Toegang tot overheidsinformatie. Het grensvlak
tussen openbaarheid en vertrouwelijkheid.
Daalder, E.J.
Citation
Daalder, E. J. (2005, April 7). Toegang tot overheidsinformatie. Het grensvlak tussen openbaarheid en vertrouwelijkheid. Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/645
Version: Corrected Publisher’s Version
License:
Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in the Institutional Repository of the University of Leiden
Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/645
Stellingen behorende bij het proefschrift van Eric Daalder, Toegang tot overheidsinformatie
1. Het vastleggen van een recht op toegang tot overheidsinformatie in de Grondwet is niet nodig; een vastlegging van dit recht in een nieuwe wet over toegang tot overheidsinformatie volstaat.
2. De Wob en andere regelgeving beschermen de vertrouwelijkheid van bedrijfsgegevens vaak meer dan die van de persoonlijke levenssfeer; dat zou andersom moeten zijn.
3. De aanhef van art. 10 lid 2 Wob zou als volgt moeten luiden: “Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege wanneer door openbaarmaking naar het oordeel van het bestuursorgaan aan een of meer van de volgende belangen ernstig nadeel wordt toegebracht:”
4. De Wet op de parlementaire enquête dient grondig te worden herzien. Daarbij moeten de rechten van burgers en ondernemingen worden versterkt en dienen voor het overige de in art. 10 Wob genoemde belangen richtinggevend te zijn.
5. De Wob is nu wel vaak genoeg geëvalueerd.
6. Om onnodige bestuurslasten te voorkomen dient in de Procesregelingen van de verschillende bestuursrechters te worden bepaald dat toezending van de op de zaak betrekking hebbende stukken in zaken waarin slechts een pro forma beroepschrift is ontvangen pas is verplicht na ontvangst van de aanvullende gronden van beroep. Art. 8:42 lid 1 Awb staat hier niet aan in de weg.
7. De praktijk bij rechtbanken om getuigen in een strafzaak niet toe te staan zich door een raadsman te laten bijstaan staat soms op gespannen voet met art. 6 EVRM.
8. Juristen moeten er steeds voor waken dat de Rule of Law niet verwordt tot de Terror of Law.
10. De beste e-mails worden niet verzonden.
11. Advocaten kijken tegenwoordig meer naar hun beeldscherm dan naar hun cliënt.