Vraag nr. 103 van 6 februari 2004
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Friesland Drinks Bornem – Afvalwater
In Gazet van Antwerpen van 28 januari wordt ver-slag uitgebracht van een bezoek dat minister Dirk Van Mechelen heeft gebracht aan het bedrijf Fr i e s-land Drinks in Bornem.
Naar aanleiding daarvan blijkt dat het bedrijf zijn afvalwater op dit ogenblik nog loost in het ge-meentelijk rioleringsnet van Bornem, dat uitmondt in het lokale waterzuiveringsstation.
Naar verluidt zou het bedrijf moeten afkoppelen van de riolering en zelf zijn afvalwater zuiveren. Paradoxaal genoeg verliest de overheid daardoor heffingen en dient Aquafin voor zijn zuiveringsin-stallatie elders koolstofbronnen te halen om de op-gelegde zuiveringspercentages te kunnen behalen. Volgens de krant zou minister Van Mechelen de zaak bij de minister van Leefmilieu aankaarten. 1. Kan de minister bevestigen dat dit is gebeurd ? 2. Is het inderdaad mogelijk dat in dergelijke
ge-vallen wordt afgeweken van de regel ?
Antwoord
In antwoord op de vragen van de Vlaamse volks-vertegenwoordiger inzake de lozingsproblematiek van het bedrijf Friesland Drinks in Bornem, kan ik het volgende meedelen.
Ik heb geen weet van een schrijven van minister Van Mechelen terzake.
Hierna wordt de concrete stand van het afvalwa-terdossier van het bedrijf weergegeven.
In het kader van de ministeriële omzendbrief LNM 2001/01 de dato 21 november 2001 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 14 december 2001) inza-ke beoordeling van verenigbaarheid van bedrijfsaf-valwater met RWZI-exploitatie werd door de A d-ministratieve Opvolgingscommissie A f v a l w a t e r (Adopa) het zuiveringsgebied Bornem op de ver-gadering van 19 november 2003 doorgelicht. Op basis van de beschikbare gegevens tot vaststel-ling van de afvalwaterheffing voor de heffingsjaren
' 0 0 , '01 en '02 dient te worden vastgesteld dat zowel de N1- als de N2- als de N3-heffingsdrempel werd overschreden, waardoor dit bedrijf als rele-vant bedrijf dient te worden omschreven – hierna P-bedrijf genoemd – dat in beginsel zelf dient in te staan voor de zuivering van het geproduceerde afvalwater en de afvoer van het gezuiverde effluent naar een geschikt oppervlaktewater (Pbedrijf : p r i o -ritair bedrijf – red.).
In de ministeriële omzendbrief wordt deze stelling echter uitdrukkelijk genuanceerd en kunnen P-drijven mits qua samenstelling te voldoen aan be-paalde verhoudingen en op voorwaarde dat het ecologisch transport verzekerd wordt en de nood-zakelijke zuiveringscapaciteit aanwezig is, toch blij-ven lozen op RWZI ( r i o o l w a t e r z u i v e r i n g s i n s t a l l a t i e – red.).
Voor de lozing van Friesland Drinks zijn door Adopa dan ook drie mogelijke scenario's in aan-merking genomen :
1) rechtstreeks lozen via ecologisch transport op de RWZI Bornem volgens de criteria comple-mentair afvalwater. Aquafin dient nog wel na te gaan of een debiet van 1.500 m3/d al dan niet
bijkomende beluchtingscapaciteit in beslag neemt ;
2) saneren tot een BZV ( b i o ch e m i s ch zuurstofver -bruik – red.) onder de 500 mg/l en mee partici-peren in de uitbouw van de beluchtingsruimte van de RWZI ;
3) afkoppelen en zelfzuiveren.
Deze verschillende scenario's dienen nog aan het bedrijf te worden toegelicht.
Het is uiteindelijk aan het bedrijf om te beslissen voor welk scenario wordt gekozen, waarbij duide-lijkheid dient te worden gegeven binnen welke ter-mijn dit scenario zal worden gerealiseerd.
Daarna wordt een dossier tot aanpassing van de milieuvergunning ingediend bij de vergunninglenende overheid waarin de afspraken worden ver-ankerd.
De overlegvergadering met Friesland Drinks heeft nog niet kunnen plaatsvinden aangezien de nood-zakelijke informatie van Aquafin nog niet is aange-l e v e r d . Deze wordt echter zeer binnenkort ver-wacht.
– het Vlaams Gewest eist helemaal niet dat be-drijfsafvalwater eenzijdig wordt afgekoppeld van de openbare riolering, maar wil wel de goede werking van de RWZI's vrijwaren. D a a r-toe werden in de omzendbrief de geobjectiveer-de verwerkbaarheidsvoorwaargeobjectiveer-den omschreven. Deze aanpak werd in consensus met de bevoeg-de Milieuadministratie én bevoeg-de NV Aquafin uitge-werkt ;
– indien het afvalwater voldoet aan de in het ad-dendum bij de omzendbrief beschreven regeling voor complementair afvalwater, kan het bedrijf een aanvraag indienen waarbij de noodzakelijke toevoerleiding in aanmerking komt voor de ge-spreide terugbetaling;
– de inzet van een externe koolstofbron is op de RWZI Bornem niet aan de orde.