• No results found

Eindrapportage tariefsverlaging GtS 2002 Prismanummer: 100554/ 146.R443

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Eindrapportage tariefsverlaging GtS 2002 Prismanummer: 100554/ 146.R443"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Eindrapportage tariefsverlaging GtS 2002

Prismanummer: 100554/ 146.R443

1

Inleiding

1. In de bindende aanwijzing van 20 december 2001, met kenmerk 100554/ 15, heeft de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie (hierna: DTe) Gasunie1 opgedragen de

indicatieve tarieven van de basisdiensten transport en kwaliteitsconversie en de gehanteerde boetes in de periode 2002 tot en met 2005 telkens nominaal met 5 procent te verlagen ten opzichte van het voorafgaande jaar.

2. De bindende aanwijzing van 20 december 2001, met kenmerk 100554/ 15, is op 15 februari 2002 gewijzigd met het wijzigingsbesluit met kenmerk 100554/ 30 en op 30 augustus 2002 met het besluit op bezwaar met kenmerk 100554/ 93.

3. DTe heeft de controle van de tariefsverlaging voor het jaar 2002 afgerond. In deze

eindrapportage wordt inzicht gegeven in de wijze waarop DTe de controle heeft uitgevoerd en wordt aangegeven welke conclusies DTe ten aanzien van de tariefsverlaging voor het jaar 2002 heeft getrokken. Hoofdstuk 2 geeft op hoofdlijnen een beschrijving van het

onderzoeksproces waarbij tevens wordt aangegeven welke factoren een complicerende rol hebben gespeeld in het onderzoek. In de hoofdstukken 3 en 4 wordt ingegaan op de verlaging van het transporttarief. Hoofdstuk 5 behandelt de verlaging van het aansluittarief, het tarief voor kwaliteitsconversie en de diverse boetes. In hoofdstuk 6 worden de conclusies ten aanzien van de tariefscontrole voor het jaar 2002 weergegeven.

2

Procesbeschrijving op hoofdlijnen

4. Op 20 december 2001 heeft DTe GtS opgedragen om de tarieven voor transport, kwaliteitsconversie en de transportgerelateerde boetes in de jaren 2002 tot en met 2005 telkens nominaal met 5 procent te laten dalen. Hierbij werd reeds voorzien dat de wijziging van het CDS tarievenstelsel in 2001 naar het Trajectenstelsel in 2002 een complicerende factor zou vormen. De tarieven van 2002 waren hierdoor immers niet meer rechtstreeks vergelijkbaar met de tarieven van 2001. Om de tariefsvergelijking mogelijk te maken, heeft DTe in de bindende aanwijzing bepaald dat GtS de omzet van 2001 diende te vergelijken met

1

(2)

de omzet 2002. De omzet 2002 diende – gegeven de afgezette hoeveelheden in het jaar 2001 – nominaal 5 procent lager te zijn dan de omzet in 2001. Daarbij werd echter aangegeven dat DTe een door GtS gebruikte alternatieve methode voor de 5 procent tariefsverlaging zou bestuderen2

. GtS diende bovendien binnen een maand na dagtekening van het besluit ten aanzien van dit onderdeel van de bindende aanwijzing een goedkeurende

accountantsverklaring te overleggen.

In formulevorm is de bindende aanwijzing als volgt weer te geven:

2001 CDS 2001 CDS 2001 telsel Trajectens 2002 telsel Trajectens

*

Q

0

.

95

*

P

*

Q

P

=

å

å

Hierbij is: i j

P

= Tarief in het jaar i onder het tariefsysteem j

i j

Q

= Transportprestatie in het jaar i onder het tariefsysteem j

5. Bij brief van 30 januari 2002 heeft GtS nieuwe indicatieve tarieven ingediend waarmee volgens haar invulling werd gegeven aan de 5 procent tariefsverlaging voor het jaar 2002. Vervolgens heeft GtS op 5 februari 2002 een goedkeurende accountantsverklaring overgelegd met betrekking tot het opvolgen van het desbetreffende onderdeel van de bindende

aanwijzing3

. Desalniettemin achtte DTe het nodig om ook zelf een nader onderzoek in te stellen naar de wijze waarop GtS invulling heeft gegeven aan de 5 procent tariefsdaling voor het jaar 2002.

6. In het onderzoek heeft DTe geconstateerd dat de volgende factoren een complicerende rol hebben gespeeld bij het uitvoeren van en de controle op de tariefsverlaging van 5 procent voor het jaar 2002.

q Het CDS tarievenstelsel voor 2001 was gewijzigd in het Trajectenstelsel voor het jaar 2002 (zie ook randnummer 4). Dit betekende onder andere het vervallen van de zogenaamde 200 kilometer “ cap” en het wegvallen van de dienst uurflexibiliteit;

2

Zie randnummer 130 van de bindende aanwijzing.

3

(3)

q In het jaar 2001 was er nog geen transportcontract gesloten tussen Gasunie Trade & Supply en GtS. Als gevolg hiervan is de totale transportprestatie en de totale transportomzet voor het jaar 2001 onbekend;

q Een groot deel van het klantenportfolio van Gasunie Trade & Supply bestaat uit

beschermde afnemers. Deze afnemers worden afgerekend onder het zogenaamde zone-stelsel waarin geen expliciet onderscheid wordt gemaakt tussen de leverings- en

transportcomponent.

7. Vanwege bovengenoemde complicerende factoren heeft GtS een omzettingsmodel opgesteld waarmee de tariefsverlaging kon worden doorgevoerd. Het onderzoek van DTe betreft in de eerste plaats een onderzoek van het omzettingsmodel (zie hiervoor verder hoofdstuk 3) en in de tweede plaats de toets van het omzettingsmodel aan de hand van de realisaties (zie hiervoor verder hoofdstuk 4).

3

Beoordeling van het omzettingsmodel

8. In randnummer 4 is aangegeven dat DTe in de bindende aanwijzing heeft bepaald dat GtS de transportomzet van 2001 diende te vergelijken met de transportomzet van 2002. Echter, zoals in randnummer 6 is aangegeven, was de transportomzet van 2001 vanwege het

ontbreken van een transportcontract tussen GtS en Gasunie Trade & Supply niet bekend. Om de transportomzet voor het jaar 2001 te kunnen bepalen, heeft GtS eerst de

transportprestatie voor het jaar 2001 berekend. Kern van deze berekening is het toepassen van het CDS tarievenstelsel voor alle klanten die transport als dienst afnemen.

3.1

9. In het jaar 2001 werden verschillende tarievenstelsels gebruikt voor de verschillende afnemers van transportdiensten (zie ook randnummer 6). Hierdoor zijn er drie afnemerscategorieën onderscheiden:

q Niet CDS klanten van Gasunie Trade & Supply bestaande uit de beschermde afnemers en exportklanten. Deze klanten zijn verantwoordelijk voor {vertrouwelijk}procent van de totale transportomzet van GtS;

q CDS-klanten van Gasunie Trade & Supply. Deze klanten zijn verantwoordelijk voor {vertrouwelijk} procent van de totale transportomzet van GtS;

(4)

Ad a) Niet CDS-klanten

10. De transportprestatie van beschermde afnemers is bepaald op basis van een schatting. Voor deze schatting is gebruik gemaakt van de maximum uurcapaciteit en het gemiddeld

jaarvolume per exitpunt. De maximum uurcapaciteit en het gemiddeld jaarvolume per exitpunt zijn ontleend aan de planningsdatabase die GtS ook gebruikt bij het plan van gasafzet, knelpuntenanalyse gastransport en de planning van het gastransport. In de planningsdatabase wordt uitgegaan van een normaal weerjaar. Met behulp van deze gegevens heeft GtS berekend wat de transportprestatie voor deze groep afnemers zou zijn geweest als deze afnemers waren afgerekend onder het CDS tarievensysteem. Hiertoe heeft GtS berekend welk deel van de maximum uurcapaciteit als basislast zou zijn aangemerkt en welk deel als additionele capaciteit. Basislast wordt verondersteld vanuit het dichtstbijzijnde relevante entrypunt4 te zijn getransporteerd en additionele capaciteit vanuit Noordbroek.

Ad b) CDS-klanten van Gasunie Trade & Supply

11. De transportprestatie 2001 van CDS klanten die door Gasunie Trade & Supply worden beleverd, is gebaseerd op geprognosticeerde afzetgegevens. Omdat deze klanten van

Gasunie Trade & Supply in 2001 werden afgerekend onder het CDS tarievenstelsel, kan uit de contracten worden afgeleid welk deel van het transporteerde volume als basislast moet worden aangemerkt en welk deel als additionele capaciteit. De geprognosticeerde afzetgegevens zijn gebaseerd op een normaal weerjaar en ontleend aan de reeds in

randnummer 10 genoemde planningsdatabase die GtS ook gebruikt bij het plan van gasafzet, knelpuntenanalyse gastransport en de planning van het gastransport.

Ad c)Klanten van derden shippers

12. De transportprestatie van derden shippers is gebaseerd op de per 1 januari 2001 afgesloten transportcontracten. Indien kwaliteitsconversie voor klanten van derden shippers nodig was, is dit gedaan op een knooppunt waar het totale tarief voor transport en conversie het laagst is. Op deze manier is de te gebruiken route onder het Trajectenstelsel bepaald.

13. De totale berekende transportprestatie (hierna: berekende transportprestatie) is gelijk aan de som van de transportprestatie voor de niet CDS-klanten, de CDS klanten van Gasunie Trade & Supply en klanten van derden shippers en bedroeg {vertrouwelijk} m3 per uur maal

kilometer per jaar. Deze transportprestatie is vervolgens vertaald naar de voor het

Trajectenstelsel gedefinieerde trajecten door uit te gaan van dezelfde entry-en exitpunten als gebruikt in het CDS-tarievenstelsel.

4

(5)

3.2

Het berekenen van de transportomzet

14. Met behulp van de transportprestatie, die berekend is op de hierboven beschreven wijze, heeft GtS vervolgens twee transportomzetten uitgerekend. De berekende transportomzet 2001 met behulp van het CDS tarievenstelsel uit het jaar 2001 (hierna: berekende omzet CDS) en de berekende omzet onder het Trajectenstelsel met behulp van de in november 2001 gepubliceerde indicatieve tarieven voor het Trajectenstelsel 2002 (hierna: berekende omzet Trajectenstelsel).

15. In 2001 vormde uurflexibiliteit een component van de transportomzet van GtS. In 2002 was het echter niet meer mogelijk om uurflexibiliteit bij GtS te contracteren. Op de berekende omzet CDS heeft GtS daarom een correctie uitgevoerd. Deze correctie voor uurflexibiliteit op de berekende omzet CDS bestaat uit de volgende 2 stappen:

a. een verhoging van de berekende omzet CDS vanwege de te betalen uurflexibiliteitsdienst; b. een verlaging van de berekende omzet CDS vanwege een besparing op de

transportcapaciteit.

Ad a) een verhoging vanwege de te betalen uurflexibiliteitsdienst

16. Allereerst heeft GtS de uurflexibiliteitsprestatie in het jaar 2001 berekend waarbij onderscheid is gemaakt tussen het geleverde volume en de geleverde capaciteit uurflexibiliteit. Ook hier geldt de complicerende factor dat slechts een klein deel van de afnemers van deze dienst direct onder het CDS tarievenstelsel werd afgerekend, namelijk de CDS klanten van Gasunie Trade & Supply en de klanten van derden shippers. Voor deze klantengroepen heeft GtS realisaties gebruikt. Voor de niet-CDS klanten is gebruik gemaakt van analyses uit 1997 en 1998. De exportklanten zijn buiten beschouwing gelaten omdat op exportpunten geen uurflexibiliteit werd aangeboden.

17. Op grond van de berekende uurflexibiliteitsprestatie 2001 is met behulp van het CDS tarievenstelsel uit het jaar 2001 een uurflexibiliteitsomzet 2001 berekend. Vervolgens is van deze totale uuflexibiliteitsomzet een substantieel deel toegevoegd aan de berekende omzet CDS. De verdeling is gebaseerd op een interne kostenonderbouwing van Gasunie uit 1997/ 1998.

Ad b) een verlaging vanwege een besparing op de transportcapaciteit

18. Het wegvallen van de dienst uurflexibiliteit in het Trajectenstelsel heeft tot gevolg dat afnemers in 2001 minder transportcapaciteit hoefden te contracteren dan onder het Trajectenstelsel in 2002. GtS heeft hiermee rekening gehouden door te berekenen welk bedrag deze afnemers in 2002 gezamenlijk op hun transportrekening konden besparen. Bij deze berekening is gebruik gemaakt van de berekende uurflexibiliteitsprestatie (zie

(6)

vervolgens afgetrokken van de berekende omzet CDS. GtS heeft aldus in haar berekeningen rekening gehouden met het feit dat onder het Trajectenstelsel extra transportcapaciteit wordt gecontracteerd vanwege het wegvallen van de dienst uurflexibiliteit. De berekening is er met andere woorden op gericht dat de totaal berekende omzet Trajectenstelsel 5 procent lager is dan de totaal berekende omzet CDS, ondanks het feit dat in het Trajectenstelsel meer transportcapaciteit wordt geboekt.

19. De hierboven beschreven stappen voor de correctie van uurflexibiliteit hebben per saldo geleid tot een verlaging van de berekende omzet CDS.

3.3

De bepaling van de indicatieve tarieven

20. De berekende omzet Trajectenstelsel was 2,9 procent lager dan de berekende omzet CDS (zie randnummer 14). Alle indicatieve tarieven zijn vervolgens met een additionele 2,1 procent verlaagd om tot een nominale daling van 5 procent te komen. De aangepaste indicatieve tarieven 2002 zijn door GtS gepubliceerd op 30 januari 2002.

21. Op basis van gesprekken met medewerkers van GtS en de gegevens die GtS heeft overlegd, waaronder de goedkeurende accountantsverklaring, heeft DTe medio 2002 geconcludeerd dat de berekeningsmethodiek zoals deze door GtS is toegepast voor de berekening van de tariefsverlaging voor het jaar 2002 in beginsel acceptabel is. Om een definitief oordeel te kunnen geven over een juiste berekening van de tarieven 2002 achtte DTe echter ook de realisaties over 2002 van belang. De realisaties 2002 zijn begin 2003 bekend geworden. De aanvullende controle die DTe naar aanleiding hiervan heeft uitgevoerd wordt beschreven in het volgende hoofdstuk.

4

Toets van het omzettingsmodel aan de realisaties

22. In hoofdstuk 3 is een beschrijving gegeven van het omzettingsmodel dat GtS heeft gebruikt om de transportprestatie voor het jaar 2001 vast te stellen en vervolgens de tariefsverlaging door te voeren. DTe heeft in de eerste plaats onderzocht in hoeverre de uitkomsten van het omzettingsmodel overeenkomen met de realisaties. Daarnaast heeft DTe bekeken of eventuele verschillen tussen de uitkomsten van het omzettingsmodel en de realisaties van invloed zijn geweest op de doelstelling om de tarieven met 5 procent te verlagen.

4.1

Verschillen uitkomsten omzettingsmodel en realisaties

23. In het omzettingsmodel is berekend dat in het jaar 2001 een transportprestatie is geleverd van {vertrouwelijk} m3

(7)

het jaar 2002 bedroeg {vertrouwelijk} m3 per uur maal kilometer per jaar. De gerealiseerde

transportprestatie in 2002 is derhalve 16 procent hoger dan de in het omzettingsmodel berekende transportprestatie in het jaar 2001. GtS geeft een aantal mogelijke redenen voor deze afwijking die deels liggen in het feit dat het omzettingsmodel een versimpeling is van de werkelijkheid en deels in een daadwerkelijke groei in het jaar 2002 in afgesloten

transportcontracten. Daarbij heeft GtS echter aangegeven dat de afwijkingen tussen de gerealiseerde transportprestatie 2002 en de berekende transportprestatie 2001 geen invloed hebben gehad op de 5 procent tariefsverlaging.

24. DTe is van mening dat redenen voor de afwijkingen tussen de gerealiseerde

transportprestatie 2002 en de berekende transportprestatie 2001 niet volledig te achterhalen zijn. Dit is het gevolg van het feit dat er voor het jaar 2001 geen gerealiseerde

transportgegevens bekend zijn (zie hiervoor ook randnummer 6). Het is met andere woorden niet te achterhalen of de transportprestatie voor het jaar 2001 door GtS juist te hoog of te laag is ingeschat.

25. Op grond van het voorgaande heeft DTe tijdens het onderzoek besloten om vooralsnog niet nader in te gaan op de redenen van de afwijkingen tussen de gerealiseerde transportprestatie 2002 en de berekende transportprestatie 2001. Een belangrijke overweging hierbij was dat een nader onderzoek ook niet nodig zou zijn, indien blijkt dat de afwijking sowieso geen invloed heeft gehad op de tariefsverlaging. Derhalve heeft DTe zich eerst geconcentreerd op de vraag of de afwijking tussen de gerealiseerde transportprestatie 2002 en de berekende transportprestatie 2001 van invloed is geweest op de tariefsverlaging.

4.2

Relevantie van de verschillen in de totale transportprestatie

26. In de eerste plaats heeft DTe onderzocht welke invloed een wijziging van de totaal berekende transportprestatie in het omzettingsmodel heeft op de tariefsverlaging. Hierbij is het relatieve gebruik van de verschillende trajecten constant gehouden. DTe heeft met andere woorden onderzocht wat het effect op de tariefsdaling was geweest als GtS in haar omzettingsmodel niet de in randnummer 13 genoemde transportprestatie had berekend, maar een hogere of lagere transportprestatie, zonder dat er sprake is van een verschuiving in het gebruik van trajecten.

27. Uit het onderzoek van DTe blijkt dat een wijziging van de totaal berekende transportprestatie in het omzettingsmodel – bij gelijk gebruik van trajecten – niet van invloed is op de

tariefsverlaging. Dit betekent dat de totale afwijking tussen de gerealiseerde

(8)

4.3

Relevantie van de verschillen in gebruikte trajecten

28. Vervolgens heeft DTe met behulp van enkele scenario’s getoetst of een verschuiving in het veronderstelde gebruik van de trajecten in het omzettingsmodel invloed kan hebben op de 5 procent tariefsverlaging. Hieruit blijkt dat een verschuiving in het gebruik van de trajecten wel degelijk invloed kan hebben op de tariefsverlaging van 5 procent. Indien meer transport plaatsvindt over relatief duurdere trajecten dan in het omzettingsmodel verondersteld, dan heeft dit tot gevolg dat de 5 procent tariefsverlaging niet wordt behaald.

4.4

29. Uit de gerealiseerde transportgegevens over het jaar 2002 blijkt dat er ook daadwerkelijk andere trajecten zijn gebruikt dan in het omzettingsmodel was verondersteld. Een belangrijke vraag is echter of deze wijziging van trajecten ook invloed heeft gehad op de tariefsverlaging van 5 procent. Om dit te kunnen beoordelen heeft GtS een gewogen gemiddeld tarief per 100 kilometer berekend op basis van de gerealiseerde transportprestatie 2002 en de berekende transportprestatie op basis van zowel het Trajectenstelsel als het CDS tarievenstelsel5

. De berekeningen geven de volgende resultaten:

q het gewogen gemiddeld tarief per 100 kilometer op basis van de berekende transportprestatie in het Trajectenstelsel is {vertrouwelijk}per m3

per uur per jaar; q het gewogen gemiddeld tarief per 100 kilometer op basis van realisaties in het

Trajectenstelsel is {vertrouwelijk}per m3

per uur per jaar;

q het gewogen gemiddelde tarief per 100 kilometer op basis van de realisaties in het Trajectenstelsel wijkt minder dan 0,1% af van het gewogen gemiddels tarief per 100 kilometer op basis van berekende transportprestatie in het Trajectenstelsel; q het gewogen gemiddeld tarief per 100 kilometer op basis van de berekende

transportprestatie in het CDS tarievenstelsel is {vertrouwelijk}per m3 per uur per jaar.

31. Het gewogen gemiddeld tarief per 100 kilometer op basis van de berekende

transportprestatie in het Trajectenstelsel is meer dan 22 procent lager dan het gewogen gemiddeld tarief per 100 kilometer op basis van de berekende transportprestatie in het CDS tarievenstelsel. Het verschil wordt door drie redenen volledig verklaard. Ten eerste is bij de

5

(9)

berekening van de transportomzet in het CDS tarievenstelsel een correctie inzake

uurflexibiliteit toegepast (zie hiervoor randnummer 15). Toepassing van deze correctie in de berekening van het gewogen gemiddeld tarief per 100 kilometer onder het CDS tarievenstelsel zou resulteren in een 5 procent lager tarief. Ten tweede geldt dat in het Trajectenstelsel bij het eerder verlaten van een traject, toch het gehele traject in rekening werd gebracht. Dit is in het CDS tarievenstelsel niet het geval. Ten opzichte van het CDS tarievenstelsel wordt hierdoor in het Trajectenstelsel over meer kilometers getransporteerd. Toepassing van deze correctie in de berekening van het gewogen gemiddeld tarief per 100 kilometer onder het CDS tarievenstelsel zou resulteren in een 12 procent lager tarief. Tot slot zijn de tarieven in het Trajectenstelsel gemiddeld 5 procent lager vastgesteld dan in het CDS tarievenstelsel. 32. Op grond van het voorgaande concludeert DTe dat de verschuiving van het gebruik van

trajecten geen daadwerkelijke invloed heeft gehad op de tariefsverlaging, hoewel dit in theorie wel mogelijk was geweest. Omdat uit de toets van het omzettingsmodel aan de realisaties blijkt dat deze geen daadwerkelijke invloed hebben gehad op de tariefsverlaging, heeft DTe besloten geen nader onderzoek in te stellen naar de redenen van de afwijking tussen de gerealiseerde transportprestatie 2002 en de berekende transportprestatie 2001 (zie hiervoor randnummer 25).

5

Controle van de overige tarieven

33. In de volgende subparagrafen wordt de controle van het aansluittarief, het tarief voor

kwaliteitsconversie en de boete voor onbalans behandeld. Op 11 juli 2003 heeft de accountant van GtS een verklaring afgegeven dat deze tarieven ook daadwerkelijk door GtS in de jaren 2001 en 2002 zijn gehanteerd.

5.1

34. De tariefsystematiek voor het aansluittarief is in de jaren 2001 en 2002 ongewijzigd gebleven. Het standaardtarief voor een aansluittraject in 2002 is EUR 20,56 per m3 per uur per jaar. Dit

tarief is 5 procent lager dan het tarief in 2001 van EUR 21,64.

5.2

(10)

Variabel tariefcomponent

36. Ten aanzien van het variabele tariefcomponent geldt dat de stelselwijziging van het CDS tarievenstelsel naar het Trajectenstelsel geen invloed heeft gehad. Het variabele

tariefcomponent kon derhalve direct met 5 procent worden verlaagd. DTe heeft geconstateerd dat GtS het variabele tarief van EURcent 0,026MJ/ m3 heeft verlaagd naar EURcent

0,0238MJ/ m3

en op dit onderdeel derhalve heeft voldaan aan de voorgescheven tariefsverlaging voor 2002.

Vast tariefcomponent

37. De stelselwijziging heeft wel invloed gehad op het vaste tariefcomponent voor

kwaliteitsconversie. In 2001 hanteerde GtS één vast tariefcomponent voor kwaliteitsconversie, in 2002 hanteerde GtS twee vaste tariefcomponenten. In het Trajectenstelsel differentieert GtS het vaste tariefcomponent op basis van het knooppunt waarop wordt geconverteerd. Op de knooppunten Ommen en Wieringermeer berekent GtS een lager tarief dan de overige 5 (virtuele) knooppunten. De vaste tariefcomponenten kunnen derhalve niet zondermeer met elkaar worden vergeleken.

38. Daarnaast speelt ook hier de complicatie dat vanwege het ontbreken van een

transportcontract tussen GtS en Gasunie Trade & Suply, (zie randnummer 6 ) het onbekend is hoeveel kwaliteitsconversie GtS voor Gasunie Trade & Supply heeft verricht in 2001 en op welke knooppunten dit dan is gebeurd.

39. Vanwege bovenstaande complicerende factoren heeft GtS voor de berekening van de vaste tariefcomponent van kwaliteitsconversie in 2002 een aantal aannames gemaakt. Zo heeft GtS verondersteld dat de aan Trade & Supply geleverde hoeveelheid kwaliteitsconversie in 2001 gelijk is aan de maximum realisatie op de conversiepunten minus de aan derden geleverde conversie. Daarnaast veronderstelt GtS dat Trade & Supply volledig converteert op de knooppunten Ommen en Wieringermeer. Deze veronderstellingen leiden ertoe dat van de totaal geconverteerde hoeveelheid kwaliteitsconversie in 2001 91,4 procent wordt

verondersteld plaats te vinden op Ommen en Wieringenmeer en 8,6 procent op de overige knooppunten. Met behulp van deze percentages en het tarief van 2001 heeft GtS vervolgens de twee indicatieve tarieven van het vaste tariefcomponent van kwaliteitsconversie voor 2002 berekend.

40. Het door GtS gehanteerde vaste tariefcomponent voor kwaliteitsconversie in 2001 bedroeg EUR 1,73 per m3

per uur per jaar. Een correcte doorvoering van de tariefsdaling van 5 procent betekent dat het gewogen gemiddelde van de vaste tariefcomponent van Ommen en Wieringenmeer en van de overige 5 knooppunten in 2002 EUR 1,64 per m3

(11)

dient te bedragen6. Voor dit gewogen gemiddelde is door DTe getoetst of de veronderstelde

percentages geconverteerd gas op Ommen en Wieringermeer (91,4 procent) en de overige vijf knooppunten (8,6 procent) ook overeenkomen met de realisaties. Een verhouding waarbij meer geconverteerd is op de overige 5 duurdere knooppunten leidt immers tot een hoger gewogen gemiddeld tarief.

41. Uit de realisaties blijkt dat 95,7 procent van de conversie in 2002 heeft plaatsgevonden tegen het lage tarief van Ommen en Wieringenmeer en 4,3 procent tegen het hoge tarief op de overige 5 knooppunten7. Het gewogen gemiddeld tarief voor kwaliteitsconversie is dus meer

dan 5 procent gedaald ten opzichte van 2001.

42. Op grond van het bovenstaande concludeert DTe dat de percentages geconverteerd gas op Ommen en Wieringermeer geen daadwerkelijke invloed hebben gehad op de tariefsverlaging, hoewel dit in theorie wel mogelijk was geweest. Omdat uit de realisatie van de percentages geconverteerd gas op Ommen en Wieringermeer blijkt dat deze geen daadwerkelijke invloed hebben gehad op de tariefsverlaging, heeft DTe besloten geen nader onderzoek in te stellen naar de door GtS gehanteerde 2001 veronderstellingen ten aanzien van de vaste

tariefcomponent voor kwaliteitsconversie.

5.3

43. Ten aanzien van het boetetarief op uur-, dag- en maandbasis geldt eveneens dat in 2002 een stelselwijziging heeft plaatsgevonden. In 2001 was de hoogte van de boete mede afhankelijk van het aantal keren per jaar dat de shipper in onbalans was. In 2002 was de hoogte van de boete mede afhankelijk van het moment waarop de overschrijding plaatsvond. Hierdoor waren de boetetarieven van het jaar 2002 niet meer rechtstreeks vergelijkbaar met de tarieven van 2001. In de bindende aanwijzing is aangegeven dat vanwege stelselwijzigingen GtS de omzet van het jaar 2001 diende te vergelijken met de omzet van het jaar 2002. Omdat er echter nauwelijks onbalansboetes worden geïnd, is ten aanzien van dit onderdeel een omzetvergelijking niet betrouwbaar. Bovendien kan het totaalbedrag dat geïnd wordt aan

6

0,95 * 1,73 = 1,64

7

(12)

boetes per jaar sterk verschillen, waardoor omzetgegevens uit het specifieke jaar 2001 niet representatief zijn.

44. In voetnoot 11 van de bindende aanwijzing heeft DTe aangegeven een door GtS gebruikte alternatieve methode met betrekking tot de 5 procent tariefsverlaging te bestuderen. Op grond van deze aanwijzing heeft GtS op 30 januari 2002 de indicatieve boetetarieven 2002 met 5 procent verlaagd ten opzichte van de op 28 september 2001 gepubliceerde

boetetarieven 2002. Mede gezien de stelselwijziging, het niet kunnen hanteren van een betrouwbare omzettingsprestatie en het feit dat GtS de tolerantie in 2002 heeft verruimd, vindt DTe het redelijk dat de boetes voor onbalans op uurbasis, dagbasis en maandbasis zijn verlaagd ten opzichte van de op 28 september 2001 gepubliceerde tarieven voor het jaar 2002.

Boete voor onbalans op uurbasis

45. De boete voor overschrijding van de uurtolerantie bedroeg in 2002 EUR 47,5 * maandfactor per m3

per uur. In de op 28 september 2001 gepubliceerde indicatieve tarieven voor het jaar 2002 hanteerde GtS een boete van EUR 50,00 * maandfactor per m3 per uur. DTe constateert

derhalve dat de op 30 januari 2002 gepubliceerde boetes 5 procent lager zijn dan de in 2001 gepubliceerde indicatieve boetes voor het jaar 2002.

Boete voor onbalans op dagbasis en maandbasis

46. De boete voor het overschrijden van de dag- en maandtolerantie is gekoppeld aan de hoogte van de relevante gasprijs. Indien een shipper meer gas op een dag in het transportsysteem voedde dan zijn gezamenlijke afnemers afnamen (de shipper nam een “ long” positie in), dan werd het betreffende surplus in 2002 door GtS gekocht voor 52,5 procent van de relevante gasprijs (was 50 procent van de relevante gasprijs op basis van het op 28 september 2001 gepubliceerde tarief). Indien een shipper minder gas op de dag in het systeem voedde dan zijn gezamenlijke afnemers afnamen (de shipper nam een “ short” positie in), dan verkocht GtS dit tekort aan gas in 2002 voor 190 procent van de relevante gasprijs aan de shipper (was 200 procent van de relevante gasprijs op basis van het op 28 september 2001 gepubliceerde tarief). DTe constateert derhalve dat de op 30 januari 2002 gepubliceerde boetes 5 procent lager zijn dan de in 2001 gepubliceerde indicatieve boetes voor het jaar 2002.

Boete voor overschrijding transportcapaciteit

47. Ter bepaling van de hoogte van de boete wordt in 2002 uitgegaan van de grootste

uuroverschrijding van het betreffende traject op een gasdag. In 2002 bedroeg de boete 0,5 * maandfactor * tarief van het betreffende traject * grootste uuroverschrijding.

(13)

van de transportcapaciteit hierdoor ook in 2002 met gemiddeld 5 procent is afgenomen ten opzichte van het jaar 2001.

6

Conclusies

49. Ten aanzien van de verlaging van de tarieven voor het jaar 2002 voor de basisdienst transport en kwaliteitsconversie, alsmede voor de verlaging van de diverse boetes zijn de volgende conclusies getrokken.

Basisdienst transport

Ten aanzien van het transporttarief concludeert DTe dat de berekeningsmethodiek die door GtS is gebruikt om de transportprestatie 2001 te benaderen acceptabel is voor de berekening van de tariefsverlaging voor het jaar 2002. Gegeven deze transportprestatie concludeert DTe verder dat de berekende tariefsverlaging van nominaal 5 procent voor 2002 juist is en conform de bindende aanwijzing van 20 december 2001, met kenmerk 100554/ 15, is doorgevoerd.

Basisdienst kwaliteitsconversie

51. Het variabel tarief voor kwaliteitsconversie dat GtS in 2002 heeft gebruikt is nominaal 5 procent lager dan het in 2001 gebruikte tarief.

52. Het gewogen gemiddelde van de de twee indicatieve tarieven van het vaste tariefcomponent van kwaliteitsconversie voor 2002, dat is berekend met behulp van de gerealiseerde

verhouding kwaliteitsconversie tussen beide tarieven (zie randnummers 35 en 36), is meer dan 5 procent lager dan het vaste tarief voor kwaliteitsconversie dat GtS in 2001 hanteerde.

Overige tarieven

53. Het aansluittarief dat GtS in 2002 heeft gehanteerd is nominaal 5 procent lager dan het in 2001 gehanteerde tarief.

54. De hoogte van de boete voor onbalans op uurbasis die GtS in 2002 hanteerde was nominaal 5 procent lager is dan de op 28 september 2001 gepubliceerde hoogte van de boete. De hoogte van de boete voor onbalans op dagbasis en maandbasis die GtS in 2002 heeft

toegepast, is nominaal 5 procent lager dan de op 28 september 2001 gepubliceerde hoogte van de boete.

(14)

Totaal

57. Samenvattend concludeert DTe op grond van het bovenstaande dat GtS voor het jaar 2002 voldaan heeft aan de tariefsverlaging van nominaal 5 procent zoals opgelegd door DTe in de bindende aanwijzing van 20 december 2001, met kenmerk 100554/ 15.

Den Haag,

Datum: 30 september 2003

W.g. ir. G.J.L. Zijl

(15)

Bijlage 1: geraadpleegde bronnen

In deze bijlage is een overzicht opgenomen van de documenten die in het kader van de tariefscontrole 2002 zijn uitgewisseld tussen DTe en GtS. Van de documenten is achtereenvolgens het onderwerp, de verzenddatum en het kenmerk opgenomen. Deze

documenten bevatten vertrouwelijke gegevens van bedrijfseconomische aard en zijn derhalve niet opvraagbaar10

.

“ Indicatieve tarieven en voorwaarden”, 12 oktober 2001, 100554/ 99.B364

“ Indicatieve tarieven 2002”, 1 maart 2002, 100554/ 36.B263

“ Indicatieve tarieven 2002” , 2 mei 2002, 100554/ 76.B263

“ Indicatieve tarieven 2002”, 7 augustus 2002, 100554/ 89.B263

“ Tariefcontrole o.g.v. realisaties 2002”, 23 september 2002, 100554/ 99.B364

“ Controle tariefsverlaging basisdiensten gegarandeerd transport en kwaliteitsconversie in 2002”, 28 april 2003, 100554-127.B443

“ Controle tariefsverlaging basisdiensten gegarandeerd transport en kwaliteitsconversie voor het jaar 2002” , 20 mei 2003, 100554-131-B.443

“ Indicatieve tarieven en voorwaarden transport en noodzakelijkerwijs daarmee verbonden diensten” , 28 september 2001, HJ.01.B137

“ Informatie kostenonderzoek” , 19 oktober 2001, HJ01.B.151

“ Indicatieve tarieven en voorwaarden transport en noodzakelijkerwijs daarmee verbonden diensten”, 30 januari 2002, M.02.B009

“ Aanbiedingsmemorandum bij spreadsheets t.b.v. accountantsverklaring dd 24-01-02 inzake tarieven 2002 Gastransport Services” , 5 februari 2002, FEE 02.005

“ Beantwoording vragen m.b.t. indicatieve tarieven”, 15 maart 2002, M.02.B019

“ Indicatieve tarieven 2002”, 16 mei 2002, M02.B030

“ Aanpassing tarieven Gastransport Services voor transport en daarmee noodzakelijkerwijs verbonden diensten in de periode 2002-2005”, 15 november 2002, M02.B.068

“ Controle tariefsverlaging basisdiensten gegarandeerd transport en kwaliteitsconversie in 2002”, 9 mei 2003, M03.B.028

“ Controle tariefsverlaging basisdiensten gegarandeerd transport en kwaliteitsconversie in 2002” , 28 mei

2003, M03.B.036

“ Accountantsverklaring bij de in mei 2003 verstrekte aanvullende gegevens inzake tarieven 2002 van Gastransport Services” , 11 juli 2003, M03.F.045

10

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Also, the DM yield and proportional contribution of the between tree subhabitat to the total DM yield (all herbaceous plants combined) of the Ae-Dc Control plot was higher in

To address this, the curriculum of the University of Pretoria’s Faculty of Engineering, Built Environment and Information Technology includes a compulsory undergraduate module:

Om vas te stel watter invloed ʼn mentor op die seun het in sy oorgangsjare van laat- middelkinderjare na adolessensie, met spesifieke verwysing na die gemis as gevolg

 Koppelkabels: ACM heeft in het herberekeningsverzoek specifiek aangegeven welk tarief dient te worden toegerekend aan eenmalige tarieven en hoe de eenmalige tarieven voor

De berekende tarieven en omzet zijn opgenomen in de tabbladen Volumina (tarief en omzet 2017 voor Exit en Connection netwerkpunten), Exittarieven (tarief 2018) en Connection

Opvallend is dat bij Gibberula acutispira twee verschil- lende kleurpatronen zijn waar te nemen, een patroon met.. bolletjes en een met

en aansluiting meegenomen in de TI 2003 voor transport. De hoogte van alle Entry- en Exittarieven is hiervoor met een gelijk percentage gecorrigeerd. Hieronder wordt ingegaan op

Aannames en onzekerheden rondom de T=100 neerslagbelasting, het beheerregister (dimen- sies watergangen en kunstwerken), bodemparameters en de maximale schadebedragen worden