• No results found

“Ik kan zelf niet academisch schrijven, laat staan daarover feedback geven”. Percepties van studenten op academisch schrijven en peerfeedback

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "“Ik kan zelf niet academisch schrijven, laat staan daarover feedback geven”. Percepties van studenten op academisch schrijven en peerfeedback"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

3

93 3. Hoger onderwijs

Dit onderzoek is uitgevoerd met subsidie van het Speerpunt ‘Urban Education’ van de HvA. De volledige rapportage van het onderzoek en de docenthandreiking zullen begin 2020 beschikbaar zijn. Voor vragen kan je mailen naar taalbeleid@hva.nl.

Referenties

Bonne, P. & J. Vrijders (2015). “Ear Openers voor docenten en hun studenten:

Instrumenten voor luister- en noteervaardigheid”. In: Levende Talen Magazine, 102 (8), p. 10-14.

Bonne, P., J. Vrijders & J. Casteleyn (2019). ‘Hoorcolleges volgen – meer dan alleen noteren. In: Forum Taalbeleid en Taalondersteuning Hoger Onderwijs’. In: S.n.

Taalbeleid & taalondersteuning: wat werkt? Inspiratie en praktijkvoorbeelden uit het hoger onderwijs.Tielt: Lannoo, p. 211-216.

Elffers, L. (2018). ‘Seminar succes met je taal’. Online raadpleegbaar op:

http://www.hva.nl/binaries/content/assets/subsites/etalage/succes-met-je-taal/key- note-louise-elffers.pdf?1539703064348.

Kalsbeek, A. van & F. Kuiken (2014). “Academisch taalgebruik in het Nederlandse wetenschappelijk onderwijs: Stand van zaken en blik op de toekomst”. In:

Internationale Neerlandistiek, 1 (52), p. 221-236.

Kuiken, F. & A. van Kalsbeek (2012). “De taal van de wetenschap”. Online raadpleeg- baar op: https://pure.uva.nl/ws/files/2028369/139864_De_taal_van_de_universi- teit_lange_versie_18_5_12.doc.

Ronde 5

Kato Luyckx Universiteit Gent

Contact: luyckx.kato@hotmail.com

“Ik kan zelf niet academisch schrijven, laat staan daarover feedback geven”. Percepties van studenten op academisch schrijven en peerfeedback

1. Achtergrond

Academisch schrijven staat centraal in het hoger onderwijs (De Wachter & Heeren 2014; Lillis & Scott 2015). Enerzijds is er nood aan een universele, internationaal

Conferentie 33_Opmaak 1 4/11/19 13:15 Pagina 93

(2)

94

33steHSN-Conferentie

begrijpbare taal in onderzoek, waaraan studenten zich moeten conformeren.

Anderzijds vormen geschreven teksten het grootste evaluatiemiddel, waardoor het schrijfniveau een invloed heeft op het academisch succes van een student (Lillis &

Scott 2015). In een context van een dalende en meer heterogene taalvaardigheid van studenten is de vereiste academische taalvaardigheid echter geen evidentie. Zo vormt het hanteren van een neutrale, wetenschappelijke schrijfstijl een groot struikelblok (Bonset 2010; De Wachter & Heeren 2014).

Aan de Universiteit Gent biedt het Talenbeleid Academisch Nederlands ondersteuning aan verschillende opleidingen om academisch schrijven aan te leren. Het kiest ervoor om begeleidende sessies te organiseren, waarbij enerzijds aan de hand van een algeme- ne introductie tot het academische schrijven en anderzijds via peerfeedback wordt ingezet op het aanleren van deze vaardigheden. Wetenschappelijk onderzoek bena- drukt immers de gunstige effecten van peerfeedback om pragmatische redenen, aange- zien die kan leiden tot een grotere hoeveelheid aan feedback in een korte tijd (van der Pol e.a. 2008). Daarnaast kent het peerfeedbackproces gunstige pedagogische effecten, omdat het het leren bevordert. Onderzoek toont positieve cognitieve en metacognitie- ve effecten, die voornamelijk het gevolg zijn van het geven van peerfeedback (Cho &

MacArthur 2011). Tot slot kan peerfeedback leiden tot meer motivatie ten aanzien van een opdracht of vak, een verhoogd gevoel van eigenaarschap en meer verantwoorde- lijkheid, zelfvertrouwen en empathie voor anderen (Geithner & Pollastro 2016).

2. De peerfeedbackinterventies

De interventie krijgt in verschillende opleidingen een andere invulling. Dit onderzoek ging in op de sessies in de eerste bachelor Sociologie en de eerste bachelor Criminologie tijdens het academiejaar 2018-2019. De interventie vertrekt in beide studierichtingen vanuit een verplichte schrijfopdracht, om op deze manier het leerpro- ces relevant te maken voor de studenten zelf. De criminologiestudenten schrijven een wetenschappelijke samenvatting; de sociologiestudenten schrijven een onderzoekspa- per.

De eerstejaarsstudenten Criminologie krijgen twee vrijblijvende sessies van anderhalf uur. In de eerste infosessie over academisch schrijven wordt, aan de hand van een lei- draad (‘de schrijfwijzer’), toegelicht hoe een goede academische tekst eruitziet. Dat gebeurt door goede en minder goede samenvattingen van de studenten zelf te analy- seren. Daarna zijn de studenten verplicht om online feedback te geven op elkaars tek- sten. Elke student wordt willekeurig toegewezen aan het werk van twee andere studen- ten. De tweede infosessie zoomt in op de feedback die werd gegeven en bespreekt bij- komende suggesties om kwaliteitsvolle peerfeedback te geven, gedurende ongeveer 45 minuten. De rest van de tijd komen de studenten samen in nieuwe groepen van min- stens drie en geven ze elkaar mondelinge peerfeedback.

Conferentie 33_Opmaak 1 4/11/19 13:15 Pagina 94

(3)

3

95 3. Hoger onderwijs

De studenten Sociologie krijgen de opdracht om een wetenschappelijke tekst te schrij- ven over één van vijf mogelijke onderwerpen. Er worden in totaal vijf begeleidende sessies van anderhalf uur georganiseerd, waarvan de student er één verplicht moet bij- wonen, afhankelijk van het gekozen onderwerp. De studenten krijgen vooraf de opdracht om vier tutorials te bekijken die gebaseerd zijn op de schrijfwijzer en die ingaan op ‘de structuur’, ‘de stijl’, ‘de inhoud’ en ‘het refereren’ in een academische tekst. Tijdens de verplicht bij te wonen begeleidende sessie wordt de schrijfwijzer nog- maals toegelicht met voorbeelden uit de papers van de studenten zelf. Tot slot worden de studenten onderverdeeld in groepen van twee tot drie, waarin ze peerfeedback geven op elkaars academisch taalgebruik, gedurende ongeveer 20 minuten.

3. Het onderzoek

Dit masterproefonderzoek bekeek de percepties van de eerstejaarsstudenten op acade- misch schrijven en peerfeedback, voor en na de interventie. Eventuele verschillen tus- sen beide studierichtingen werden ook in kaart gebracht. Daarnaast onderzocht deze studie de impact op de self-efficacy en de motivatie van de studenten. De onderzoek- vragen luidden als volgt:

1. Wat is de invloed van de opleidingsspecifieke interventie op de self-efficacy en moti- vatie ten aanzien van academisch schrijven en peerfeedback bij studenten uit de eer- ste bachelor Criminologie en de eerste bachelor Sociologie?

2. Wat zijn de percepties van studenten uit de eerste bachelor Sociologie en studen- ten Criminologie over de opleidingsspecifieke interventie?

Er werd een pretest-posttest-onderzoek gevoerd, met daarbij een combinatie van kwantitatieve en kwalitatieve data. Dat gebeurde via een vragenlijst met open en geslo- ten vragen, met behulp van een Likertschaal.

4. De resultaten

De resultaten wijzen op een positieve invloed van de interventie op de self-efficacy in relatie tot academisch schrijven en op het geven van peerfeedback. Ondanks deze voor- uitgang blijven studenten onzeker over hun capaciteiten om peerfeedback te geven, wat gelinkt wordt aan hun gevoel het academisch schrijven nog niet voldoende te beheersen.

Op vlak van motivatie zijn de resultaten niet eenduidig. De motivatie voor academisch schrijven blijft gelijk of daalt licht na deelname aan de interventie. De motivatie wat betreft het geven van peerfeedback kent een lichte stijging. Er kunnen op basis van dit onderzoek geen conclusies worden gemaakt over de kwaliteit ervan.

Conferentie 33_Opmaak 1 4/11/19 13:15 Pagina 95

(4)

96

33steHSN-Conferentie

De evolutie van self-efficacy en motivatie wordt niet significant beïnvloed door de stu- dierichting. Dat impliceert dat binnen deze studierichtingen voornamelijk de aanwe- zigheid van een interventie een effect heeft, maar verschillen tussen de interventies niet significant doorwegen.

De interventie wordt door de studenten over het algemeen positief beoordeeld. De studenten vinden de interventie leerrijk en geven eerder hoge scores op de mate waar- in ze bijleren over het geven van peerfeedback en de verschillende onderdelen van aca- demisch schrijven. Ze geven als voornaamste suggesties om meer sessies te organise- ren, om meer nadruk te leggen op het leren academisch schrijven en om meer persoon- lijke feedback te krijgen van de docenten.

De resultaten uit dit onderzoek benadrukken de meerwaarde van het organiseren van peerfeedbackinterventies om studenten te begeleiden bij het academisch schrijven, voornamelijk om het competentiegevoel van studenten te verhogen.

Referenties

Bonset, H. (2010). “Nederlands in het voortgezet en hoger onderwijs: Hoe sluit dat aan? Deel 1”. In: Levende Talen Magazine, 97 (3), p. 16-20.

Cho, K. & C. MacArthur (2011). “Learning by reviewing”. In: Journal of Educational Psychology, 103 (1), p. 73-84.

Geithner, C. & A. Pollastro (2016). “Doing peer review and receiving feedback:

impact on scientific literacy and writing skills”. In: Advances in Physiology Education, 40 (1), p. 38-46.

Lillis, T. & M. Scott (2015). “Defining academic literacies research: issues of episte- mology, ideology and strategy”. In: Journal of Applied Linguistics and Professional Practice, 4 (1), p. 5-32.

Pol, J. van der, B. van den Berg, W. Admiraal & P. Simons (2008). “The nature, recep- tion, and use of online peerfeedback in higher education”. In: Computers and Education, 51 (4), p. 1804-1817.

Wachter, L. De & J. Heeren (2014). ‘Wetenschappelijk schrijven voor talig zwakkere studenten aan de KU Leuven: de student centraal’. In: J. Evers-Vermeul, H. de Graaff, H. Schaap & G. van Silfhout (2014), Verzamelde werken van Leerling- docent-interactie bij schrijven in de vakken: een ontmoeting tussen wetenschap en prak- tijk. Utrecht: Universiteit Utrecht, p. 22-25.

Zundert, M. Van, D. Sluijsmans & J. Van Merriënboer (2010). “Effective peer assess- ment processes: Research findings and future directions”. In: Learning and Instruction, 20 (4), p. 270-279.

Conferentie 33_Opmaak 1 4/11/19 13:15 Pagina 96

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor het vierde en laatste practicum voerden de leerlingen een skittels practicum (bijlage 17) thuis uit. Het schrijven van het practicumverslag gebeurde ook weer in dezelfde

In deze paragraaf wordt gekeken naar het Situation Awareness Model van Endsley (1995) en welke elementen uit dat model gebruikt kunnen worden voor het

Peer feedback kan alleen slagen in een veilige, vertrouwde setting waarin fouten niet als persoonlijke gebreken van de leerling worden gezien, maar eigen zijn aan het schrij- ven

Zowel docenten als studenten in het hbo hebben het gevoel dat de vooropleiding voldoende aandacht aan schrijven moet besteden en dat een hbo-opleiding daar niet de plek voor is..

• opdracht 2: een opdracht waarin vanuit het schoolvak Nederlands een transfer gemaakt wordt naar ‘geschiedenis’, ‘natuurwetenschappen’ en ‘Engels’ door middel

Dit betekent in de eerste plaats dat er in de toetsen en tentamens gebruik moet worden gemaakt van vragen die zich niet louter richten op reproduceren van kennis, maar vragen die

In veel gevallen worden er tevens afspraken gemaakt over het gebruik van toekomstig intellectueel eigendom dat bij de UU wordt gegenereerd en mogelijk van belang kan zijn voor

Mijn ervaringen met het schrijven van het een plan van aanpak en een adviesrapport zijn weinig tot geen, maar ik hoop tijdens het volgen van Case Study CIW hier meer mee te