• No results found

Toegang tot overheidsinformatie. Het grensvlak tussen openbaarheid en vertrouwelijkheid. Daalder, E.J.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Toegang tot overheidsinformatie. Het grensvlak tussen openbaarheid en vertrouwelijkheid. Daalder, E.J."

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Toegang tot overheidsinformatie. Het grensvlak

tussen openbaarheid en vertrouwelijkheid.

Daalder, E.J.

Citation

Daalder, E. J. (2005, April 7). Toegang tot overheidsinformatie. Het grensvlak tussen openbaarheid en vertrouwelijkheid. Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/645

Version: Corrected Publisher’s Version

License:

Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in the Institutional Repository of the University of Leiden

Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/645

(2)

Stellingen behorende bij het proefschrift van Eric Daalder, Toegang tot overheidsinformatie

1. Het vastleggen van een recht op toegang tot overheidsinformatie in de Grondwet is niet nodig; een vastlegging van dit recht in een nieuwe wet over toegang tot overheidsinformatie volstaat.

2. De Wob en andere regelgeving beschermen de vertrouwelijkheid van bedrijfsgegevens vaak meer dan die van de persoonlijke levenssfeer; dat zou andersom moeten zijn.

3. De aanhef van art. 10 lid 2 Wob zou als volgt moeten luiden: “Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege wanneer door openbaarmaking naar het oordeel van het bestuursorgaan aan een of meer van de volgende belangen ernstig nadeel wordt toegebracht:”

4. De Wet op de parlementaire enquête dient grondig te worden herzien. Daarbij moeten de rechten van burgers en ondernemingen worden versterkt en dienen voor het overige de in art. 10 Wob genoemde belangen richtinggevend te zijn.

5. De Wob is nu wel vaak genoeg geëvalueerd.

6. Om onnodige bestuurslasten te voorkomen dient in de Procesregelingen van de verschillende bestuursrechters te worden bepaald dat toezending van de op de zaak betrekking hebbende stukken in zaken waarin slechts een pro forma beroepschrift is ontvangen pas is verplicht na ontvangst van de aanvullende gronden van beroep. Art. 8:42 lid 1 Awb staat hier niet aan in de weg.

7. De praktijk bij rechtbanken om getuigen in een strafzaak niet toe te staan zich door een raadsman te laten bijstaan staat soms op gespannen voet met art. 6 EVRM.

8. Juristen moeten er steeds voor waken dat de Rule of Law niet verwordt tot de Terror of Law.

(3)

10. De beste e-mails worden niet verzonden.

11. Advocaten kijken tegenwoordig meer naar hun beeldscherm dan naar hun cliënt.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob blijft verstrekking van informatie achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen het belang dat

2.Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen:.. 

2.Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen:.. 

Indien het een zorgaanbieder betreft waar op de datum waarop de calamiteit heeft plaatsgevonden in totaal 10 of minder zorgverleners werkzaam zijn, wordt de naam van deze

Ingevolge artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob blijft het verstrekken van (een gedeelte van) de informatie achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt

Nadrukkelijk vermelden wij dat ons verzoek alle dienstverlening die Deloitte voor de provincie uitvoert waar het de gemeente Gooise Meren en voorheen de gemeente Muiden

Op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob, blijft het verstrekken van informatie achterwege, voor zover het belang van openbaarheid niet opweegt tegen

In artikel 10, lid 1 onder d van de Wob is opgenomen dat het verstrekken van informatie ingevolge deze wet achterwege blijft voor zover dit persoonsgegevens betreft als be- doeld in