Vraag nr. 7
van 31 oktober 1995
van de heer FELIX STRACKX
Lesuren lichamelijke opvoeding – Concrete situaties In een basisschool van het gemeenschapsonderwijs werken een aantal vastbenoemde leerkrachten en een aantal tijdelijke. Er is een taakleerkracht en een bijzon-dere leerkracht lichamelijke opvoeding. Deze laatste is vastbenoemd voor 11 uren. De school verliest, door een daling van het aantal leerlingen, één voltijdse opdracht en enkele lestijden.
1. Mag er aan de 11 uren lichamelijke opvoeding wor-den geraakt zolang er tijdelijken zijn ?
2. Verminderen of vermeerderen de lesuren lichame-lijke opvoeding percentsgewijze met een daling of stijging van het aantal klassen ?
Antwoord
Voor alle duidelijkheid wordt eerst op de tweede vraag geantwoord.
Volgens artikel 2, § 5 van het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1992 betreffende de terbeschik-kingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage wordt in het lager onderwijs, bij een vermindering van het globale pakket lestijden, de daling van het aantal lestijden evenredig verdeeld tussen het aantal lestijden-onder-wijzer enerzijds en het aantal lestijden in het ambt van leermeester lichamelijke opvoeding anderzijds.
In het door het Vlaams parlementslid aangehaalde geval, waarbij een voltijdse opdracht wegvalt, alsmede nog enkele lestijden, zal er derhalve een vermindering zijn van 2 à 3 lestijden lichamelijke opvoeding. Dit heeft tot gevolg dat de vastbenoemde leermeester lichamelijke opvoeding voor het aantal lestijden van dit ambt dat niet meer kan worden ingericht, ter beschik-king dient te worden gesteld wegens ontstentenis van betrekking, zelfs indien er nog tijdelijke leerkrachten in het ambt van onderwijzer in dienst zijn.
Indien de betrekkingen ingenomen door de tijdelijke onderwijzers nog vatbaar zijn voor reaffectatie in de zin van artikel 5, § 3, 5° van het voornoemde besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1992, dan kan de bedoel-de leermeester lichamelijke opvoeding, indien hij in het bezit is van het vereiste bekwaamheidsbewijs voor het ambt van onderwijzer, worden wedertewerkgesteld in dit ambt. Op te merken valt dat wanneer er mogelijk-heid bestaat tot reaffectatie in het ambt van leermees-ter lichamelijke opvoeding, deze reaffectatie uileermees-teraard voorrang heeft op een wedertewerkstelling als onder-wijzer.