• No results found

Hoe een vrouw het boegbeeld werd van het moderne racisme

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Hoe een vrouw het boegbeeld werd van het moderne racisme"

Copied!
158
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Hoe een vrouw het boegbeeld werd van het moderne

racisme

De framing en het discours van Sylvana Simons in de ‘television talk’ van De Wereld Draait Door, Pauw, Pauw en Jinek en RTL Late Night op het gebied van

intersectionele representatie

RTL Late Night. Vara, 23 mei 2016. Screenshot.

Roos Johanna Helena Wiegerinck S2959097

MA Journalistiek

(2)

Inhoudsopgave

Inleiding ... 4 1. Theoretisch kader ... 10 1.1 Framing... 10 1.1.1 Agenda setting ... 12 1.1.2 Framing en journalistiek ... 13

1.1.3 Framing, televisie en het moderne racisme ... 14

1.2 Discours ... 15

1.2.1 Kritische discoursanalyse ... 16

1.2.2 Discours en stereotypering in de media ... 17

1.2.3 Television talk: talkshows als postmoderne publieke ruimte ... 18

1.2.3.1 Television talk ... 18

1.2.3.2 Talkshows als postmoderne publieke ruimte ... 20

1.2.4 Het discours van sociale media als publieke ruimte ... 22

1.2.5 Uitlatingen op sociale media in television talk als stem van het volk ... 23

1.2.6 Het moderne racisme in online media ... 24

1.2.7 Sociale media als stem van het volk in television talk ... 25

1.3 Intersectionaliteit ... 26

1.3.1 Verbindingen in intersectionaliteit ... 27

1.3.2 Lived experiences als intersectie ... 28

1.4 Hypotheses ... 29 2. Context ... 32 2.1 De talkshows ... 32 2.2 Sylvana Simons ... 32 3. Methode ... 35 3.1 Framing analyse ... 35 3.2 Discoursanalyse ... 37 3.3 Casusmateriaal ... 39 3.4 Categorieën ... 41

3.5 Mijn taalgebruik als onderzoeker ... 42

4. Resultaten ... 44

4.1. Resultaten van framing analyse ... 44

4.1.1 De gevonden frames ... 45

4.2 Resultaten van discoursanalyse per gevonden frame... 47

4.2.1 De talkshowpresentator als mediator ... 47

4.2.2 Sylvana Simons als spreker namens de Afro-Nederlandse gemeenschap ... 51

4.2.3 Sylvana Simons als slachtoffer van seksisme en racisme door de Ander ... 55

4.2.3.1 Sylvana Simons als de ander in de talkshows ...55

4.2.3.2 Sociale media als de schuldige ander binnen television talk ... 59

4.2.4 Sylvana Simons als hysteria ... 63

4.2.5 Sylvana Simons als publiek persoon ... 67

Conclusie ... 71

(3)
(4)

Inleiding

“Overigens had het meer over dobbernegers en minder over Simek gegaan als

@SylvanaSimons niet zo hysterisch was geweest over zwartjes.’’ (@Boekinkt, Twitter, 14-05-15, gebruikt in: DWDD, 18-05-15)

“GEEN Late Night voor mij vanavond. Ik snap niet dat ze aandacht besteden aan dat MAF wijf. Bedankt voor de waarschuwing.” (Anoniem op RTL Late Night, Facebook, 16 januari 2017, gebruikt in: RTL Late Night, 16-01-17)

Sylvana Simons maakt veel gevoelens los bij mensen op sociale media. Het blijft niet bij online: bovenstaande berichten zijn opgenomen in de Nederlandse programma’s De Wereld Draait Door en RTL Late Night. In de talkshows werden de berichten voorgelezen om te illustreren wat er online over de politicus is gezegd.

Nadat Simons in mei 2016 aankondigt bij de politieke beweging Denk te gaan, vloeien de negatieve uitlatingen op sociale media rijkelijk. Naar aanleiding van de racistische en seksistische bedreigingen online, wordt ze diverse malen in talkshows uitgenodigd. De Volkskrant benoemt Simons de meest besproken persoon in de media van 2016 (“De Gouden Sylvana”, 27 december 2016). Volgens de Nederlandse talkshows De Wereld Draait Door, Pauw, Pauw en Jinek en RTL Late Night, en andere media1 staat

zij symbool voor het racisme in Nederland.

Talkshows tonen menigmaal negatieve berichten van sociale media wanneer de presentatoren met - en over - Sylvana Simons praten. Facebook en Twitter fungeren op deze wijze als de stem van het volk. De talkshows laten echter niet de frictie tussen de online en offline wereld zien. Simons zelf spreekt van twee werelden waarin zij zich bevindt: “Online is er ontzettend veel narigheid, maar als ik op straat loop ontvang ik niets anders dan support, liefde en mensen die me aanspreken omdat ze mij moedig vinden of die mij bedanken.’’ (Sylvana Simons in Pauw, 30 augustus 2016). Simons

1Andere mediavoorbeelden:

- “Sylvana lijkt wel een vrijbrief voor racistische grappen’’, NOSop3, 21 november 2016. http://nos.nl/op3/artikel/2144383-sylvana-lijkt-wel-een-vrijbrief-voor-racistische-grappen.html

- “Waarom is Sylvana steeds mikpunt van racisme?’’ RTLnieuws, 22 november 2016.

http://www.rtlnieuws.nl/nederland/politiek/waarom-is-sylvana-steeds-mikpunt-van-racisme-ze-werkt-als-rode-lap-op-een-stier

- “De racistische en seksistische heksenjacht op Sylvana Simons.’’ De Stellingdames, 21 mei 2016. <http://stellingdames.nl/de-racistische-en-seksistische-heksenjacht-op-sylvana-simons/ >.

(5)

insinueert dat er een verschil is tussen wat er online en offline (in de fysieke wereld) gebeurt.

Jayeon Lee stelt dat nieuwsorganisaties sociale media integreren in hun programma’s om aan te tonen wat er speelt in de samenleving (2016:109). Sociale media dienen dus als een vorm van een alternatieve publieke ruimte, stellen Gearhart en Kang in “Social Media in Television News’’ (2015). Waar verslaggevers vroeger op straat naar de mening van het volk vroegen (voxpops), worden standpunten nu van sociale media gehaald (244). Zo ontstaat er een divers kleurenpalet aan meningen.

Jaren voordat sociale media zijn ingezet op televisie, laat academicus Andra Leurdijk zien dat talkshows een voorbeeld van de postmoderne publieke ruimte zijn. In haar onderzoek bevindt zij dat talkshows namelijk een stem geven aan marginale groepen, zoals etnische minderheden en de LGBT-gemeenschap (1995: 149). De

programma’s representeren een publieke ruimte en hebben invloed op hoe er over een bepaald onderwerp of persoon wordt gedacht. Andrew Tolson (2001) stelt met behulp van het begrip television talk dat presentators het publiek het gevoel geven dat ze betrokken zijn bij het gesprek, waardoor er wordt gesuggereerd dat de mening van het publiek ertoe doet.

Leurdijk en Tolson zijn belangrijk voor dit onderzoek. Leurdijk heeft menig Nederlandse talkshows onderzocht op het gebied van gender in combinatie met het representeren van de diverse samenleving. Tolson analyseert de communicatie en de intentie achter het gesprek in television talk. Echter is er nog weinig onderzoek gedaan naar het gebruik van sociale media in de Nederlandse talkshows en het specifiek gebruik daarvan in het racismedebat rondom Sylvana Simons.

Het valt mij op dat sociale media worden ingezet om negatieve reacties jegens Simons te tonen. De talkshows richten zich met het racismedebat in Nederland op sociale media en laten liggen dat zij daar mede een rol in hebben. Tegelijkertijd

gebruiken de programma’s sociale media als de ‘stem van het volk’. Wat zegt dit over de representatie van Sylvana Simons in de talkshows? Deze scriptie onderzoekt de framing en het discours van Sylvana Simons in de genoemde Nederlandse talkshows en hoe sociale media daarin een rol spelen. Dat roept de vraag op:

(6)

Nederlandse talkshows De Wereld Draait Door, Pauw, Pauw en Jinek en RTL Late Night op het gebied van intersectionele representatie?

Met ‘television talk’ wordt tevens het gebruik van sociale media in de uitzendingen bestudeerd als de ‘stem van het volk’. Talkshows zetten namelijk deze media in om het argument dat Sylvana Simons negatief wordt gerepresenteerd te versterken. De Wereld Draait Door, Pauw, Pauw en Jinek en RTL Late Night laten door bepaalde Tweets en Facebook-berichten in programma’s op te nemen een bepaald deel van de werkelijkheid zien. Het waarnemen van een bepaald deel van de werkelijkheid is een manier van framing. Framing-expert Robert Entman stelt dat frames zijn gedefinieerd door wat expliciet wel of niet is meegenomen in het deel van wat als de waarheid wordt gezien (1992: 52). Professoren Pan & Kosicki beschouwen in het artikel “Framing Analysis: An Approach to News Discourse” (1993) dat het framen van een bepaalde kwestie invloed heeft op hoe het publiek de gebeurtenis ziet (57). Het lijkt me erg interessant om te onderzoeken wat de rol van de media is in het dagelijks leven.

Een onderdeel van framing is discours (vertoog) en helpt bij het bestuderen van de rol van media in de representatie van Sylvana Simons. Michel Foucault is de

grondlegger van het concept discours. Hij stelt dat een discours ervoor zorgt dat er over een bepaald onderwerp, object, iets gezegd kan worden (1989:49). Het is van belang dit concept in de analyse te betrekken, aangezien discoursen laten zien hoe gender en ras zijn gerepresenteerd in de media en dus hoe Sylvana Simons is afgebeeld in de

talkshows.

Myra Macdonald (1995:44) stelt dat discoursanalyse een bruikbaar concept en middel is voor het analyseren van gender, want discours legt de link tussen taal en macht in sociale context. Macdonald suggereert dat de vrouw dusdanig is geconstrueerd in de media dat er bepaalde mythes zijn ontstaan over hoe een vrouw zou moeten zijn. Dit onderzoek richt zich niet alleen op gender, maar ook op ras en etniciteit. Om te bestuderen welke frames de talkshows gebruiken, is het concept intersectionaliteit van toepassing. Deze tak binnen het feminisme richt zich zowel op gender, als op racisme, klasse en etniciteit binnen de maatschappij.

Tot nu toe is er weinig2 onderzoek gedaan naar intersectionaliteit in

(7)

televisieprogramma’s, omdat het vaak enerzijds gericht is op gender en anderzijds op etniciteit. Deze scriptie bestudeert beide onderdrukkingen in combinatie met sociale media en is daarom een toevoeging op eerder onderzoek van Andra Leurdijk naar diversiteit in talkshows.

Met deze scriptie positioneer ik mezelf ten eerste in het debat rondom de postmoderne publieke ruimte in talkshows en de verschuiving daarvan naar online, waar iedereen zich kan uiten. Door het incorporeren van sociale media wordt er in talkshows getoond wat er onder het volk speelt. Ten tweede positioneer ik me in het debat over het moderne racisme dat meer tot uiting suggereert te komen op televisie en op sociale media.

Onderzoeker Robert Entnam analyseert in “Modern Racism and the Images of Blacks in Local Television’’ (1990) hoe het moderne racisme terugkomt in het lokale nieuws op televisie. Entnam concludeert dat televisie een rol heeft gespeeld in de vermindering van het traditionele racisme en voor een toename van het moderne racisme (334). Dit is terug te zien bij Sylvana Simons. Simons spreekt meestal namens de ander wanneer het gaat over racisme of de zwarte geschiedenis in Nederland in talkshows. Stuart Hall toont dit als de ‘spectacle of the Other’, dat wordt gevoed door het idee dat er een ander bestaat (1991: 21). Wanneer er in de talkshows vanuit ‘wij’ en ‘zij’ naar kwesties wordt gekeken, is het de vraag of er sprake is van een intersectionele representatie, waarbij alle aspecten van diversiteit aan bod komen. Hoe manifesteert het moderne racisme zich in de talkshows in combinatie met sociale media?

In het Nederlandse televisielandschap zijn er momenteel vier talkshows die zowel nieuws, entertainment en de politiek bespreken: De Wereld Draait Door (Vara, 2005-heden), Pauw (Vara, 2014-heden), Pauw en Jinek (Vara, 2017) en RTL Late Night (RTL, 2013-heden). Sylvana Simons komt er met enige regelmaat langs om te spreken over politieke kwesties en persoonlijke verhalen. De commerciële RTL Late Night en Pauw van de publieke omroep zijn twee concurrerende late night programma’s, waarbij RTL om half 11 ’s avonds begint en Pauw om 11 uur. De Wereld Draait Door is, met de meeste afleveringen in de Nederlandse televisiegeschiedenis, al meer dan tien jaar lang een vast programma dat dagelijks om 7 uur ’s avonds op NPO1 te zien is (DWDD, 29 april 2014).

(8)

De opzet van het onderzoek bestaat ten eerste uit een literatuuroverzicht van theorieën over framing, discours en intersectionaliteit. Vervolgens wordt in de methode het belang van twee kwalitatieve tekstanalyses toegelicht, namelijk framing analyse en discoursanalyse. Met behulp van een kwalitatieve inductieve methode worden er frames in de uitzendingen ontdekt. Daarbij richt het onderzoek zich voornamelijk op television talk; wat er wordt gezegd in de uitzending. Alhoewel ik de beelden bekijk, zullen deze in de analyse weinig aandeel hebben omdat het een talkshow betreft en de verschillende shots beperkt zijn, zoals Andrew Tolson stelt (2001:14).

De inductieve manier van onderzoek doen, tonen Semetko en Valkenburg in “Framing European Politics: a Content Analysis of Press and Television News’’ (2000). Met deze methode wordt er niet vooraf gewerkt met bepaalde frames, maar wordt de inhoud met een open blik bekeken om er vervolgens zoveel mogelijk soorten frames uit te halen (94). De theorie van framing helpt daarbij voor het maken van categorieën. Vervolgens wordt er met een discoursanalyse, gebaseerd op het gedetailleerde schema van discourswetenschappers Jäger & Maier (2007:55) meer gericht gekeken naar wat er precies wordt gezegd en wat dit betekent voor het debat.

In de analyse worden er drie deelvragen behandeld: Ten eerste: welke frames komen er naar voren van Sylvana Simons in de Nederlandse talkshows? Nadat er vijf (inductief gevonden) frames van haar zijn uiteengezet, wordt ten tweede de vraag beantwoord welke discoursen er over haar bestaan in de Nederlandse talkshows binnen de frames. De derde vraag betreft: hoe komt de intersectionele representatie van Simons tot uiting in de Nederlandse talkshows? Hierbij is er evengoed gekeken naar de

intersectionele representatie van de talkshows. Bieden zij diverse gasten het podium? In de conclusie worden de ontdekte frames en discoursen besproken en bekeken wat voor soort onderzoek hierop aansluit.

Toen ik een familielid vertelde dat mijn scriptie over de representatie van Sylvana Simons bijna is afgerond, reageerde hij grappend of ik mijn scriptie gebundeld aan Simons ga geven met Sinterklaas. Hij is niet de enige die spottend reageert op mijn onderzoek: er wordt meer gezucht dan interesse getoond wanneer ik vertel over het onderwerp. Er zijn uiteraard genoeg positieve opmerkingen, maar de opvallende reacties tonen des te meer de urgentie van dit betoog.

(9)

media sinds het bewuste fragment op 13 mei 2015 in De Wereld Draait Door. Alhoewel mensen op sociale media zich niet mals over Simons uitlaten, lijken de nieuwsmedia dankbaar gebruik te maken van deze kanalen om te laten zien wat er ‘speelt onder de mensen’. Daarnaast zijn veel reacties op Sylvana Simons in de talkshows gericht op haar sekse en huidskleur. Deze uitingen onderzoek ik aan de hand van het begrip

‘intersectionaliteit’. Aangezien intersectionaliteit de onderdrukking van zowel ras als gender (en andere categorieën) blootlegt, is het van belang dit begrip toe te passen in dit onderzoek.

(10)

2. Theoretisch kader

Dit hoofdstuk betreft een literatuuroverzicht van framing, discours en intersectionaliteit om daarmee te laten zien dat ze in relatie tot elkaar staan. Binnen de theorie over

discours wordt er tevens aandacht geschonken aan television talk, representatie, sociale media en racisme. Over de combinatie framing en discours toont Hank Johnston in ‘’A Methodology for Frame Analysis’’ (2004) dat framing op de voorgrond staat bij sociale wetenschappen en discours het culturele perspectief in het algemeen domineert (218). Framing en discours zijn dus onlosmakelijk met elkaar verbonden wanneer er

onderzoek wordt gedaan naar hoe kwesties in de maatschappij tot uiting komen. Om te kunnen oordelen wat voor frames er van Sylvana Simons zijn in de

talkshows, is het eerst van belang toe te lichten wat het concept framing inhoudt. Het ligt nauw samen met discours, dat weer past bij de feministische term intersectionaliteit. Met framing is het mogelijk om bepaalde uitspraken of handelingen te categoriseren. Er is veel theorie over framing op televisie, maar in het hedendaagse medialandschap is het belangrijk om het gebruik van sociale media in de uitzending te onderzoeken.

Discours wordt respectievelijk behandeld, omdat het niet alleen draait om het categoriseren van gebeurtenissen en uitspraken maar tevens binnen welke context de uitspraken zijn gemaakt. Een frame is daarmee te interpreteren als een onderdeel van een discours.

Intersectionaliteit voegt discours en framing samen, omdat intersectionaliteit kijkt naar de categorisaties die door frames zijn gemaakt en onderzoekt welke categorieën daarbij zijn uitgesloten. Intersectionaliteit betrekt alle onderdrukte verschillen. Het is van belang om Sylvana Simons vanuit intersectioneel perspectief te benaderen, omdat de reacties over haar regelmatig gaan over seksisme en racisme.

1.1 Framing

(11)

gebeurtenis interpreteert.

Het gebruik van frames, dus hoe een bepaalde kwestie in beeld is gebracht, heet framing. Deze frames bevinden zich op verschillende locaties. Entman illustreert in “Framing: Toward Clarification of a Fractured Paradigm’’ (1993) dat er minstens vier plekken binnen het communicatieproces zijn waarin frames voorkomen (52). Ten eerste spreekt Entman van communicators, bijvoorbeeld de presentator, die (on)bewust

gebruik maakt van framing door te bepalen wat hij wel zegt en past bij zijn overtuiging (52). Dit is terug te zien in de opening van Matthijs van Nieuwkerk in DWDD: “Opvallend nieuws, dat is het zeker: Sylvana Simons gaat de politiek in.’’ (18 mei 2016). Dit zijn woorden waarmee Nieuwkerk de uitzending begint en de toon mee zet: het is opvallend dat Sylvana Simons de politiek ingaat. Van Nieuwkerk legt met deze woorden de nadruk op de verbazing dat Simons politicus wordt.

Ten tweede spreekt Entman over frames in de text. Voor de talkshows geldt het wat men ziet en waar men over spreekt. De tekst omvat frames die verschijnen door de aanwezig, -en afwezigheid van kernwoorden, stereotypering en bepaalde zinnen die verwijzen naar feiten of oordelen (52-53). Het moderne racisme is een voorbeeld

waarbij er gebruik wordt gemaakt van stereotypering bij de weergave van een bepaalde etniciteit in het nieuws, waarover later meer.

De derde vorm van framing binnen een gesprek is hoe de receiver het ontvangt. Hier gaat het erom of het publiek dezelfde interpretatie uit de tekst haalt als de

presentator van de show (52-53). Sylvana Simons is ook een vorm van de receiver als zij de geïnterviewde is aan tafel. Als vierde en laatste onderdeel, beschrijft Entman de culture. Dit is de geheel omvattende manier van denken die terugkomt in de discoursen van frames in de maatschappij (53). De culture laat zien hoe frames terugkomen in de manier van doen en denken in grote groeperingen.

De vier plekken waar frames voorkomen: communicators, text, receiver en culture, zijn in het nieuws bepalend voor de reactie van de ontvanger. Als een frame een bepaald deel van een werkelijkheid weergeeft, heeft dat consequenties voor de reacties van het volk. Een frame creëert hiermee sociale macht. Als eenmaal een bepaalde term algemeen geaccepteerd is en wordt gebruikt, dan is het moeilijk er een andere term aan te geven zonder geloofwaardig naar het publiek te zijn (55).

(12)

stelt De Vreese (2005:51). Frame-building richt zich voornamelijk op hoe frames in media verschijnen. Het gaat over de manier waarop journalisten een bepaalde kwestie in het nieuws framen. Frame-setting richt zich op de interactie tussen media frames en de voorkennis van de lezer. De consequenties van framing worden begrepen op zowel het individuele niveau, dus hoe men een frame opvat, als wel op maatschappelijk niveau; om bij te dragen aan beslissingen, politieke zaken of collectieve acties (52). Frames in talkshows zorgen er dus voor dat het publiek deze als een waarheid kan interpreteren. Een belangrijk onderdeel binnen framing is de frequentie van het frame: hoe meer aandacht, hoe meer men het als de waarheid zien. De volgende paragraaf gaat hier op in.

1.1.1 Agenda setting

McCombs (2009) toont dat framing een onderdeel is van agenda setting in de media. “Agenda setting is the process of the mass media presenting certain issues frequently and prominently with the result that large segments of the public come to perceive those issues as more important than others.’’ (147). Wanneer een kwestie veelvuldig in de media komt, vergroot het de urgentie van een onderwerp. De media hebben daardoor een grote rol in het bepalen wat van belang is voor het publiek (147).

(13)

intersectionaliteit die zich richt op construeren van onderdrukking binnen verschillende categorieën.

Deze scriptie bestudeert framing omdat het werkt op theoretisch en

methodologisch gebied. Het is voor de volledigheid van framing van belang om aan te geven dat het een onderdeel is van agenda setting en overeenkomsten heeft met - of wellicht hetzelfde is als - framing. Het is echter een zeer abstract en breed concept. Dit onderzoek richt zich op framing in media en nog specifieker: framing en journalistiek.

1.1.2 Framing en journalistiek

Journalistiek en framing zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, omdat journalisten een belangrijk aandeel hebben in het bepalen wat er wel en niet wordt laten zien. Brüggemann toont in het artikel “Between Frame Setting and Frame Sending’’ (2014) twee redenen waarom het interessant is om journalistiek te beschouwen vanuit framing (61).

Ten eerste biedt het onderzoeken van frames diverse perspectieven op hoe journalistieke praktijken werken (61). Framing onderzoekt de waardeoordelen die zijn verstopt in teksten, ofwel de partijdigheid binnen nieuws door journalisten. De criteria waaraan nieuws moet voldoen én de waardeoordelen die achter een bepaalde selectie van nieuws liggen zijn beide van belang binnen onderzoek naar journalistieke framing (62).

Ten tweede wordt er binnen framing weinig aandacht besteed aan hoe een frame in de media ontstaat. De rol van de journalistiek is interessant om te benaderen, omdat ze met behulp van framing trachten betekenis te geven aan relevante gebeurtenissen (63). Journalisten hebben dus veel invloed op hoe een frame is gebruikt. Ze beschrijven niet alleen gegeven onderwerpen, ze bepalen mede wat de kwestie is (64).

De kwestie die regelmatig terugkeert wanneer Sylvana Simons te gast is, is het racisme in Nederland. De politieke partijen waarbij zij zich heeft aangesloten, eerst Denk daarna Artikel1, behandelen namelijk veelvuldig ongelijkheid en racisme in het

(14)

1.1.3 Framing, televisie en het moderne racisme

Robert Entman analyseert in 1990 hoe het moderne racisme terugkomt in het lokale nieuws op televisie. Entnam stelt dat televisie, in al zijn facetten, een rol heeft gespeeld in de vermindering van het traditionele racisme: “… The mass media would play a pivotal role in spreading impressions that old-fashioned racism is now unaccetapble.’’ (334). Echter voegt hij daaraan toe dat televisie heeft gezorgd voor een toename van het moderne racisme. Entnam beschrijft drie componenten die een rol spelen in de moderne vorm van racisme.

Ten eerste benoemt hij het ‘anti-black affect’ (332). Dit is een algemene

vijandigheid tegenover people of colour. Afro-Amerikanen komen het meest op televisie in verband met (gewelddadige) criminaliteit. Door herhaling van deze beelden ontstaat er het idee dat wanneer er criminaliteit op televisie is, het automatisch people of colour zijn. Het tweede component is dat er wordt gesuggereerd dat Afro-Amerikaanse

activisten en politici vaak namens de Afro-gemeenschap spreken (339). Volgens Entmans onderzoek beweren nieuwsmedia dat witte politici spreken vanuit het

publieke belang, terwijl Afro-politici handelen vanuit een speciale belangengroepering (339). Dit betekent dat de norm is dat bij witte politici de huidskleur niet opvalt en dus geen rol speelt, terwijl dat anders wel het geval is.

Het derde en laatste component van modern racisme is het idee dat racisme geen rol meer speelt. Zo spreken Afro-Amerikanen met autoriteit op televisie, zoals een politiechef, woordvoerder of een verslaggever, niet vanuit hun raciale identiteit en onderdrukken daarmee de zwarte identiteit die in de rest van het nieuws wel wordt geconstrueerd (341). Deze drie componenten spelen een rol in de frame die van Sylvana Simons wordt neergezet in de talkshows en komen in de methode terug.

Entmans artikel is inmiddels van decennia geleden. In 2015 schreven John Sonnett et al een vervolg. Ze benadrukken het modern racisme in het televisienieuws. Zij stellen dat afwijkingen van de genormaliseerde stereotyperingen bijdragen aan het verminderen van expliciete racisme op televisie (344). Het moderne racisme is echter wel zichtbaar door impliciete raciale kenmerken. Hun onderzoek richt zich op orkaan Katrina in de Verenigde Staten en hoe diversiteit tijdens deze ramp wordt

(15)

tegenover de overheid die hen helpt (342). Het zijn negatieve stereotypes die

terugkomen op televisie en daardoor een bepaald idee over Afro-Amerikanen in stand houden. Er is dus een afname van expliciete, maar toename van impliciet racisme op de televisie.

Door mensen te stereotyperen, zoals gebeurt op televisie, worden bepaalde frames dominant. Met de komst van online media, gebruiken talkshows sociale media om een frame te versterken. Stereotypes vergroten of verkleinen is daardoor

makkelijker. Het impliceert tevens impliciete racisme en discriminatie. Dit ligt in het verlengde van de volgende paragraaf over discours, waarin machtsrelaties binnen de sociale hiërarchie van ras en gender een rol spelen.

1.2 Discours

Discours en framing lijken in eerste instantie op elkaar, echter is het een degelijk anders dan het ander. Terwijl framing zich richt op categorieën maken, beschrijft discours wat er precies gebeurt in een tekst. Hank Johnston beschrijft in “A Methodology for Frame Analysis – From Discourse to Cognitive Schemata’’ (1995) dat een discursieve analyse de structuren binnen een maatschappij reconstrueert van een tekst naar een frame (219). Discours ligt in het verlengde van een framing en andersom.

Joke Hermes (2011) beschrijft het concept discours, ofwel vertoog, als alles wat er over een bepaald onderwerp wordt gedacht, gezegd en geschreven binnen een bepaalde context. Daarbij zijn deze uitspraken over een onderwerp ‘begrensd door discursieve regels’ (83). Er zijn impliciete en expliciete regels binnen een sociale context. Alan Bryman stelt in Social Research Methods (2011) dat discours een benadering is om taal te bestuderen binnen communicatie tussen mensen (528).

Myra Macdonald (1995) voegt daaraan toe dat het discours van taal laat zien hoe men denkt over de wereld. Taal is geen neutraal middel om jezelf te verwoorden, er ligt altijd een bepaalde ideologie achter (44). Taal wordt omgeven door een cultureel en sociaal gedachtegoed die men onbewust meeneemt in zijn manier van spreken en hoe te gedragen. Discours is dus een bruikbare theorie om de representatie van Sylvana

(16)

1.2.1 Kritische discoursanalyse

De grondlegger van het concept critical discours analysis en de relatie tussen macht en discours is Michel Foucault. In zijn boek The Archaeology of Knowledge (1989) stelt Foucault dat “[discourses are]… practices that systematically form the objects of which they speak’’ (49). Een discours zorgt ervoor dat er over een bepaald onderwerp, object, iets gezegd kan worden. Media-academicus John Storey (2009) neemt taal als voorbeeld van een discours. Het zorgt ervoor dat men communiceert, maar ook dat er een

beperking is in wat men kan zeggen, tegelijkertijd vormt het een persoon in zijn

subjectiviteit (128). Immers: iemand kent zichzelf door het gebruik van taal. Niet alleen een abstract discours als taal, maar ook een voetballer of een academicus zijn

voorbeelden van een discours. Men verhoudt zich namelijk naar een bepaald aantal regels die komen kijken bij het uitoefenen van de performance als voetballer. Storey stelt: “Discourses, therefore, are social practices in which we engage; they are like social ‘scripts’ we perform (consciously and unconsciously).’’ (129). Hoe iemand zich gedraagt is altijd aan de hand van een sociaal script. Zo moeten gasten aan tafel bijvoorbeeld niet in de camera kijken, omdat ze dan rechtstreeks tot het publiek spreken. Echter gelden er evenwel regels voor het dagelijkse leven. Men bevindt zich dus altijd in een bepaald discours.

Sarah Mills (2003) licht toe dat, anders dan discours, ideologie een waarheid pretendeert. Discours betekent zowel een manier om te onderdrukken als een manier van verzet (55). Mills illustreert dit met het voorbeeld van de termen voor kleuren. Alhoewel er in de meeste Westerse taal er een onderscheid wordt gemaakt tussen de kleur blauw en groen, wordt dat in andere talen niet gedaan. Dit betekent niet dat zij niet het verschil erkennen tussen groen en blauw: “The regularities which we perceive in reality should be seen as the result of the anonymous regularities of discourse which we impose on reality.’’ (55). Discours is dus een gegeven dat onze perceptie beperkt is om betekenis te geven aan iets. Het staat niet op zichzelf als een waarheid.

(17)

betekenissen als het gangbare worden gezien, terwijl andere betekenissen worden achtergesteld (538). Dit sluit aan bij het concept intersectionaliteit, dat zich richt op het betrekken van alle uitsluitingen.

Een voorbeeld van een veranderend discours waardoor een bepaald onderwerp nu wel bespreekbaar is, is het debat over het etnisch profileren door de politie. Het is niet per se iets nieuws. Mensen aanhouden op basis van kleur gebeurt al langer, maar in de context van de laatste jaren speelt het meer een rol om er publiekelijk aandacht aan te generen (“Etnisch profileren door agenten niet te rechtvaardigen’’, De Volkskrant, 3 oktober 2106). Binnen het discours van nu wordt het wel besproken.

Wat er wel en niet wordt besproken, hangt af van het discours dat heerst. Het staat niet voor een bepaalde waarheid. Evenals framing zorgt discours voor een

bepaalde selectie van interpretaties. Na een abstracte descriptie van het begrip discours, wordt in de volgende paragraaf de relatie tussen media en discours duidelijk gemaakt.

1.2.2 Discours en stereotypering in de media

In mediastudies is Norman Fairclough’s Media Discourse (1995) een veel gebruikt werk. Alhoewel Fairclough voornamelijk de macht en patronen van taal bespreekt in de media, is het visuele aspect van televisie belangrijk voor een discours (17). Het toont namelijk een set van ongeschreven regels die ons gedrag bepalen. De interactie tussen het verbale en het visuele op televisie is de norm geworden voor het onderzoeken van media

discours.

Media discoursen helpen representaties van de werkelijkheid te geven. Socioloog William Gamson stelt in Talking Politics (1992:25): “Since media frames are conveyed indirectly through visual imagery as much as through information, it was important to include various modes, not simply words.’’ Gamson concludeert dat media discours een systeem van betekenis genereert (27). Media discours is dus een reflectie van de gehele samenleving, omdat het een belangrijk onderdeel is van de werkelijkheid waarin

mensen normen en waarden vormen over politieke kwesties (27).

(18)

‘normal’ female trait. If the media constantly send these types of messages out to the audience, then it could effectively impose superficial values onto society.” (162-163). De media dragen bij aan het feit dat een vrouw wordt gekenmerkt door bepaalde

stereotyperingen en dat elke vrouw die hiervan afwijkt, opvalt.

Stereotypering leidt dus tot het nastreven van bepaalde waarden die in eerste instantie zijn geconstrueerd. Sylvana Simons schuwt geen actief debat. Dit leidt er toe dat, zo zal blijken uit de analyse, haar vaak wordt verweten hysterisch te zijn en haar toon zou moeten aanpassen. Hoe is dit terug te zien in talkshows?

1.2.3 Television talk: talkshows als postmoderne publieke ruimte

1.2.3.1 Television talk

Een specifieke vorm van discours en de media is de representatie in talkshows. Voordat de talkshows worden bestudeerd, is het van belang de theorie over talkshows als

academisch verlengstuk toe te lichten. Talkshows fungeren namelijk als een bepalende rol in de media.

Andrew Tolson introduceert het begrip media talk (2006). Media talk is een onderdeel van het spoken discourse analysis, oftewel ‘language in use’ (24). Waarbij de letterlijke tekst wordt getranscribeerd en geanalyseerd. Dit wordt tevens gedaan in dit onderzoek omdat de onderzochte interviews zijn getranscribeerd. In zijn geval doelt hij met media talk op radio en televisie. Voor dit onderzoek is voornamelijk television talk van belang.

Hij noemt drie kernconcepten die van toepassing zijn op television talk (9). Ten eerste is dat interactivity. Interactiviteit is bedoeld om een reactie uit te lokken bij de kijkers (9). Een vorm van interactiviteit in een talkshow is als een presentator aan het begin van de uitzending iedereen welkom heet (9). Normaal gesproken verwacht men een reactie bij het groeten van elkaar. In het geval van een tv-programma werkt het anders aangezien er niet wordt gewacht op een reactie van het studiopubliek of het publiek thuis. Welkom heten werkt als de opening van het programma. Tolson beweert dat het groeten een manier van potentiële interactie laat zien (9). Het is een manier om het publiek te betrekken en het zorgt voor actieve luisteraars omdat men zich

aangesproken voelt (10).

(19)

‘mediated quasi-interaction’ (10). Een voorbeeld van een gemedieerde performance is een interview op televisie. De gasten aan tafel moeten niet alleen antwoord geven op de vraag, ze moeten ook meedenken en een toevoeging hebben voor het publiek (11). Het doel van de performance vanuit de presentator is om een neutrale rol uit te stralen. Hij speelt de mediator tussen de verschillende gasten aan tafel (28). Daartegenover staat dat de geïnterviewde zich bewust is van het feit dat ze niet alleen een antwoord geeft aan de interviewer, maar ook aan het onzichtbare publiek. Aan de ene kant zijn de gasten op beeld als acteurs in een bepaalde rol, voor een publiek, aan de andere kant moeten ze zich niet gedragen als acteurs maar juist zo natuurlijk mogelijk. Het is een uitvoering van een bepaalde identiteit die niet te vergelijken is met acteren en is deels interactief. Dit geldt evengoed voor de presentator die een neutrale rol speelt.

Het derde concept noemt Tolson liveliness. Met liveliness doelt hij op het feit dat talkshows een spontaniteit bevatten waarmee wordt gesuggereerd dat het live is (11). Het hangt nauw samen met performativiteit. Men heeft een bepaalde performance op televisie, zonder dat het overkomt als een voorstelling die ze opvoeren. De spontaniteit zorgt ervoor dat gesprekken vlot verlopen, maar ook onvoorspelbaar zijn ondanks het vooraf beschreven script. Zo stelt Tolson: “Of course scripts exist and programmes couldn’t function without them; but ‘liveliness’ is most effective when the determinacy of a script is concealed.’’ (11). De performance is dus suggereren dat alles spontaan gebeurt zodat men onverwachte vragen krijgt en stelt.

Interactivity, performativity en liveliness zijn drie concepten nuttig voor het analyseren van television talk. Ze laten samen de typische vorm van broadcast communicatie zien. De ‘levendige’ manier van spreken naar de camera (het publiek) alsof het daar op dat moment bij is, suggereert dat het een spontane en interactieve situatie is (13). Echter, door het feit dat het publiek niet meedoet aan de interactie, in het geval van dit onderzoek, zorgt het ervoor dat de interactie binnen een gesprek transformeert naar een performance.

(20)

Controle is daarbij een essentiële taak van de presentator om als mediator te fungeren. Deze controle behoudt hij door zich te houden aan bepaalde routines. Presentatoren openen het programma, framen het gesprek, bepalen wanneer een gesprek stopt en beslissen welk onderwerp aan bod komt. Ze pogen een bepaald antwoord te krijgen van de gast en zetten zichzelf daarbij niet in het middelpunt. Door bepaalde vragen te stellen, onderbrekingen en formuleringen in te zetten, trachten ze dit te achterhalen (32).

In talkshows draait het om een intieme band te creëren tussen de presentator, de gasten, het publiek in de studio, maar ook met het publiek die thuis op de bank zit (33). Dit heet para-social: het idee waarbij het gevoel wordt gewerkt dat het publiek de media persoonlijkheden daadwerkelijk kent (33). Er vindt namelijk een simulatie van een een-op-een gesprek plaats in een publieke ruimte. In de talkshows wordt ernaar gestreefd om van de studio een privésetting te maken, terwijl er in de werkelijkheid miljoenen mensen kunnen kijken (98). De programma’s wekken dus de suggestie dat iedereen onderdeel is van de publieke ruimte waarin het zich afspeelt.

1.2.3.2 Talkshows als postmoderne publieke ruimte

Volgens Andra Leurdijk (1995:255) fungeren talkshows als een postmoderne publieke ruimte, omdat er mensen langskomen vanuit allerlei klassen met een verschillende afkomst. Leurdijk heeft meerdere malen gender en etniciteit in de (Nederlandse) talkshows onderzocht3. Zij stelt dat de media, met name nieuwsmedia, een belangrijke

rol spelen in de publieke opinie die men heeft (2006: 148). Wanneer nieuwsmedia een eenzijdig beeld van een bepaalde groep mensen tonen, dan heeft dat invloed op de perceptie van het volk.

Leurdijk stelt dat talkshows een interessant onderzoeksveld zijn vanwege drie redenen. Ten eerste, omdat ze stem geven aan marginale groepen. Ten tweede bieden talkshows ruimte aan kwesties en perspectieven die normaliter in de publieke sfeer geen gehoor krijgen, maar desalniettemin belangrijk zijn voor het dagelijkse leven van veel mensen. Ten derde zijn talkshows interessant omdat ze op een andere wijze tot informatie komen dan de traditionele journalistieke programma’s (149). Leurdijk noemt

3Zie: - Leurdijk, Andra. “Common Sense versus Political Discourse: Debating Racism and Multicultural Society in Dutch

Talk Shows.’’ European Journal of Communication 12. 2 (1997): 147 – 168.

- Leurdijk, Andra. “ ‘Should I Maybe Perform Striptease?’: Gendered Representations of Race Relations and Multicultural Society in American and Dutch Talkshows. Gender Politics and Communication. Hampton Press inc: New Jersey. 251-275. - Leurdijk, Andra. “In Search of Common Ground: Strategies of Multicultural Television Producers in Europe.’’ European

(21)

daarom talkshows een alternatieve publieke sfeer (1995:252).

Voordat de publieke sfeer wordt toegepast op de talkshows met betrekking tot sociale media, is het van belang het begrip kort toe te lichten. Het concept van de publieke sfeer (public sphere) is afkomstig van Jürgen Habermas (1989: 50). Burgers komen op deze publieke plek samen om, los van de sociale en economische hiërarchie die heerst, met z’n allen ideeën, regels, informatie en algemene vragen te bespreken. Hierdoor ontstaat er wederzijds begrip voor elkaar en ontstaat er gelijkwaardigheid, stelt Macdonald (2003: 80). Het is een nieuwe vorm van democratie binnen de Westerse maatschappij in de twintigste eeuw, maar is niet door iedereen goed ontvangen.

Vanuit feministische academici komen er twee belangrijke kritieken op zijn idee. Ten eerste zou Habermas zijn idee van de publieke sfeer vanuit de bourgeois

beschrijven en daarbij niet de verschillen tussen ras, gender en klasse in overweging nemen (80). Er is dus geen sprake van een intersectionele representatie. Dit geeft Habermas later toe en stelt dat het begrip meegaat met de tijd, dus dat de betekenis van de publieke sfeer verandert. Ten tweede beargumenteert Andra Leurdijk dat de

machtsrelaties die ontstaan in elke vorm van debat en communicatie door Habermas over het hoofd worden gezien (1995:256). Dezelfde groep mensen komen sneller aan het woord, waardoor de dominante stem alsnog overheerst.

Leurdijk ziet in de jaren negentig dat de dominante stem meestal de stem van de witte man is. In de meeste Nederlandse talkshows is dit namelijk het geval (1997). Alhoewel er meer sprake is van diversiteit in talkshows dan in het nieuws, zijn

bijvoorbeeld Afro-Nederlanders met een hoge sociale status zoals politici of academici nauwelijks aanwezig (155). Hannah Goodall concludeert dat er daardoor op televisie het idee heerst dat wit de norm en een ideaal is (2012:162). Wanneer er dus over etnische minderheden wordt gesproken gaat het menigmaal over de ander vanuit een

wij-perspectief. Dit was echter voordat sociale media een belangrijke rol begonnen te spelen op televisie.

Talkshows bestaan inmiddels niet meer zonder de bijbehorende sociale

(22)

1.2.4 Het discours van sociale media als publieke ruimte

Het begrip sociale media komt veelvuldig terug in deze scriptie. Hierbij wordt de beschrijving gebruikt uit Social Media and Everyday Politics (2016), geschreven door Tim Highfield. Volgens Highfield verandert deze terminologie continu, omdat internet zich snel ontwikkelt. Sociale media is tevens een specifieke niche binnen internet, en het meest populaire in de online wereld (5).

Sociale media is een vervanging van het begrip social networking sites, wat een vervolg en aanvulling is op web 2.0. Sociale media omvangen voor deze scriptie met name Westerse gebruikte platforms als vlogs, blogs, Facebook, Twitter, YouTube en Instagram, zowel op de computer als op de smartphone en tablet (6). De populariteit van sociale media valt niet te ontkennen: 96 procent van de Nederlanders maakt er gebruik van in 2017 (“Sociale media in Nederland 2017’’: 2017).

Tim Highfield benadrukt dat sociale media geen apart fenomeen zijn. Het moge dan individuele platforms zijn die de cultuur van sociale media reflecteren, uiteindelijk zijn deze media onderdeel van een breder sociaal, technologisch en politieke context (6). Het is een discours van machtsrelaties die zich verder uitstrekt dan online4. Kwesties die

zich online afspelen hebben steeds meer effect op het offline leven. Zo zijn de opgepakte personen die Sylvana Simons online bedreigen veroordeeld5, en hebben uitspraken op

sociale media invloed op het verkrijgen van werk. Het is dus niet zo dat deze twee werelden los van elkaar bestaan.

Highfield concludeert dat met de opkomst van sociale media, persoonlijke foto’s en anekdotes sneller een begin schetsen van een politieke kwestie. Hij noemt het

voorbeeld van #PadsAgainstSexim (14). Oorspronkelijk was het een demonstratie om te laten zien dat er op zaken als ongesteldheid, schaamhaar en tepels een groter ongemak en taboe ligt dan op verkrachting. Demonstranten schreven slogans op maandverband en verspreidden dit door steden. Op sociale media plaatste men foto’s en teksten met de hashtag (#) PadsAgainstSexism, waardoor het wereldwijd werd overgenomen en het een sociaal en politiek fenomeen werd (14-15). Highfield suggereert dat het

persoonlijke daarmee sneller politiek wordt op, en door sociale media:

4Mensen worden ontslagen naar aanleiding van negatieve uitlatingen op sociale media. Zie bijvoorbeeld het artikel

van Nieuwsuur. http://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2092335-werkgever-graaft-en-kijkt-mee-op-sociale-media.html .

5In mei 2017 zijn er twintig mensen veroordeeld voor het online bedreigen van Sylvana Simons. De uitspraak is hier

(23)

Yet even without any intent or desire to cause seismic change to the media industry, commentary on blogs, Facebook, Twitter and more has underlined the personalization of politics in the form of political talk that draws upon an

individual’s own perspective and experiences, particularly around issues of personal import. (15)

Meningen van individuen zijn dus online te zien. Alle perspectieven bij elkaar brengen sneller een beweging op gang. De relatie tussen het persoonlijke en politieke is niet los van elkaar te zien. Door sociale media interpreteren individuen politieke kwesties naar hun eigen persoonlijke ervaringen. Andersom geldt het tevens dat een persoonlijke kwestie op sociale media, sneller een politieke kwestie wordt aangezien iedereen zich online kan uiten. Er komt daardoor meer plek voor mensen met andere ideeën die anders niet gezien zijn in de traditionele media.

Er ontstaat een alternatieve publiek sfeer die toegankelijk is voor iedereen. In de talkshows benaderen presentatoren en gasten echter sociale media als een plek waar iedereen ongefilterd negatieve reacties uit. De volgende paragraaf behandelt de theorie achter negatieve uitlatingen op sociale media.

1.2.5 Uitlatingen op sociale media in television talk als stem van het volk

Sociale media zijn aan de ene kant een platform voor iedereen, waardoor zaken als seksisme bespreekbaar worden zoals het geval is bij #PadsAgainstSexism. Aan de andere kant is het juist een platform waarop men zich seksistisch en racistisch uit. Emma Jane beschouwt deze discriminerende en seksistische opmerkingen als ‘e-bile’ (2014:532). Jane stelt dat de vijandigheid die online circuleert steeds overheersender is en vaak gericht is op gender, bij zowel mannen als vrouwen (534). Vrouwen met een publieke functie krijgen dikwijls online reacties dat ze lelijk, en/of dom zijn en verkracht zouden moeten worden (535). Ze suggereert dat het genormaliseerd is om vrouwen zo te noemen: “Such discourse has become normalized to the extent that threatening rape has become the modus operandi for those wishing to critique female commentators.’’ (535) Het openlijk bekritiseren – of verkrachtingen toewensen – van mensen op sociale media wordt als normaal gezien. Men staat niet tegenover elkaar wanneer deze

uitspraken worden gedaan, dus mensen uiten zich sneller. Deze vorm van e-bile is terug te zien bij Sylvana Simons. Talkshows maken gebruik van e-bile om te tonen wat de mening van het volk is.

(24)

gesprekken zonder te refereren aan iemand speciaals, waardoor (onder andere)

racistische opmerkingen terloops worden geuit (2016:24). Het zomaar verkondigen van seksistische, xenofobische, racistische en discriminerende opmerkingen op online media noemt Highfield callout culture: “Callout culture is, at times, intended to highlight

behaviours without necessarily focusing on the individual concernced […] At its most extreme, though, these practices lead to individuals being targeted, in response to their personal views and comments, for revenge or to publicly humiliate someone.’’ (26) De online wereld is een plek vol contradicties, meer dan in talkshows als publieke ruimte. Kenmerkend is namelijk dat sociale media een ruimte zijn waarin iedereen zijn eigen of anonieme identiteit uitoefent en daarom goed werkt als stem van het volk. Het is aan de ene kant een veilige omgeving voor marginale groepen die zichzelf niet terugzien in andere media (zoals talkshows). Aan de andere kant is het tevens een plek waar iedereen te schande kan worden gezet. Alledaagse denigrerende opmerkingen over Simons zijn terug te zien in de talkshows, omdat de programma’s daarmee de emotie van het volk suggereert te tonen. In het geval van Sylvana Simons zijn het voornamelijk racistische opmerkingen die worden laten zien in de talkshows.

1.2.6 Het moderne racisme in online media

Jessie Daniels legt een verbinding tussen internetstudies en racisme in “Race and Racism in Internet Studies” (2013). Daniels toont dat ras en racisme zich op een nieuwe manier uiten sinds de groei van internet: “People use the internet to both form and reaffirm individual racial identity and seek out communities based on race and racial

understanding of the world.’’ (698). Mensen vinden bevestiging in hun etniciteit online, echter is ras aan de andere kant nog steeds verbonden met de politieke representatie van het kolonialisme (699). Daniels stelt dat mensen zich onderdeel van een groep horen wanneer zij het nieuws lezen. Internet is daar onverminderd meer doorgegaan: door sociale media zijn er zoveel groepen ontstaan dat iedereen zich bij een groep kan aansluiten en zich daardoor onderdeel voelt van een maatschappij.

(25)

wordt gevoed door het idee om mensen neer te zetten als de ander (21). Hij spreekt over ‘wij’, de normale mensen, en de ‘ander’ waardoor er een imagined community ontstaat (2013: 707).

Daniels beweert dat het idee van Stuart Hall online voortleeft. De term ‘ras’ gebruikt men als een oorzaak zonder referentie naar de context waarin het woord ‘ras’ wordt gebruikt waardoor het onvermijdelijk tot de suggestie leidt dat het people of colour betreft (degenen die niet wit zijn). Echter zijn witte mensen evengoed een ras volgens Daniels (708). Hij pleit voor een theoretisch framewerk waarbij racisme wordt erkent en tegelijkertijd de wortels van raciale ongelijkheid bevestigt binnen de

technologische, sociale cultuur (711).

Sociale media zijn, meer dan talkshows, een publieke sfeer waarin iedereen zich kan uiten, met negatieve en positieve gevolgen als gevolg. Aan de ene kant ontstaan er groepen voor iedereen, aan de andere kant kan het idee van de ander worden versterkt. Maar hoe werkt dat wanneer er in television talk gebruik wordt gemaakt van een

publieke ruimte als sociale media?

1.2.7 Sociale media als stem van het volk in television talkshows

In de hedendaagse Nederlandse talkshows is er sprake van een convergentie tussen sociale media en de live-uitzending. Dit onderzoek richt zich specifiek op het gebruik van sociale media in de berichtgeving over Sylvana Simons in talkshows en is nog onbekend terrein. Echter is er eerder onderzoek gedaan naar het gebruik van sociale media in het televisienieuws door Sherice Gearthart en Seok Kang (2015). Zij stellen dat het gebruik van sociale mediaberichten in het nieuws de suggestie wekt dat het publiek onderdeel is van het nieuws (244). Op deze manier willen journalisten de mening reflecteren van het publiek.

Voor het gebruik van sociale media werd voornamelijk de voxpop (vox populi) gebruikt (246). Oftewel: de stem van de gewone man of vrouw op straat. Kritiek hierop was dat een mening van een persoon stond voor de algemene mening van het volk (247). Bovendien gaan journalisten gericht af op mensen met ingestudeerde vragen. Met behulp van sociale media is er op een snelle wijze diverse meningen te verkrijgen en zijn deze uitspraken niet gestuurd door journalisten. De diversiteit aan mensen en

(26)

voxpops in het nieuws (255). Sociale media in television talk kunnen dus zorgen voor een scala aan diversiteit. Dit gaat echter over het gebruik ervan in televisienieuws. Hoe sociale media in talkshows zijn toegepast, specifiek bij Sylvana Simons, wordt toegelicht in de resultaten.

Met de komst van sociale media op televisie wordt de suggestie gewekt dat er meer sprake is van diversiteit aan mensen, culturen en perspectieven. Echter is er ook kans dat sociale media eenzijdig worden gebruikt wanneer er slechts een bepaald publiek podium krijgt. Andra Leurdijk stelt eerder dat talkshows worden gedomineerd door (witte) mannen. Is er dan wel sprake van een intersectionele representatie in de talkshow als er slechts een groep aan tafel is uitgenodigd? In de volgende paragraaf wordt het begrip intersectionaliteit omschreven om daarmee een intersectionele representatie te incorporeren in de analyse van de Nederlandse talkshows.

1.3 Intersectionaliteit

Inmiddels is het begrip intersectionaliteit een aantal keer voorbijgekomen. Deze paragraaf behandelt dit begrip om daarmee een richting te geven aan de brede

concepten framing en discours. Laurel Weldon beschrijft het concept intersectionaliteit als een interactie tussen systemen van onderdrukking (2008:193-194). De relatie tussen ras en gender zijn vormgegeven door politieke en sociale systemen, die invloed hebben hoe onderdrukking vandaag de dag nog steeds speelt. Het is een sociaal-theoretische toevoeging aan het feminisme om sociale relaties te conceptualiseren en te begrijpen. Afro-Amerikaanse feministen tonen dat hun ervaringen, identiteit en perspectief noch samenvalt onder de categorie van people of colour noch onder de categorie van (witte) vrouwen (194).

Weldon stelt dat het intersectionaliteit geen concept is dat groepen in een bepaalde sociale klasse treft: het gaat niet over benadeelde vrouwen. Echter,

intersectionaliteit is een onderdeel van een sociale constructie die het leven vormgeeft. Genderstructuren hebben invloed op zowel mannen als vrouwen, evenals het feit dat iedereen een andere etnische achtergrond heeft (195). Sociale relaties zijn dusdanig complex dat iedereen bevoordeeld of benadeeld is op bepaalde gebieden door

structuren van onderdrukking. Weldon benadrukt dat dit niet betekent dat iedereen in gelijke mate bevoordeeld en benadeeld is (195).

(27)

cultureel en historisch construct is, een manier om verschillen aan te geven tussen mensen van diverse kleuren (167). Storey zegt daarover: “But how it is made to signify is always a result of politics and power, rather than a question of biology.’’ (167). De termen ras en racisme zijn geen vanzelfsprekende termen, maar politiek beladen. Ze zijn ontstaan door de geschiedenis en het resultaat van menselijke daden en interacties (168).

Gilroy (2002) stelt dat het idee ‘ras’ ontstaan is dankzij racisme. “What needs to be recognized is ‘the banality of intermixture and the subversive ordinariness of this country’s convivial cultures in which ‘race’ is stripped of meaning and racism just an after-effect of long gone imperial history’’ (168). Racisme is dus een discours dat is ontstaan door de resultaten in de geschiedenis.

Voor dit onderzoek is het belangrijk naar intersectionaliteit te kijken, omdat hetgene wat Sylvana Simons tot een interessante analyse maakt, komt door het feit dat veel van de reacties op Simons te maken hebben met racisme, seksisme en discriminatie. Het introduceren van intersectionaliteit is dus een noodzaak om te kijken naar de

intersectionele representatie van Sylvana Simons in de Nederlandse television talkshows.

1.3.1 Verbindingen in intersectionaliteit

Intersectionaliteit bekijkt de machtsrelaties en de verbindingen tussen gender, ras en andere categorieën in sociale en culturele praktijken. Kimberlé Crenshaw (1991:1242) komt met deze term in de jaren 80, omdat ze ontdekt dat de ervaringen van

Afro-Amerikaanse vrouwen verschillen met de ervaringen van vrouwen uit het feministische discours én met Afro-Amerikanen uit het anti-raciscme discours in de wetenschap. Vrouwen uit de Afro-gemeenschap zijn zowel onderdrukt vanwege hun ras, als vanwege hun sekse. Crenshaw stelt dat alle categorieën verbonden zijn met elkaar en daarom onderdeel zijn in elke feministische en anti-racistische theorie. Zij komt tot de conclusie dat minderheden zich altijd op een kruispunt zullen bevinden waar continu botsingen zijn (1991:1251).

Margreth Lünenborg en Elfriede Fürsich betogen in “Media and the Intersectional Other’’ (2014) dat een intersectionele analyse de link legt tussen verschillende

(28)

ander te representeren. Intersectionaliteit borduurt als methodologie voort op het debat binnen feministisch onderzoek om verbindingen te leggen tussen gender, ras, klasse en de invloed van een intersectie binnen machtsrelaties (961). Volgens Kathy Davis

(2008:68) is het toepassen van intersectionaliteit essentieel bij het gebruik van framing en discoursanalyse aangezien deze theorieën te maken hebben met sociale constructies in het dagelijkse leven.

1.3.2. Lived experiences als intersectie

Intersectionaliteit richt zich dus op de verweving van alle categorieën, maar dit is

moeilijk te verwerken in theorieën en in methodes, aangezien er altijd bepaalde groepen uitgesloten worden. bell hooks stelt in “Sisterhood: Political Solidarity Between Women’’ (1984) dat wetenschappers niet in hokjes denken, maar de nadruk moeten leggen op de constructie van een identiteit binnen een maatschappij (75). Framing analyse spreekt echter van het maken categorieën om zo een discoursanalyse te doen met behulp van intersectionaliteit. Kortom, intersectionaliteit zorgt niet voor ordening, maar toont wel de machtsrelaties onderling zoals een discoursanalyse poogt.

Gill Valentine (2008) toont een voorbeeld6 van een lived experience van

intersectionaliteit. Dit is namelijk de meest duidelijke manier om deze theorie toe te passen en te laten zien dat het binnen de wetenschappen mogelijk is dit begrip te gebruiken (11). In haar casestudie bespreekt ze het verhaal van een lesbische, dove vrouw die in zes verschillende fasen van haar leven met andere vormen van

onderdrukking te maken krijgt. Ze bevindt zich gedurende haar hele leven op

verschillende knooppunten waar botsingen plaatsvinden in de maatschappij (11). Zo krijgt ze te maken met heteronormativiteit wanneer ze binnen de doven gemeenschap niet geaccepteerd wordt als lesbische vrouw, ze krijgt te maken met het patriarchaat wanneer ze is onderdrukt op haar ondergewaardeerde werk. Bovendien is ze beperkt om met iedereen te praten aangezien anderen gebarentaal niet machtig zijn. Deze vrouw wordt continu geconfronteerd met het ‘anders’ zijn binnen de niet-doven wereld en binnen de dove wereld (15-19).

Door haar verhaal is het duidelijk dat onze identiteit als individueel persoon veelzijdig en vloeibaar zijn. Macht opereert tussen verschillende discoursen en creëren

6Dit voorbeeld van een lived experience heb ik tevens aangehaald in mijn vorige scriptie “Broad City en de

(29)

een hegemonie die bepaalde sociale groepen uitsluiten zoals vrouwen, doven, homoseksuelen en etnische minderheden (19). Op deze wijze blijft de maatschappij ongelijkheden reproduceren. De media spelen daar een machtige rol in, aangezien zij dus onderdeel zijn van de postmoderne publieke sfeer. Men weerspiegelt zich aan wat hij of zij voorgeschoteld krijgt zowel online als op televisie. Wanneer media bepaalde categorieën herhalen, dan blijft het normaal om in stereotypes te denken.

Deze vicieuze cirkel is aan de talkshow-tafels zichtbaar. Alhoewel Simons vaak spreekt als Afro-Nederlandse vrouw namens de gemeenschap, wordt zij in talkshows continu bevraagd over de racistische en seksistische uitingen en in hoeverre zij het over haarzelf afroept. Tegelijkertijd wordt het debat over racisme besproken aan een tafel waar nauwelijks sprake is van diversiteit. Daarom is het onmisbaar om

intersectionaliteit te betrekken in de analyse van de uitzendingen.

Framing, discours en intersectionaliteit liggen in het verlengde van elkaar. Met behulp van framing worden er categorieën gemaakt, die aan de hand van een

discoursanalyse worden geanalyseerd en door intersectionaliteit zorgen voor

bewustwording op het gebied van gender en ras. Deze drie concepten zijn van belang voor de onderzoeksvragen en hypotheses.

1.4 Hypotheses

Voor dit onderzoek wordt de hoofdvraag beantwoord: Wat is de framing en het discours van Sylvana Simons in television talk van de Nederlandse talkshows De Wereld Draait Door, Pauw, Pauw en Jinek en RTL Late Night op het gebied van intersectionele

representatie? Aangezien deze scriptie een inductieve methode hanteert, passen er in eerste instantie geen hypotheses bij, omdat een onderzoeker met een open blik het onderzoek ingaat. Echter zijn er wel deelvragen en hypotheses op te maken uit de hiervoor besproken theorie. Bovendien bekijk een wetenschapper zijn studie altijd door een bepaalde bril, waardoor iemand nooit geheel zonder vooroordeel een onderzoek verricht. Om tot een antwoord te komen zijn er drie deelvragen opgesteld:

1. Welke frames van Sylvana Simons bestaan er in DWDD, Pauw, Pauw en Jinek en RTL Late Night?

(30)

Simons in de uitzendingen. Met behulp van de mythes van de vrouw van Myra Macdonald wordt er gekeken in welke mythe Sylvana Simons past. Het valt op dat Jeroen Pauw de woorden verkleint wanneer hij over Sylvana Simons praat (Pauw, 9 november 2016). Wanneer Simons niet tussen een gesprek komt, steekt ze haar vinger op. Pauw spreekt over “het vingertje van Sylvana’’. Wanneer Simons een bepaalde richting opgaat in een gesprek noemt hij dit “treintje Sylvana’’ (9 november 2016). Hij stelt haar nauwelijks vragen en gaat niet in op haar opmerkingen, buiten

verkleinwoorden te gebruiken over haar. Daarmee wordt een bepaalde framing van Sylvana Simons gesuggereerd. Ze hoeft niet serieus te worden genomen. Het moderne racisme, toegelicht door Robert Entman is terug te zien aan het feit dat ze vaak te gast is als spreker namens de Afro-gemeenschap. Dit is toegelicht bij de tweede deelvraag. Daarnaast heeft de inzet van sociale media een bepalende rol in de talkshows hoe Sylvana Simons is geframed. Aangezien Facebook, Twitter en Instagram een negatieve bijklank hebben, zetten de talkshows de sociale media neer als de schuldige aan het racisme. Hiermee wekken ze de suggestie dat racisme en seksisme online gebeurt. Sociale media fungeren aan de andere kant als de stem van het volk. Tim Highfield stelt dat sociale media als alternatieve publieke sfeer gelden, maar dat er ook meer ruimte is voor negatieve uitlatingen. Deze dubbele hantering gebruiken talkshows in hun framing van Sylvana Simons.

2. Welke discoursen van Sylvana Simons komen er terug in de talkshows DWDD, Pauw, Pauw en Jinek en RTL Late Night?

In talkshows komt ze meestal aan bod als het gaat over racisme en discriminatie. Echter stuurt ze het gesprek daar evengoed heen. Daardoor valt ze in het frame als de vrouw die namens de Afro-gemeenschap spreekt. Dit is het tweede component van het moderne racisme waar Entman over schrijft (339). Volgens Entman’s onderzoek in “Modern Racism and the Images of Blacks in Local Television News’’ (1990) beweren nieuwsmedia dat witte politici spreken vanuit het publieke belang, terwijl politici met kleur handelen vanuit een speciale belangengroepering (339). Zij zou dus niet vanuit publiek belang spreken. Volgens Stuart Hall is Simons de ‘Other’. Vanuit een

(31)

zij het stereotype door zichzelf te representeren als expert in het racismedebat.

3. Wat is de intersectionele representatie van Sylvana Simons in de talkshows DWDD, Pauw, Pauw en Jinek en RTL Late Night?

Door het gebruik van Twitter en Facebook in talkshows wordt er gesuggereerd dat er een negatieve connotatie heerst over Sylvana Simons online. Jane stelt in “Your a Ugly, Whorish, Slut’’ (2014) dat het genormaliseerd is om vrouwen negatief te noemen online. Jessie Daniels concludeert in “Race and Racism in Internet Studies” (2013) dat ras en racisme zich op een nieuwe manier uit sinds de groei van internet: “People use the internet to both form and reaffirm individual racial identity and seek out communities based on race and racial understanding of the world.’’ (698). Aan de ene kant zorgt de online wereld ervoor dat er groeperingen ontstaan die hiervoor niet zichtbaar waren in de media. Echter laten de talkshows slechts één beeld van Twitter en Facebook zien; namelijk de racistische, discriminerende en seksistische kant. De uitingen op deze sociale media suggereren de publieke opinie te zijn in de talkshows. Aan de andere kant nuanceren de presentatoren het door te stellen dat er alleen ‘gekken op Twitter’ zitten (DWDD, 18 mei 2015). Sylvana Simons is waarschijnlijk niet intersectioneel

(32)

2. Context

Voor het onderzoek is het nuttig om toe te lichten wie Sylvana Simons is. Dit is van belang om Simons in een bepaalde context te plaatsen tijdens de analyse van de talkshows en Facebook en Twitter. Ook worden de talkshows kort toegelicht om te begrijpen waarom Simons daar te gast is. Ten eerste zijn de talkshows uiteengezet. Ten tweede verduidelijkt de context de rol van Sylvana Simons in de media.

2.1 De talkshows

In het hedendaagse televisielandschap zijn er drie dagelijkse talkshows die zowel nieuws, entertainment en de politiek bespreken. De televisieprogramma’s De Wereld Draait Door (Vara, 2005-heden), Pauw (Vara, 2014-heden), Pauw en Jinek (Vara, febuari en maart 2017) en RTL Late Night (RTL, 2013-heden) zijn de Nederlandse talkshows waarin wisselend entertainment en politieke gesprekken de revue passeren. In de maanden februari en maart van 2017 is het aparte late night talkshow geweest tijdens de verkiezingstijd in Nederland (de verkiezingen vonden plaats op 15 maart 2017). Sylvana Simons komt met enige regelmaat langs om zowel te spreken over politieke kwesties als over persoonlijke verhalen. De commerciële RTL Late Night en NPO Pauw zijn twee concurrerende late night programma’s, waarbij RTL om half 11 ’s avonds begint en Pauw om 11 uur. De Wereld Draait Door is met de meeste afleveringen in de Nederlandse televisiegeschiedenis al meer dan tien jaar lang een vast programma dat dagelijks om 7 uur ’s avonds op NPO1 te zien is (DWDD, 29 april 2014). Voormalig was dit om half 8 ’s avonds op NPO3. De Wereld Draait Door en RTL Late Night zijn twee

vrij luchtige talkshows, met veel afwisseling tussen informatie en entertainment

(infotainment). Daarentegen is Pauw meer gericht op politieke gesprekken en heeft een serieuzere toon van aard.

2.2 Sylvana Simons

Silvana Hildegard (Sylvana) Simons, geboren in Paramaribo op 31 januari 1971 is een voormalig TMF-Vj, presentator en inmiddels lijsttrekker van de politieke partij Artikel 1. Ze groeit op in Hoorn en doet de balletacademie en kappersopleiding.

(33)

regelmatig tafeldame bij de talkshow De Wereld Draait Door en presenteert ze diverse jazzprogramma’s op de radio. Simons is inmiddels meer dan twintig jaar een publiek persoon die regelmatig in de media te vinden is.

Zelf zegt ze over de media in de Trouw van 25 juni: “Ik heb de afgelopen vier weken bijna geen waar woord over mezelf gelezen. Ook niet in gerespecteerde media. Ik zou vier tot vijf keer getrouwd zijn geweest en alleen maar rijke witte mannen hebben gehad, van wie ik maandelijks ook nog flinke sommen geld ontvang.’’ (Suzanne Rethans, 2016). Ze neemt de roddelpers niet serieus, dat is ze gewend sinds haar tijd als TMF-vj. Echter is er geen sprake meer van roddelen over onware zaken, maar betreft het seksistische, discriminerende en racistische opmerkingen op sociale media.

Sylvana Simons is in 2016 dusdanig vaak in het nieuws geweest dat ze aan het einde van het jaar in de Volkskrant De Gouden Sylvana wint (“Ik lach om die hele zwarte pietendiscussie’’, 24 december 2016). Ze is namelijk het meest besproken figuur in de Nederlandse media. In dezelfde krant benoemt Simons het begin van alle racistische opmerkingen op sociale media wanneer ze bij De Wereld Draait Door (2005- heden) Martin Šimek wijst op het feit dat hij vluchtelingen ‘zwartjes’ noemt (24 december 2016). Dagenlang krijgt ze bedreigingen via Twitter, Facebook. Opmerkingen als dat Simons terug moet naar land van herkomst op de bananenboot passeren de revue (de Volkskrant).

Stellingdames.nl noemt dat de kritiek op Twitter over Sylvana Simons in twee categorieën is in te delen. Ten eerste het ‘Zwarte piet-frame’ (21 mei 2015). Simons spreekt zich regelmatig uit over het Zwarte pietendebat, en stelt dat Zwarte Piet racistisch is (de Volkskrant, 24 december). Door zich te profileren als anti-Zwarte Piet krijgt Simons veel racistische opmerkingen. De tweede categorie is er het frame van de ‘aandachtshoer’ (Stellingdames, 21 mei). “Dit is een bekende portrettering van vrouwen in de media, zie bijvoorbeeld ook Halina Reijn en haar kwetsbare open houding op televisie over haar ongewenste kinderloosheid.’’ (21 mei). Er zijn dus twee categorieën waarbinnen ze wordt behandeld, de ene gericht op het Afro-Nederlands zijn, de ander op het feit dat ze een vrouw is.

(34)

(Bewegingdenk.nl, 2016). De Turks-Nederlandse Tunahan Kuzu is vanaf begin

november 2016 de lijsttrekker van de partij. Hij staat erom bekend een warme band te hebben met Turkije en dat is hem vaak verweten ten tijde van de Turkse coup in juli 2016. De partij wordt door andere politieke partijen verweten een Erdogan-aanhanger te zijn.

De zowel seksistische, als racistische en discriminerende opmerkingen blijven doorgaan. In november verschijnt er een filmpje met racistische beelden. Simons’ hoofd is gephotoshopt in een lynchpartij van de Ku-Klux-Klan. Van dit filmpje doet ze

wederom aangifte bij de politie. Eind december 2016 stapt Simons uit DENK en begint ze Artikel1. Ze voelt zich niet genoeg gesteund in haar aangifte tegen de vele

bedreigingen, zegt ze in een interview met de Volkskrant op 24 december 2016. Simons licht DENK in middels de media, waarna DENK een schadevergoeding van 30.000 euro eist. Simons zou “het relatiebeding, het concurrentiebeding en de

geheimhoudingsplicht’’ van DENK hebben geschonden (“DENK wil schadevergoeding van Sylvana Simons’’, NOS, 22 januari 2017).

Met haar nieuwe partij heeft ze op 15 maart 2017 mee gedaan aan de

(35)

3. Methode

Dit hoofdstuk is gewijd aan het methodologisch framewerk. Allereerst wordt er toegelicht waarom dit onderzoek gebruikmaakt van de gekozen kwalitatieve

tekstanalyses. Kwalitatieve framing analyse wordt ingezet om categorieën te maken, een schematheorie, om vervolgens een kwalitatieve discoursanalyse toe te passen. Er is gekozen voor een kwalitatieve benadering, omdat het een klein onderzoek betreft. Discoursanalyse is hier geschikt voor, omdat het gaat over een diepteanalyse van television talk. De nadruk bij zowel framing analyse als de discoursanalyse ligt op het toelichten van de vragen die in het inductieve schema zijn opgesteld in bijlage 2.

In het tweede deel is de keuze voor het casusmateriaal uitgelegd en welke afleveringen geselecteerd zijn voor de analyse. Het protocol dat hoort bij het

transcriberen van de talkshows is een onderdeel van het casusmateriaal. In de derde paragraaf wordt er beredeneerd in welke categorieën Sylvana Simons valt om daarmee de content te verantwoorden. Als laatste licht ik mijn taal als onderzoeker toe.

3.1 Framing analyse

Framing analyse is een bruikbare methode om te onderzoeken welke frames er bestaan van Sylvana Simons in de talkshows. Ik baseer mijn methode op Semetko en Valkenburg (2000). Zij beschrijven twee manieren van onderzoek doen bij het analyseren van frames: de inductieve en de deductieve methode. Met een inductieve methode wordt er niet vooraf gewerkt met bepaalde frames, maar wordt de content met een open blik bekeken om er vervolgens zoveel mogelijk soorten frames uit te halen (94). Een nadeel van de inductieve methode is dat het moeilijk te herproduceren is en het gebaseerd is op weinig samples (94). Een deductieve methode richt zich juist op frames die vooraf zijn bedacht en nuttig zijn voor grootschalig onderzoek.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zo hebben Halte Werk en de Wmo-consulent een tiental keer per jaar overleg over mensen in de dagbesteding die mogelijk kunnen werken of over mensen die bij Hal- te Werk

Het moment komt dat er afgebouwd moet worden en dan nog is er voor jaren werk om de cavernes leeg te halen en op druk te houden en te zorgen dat niet opnieuw door overdruk er nog

De Levenseindekliniek en de familie van de vrouw stellen dat de vrouw

“Biologische argumenten voor racisme kunnen gemeengoed geweest zijn vóór 1859, maar ze namen toe in orde van grootte na de acceptatie van de evolutietheorie”.. Hij

Zo snappen scholen beter waar ze staan en kunnen ze laten zien wat hun kwaliteiten zijn en hoe ze die voor elkaar krijgen.’’. Daarbij gaat het niet alleen over scores, zegt

Hier kunnen verschillende opdrachten bij horen maar die werken allemaal hetzelfde. MAAK ALTIJD EERST

Het idee is dat als de onderwijsinstellingen hun zaken wat betreft intern toezicht, bestuur, en kwaliteit goed op orde hebben, de rol van de Inspectie van het Onderwijs kan

Een nieuw lied van een meisje, die naar het slagveld ging, om haar minnaar te zoeken... Een nieuw lied van een meisje, die naar het slagveld ging, om haar minnaar