• No results found

Kinderen uit IS-gebied

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Kinderen uit IS-gebied"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Afl. 1 - januari 2018 1 FJR 2018/1

Prof. mr. T. Liefaard1

Kinderen uit IS-gebied

FJR 2018/1

In april 2017 gaven de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) en de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) aan dat zich ten minste 80 kinderen met een Nederlandse band in of in de buurt van IS-gebied be- vinden.2 De instanties wezen op het risico dat uitgaat van deze kinderen, met één of twee ouders die Nederlands zijn of langere tijd in Nederland hebben gewoond, vooral wanneer zij een gevechtsopleiding hebben gekregen of actief betrokken zijn geweest bij gevechtshandelingen. Ze zijn dan meestal negen jaar of ouder. Deze kinderen zijn mogelijk geïndoctrineerd met het idee dat Nederland, als onderdeel van de Westerse wereld, de vijand is. De gruwelijkheden die kinderen al hebben meegemaakt, kunnen de drempel voor het gebruik van geweld verlagen, aldus de NCTV en AIVD. Overigens zijn de meeste kinderen nog jonger dan negen jaar. De groep van negen jaar of ouder vormt naar schatting minder dan 20%. In tegen- stelling tot andere landen, is het Nederlandse beleid niet gericht op het actief te- rughalen van deze kinderen. Indien zij zelf de Nederlandse autoriteiten weten te bereiken, wordt bekeken of en hoe zij naar Nederland zouden kunnen gaan.

Het moge duidelijk zijn dat er grote zorgen zijn over deze kinderen. Bezien vanuit nationale veiligheid lijkt voorzichtigheid zeker geboden. Ondertussen bevinden deze kinderen zich in een situatie die bepaald niet bevorderlijk is voor hun welzijn en ontwikkeling. Hun juridische status is soms onduidelijk, sommige kinderen zijn zelfs staatloos. De kinderen bevinden zich in conflictgebied en missen de noodza- kelijke bescherming en specialistische hulp, terwijl ze mogelijk worden blootge- steld aan geweld en uitbuiting. Het heeft er alle schijn van dat deze kinderen vooral en misschien zelfs uitsluitend als een risico worden gezien, terwijl zij nog erg jong zijn en er niets aan kunnen doen dat zij opgroeien in IS-gebied. Sommigen zijn meegenomen door hun ouders; vele anderen zijn daar geboren.

Uit kinderrechtenperspectief is het de vraag of het Nederlandse beleid toereikend is. De kans is groot dat het Nederlandse kinderen zijn op grond van art. 3 (1) RWN. Het aan- tonen van een familierechtelijke betrekking met een Nederlandse ouder kan echter op problemen stuiten. Vaak zal een DNA test nodig zijn. Moeten we in dit specifieke geval, met alle informatie die bij de veiligheidsdiensten bekend is en de problemen die er zijn met geboorteregistratie in een conflictgebied als dit, het Nederlanderschap of ten minste een band met Nederland niet (voorlopig) aannemen? Dan is de vervolgvraag of Nederland zich niet meer om deze kinderen zou moeten bekommeren. Zo noopt het IVRK bijvoorbeeld tot het treffen van voorzieningen om staatsloosheid tegen te gaan.

Ook kennen het IVRK en het facultatief protocol de verplichting kinderen in gewapende conflicten actief te beschermen, waar nodig door middel van internationale samenwer- king. Het IVRK (en het EVRM) biedt eveneens een basis om kinderen te beschermen tegen handelingen van ouders die niet in hun belang zijn. Hierbij zou geen onderscheid moeten worden gemaakt tussen kinderen in IS-gebied, die daar vanwege hun ouders zijn, en kinderen binnen Nederlands grondgebied (art. 2 lid 2 IVRK). Een actieve opstel- ling – beschermingsonderzoek en/of actief terughalen – is derhalve op zijn plaats, al is het wel de vraag of we precies weten welke hulp deze kinderen nodig hebben en hoe we moeten omgaan met hun soms ook actieve betrokkenheid in het conflict.

De situatie rondom kinderen uit IS-gebied is complex en delicaat, maar ook nij- pend. Uit kinderrechtenperspectief moeten we deze kinderen vooral als kinderen zien. Zij hebben er belang bij én recht op om beschermd te worden. En het is de vraag of de veiligheid van Nederland uiteindelijk niet meer baat heeft bij beleid dat kinderen insluit in plaats van, van zich afduwt.

1 Prof. mr. T. (Ton) Liefaard is hoogleraar Kinderrechten aan de Universiteit leiden en redacteur van FJR.

2 NCTV & AIVD, Minderjarigen bij ISIS, 2017, p. 6.

1

Editorial

Afl. 1januari 2018

T2b_FJR_1801_bw_V03.indd 1

T2b_FJR_1801_bw_V03.indd 1 1/9/2018 7:36:30 AM1/9/2018 7:36:30 AM

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

En wat jullie dan in mijn naam vragen, dat zal ik doen, zodat door de Zoon de grootheid van de Vader zichtbaar wordt. Wanneer je iets in mijn naam vraagt, zal ik het doen..

Kinderen van ouders met een psychisch probleem en kinderen van ouders met een verslaving kunnen bepaalde kenmerken hebben die van invloed zijn op het ontstaan van

Handreiking voor gemeenten bij de ondersteuning van kinderen van ouders met psychische problemen en kinderen van verslaafde ouders... 1.3

ƒ Quasi even sterk erkennen de jonge moeder en de jonge vader dat ze niet genoeg met de kinderen bezig zijn, dat ze graag lessen hadden gekregen (maar minder dan de andere

Hoewel de opvoeding niet als zeer problematisch naar voren is gekomen in de voorbeelden in deze studie, kunnen omstan- digheden waarin Poolse en Bulgaarse ouders hun kinderen in

Het probleem van Sidonie, zo bedacht ik tijdens onze tocht door de Morvan, is dat ze niet zelf kan opkomen voor haar rechten en haar welzijn. Ze is daarvoor afhankelijk van de

Als het kind niet wil dat zijn ouders worden geïnformeerd, kunnen de ouders ook niet hun toestemming geven voor de behandeling.. Dan moet de hulpverlener besluiten of hij