VAN WRAK NAAR WATERSCHIP, 1500-1800
Traditie en dynamiek in het ontwerp
Joep P.F. Verweij
Figuur 1: Scheepvaart op het IJ, schilderij van Abraham Storck gemaakt rond 1705.
Researchmaster Kunstgeschiedenis en Archeologie, Rijksuniversiteit Groningen
VAN WRAK NAAR WATERSCHIP 1500-1800
Traditie en dynamiek in het ontwerp
Student: Joep P.F. Verweij (S1843435)
Scriptie begeleiders: Prof. Dr. A.F.L. van Holk Prof. Dr. H.R. Reinders
INHOUD Voorwoord 1. Onderzoek 1.1 Aanleiding 1 1.2 Probleemstelling 1 1.3 Onderzoeksvraag 3
1.4 Methode van onderzoek 4
2. Scheepsconstructie
2.1 Algemeen 6
2.2 Datering 6
2.3 Kenmerken van waterschepen 7
2.4 Kiel en stevens 8 2.5 Scheepshuid 9 2.6 Inhouten 11 2.7 Wegering 13 2.8 Dekconstructie 14 2.9 Conclusie 17 3. Functioneel ontwerp 3.1 Algemeen 20
3.2 Afmetingen en functionele indeling 20
3.3 Vaareigenschappen 23 3.4 Levensduur en onderhoud 27 3.5 Mensen en middelen 30 3.6 Conclusie 36 4. Economische functie 4.1 Dynamiek 39 4.2 Maritieme infrastructuur 42
4.3 De rol van het waterschip 45
4.4 Functie en ontwerp: een synthese 50
5. Traditie en dynamiek in het ontwerp
5.1 Ontwikkelingen in de Hollandse scheepsbouw 54 5.2 Theoretische benadering van scheepsbouwtradities 57
5.3 Traditie en dynamiek: een synthese 63
5.4 Antwoord op de onderzoeksvraag 67
Samenvatting 70
Verklarende woordenlijst 71
Bijlagen
A. Informatie afgeleid uit het wrakkenbestand Waterschepen Flevoland B. Modellen en bouwtekeningen van waterschepen
C. Waterschepen op schilderijen
Afbeeldingen
1. Scheepvaart op het IJ, schilderij van Abraham Storck voorblad
2. Hangende knieën in wrak OT23 14
3. Het voorschip van het constructiemodel MC514 16 4. Archiefdata van waterschepen met bronverwijzing 22 5. Vissen met een kwakkuil gesleept door een botter 32
6. Het Noorderkwartier in 1350 40
VOORWOORD
De schilderijen van Abraham Storck (1644-1708) laten zien waar opdrachtgevers in geïnteresseerd zijn. Afbeeldingen van de typische Amsterdamse bedrijvigheid met aandacht voor rijkdom en ceremonie doen het goed. Storck is een zelfstandig schilder van de Hollandse school, die zich onderscheidt van de Italiaanse school door
landschappen meer realistisch voor te stellen. De eigen Hollandse stijl in de
schilderkunst staat symbool voor de nieuw verworven identiteit van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1579-1795) als economische macht van betekenis.
Abraham Storck is ondermeer beïnvloed door de gerenommeerde zeeschilder Willem van de Velde en staat erom bekend schepen te schilderen met gevoel voor detail. Tuigage van schepen en kostuums van bemanning en omstanders komen goed naar voren. Het schilderij op het voorblad (figuur 1) uit het begin van de achttiende eeuw is daar een voorbeeld van. Een VOC schip wordt begroet door een geroeid jacht met notabelen aan boord, een zeiljacht geeft een saluut af met het boordkanon. Daar tussendoor vaart een waterschip naar onbekende bestemming, schijnbaar onaangedaan door de gebeurtenissen er om heen. Het schip ziet er robuust uit met hoge voorsteven en lage achterkant. Er hangt iets buitenboord wat lijkt op een kuildraad voor de kuilvisserij. Een lange paal is aan stuurboordzijde vastgesjord in de klampen. Dit zou een
kwakkeboom kunnen zijn, waarmee de kuil al slepende onder water wordt
opengehouden tijdens het vissen. Het kleine bootje bakboord achter kan een bijbootje zijn, met viskorven of manden aan boord. Vijf personen bemannen het waterschip en het bijbootje. Is dit waterschip op weg naar de markt, of is de bemanning
voorbereidingen aan het treffen voor een trip naar de Zuiderzee?
Dit schilderij roept enige fascinatie op met het verleden. Waarom is het
waterschip zo nadrukkelijk onderdeel van de Amsterdamse trots in de aanloop naar de achttiende eeuw? Hoe verhoudt dit zich met de vondst van veertig scheepswrakken van waterschepen in Flevoland sinds de drooglegging? Kan het verhaal dat in deze wrakken ligt opgesloten worden ontfutseld aan de vergetelheid? In deze scriptie wordt de
uitdaging aangegaan, daarbij geholpen door beschikbare informatie afkomstig van historische archieven, modellen en schilderijen.
Het databestand van de veertig scheepswrakken, gevonden in Flevoland, is ontworpen en ingevuld door Anko Immink. Dit bestand vormt de basis van het
werkstuk. Lucas van Dijk, Frank Dallmeijer en Gerrit-Jan Zand van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, afdeling Flevoland, hebben geholpen bij het ontsluiten van dossiermappen en tekeningen. Ab Hoving van het Rijksmuseum in Amsterdam heeft mij voorzien van de nodige informatie over bestaande waterschipmodellen. Wouter Waldus is klankbord geweest bij het inbrengen van Bottom-Based scheepsbouw in dit werkstuk. André van Holk heeft mij gehoord, geadviseerd en heeft het concept van waardevol commentaar voorzien. Allen veel dank voor de hulp en steun.