• No results found

Hoe gezond zijn onze bossen?: monitoring van vlaamse bossen in het kader van het europees bosvitaliteitsonderzoek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Hoe gezond zijn onze bossen?: monitoring van vlaamse bossen in het kader van het europees bosvitaliteitsonderzoek"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

forest monitoring for the future

f u t m o n

Hoe gezond zijn onze bossen?

monitoring

van

vlaamse

bossen

in

het

kader

van

het

europees

bosvitaliteitsonderzoek

In het proefvlak te Brasschaat wordt de chemische samenstelling van de lucht continu onderzocht van op een 40m hoge meettoren, die tot boven het kronendak reikt. De

concen-Het bosvitaliteitsonderzoek leert ons dat in 2010 ongeveer 16 % van de bomen in de steekproef beschadigd is. Dit zijn bomen waarvan meer dan een kwart van de kroon blad- of naaldverlies vertoont. Bij alle onder-zochte boomsoorten komen beschadigde exemplaren voor, maar populier, Corsicaanse den en zomereik vertonen de slechtste kroon-conditie. Over de jaren heen zien we bij de meeste boomsoorten wel een geleidelijke ver-betering van de gezondheidstoestand. Er is bij verschillende boomsoorten een duidelijke invloed van biotische factoren op het blad- of naaldverlies (schimmels, insecten).

Deze brochure werd gerealiseerd door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) in het kader van het LIFE+ project Futmon FOTOGRAFIE: YVES ADAMS / VILDA VORMGEVING: 2MPACT, GENT

VU: JURGEN TACK, KLINIEKSTRAAT 25, 1070 BRUSSEL GEDRUKT OP RECYCLAGEPAPIER

© INBO, 2011

Luchtkwaliteitsmetingen in Brasschaat

Hoe gezond zijn onze bossen ?

traties van ozon, zwavel- en stikstofverbin-dingen worden daar opgevolgd en in verband gebracht met weersomstandigheden en pol-lutiebronnen.

De voorbije 20 jaar zijn de concentraties van zwavel en stikstof in de lucht respectievelijk met de helft en een derde gedaald, waardoor minder zwavel en stikstof op onze bossen terechtkomt. Toch volstaat die positieve trend niet meteen om onze bossen weer gezond te maken. Doordat decennialang teveel ver-vuiling op het bos terechtkwam, blijven de bodems in onze bossen ook nu nog verder verzuren en gaan gevoelige plantensoorten en bosgebonden fauna verder achteruit. Bovendien blijft de uitstoot van stikstof in ons land te hoog. Om een duurzaam herstel van onze bossen te kunnen realiseren zijn dus nog meer maatregelen nodig die de uitstoot verder doen dalen.

Het Bosvitaliteitsmeetnet telt 72 proefvlakken waarbinnen de gezondheidstoestand van zo’n 1730 bomen jaarlijks wordt opgevolgd. De bosvitaliteitsinventaris omvat een jaarlijkse kroonbeoordeling, waarbij met behulp van een verrekijker het percentage ontbrekende bladeren of naalden wordt ingeschat. We noteren schadesymptomen zoals abnormale

Binnen het Meetnet Intensieve Monitoring Bosecosystemen (Level II) voeren we ook een jaarlijkse beoordeling van de gezond-heidstoestand van de bomen uit. De grootste aandacht gaat echter naar de achterliggende oorzaken van schade aan bosbestanden. Dit meetnet telt 11 proefvlakken, waarvan we er 5 intensief opvolgen.

Hier onderzoeken we verschillende aspecten van het bosecosysteem. In het neerslagwater, doorvalwater, stamafvloeiwater, humuswater en bodemwater meten we de voornaamste vervuilende stoffen die een negatieve impact hebben op de bosgezondheid, zoals zwavel- en stikstofverbindingen. De evolutie van het

Het Bosvitaliteitsmeetnet

(LEVEL I)

Het Meetnet Intensieve Monitoring

Bosecosystemen

(LEVEL II)

verkleuring, afgestorven takken en twijgen, verwonding van de stam of wortelaanloop, hars- of slijmuitvloei en schade door biotische factoren (schimmels, insecten, …). Ook de zaadvorming wordt visueel ingeschat. De belangrijkste boomsoorten in het meetnet zijn zomereik, beuk, Amerikaanse eik, populier, grove den en Corsicaanse den.

(2)

Chemische samenstelling bladval [ STAALNAME OM DE 2 WEKEN ] Weersvariabelen en luchtconcentraties vervuilende stoffen meettoren Brasschaat [ CONTINUE METING ] Chemische samenstelling bodemwater [ STAALNAME OM DE 2 WEKEN ] Chemische samenstelling bladeren en naalden [ STAALNAME OM DE 2 JAAR ] Bosbouwkundige inventaris: diameter en boomhoogte [ OPNAME OM DE 5 JAAR ] Vochtgehalte bodem [ CONTINUE METING ] Percolatiewater strooisel [ STAALNAME OM DE 2 WEKEN ] Fysische en chemische bodemtoestand [ STAALNAME OM DE 10 JAAR ] Samenstelling vegetatie [ OPNAME OM DE 5 JAAR ] bladontwikkeling, bloei, bladverkleuring, bladval [ JAARLIJKSE WAARNEMINGEN ] kroonbeoordeling: blad-/naaldverlies, beoordeling symptomen [ OPNAME JAARLIJKS ] Chemische samenstelling doorvalwater en stamafvloei [ STAALNAME OM DE 2 WEKEN ]

WAT METEN WE?

Van onze landecosystemen hebben bossen de grootste

biodiversiteit. Bossen herbergen niet alleen veel planten

en dieren, maar zijn ook nuttig voor de mens. Ze

voorzien ons van hout, beschermen ons drinkwater,

bieden ons recreatiemogelijkheden en halen CO

2

uit

de lucht, waardoor het broeikaseffect afneemt. Een

goede kwaliteit van onze bossen is dus van groot

belang voor natuur, milieu en menselijk welzijn. Tal van

factoren beïnvloeden de toestand van onze bossen,

zoals luchtverontreiniging (‘zure neerslag’), verdroging,

extreme weersomstandigheden, exploitatie, insecten,

schimmels, klimaatverandering, …

In het kader van verschillende internationale richtlijnen

en verordeningen werden in Vlaanderen eind de jaren

‘80 twee meetnetten opgericht om de gezondheid van

onze bossen te onderzoeken: het Bosvitaliteitsmeetnet

(Level I) en het Meetnet Intensieve Monitoring

Bosecosystemen (Level II).

Hoe gezond zijn onze bossen?

monitoring

van

vlaamse

bossen

in

het

kader

van

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wanneer zomereikenpopulaties te klein zijn (< 1.000 adulte bomen), te geïsoleerd zijn of een te lage densiteit hebben (< 75 Zomereiken per hectare), kan het aangewezen zijn

We stellen vast dat de stikstof- en zwaveldeposities in Vlaanderen tussen 1994 en 2010 veel hoger zijn dan in de meeste andere Europese landen, maar vergelijkbaar met

De limiet voor verhoogde stikstofverzadiging en uitspoeling (>1 mg N/l) in de minerale bodem (>40 cm diepte) wordt vaak overschreden. Onze bosecosystemen zijn

structureel herstel op landschapsschaal Herstel waterhuishouding: herstel grondwaterkwaliteit Prioriteit algemeen 1 3 3 1 / Prioriteit in deelzone 1 3 3 1 1 of 3

De totale verzurende depositie (zwavel + stikstof) vertoont sinds 1994 een duidelijk dalende trend: ze is gemiddeld gedaald met 134 mol c

In het Verenigd Koninkrijk, waar de ziekte in 1954 voor het eerst werd vastgesteld maar steeds heel schaars was gebleven, komt ze sinds het einde van de jaren ’90 veel meer

Ratten die drager zijn van deze mutatie kunnen tevens resistent zijn voor rattenvergif gebaseerd op difenacoum, een zeer krachtig gif.. We zullen in ons verder onderzoek rekening

We bespreken eerst de overschrijding van de streeflastfuncties bepaald op basis van EMEP- depositiereeksen (i.e. de resultaten vermeld in deel 6.3) door de verwachte N- en S-deposities