• No results found

LATENTE BELASTINGSCHULDEN EN HAAR BETEKENIS VOOR DE BALANS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "LATENTE BELASTINGSCHULDEN EN HAAR BETEKENIS VOOR DE BALANS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

L A T E N T E B E L A ST IN G SC H U L D E N EN HAAR B E T E K E N IS V O O R D E BA LA N S

door A. P. G. Ver helst

Bovengenoemd artikel in het Juli-nummer 1952 van de hand van col­ lega Nierhoff geeft mij aanleiding het volgende op te merken:

De schrijver heeft in zijn artikel speciaal op 't oog de Vennootschaps­ belasting verschuldigd over de bij de W et Belasting Herziening 1950 in het leven geroepen Nieuwe Onbelaste Reserve. Hij begint met te zeggen, dat hier geen sprake is van een belastingplicht in juridische zin, doch dat men vanuit bedrijfseconomisch standpunt beschouwd met het bestaan van de toekomstige belastingschuld bij het samenstellen van de Balans rekening heeft te houden. Hoe lost de schrijver dit probleem nu op?

Hij zegt op blz. 282 o.a.: „Een oplossing kan gevonden worden door „op de Balansdatum de fiscale verplichting gelijk te stellen aan de be­ la stin g die betaald zou moeten worden indien de op die datum aan- „wezige onbelaste reserve aan de winst werd toegevoegd.”

Ik acht dit geen volkomen oplossing van het probleem, doch alleen een praktische methode voor een bepaald geval.

Beslissend voor het al of niet opnemen van deze toekomstige belasting­ schuld alsmede voor de grootte hiervan zijn m.i.:

1. De doelstelling van de Balans.

2. De omstandigheden op de Balansdatum.

Heeft de Balans tot doel het vaststellen van het vermogen bij eventuele liquidatie, dan ligt het voor de hand dat de over de N.O.R. bij liquidatie verschuldigde belasting onder de Schulden wordt opgenomen. Er zijn dan ook bepaalde doelstellingen aan te wijzen, die uit zich zelf reeds leiden tot het opnemen van deze latente belastingschuld in de Balans.

Hiernaast zijn andere doelstellingen te noemen zoals b.v. de gewone Jaarrekening, die niet zonder meer tot het opnemen van deze latente be­ lastingschuld leiden. In deze gevallen acht ik beslissend de omstandig­ heden op de Balansdatum welke een bepaalde verwachting opwekken t.a.v. de toekomstige bestemming van de N.O.R.

Deze bestemmingsmogelijkheden zijn:

1. Verrekening met verliezen van toekomstige boekjaren.

2. Gedwongen toevoeging aan de winst bij daling van het zuiver be­ drijfsvermogen beneden het peilvermogen.

3. Toevoeging aan de winst bij liquidatie. 4. Vrijwillige toevoeging aan de winst.

Doet zich het eerste geval voor dan staat definitief vast, dat over de aldus aangewende N.O.R. geen belasting verschuldigd is. Zijn dus op de Balansdatum de omstandigheden zodanig dat ernstig rekening ge­ houden moet worden met een te behalen verlies, hetgeen momenteel geen uitzondering is, dan kan de latente belastingschuld voor dit gedeelte van de N.O.R. op nihil gesteld worden.

Daling van het zuiver bedrijfsvermogen beneden het peilvermogen (ge­ val 2) heeft het lichaam zelf in de hand. Neemt men het besluit tot het doen van zodanige uitkeringen dat het zuiver bedrijfsvermogen beneden het peilvermogen daalt, dan dient men zich hierbij rekenschap te geven

(2)

van de consequenties die hieruit voortvloeien t.a.v. de over dit gedeelte van de N.O.R. verschuldigde belasting. Bestaan op de Balansdatum serieuze plannen voor een dergelijke uitkering, dan dient de hieruit voort­ vloeiende belastingschuld in de Balans te worden opgenomen.

Bestaan deze plannen niet, dan zie ik geen aanleiding om deze denk­ beeldige belastingschuld op te nemen.

De gevallen 3 en 4 heeft men eveneens in eigen hand en hiervoor geldt dan ook hetzelfde als voor geval 2.

Het is eigenlijk onnodig te zeggen, dat met eventuele toekomstige wets­ wijzigingen, zolang deze niet bekend zijn, geen rekening behoeft te wor­ den gehouden.

N aschrift.

De heer Verhelst zegt, dat ik in mijn artikel speciaal op 't oog had de vennootschapsbelasting verschuldigd over de bij de W et Bel. Herz. 1950 in het leven geroepen nieuwe onbelaste reserve. (N .O .R.)

Dit is niet het geval. Bij bespreking van de W et Bel. Herz. 1947 en de W et Bel. Herz. 1950 heb ik in mijn artikel gezegd: „Ingevolge deze wetten kunnen onbelaste reserves worden gevormd zowel door physieke personen (voor hun bedrijf) als door lichamen” . Vóór het in werking treden der W et Bel. Herz. 1947 werd voor het bedrijf van physieke personen het vormen van fiscaal onbelaste reserves niet toegestaan. — Ik heb alleen bijzondere aandacht gewijd aan de nieuwe onbelaste reserve (N .O .R .), omdat zij is ontstaan uit samenvoeging van alle onbelaste reserves en momenteel als enige onbelaste reserve, die in vele onderne­ mingen een aanzienlijke hoogte heeft bereikt, het meest in het teken van de belangstelling staat. Zoals uit mijn artikel blijkt, komt de N.O.R. niet alleen voor bij lichamen, maar ook bij het bedrijf van physieke personen.

Bij de bepaling van de toekomstige belastingschuld voor de commer­ ciële balans ben ik er van uit gegaan, dat het bedrijf zal worden voort­ gezet. Volledigheidshalve heb ik aan het slot van mijn artikel eventuële liquidatie in de naaste toekomst aangeroerd. Dit betreft echter een bij­ zonder geval en ligt buiten de algemene behandeling van het vraagstuk. Met de heer Verhelst ben ik het eens, dat met alle omstandigheden op de balansdatum rekening moet worden gehouden, dus ook met een te verwachten verlies van het nieuwe boekjaar.

Voor een principiële uiteenzetting van het vraagstuk moge ik ver­ wijzen naar mijn artikel en naar mijn antwoord op de beschouwingen van de heer Roozen.

A. N.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Her- man Laman Trip, advocaat in Arnhem, in de eerste jaargang van het Maandblad voor Berechting en Reclassering van Volwassenen en Kinderen (MBR) zijn ongenoe- gen: ‘Op deze

‘De Ondernemingskamer merkt voorts op dat, mede gelet op hetgeen ingevolge artikel 2:8 BW naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd, voor de priva- te

Update 16-3-2020 Sommigen benadrukken één eigenschap ten koste van andere eigenschappen..

Indien voor grote (ver-)bouwplannen de omgevingsvergunning reeds is afgegeven, maar de buurt nog niet geïnformeerd is over de bouwplanning, dan is het raadzaam om de

Het is niet omdat wij willen werken met gezinnen die zelf een vraag naar steun hebben, dat de motivatie om te veranderen al van bij aanvang 100 % aanwezig moet zijn.. Er zullen

De nieuwe richtlijn om niet langer voorgangers te zenden naar funeraria en crematoria wordt gedragen door alle bisdommen.. Ik doe nooit iets op eigen houtje, maar

Het Meldpunt Rookoverlast krijgt in deze tijd meer meldingen van rookoverlast door de buren.. Volgens van de gaan we uit van de beste van

• Gratis openbaar vervoer voor Albrandswaarders met een sociaal minimum inkomen bijdraagt aan het vergroten van het welzijn, de arbeidsmobiliteit vergroot, de sociale participatie