Thoracoscopie
Onder lokale verdoving
2
Uw longarts heeft met u afgesproken om bij u een thoracoscopie te doen. De longarts kan met een thoracoscopie uw longen en borstwand bekijken. Dit onderzoek wordt
bijvoorbeeld uitgevoerd als uw arts denkt dat er vocht tussen uw longen zit of als u een klaplong (pneumothorax) heeft. Voor dit onderzoek is een opname in het ziekenhuis, op de longafdeling, noodzakelijk.
Voorbereiding
Als u bloedverdunnende middelen gebruikt, zoals acenocoumarol (Sintrom mitis®),
fenprocoumon (Marcoumar®), acetylsalicylzuur (Ascal®) of clopidogrel (Plavix®), beslist de arts of u hiermee moet stoppen. Vlak voor het onderzoek krijgt u een operatiejasje aan en een injectie tegen de pijn. U krijgt bovendien een naaldje in een bloedvat in uw arm om zo nodig antibiotica of andere medicijnen te kunnen toedienen. Vervolgens brengt de
verpleegkundige u in bed naar de onderzoekskamer op de poliklinische operatiekamer.
Het onderzoek
Op de onderzoekskamer gaat u op de onderzoekstafel liggen. Omdat de thoracoscopie een soort kleine operatie is, liggen er groene steriele doeken over u heen. U mag daar niet aankomen. De longarts geeft een plaatselijke verdoving en maakt een klein sneetje in uw huid. Door dit sneetje brengt de longarts een buisje met een lampje eraan naar binnen.
Hiermee bekijkt de longarts uw longbladen. Aanwezig vocht tussen de longbladen dan worden verwijderd. Door het buisje kan de arts met een tangetje eventueel een stukje weefsel wegnemen voor nader onderzoek. Het wegnemen van het weefsel kan korte tijd enige pijn veroorzaken. De arts brengt een dun slangetje (drain)door het sneetje, waarvan de top tussen de longbladen ligt. De drain wordt met een hechting vastgemaakt en rondom afgeplakt.
Het onderzoek is verricht en u gaat weer terug naar de afdeling. Het onderzoek duurt ongeveer een half uur tot drie kwartier.
Na het onderzoek
Op de afdeling sluit de verpleegkundige de drain aan op een zuigpomp. De pomp zuigt het vocht of de overtollige lucht continu weg. Hierdoor gaan de longbladen weer tegen elkaar aan liggen. Dit kan een vervelend gevoel geven. Om te zien of de drain goed ligt en of de long zich ontplooit, maakt men meestal een röntgenfoto. U zult in het begin wel moeten wennen aan de drain, vooral met het draaien in bed. Toch is het belangrijk dat u de arm en schouder van de behandelde zijde goed blijft gebruiken. Als u een drain heeft gekregen in verband met een klaplong, bent u in de regel gebonden aan bedrust. Zo kan de aangedane long optimaal herstellen. Na verloop van tijd, meestal drie tot vier dagen, verwijdert de arts de drain. Het gaatje wordt gedicht door de hechting aan te trekken. De hechting wordt na zeven dagen verwijderd.
3
Verkleving van de longbladen
In een aantal gevallen geeft de longarts het advies om de longbladen door middel van medicijnen te laten verkleven. Hierdoor wordt de kans kleiner dat uw klachten terugkomen.
De medicijnen kunnen pijn en koorts veroorzaken, waarvoor wat langere tijd pijnstillende medicijnen worden voorgeschreven. Dit zal apart met u besproken worden.
Vragen
Als u nog vragen heeft over de thoracoscopie, stel deze dan gerust aan de verpleegkundige of de arts. Zij geven u graag meer informatie. Het is niet altijd mogelijk dat uw eigen longarts de thoracoscopie verricht, maar dit wordt wel nagestreefd. Alle longartsen in CWZ verrichten dit onderzoek.
Bericht van verhindering
Bent u op de afgesproken dag van opname verhinderd, bel dan zo snel mogelijk de afdeling.
Er kan dan nog een andere patiënt in uw plaats komen.
Datum opname:
………
Datum onderzoek:
………
Medicijnen die u moet stoppen:
………
………
………
Stopdatum:
………
4 G011-A / 06-21
Adres en telefoonnummers
Canisius Wilhelmina Ziekenhuis Weg door Jonkerbos 100 6532 SZ Nijmegen
Verpleegafdeling B20 (longziekten, interne geneeskunde en oncologie) Telefoon (024) 365 77 78
Website: www.longziekten.cwz.nl