• No results found

Opvolging aanbevelingen BDU Verkeer en vervoer; Verantwoordingsonderzoek 2013; IenM (peilmoment augustus 2017)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Opvolging aanbevelingen BDU Verkeer en vervoer; Verantwoordingsonderzoek 2013; IenM (peilmoment augustus 2017)"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Opvolging aanbevelingen (peilmoment augustus 2017)

Opgave Ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM)

BDU Verkeer en Vervoer; Verantwoordingsonderzoek 2013; IenM (21 mei 2014)

Aanbeveling uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer

Toezegging van bewindspersoon Nawoord van Algemene Rekenkamer

Stand van zaken op aanbeveling

Aan de minister van IenM Maak een analyse van de benodigde omvang en reserves van de BDU.

Om deze analyse goed te kunnen maken is niet alleen zicht nodig op de mate waarin er verplichtingen staan tegenover de reserveringen, maar het is ook nodig te bepalen wat nut en noodzaak van geplande en voorgenomen investeringen is, in relatie tot de beleidsdoelen van het Rijk. Deze analyse zou idealiter uit- gevoerd moeten worden vóór de beoogde gedeeltelijke overheveling van de middelen naar het

Provinciefonds.

De minister zegt dat in het kader van de beoogde overdracht van BDU-budgetten naar het Provinciefonds afspraken zullen worden gemaakt over de budgetten.

Wij gaan ervan uit dat de minister voorafgaand aan de afspraken over de overdracht van de BDU- budgetten eerst een analyse maakt van de benodigde omvang en reser- ves van de BDU en nut en noodzaak van de geplande en voorgenomen investeringen in relatie tot de beleidsdoelen van het Rijk.

IenM - Actie is afgerond1

Aan de minister van IenM Voor de uitgaven die de vorm van een specifieke uitkering hebben (en houden) bevelen we de minister aan om beter zicht te houden op de beleidsresultaten. Zolang uitgaven op de begroting van de minister staan, is de minister verantwoorde- lijk voor de gezamenlijke beleidsre- sultaten en de werking van het systeem. Met de huidige informatie kan de minister deze verantwoorde- lijkheid niet voldoende waarmaken.

De minister geeft aan dat van meet af aan is beoogd na verloop van een aantal jaren de BDU geheel onder te brengen in de algemene fondsen. In de Bestuursakkoorden 2011-2015 is dit nogmaals vastgelegd. Wel is de minister van mening dat blijvende aandacht nodig is voor de samen- hangen in de inzet van financiële middelen ter versterking van de ver- voersketens. Om dit te realiseren voert het ministerie overleg met de 49 ketenpartners. Daarbij gaat het niet alleen over de concrete verta- ling van de gezamenlijke ambities naar realistische, haalbare en afre- kenbare doelen. Ook de uitvoering van deze doelen wordt daar bewaakt. Om de voortgang in de uitvoering te kunnen bewaken wordt een monitor ontwikkeld.

De minister geeft aan dat de verant- woordelijkheid voor de doelmatige besteding van de BDU-gelden pri- mair ligt bij de provincies en de plusregio’s. Wij vinden het van belang, omdat het een specifieke uitkering betreft, dat de minister daarnaast zelf informatie heeft over wat provincies en plusregio’s met de BDU-gelden realiseren op het gebied van verkeer en vervoer in relatie tot de beleidsdoelen van de minister. Deze eis zien wij terug in de reactie van de minister van Financiën op onze rijksbrede bevin- dingen, waarin hij aangeeft “dat elke minister altijd zicht moet houden op de rechtmatigheid en doelmatigheid van de besteding van begrotings- middelen, ook al vindt de besteding door andere overheden of (uitvoe- rings)organisaties plaats.”

IenM - Actie is in uitvoering2

(2)

Aanbeveling uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer

Toezegging van bewindspersoon Nawoord van Algemene Rekenkamer

Stand van zaken op aanbeveling

Aan de minister van IenM Meet de doelrealisatie gedurende een lange tijd op eenduidige wijze, zodat ook echt uitspraken gedaan kunnen worden over de vraag of de gewenste ontwikkelingen zich voor- doen. Voor een aantal doelen moet hiervoor nog concreet gemaakt worden wat de minister wil bereiken (bijvoorbeeld de betrouwbaarheid en de doelmatigheid van het OV).

De bewindspersoon heeft geen toe- zegging gedaan.

IenM - Geen actie3

Aan de minister van IenM Zorg voor een integrale beleidsver- antwoording over de BDU. Dit kan door het uitvoeren van een goede beleidsevaluatie (waarbij ook de maatschappelijke effecten van het beleid betrokken worden) en/of een beleidsdoorlichting.

De bewindspersoon heeft geen toe- zegging gedaan.

IenM - Geen actie4

1 De minister heeft in het kader van de beoogde overdracht van de BDU-budgetten naar het Provinciefonds afspraken gemaakt over de budgetten (zie Eerste Kamer, vergaderjaar 2013-2014, 33 659, nr. A). Voor de afronding wordt verder verwezen naar de mei en septembercirculaires van het ministerie van BZK.

2 Op 9 juli 2015 organiseerde de NS, als trekker van deze actie, een startbijeenkomst over het Dashboard. In het najaar van 2017 worden afspraken gemaakt met de partners over de uit- voering van het Dashboard Deur-tot-deur.

3 De bewindspersoon heeft geen toezegging gedaan.In het najaar worden afspraken gemaakt over de uitvoering van het Dashboard Deur tot deur. Daarmee wordt een belangrijke doel- stelling uit de Lange Termijn Spooragenda (LTSA) gemonitord.

4 De bewindspersoon heeft geen toezegging gedaan. De BDU is gedecentraliseerd. De decentrale overheden zijn verantwoordelijk op welke wijze zij de BDU-middelen willen inzetten voor het uitvoeren van hun Verkeer - en vervoerbeleid. Overigens heeft in 2014 een beleidsdoorlichting plaatsgevonden over het toenmalige artikel 15. Daarbij is de BDU ook betrok- ken. In 2018 vindt de beleidsdoorlichting artikel 16 plaats. Ook in die beleidsdoorlichting zal worden ingegaan op het regionaal OV.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

1 BHOS is niet rechtstreeks betrokken bij (onderhandelingen over en de toepassing van) bilaterale verdragen ter vermijding van dubbele belastingheffing; deze materie valt

Aan de staatssecretaris van VenJ Leg het voorstel voor de wijze waar- op de minister het stelsel van JJI’s in de toekomst wil organiseren voor aan de Tweede Kamer.. De minister

4 De nieuwe WLTP testmethode voor meting van het brandstofverbruik en de CO2-uistoot van auto’s wordt met ingang van 1 september 2017 van kracht voor nieuwe types personen-

4 Er is nader onderzoek naar de stand van zaken afhandeling meldingen identiteitsfraude bij div uitvoeringsorganisaties 5 De bewindspersoon heeft geen toezegging gedaan. 6

Aan de minister van SZW Om een voordelige keuze voor ouders ook een voordelige keuze voor de overheid te laten zijn, zal niet alleen ingezet moeten worden op flexibele

Om optimaal aan te sluiten bij de wensen van de Kamer vindt op 11 juli 2017 een informeel gesprek plaats met diverse Kamerleden om hun gebruikerservaringen mee te nemen bij

Open data heeft als kenmerken dat de gegevens openbaar zijn, er geen auteursrecht op berust, de gegevens computer- leesbaar zijn en dat ze bij voorkeur voldoen aan open standaarden

Aan de minister van SZW Om een voordelige keuze voor ouders ook een voordelige keuze voor de overheid te laten zijn, zal niet alleen ingezet moeten worden op flexibele