Sanatie
met of zonder obliteratie
Sanatie
Een sanatie is een ingreep waarbij een cholesteatoom wordt verwijderd uit het middenoor en de ‘middenoor-bijholten’ (mastoid en koepelholte). Indien onbehandeld kan een
cholesteatoom namelijk aanleiding geven tot ernstige complicaties. De ingreep kan op verschillende manieren worden uitgevoerd. Bij uitgebreide cholesteatomen kiest men voor een operatie waarbij men zowel achter het oor langs als via de gehoorgang opereert
(combined approach). Bij zeer kleine of in het middenoor gelegen cholesteatomen kiest men er soms voor om alleen via de gehoorgang te opereren. Een combined approach sanatie kan gecombineerd worden met een obliteratie van de ‘middenoor-bijholten’.
Voorbereiding
Opname Afspraak
Met uw KNO-arts heeft u in goed overleg besloten deze operatie te ondergaan. Voor deze operatie is het nodig om u op te nemen in het ziekenhuis. Het is noodzakelijk hiervoor een afspraak te maken bij de afdeling Opname, T 088 753 15 20. Als u verhinderd bent voor deze afspraak verzoeken wij u dit zo spoedig mogelijk te melden zodat de planning hier tijdig op kan worden aangepast.
Voor de ingreep
Als het oor in de week voor de ingreep onrustig voelt is het verstandig om contact op te nemen. In geval van ontsteking kan dan nog met behandeling gestart worden.
De operatie vindt plaats onder algehele verdoving (narcose). Vóór de operatie komt u voor overleg en informatie in contact met de anesthesioloog (narcotiseur). Afhankelijk van uw leeftijd en gezondheid kunt u ook nog in contact komen met andere specialisten (internist, longarts, radioloog). De patiënten melden zich meestal de dag van de ingreep op de
dagbehandeling in het ziekenhuis. Patiënten moeten nuchter zijn omdat deze ingreep onder narcose gebeurt ; dit betekent niet meer eten of drinken vanaf middernacht of 6 uur voor de ingreep.
Behandeling
De ingreep gebeurt onder algehele narcose. Bij een combined approach sanatie gebeurt de operatie via een snede achter de oorschelp, dit gebeurd in de meerderheid van de gevallen.
Bij zeer kleine cholesteatomen kan men soms enkel via de gehoorgang opereren, de snede kan dan in de gehoorgang verborgen worden. Bij een combined approach sanatie worden de ‘middenoor-bijholten’ (mastoid en koepelholte) via het bot achter het oor geopend. Dit gebeurd onder de microscoop met een chirurgisch microboortje. Daarnaast wordt de huid van de gehoorgang losgemaakt en wordt het trommelvlies deels uit zijn groeve in de gehoorgang gelicht. Zo krijgt men zicht op het middenoor. Op deze manier wordt het cholesteatoom van twee kanten benaderd en vervolgens verwijderd (combined approach).
Als de gehoorbeentjes zijn aangetast door het cholesteatoom moeten deze soms worden verwijderd om te voorkomen dat er cholesteatoom achterblijft. Als de gehoorbeentjesketen ernstig is aangetast kan na het verwijderen van het cholesteatoom en de gehoorbeentjes de operatieholte worden geoblitereerd. De ‘middenoor-bijholten’ worden daarbij gevuld met botweefsel en bioactief glas zodat er minder kans is op het ontstaan van een nieuw
cholesteatoom. Na het verwijderen van het cholesteatoom wordt de gehoorbeentjesketen indien mogelijk hersteld. Dit herstel kan gebeuren door een titaniumprothese, botcement of herplaatsen van het eigen aambeeld. De snede achter de oorschelp wordt gesloten met een oplosbare hechting. De huid van de gehoorgang wordt teruggeplaatst en er wordt in antibiotica gedrenkt oplosbaar materiaal in de gehoorgang geplaatst. Er wordt een verband achter het oor geplaatst met een drukkende windel om het hoofd. Deze blijft 24uur ter
plaatse om bloeduitstortingen achter het oor te voorkomen.
Na de behandeling
Na de ingreep is de gehoorgang vaak afgesloten en zal men minder goed horen. Soms is de wond wat gevoelig en wordt pijnmedicatie gegeven. Een enkele keer sijpelt er na de ingreep nog een kleine hoeveelheid bloed naar buiten, dit stopt meestal spontaan en kan over het algemeen geen kwaad. Patiënten gaan meestal de dag van de ingreep weer naar huis. Als er een windel met drukverband om het hoofd werd geplaatst wordt deze de volgende dag op de polikliniek verwijderd.
Weer thuis
Gedurende 1 a 2 weken blijft het oplosbaar materiaal in de gehoorgang ter plaatse en hoeft men geen wondzorg te verrichten. Er mag gedruppeld worden met oordruppels als uw KNO-arts dit met u besprak. Het gehoor is verminderd omdat de gehoorgang is gevuld met oplosbaar materiaal en omdat het middenoor gevuld is met wondvocht en bloedrestanten van tijdens de operatie. Dit kan een negatief effect op het gehoor hebben tot 6 weken na de ingreep. Er mag geen water in de gehoorgang of op de wond achter het oor komen.
Gedurende twee of drie weken moet het oor kunnen genezen. In die periode ontraden we lichamelijke inspanning. Wij raden aan contactsporten, vliegreizen en andere grote drukveranderingen op het middenoor 6 weken te vermijden.
Hoe moet een sanatie worden gecontroleerd na de behandeling?
De eerste postoperatieve controle is meestal 1 a 2 weken na de operatie gepland. Het oplosbare materiaal wordt dan uit de gehoorgang gehaald en soms vervangen. Als de operatie via een snede achter de oorschelp gebeurde worden de hechtingen meestal tijdens de eerste controle na de ingreep verwijderd. Zes weken na de ingreep zal het wondvocht en bloed in het middenoor grotendeels opgelost zijn en wordt eventueel een gehoortest
gepland. Aangeraden wordt om tenminste de eerste 6 weken na de operatie niet te zwemmen.
Tot slot
Uiteraard is de medische situatie van iedere patiënt verschillend. Het kan zijn dat we om bepaalde redenen afwijken van wat hierboven beschreven is. Als u naar aanleiding van de informatie in deze folder vragen heeft, kunt u deze uiteraard bespreken met uw
behandelend KNO-arts.
Contact
Keel-, Neus- en Oorheelkunde (KNO) T 088 753 12 00
Ma t/m vr 08:00 - 16:30 uur
