• No results found

Intensieve monitoring

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Intensieve monitoring"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Plaats hier een foto (om deze op de juiste lengte te verkrijgen mag je die naar mariko doorsturen)

Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse Gemeenschap

Intensieve Monitoring

Arne Verstraeten, Peter Roskams - INBO

Het Level II meetnet

Internationale bezorgdheid

In de jaren ’80 werd in verschillende landen een ernstig verzwakte bosgezondheidstoestand vastgesteld. Onderzoek wees uit dat luchtverontreiniging in grote delen van Europa blad- en naaldverlies veroorzaakte. Om de bosgezondheid op te volgen werd het ICP Forests opgericht, voluit het International Co-operative Programme on the Assessment and Monitoring of Air Pollution Effects on Forests’. Het ICP Forests werkt onder

de Conventie over Grensoverschrijdende

Luchtverontreiniging (CLRTAP) van de Verenigde Naties (UNECE). Momenteel zijn 42 landen bij het ICP Forests programma aangesloten. Meer dan 30 landen bezorgen jaarlijks hun onderzoeksresultaten.

Intensieve monitoring

Het Vlaamse Level II meetnet telt 11 proefvlakken, waarvan er 5 intensief worden gemonitord. Net zoals in het bosvitaliteitsmeetnet wordt de gezondheidstoestand van de bomen opgevolgd, alsook hun groei en voedselhuishouding. Daarnaast worden de samenstelling van de neerslag en het bodemwater, de evolutie van de kruidlaag en de eigenschappen van de bosbodem onderzocht.

In het bijzonder gaat aandacht naar de factoren die hier een invloed op uitoefenen: luchtverontreiniging, weersomstandigheden, insectenaantastingen, schimmelinfecties enz.

De verschillende activiteiten binnen het Level II meetnet

Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek Gaverstraat 4 • 9500 Geraardsbergen arne.verstraeten@inbo.be • www.inbo.be

Emissie en depositie

Verzurende deposities in de neerslag

Stikstof- en zwavelverbindingen zijn de voornaamste componenten in de potentieel verzurende depositie die op onze bossen terechtkomt. Uit de meetresultaten blijkt dat de totale depositie van SO42-, NH

4+en NO3-duidelijk zijn gedaald

tijdens de meetperiode.

Verband met emissies

De dalende deposities zijn duidelijk gelinkt aan de afnemende uitstoot (emissie) van potentieel verzurende stoffen.

Effecten op het bodemwater

De afgenomen emissie en depositie vertaalt zich voorlopig echter nog niet in een daling van de zuurtegraad van het bodemwater. Ook de stikstofuitspoeling blijft hoog en ligt in bepaalde bossen nog steeds boven de norm voor bescherming van ondiep grondwater (50 mg NO3-l-1).

0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 3000 5000 7000 9000 11000 13000 15000 17000 emissie (miljoen Zeq)

d e p o s it ie ( Z e q ) NHx NOy SOx Totaal 1994 1999 1996 2001 2006 Concentratie NO3 (mm olcl-1) 0,0 0,3 0,6 0,9 1,2 1,5

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de praktische wegwijzers ‘eutrofiëring via lucht’ en ‘verzuring’ worden voor verschillende landgebruiktypes (gras, loofbos, naaldbos, heide en bebouwing)

Externe aanvoer van koolstof via de atmosfeer en uitloging van koolstof uit de levende bladeren en naalden door de neerslag hebben een eerder beperkte invloed op de uitspoeling

We stellen vast dat de stikstof- en zwaveldeposities in Vlaanderen tussen 1994 en 2010 veel hoger zijn dan in de meeste andere Europese landen, maar vergelijkbaar met

In het kader van verschillende internationale richtlijnen en verordeningen werden in Vlaanderen eind de jaren ‘80 twee meetnetten opgericht om de gezondheid van onze bossen

Om het probleem in kaart te brengen en naar oplossingen te zoeken werd het ICP Forests opgericht (International Co- operative Programme on the Assessment and Monitoring of Air

De limiet voor verhoogde stikstofverzadiging en uitspoeling (>1 mg N/l) in de minerale bodem (>40 cm diepte) wordt vaak overschreden. Onze bosecosystemen zijn

De Onderzoeksgroep Evolutionaire ecologie van Universiteit Antwerpen voert in het Peerdsbos al 40 jaar lang onderzoek naar de relatie tussen het broedsucces van mezen en de

2.25.5 Mitigerende werking  2.25.5.1 Tegen vermesting