] Zijn X, Y identiek verdeeld? Zijn X, Y onafhankelijk?

(b) [4] Bereken de kansmassafunctie p Z van Z = X + Y − 1.

(c) [8] Geef een formule voor P(X > Y ). Bereken deze kans vervolgens tot en met twee decimalen achter de komma nauwkeurig.

(5) [R] Het paar continue stochasten (R, S) heeft gezamenlijke kansdichtheids- functie

f R,S (r, s) =  e −s , 0 < r < s < ∞, 0, elders.

Zij (U, V ) = (e R , e S ).

(a) [8] Bereken de gezamenlijke kansdichtheidsfunctie f U,V . Hint: Bepaal eerst de Jacobiaan van de inverse van de transformatie T : (r, s) → (u, v) = (e r , e s ).

(b) [2] Bereken E(UV ).

(6) [T] Zijn X, Y discrete stochasten met kansmassafunctie

p X (k) = ( ( 1 2 ) k , k ∈ N,

0, elders, p Y (`) = ( 1

2 , ` = 1, 2, 0, elders.

Veronderstel dat X, Y onafhankelijk zijn.

(a) [5] Bereken de kansmassafunctie p Z van Z = XY .

(b) [5] Bereken de kansgenererende functie G Z . Wat is de convergentiestraal?

(7) [T] Zij X = (X n ) n∈N

0

de Markovketen met toestandsruimte S = {1, 2, 3, 4} en

(3)

overgangsmatrix

P =

0 p 0 1 − p

1 − p 0 p 0

0 1 − p 0 p

p 0 1 − p 0

 ,

waar p ∈ [0, 1] een parameter is.

(a) [4] Voor welke waarden van p is X irreducibel, respectievelijk, is X ape- riodiek?

(b) [4] Bereken de invariante kansverdeling π = (π 1 , π 2 , π 3 , π 4 ).

(c) [4] Voor welke waarden van p is π reversibel?

(8) [I] Neem twee 3-zijdige dobbelstenen. Werp de twee dobbelstenen en noteer hun uitkomst. Kies daarna willekeurig ´ e´ en dobbelsteen, werp die dobbelsteen en noteer de uitkomst van beide dobbelstenen. Herhaal dit laatste kansexpe- riment.

(a) [4] Laat zien dat de aldus gegenereerde rij van paren van uitkomsten X = (X n ) n∈N

0

een Markovketen vormen.

(b) [4] Wat is de toestandsruimte S van X? Wat is de overgangsmatrix P van X?

(c) [8] Zij Y n de som van het paar uitkomsten na n worpen. Is Y = (Y n ) n∈N

0

een Markovketen?

(4)

OPLOSSINGEN

(1) (a) De bovengrens volgt uit de ongelijkheid

P(A 1 ∪ A 2 ∪ A 3 ∪ A 4 ) ≤ P(A 1 ) + P(A 2 ) + P(A 3 ) + P(A 4 ), de ondergrens uit de ongelijkheid

P(A 1 ∪ A 2 ∪ A 3 ∪ A 4 ) ≥ max 

P(A 1 ), P(A 2 ), P(A 3 ), P(A 4 ) .

(b) De bovengrens wordt bereikt door A 1 , A 2 , A 3 , A 4 disjunct te kiezen, de ondergrens door te kiezen A 1 ⊂ A 2 ⊂ A 3 ⊂ A 4 .

(2) (a) Bereken

P(A) = P(A | B 1 ) P(B 1 ) + P(A | B 2 ) P(B 2 ) = 1 4 1 3 + 3 4 2 3 = 12 7 . (b) Bereken

P(B 1 | A) = P(A | B 1 ) P(B 1 )

P(A) =

1 4

1 3 7 12

= 1 7 ,

P(B 2 | A) = P(A | B 2 ) P(B 2 )

P(A) =

3 4

2 3 7 12

= 6 7 . (3) (a) Bereken, voor y ∈ [0, 1],

F Y (y) = P(Y ≤ y) = P (X − 1) 2 ≤ y  = P − √

y + 1 ≤ X ≤ √ y + 1 

=

Z y+1

− √ y+1

f X (x) dx =

Z y+1

− √ y+1

(1 − 1 2 x) dx = Z y

− √ y

( 1 2 − z) dz

=  1

2 z(1 − z)  z= √ y z=− √

y = 1 2

y (1 − √

y) + 1 2

y (1 + √

y) = √ y.

Het is verder evident dat F Y (y) = 0 voor y ≤ 0 en F Y (y) = 1 voor y ≥ 1.

Na differenti¨eren volgt

f Y (y) = F Y 0 (y) =

 1 2 √

y , y ∈ (0, 1), 0, elders.

(b) Bereken

E(Y ) = Z

yf Y (y) dy = Z 1

0 1 2

√ y dy =  1

3 y 3/2  y=1

y=0 = 1 3 .

(5)

(c) Idem geldt

E(Y 2 ) = Z

R

y 2 f Y (y) dy = Z 1

0 1

2 y 3/2 dy =  1

5 y 5/2  y=1 y=0 = 1 5 , en derhalve var(Y ) = E(Y 2 ) − E(Y ) 2 = 1 51 9 = 45 4 .

(4) (a) Vanwege symmetrie geldt p X = p Y , dus zijn X, Y identiek verdeeld. Om- dat p X,Y 6= p X p Y zijn X, Y niet onafhankelijk.

(b) De som Z = X + Y − 1 heeft kansmassafunctie p Z (m) = 6

π 2 X

k∈N

X

`∈N

1 {k+`−1=m} p X,Y (k, `)

= 6 π 2

m

X

k=1

1 m 3 = 6

π 2 1

m 2 , m ∈ N.

(c) Vanwege symmetrie geldt

P(X > Y ) = 1 2 P(X 6= Y ) = 1 2 1 − P(X = Y )

= 1 2

"

1 − X

k∈N

6 π 2

1 (2k − 1) 3

# .

De gevraagde benadering krijgen we door de som na k = 2 af te breken.

Omdat 1 2 [1 − (6/π 2 )(1 −3 + 3 −3 )] = 0.1622... en 1 2 (6/π 2 )5 −3 = 0.0024..., is het antwoord P(X > Y ) ≈ 0.16.

(5) (a) De transformatie T gegeven door (u, v) = T (r, s) = (e r , e s ) is een bijectie met inverse T −1 gegeven door (r, s) = T −1 (u, v) = (log u, log v). De Jacobiaan van T −1 is de determinant

J (u, v) =

∂r

∂u

∂r

∂v

∂s

∂u

∂s

∂v

=

u −1 0 0 v −1

= (uv) −1 . Volgens de Jacobi formule geldt dus dat

f (U,V ) (u, v) = f (R,S) r(u, v), s = (u, v) |J(u, v)|

= ( v −1 (uv) −1 , 1 < u < v < ∞,

0, elders.

(6)

(b) Er volgt E(U V ) =

Z

R

du Z

R

dv uv f (U,V ) (u, v) = Z ∞

1

du Z ∞

u

dv v −1 = ∞.

De integraal divergeert.

(6) (a) De kansmassafunctie van Z = XY wordt gegeven door p Z (m) = X

k∈N

X

`=1,2

1 {k`=m} ( 1 2 ) k 1 2 = 1 2 ( 1 2 ) m + 1 {m even} ( 1 2 ) m/2 , m ∈ N, (b) De kansgenererende functie van Z is

G Z (s) = X

m∈N

s m p Z (m) = 1 2 X

m∈N

( 1 2 s) m + 1 2 X

m∈N

( 1 2 s 2 ) m

= 1 2 s

2 − s + 1 2 s 2

2 − s 2 , s ∈ C.

De convergentiestraal van G Z is √ 2.

(7) (a) De toestandsruimte S kun je zien als de punten van een vierkant die kloksgewijs geordend zijn. De overgangskansen zijn zo dat sprongen met de klok mee kans p hebben en sprongen tegen de klok in kans 1 − p.

Daardoor is X voor alle waarden van p irreducibel en voor geen enkele waarde van p aperiodiek (de periode is 2 voor p ∈ (0, 1) en 4 voor p = 0, 1).

(b) De invariante verdeling is een oplossing van de vergelijking π = πP met π 1 + π 2 + π 3 + π 4 = 1. Omdat X irreducibel is, is de oplossing uniek. Dit geeft het stelsel vergelijkingen

π 1 = (1 − p)π 2 + pπ 4 , π 2 = (1 − p)π 3 + pπ 1 , π 3 = (1 − p)π 4 + pπ 2 , π 4 = (1 − p)π 1 + pπ 3 ,

dat π = ( 1 4 , 1 4 , 1 4 , 1 4 ) als unieke oplossing heeft voor alle p.

(c) De Markovketen is reversibel dan en slechts dan wanneer p = 1 2 . Alleen dan geldt dat π 1 p ij = π j p ji voor alle 1 ≤ i < j ≤ 4.

(8) (a) De Markoveigenschap volgt uit het feit dat, voor elke n ∈ N 0 , de kansver-

deling van X n+1 alleen maar afhangt van X n . Immers, een van de twee

dobbelstenen wordt niet geworpen en de uitkomst van de worp met de

andere dobbelsteen is toevallig.

(7)

(b) De toestandsruimte is

S = {11, 12, 13, 21, 22, 23, 31, 32, 33}, de overgangsmatrix is

p (ij)(k,`) =

 

 

1

6 , k = i, ` 6= j of k 6= i, ` = j,

1

3 , k = i, ` = j, 0, elders.

(c) Wanneer X n = (X n 1 , X n 2 ), dan geldt Y n = X n 1 + X n 2 . Omdat informatie verloren gaat door de sommatie, is Y g´ e´ en Markovketen. Bijvoorbeeld de toestand Y n = 4 correspondeert met X n ∈ {(1, 3), (2, 2), (3, 1)}. Er geldt echter

P X n+1 = x | X n = (1, 3) = ( 1

6 , x = (1, 1), (1, 2), (2, 3), (3, 3),

1

3 , x = (1, 3), P X n+1 = x | X n = (2, 2) =

( 1

6 , x = (1, 2), (3, 2), (2, 1), (2, 3),

1

3 , x = (2, 2), en derhalve

P Y n+1 = y | X n = (1, 3) = ( 1

6 , y = 2, 3, 5, 6,

1

3 , x = 4, P Y n+1 = y | X n = (2, 2) =

( 1

3 , x = 3, 4, 5, 0, x = 2, 6.

De kansverdeling van Y n+1 hangt dus niet alleen maar van de waarde van Y n

af.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

ãëÊJ8Nä ­Ï@ÝßÚKÑÓåvÉvޖÎÝâۙɵÝÇÚxÝ®ÎÐpÒ¹ÔnÎІØzå@É Î4ÝÇà™Î4Ï@ÐBÚëۙàâå{ÎÝâۙɵÞjÛ™É æ ÐpÒùEÐWÚpõpáNÝÇÉvÞpÐ

Komt hij tussendoor echter op het ongewenste getal, vervalt de uitkomst van de worp van de dobbelstenen en moet de dobbelsteen worden doorgegeven. Na elke ronde wordt de score

Buiten onze thuismarkten verkopen we speculoos onder het merk Lotus Biscoff.. Dat is de sa- mentrekking van Biscuit

Indien voorafgaand qan een mogelijk beroep bij de bestuursrechter bezwqqr is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, knn een verzoek om voorlopige

Het doel van het onderzoek is om tot een schatting te komen van het gemiddeld aantal glazen dat jongeren tussen 18 en 21 jaar op die feestdag drinken.. Daartoe wordt een

Het zal echter duidelijk zijn dat een vervangingsinkomen wel nodig zal zijn voor velen, maar daarvoor kijken we dan naar echt (opleidings)tijdspecifieke ondersteuning zoals het

In een bedrijf zoals Euroterm, waar de werknemers niet zelf over alle informatie beschik- ten en dus de analyse niet op een systematische wijze maakten, zou een dergelijke analyse

Houdt moed want de Heer brengt verlossing voor jou. Want dit is de strijd van