• No results found

Totale heupprothese

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Totale heupprothese"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Medisch Centrum André Dumont Stalenstraat 2a

B 3600 Genk Campus Sint-Jan

Schiepse bos 6 B 3600 Genk

Campus Sint-Barbara Bessemerstraat 478 B 3620 Lanaken T +32(0)89 32 50 50

F +32(0)89 32 79 00 info@zol.be

Campus Maas en Kempen Diestersteenweg 425 B 3680 Maaseik Ziekenhuis

Oost-Limburg Campus Sint-Jan Campus Sint-Barbara Campus Maas en Kempen Medisch Centrum André Dumont

Totale heupprothese

campus Maas en Kempen

(2)

Beste patiënt,

Binnenkort wordt bij u een totale heupprothese geplaatst waarbij uw beschadigd

heupgewricht wordt vervangen door een kunstgewricht.

In deze folder vindt u belangrijke informatie over de noodzaak van een totale heupprothese, de opname, de voorbereiding op de

operatie, de operatie zelf en de herstelperiode.

Deze folder is een praktische gids tijdens uw behandeling in het ziekenhuis en later thuis.

Aarzel niet om meer uitleg te vragen bij de voor u nog onduidelijke rubrieken. U kunt hierover steeds terecht bij de arts of bij de verpleegkundigen.

INHOUDSTAFEL

1. Een heupprothese 2. Revalidatie

3. Mogelijke complicaties 4. Ontslag

5. Contact

(3)

01 EEN HEUPPRO- THESE

De heup is een kogelgewricht tus- sen het bekken en het dijbeen. De kop van het dijbeen draait in de heupkom van het bekken en zorgt zo voor een grote beweeglijkheid.

De kop van het dijbeen wordt ook de femurkop genoemd en de heupkom het acetabulum.

De femurkop en de heupkom zijn bedekt met een laagje kraakbeen dat zorgt voor een glad en soepel heupgewricht.

Bij het lopen en bewegen draait de kop van het dijbeen soepel in de kom van het bekken.

1. Bekkenvleugel, onderdeel van het bekken (ilium)

2. Kraakbeenring in de heup- kom (labrum)

3. Heupkom (acetabulum) 4. Heupkop (caput femoris) 5. Dijbeen (femur)

1.1 Waarom is deze opera- tie noodzakelijk?

Heupartrose: Bij het ouder worden kan de kwaliteit van het kraakbeen verminderen, door een langdurig slijtageproces, ook artrose genoemd.

Het gevolg van deze artrose is dat de heup gaat ontsteken wat leidt tot een pijnlijk en stijf heupge- wricht.

Bij een aangeboren heupafwijking zoals dysplasie is er een verhoog- de kans op artrose.

Het kraakbeen van de heup kan ook aangetast zijn door reuma.

Bewegen, in het bijzonder lopen, kan pijnklachten geven in de heup, de knie of de rug. Als de klachten en de pijn u te sterk in uw beweeglijkheid beperken en andere behandelingsmethodes onvoldoende helpen, komt u in aanmerking voor een totale heup- prothese.

(4)

Breuk van de heup: Het bre- ken van het dijbeen net onder de heupkop kan soms aanlei- ding geven tot het afsterven van de heupkop. Bij een dergelijke aandoening van de heup, en als er reeds artrose aanwezig is, kan de arts in overleg met u beslissen tot het plaatsen van een totale heupprothese.

1.2 Wat is een totale heupprothese

De benaming totale heupprothese houdt in dat zowel de kop als de kom van het heupgewricht wor- den vervangen.

In plaats van de oorspronkelijke dijbeenkop komt dan een bolpro- these die vast zit met een steel in het dijbeen. Deze prothesekop draait dan in een prothesekom die de oorspronkelijke gewrichtspan vervangt.

Er bestaan verschillende types van totale heupprothesen.

1.Volledig cementloze prothese:

Deze wordt geplaatst bij jongere patiënten (< 60 jaar) en / of bij patiënten met nog een goede botkwaliteit. De prothesecompo- nenten hebben dan een speciale

oppervlaktelaag die ingroei in het bot bevordert. Het voordeel van deze prothese is dat bij eventue- le revisie later, de componenten makkelijker verwijderd kunnen worden.

2.Hybriede prothese: Hierbij wordt een cementloze heupkom geplaatst en wordt de prothese- steel in botcement verankerd. Dit gebeurt bij patiënten vanaf 60-65 jaar of bij patiënten met een min- der goede botkwaliteit t.h.v. het dijbeen.

(5)

3.Totale gecementeerde prothese: Hierbij wordt zowel de heupkom als de steel in cement geplaatst. Dit word nog maar zelden gedaan.

4. Resurfacing van de heup:

Deze ingreep wordt gedaan bij zeer jonge en nog actieve pati- enten met heupartrose. Een zeer goede botkwaliteit is wel noodza- kelijk! Het komt neer op het ver- vangen van de bol van de heup, zonder steel die wordt vastgezet met cement. De heupkom wordt vervangen door een cementloze cup.

Het materiaal van een totale heupprothese bestaat uit een le- gering van verschillende metalen.

Het kopje bestaat uit metaal of keramiek. De kom kan bestaan uit polyethyleen, keramiek of metaal.

Bij een volledig cementloze pro-

these of resurfacing wordt altijd metaal op metaal (metalen kop en metalen kom) gebruikt.

In de luchthaven kan de me- taaldetector op het metaal in de heupprothese reageren.

Omdat een heupprothese een beperkte levensduur heeft, wordt de operatie bij jonge patiënten, tenzij niet anders mogelijk, zolang mogelijk uitgesteld.

1.3 De preoperatieve voorbereiding

Om de operatie zo veilig moge- lijk te laten verlopen zal uw arts samen met u bespreken welke onderzoeken dienen uitgevoerd te worden door een dokter internist.

Deze zal uitzoeken of er geen contra-indicaties zijn voor deze operatie.

Hij zal de volgende onderzoeken uitvoeren: RX van de longen, EKG, bloed-en urineonderzoek en afhankelijk van zijn bevindingen eventueel nog een longfunctie of fietsproef.

(6)

Soms gebeurt het preoperatief onderzoek door de huisarts.

Belangrijk: Als u bloedverdun- nende medicijnen gebruikt moet u dit aan de behandelde arts en de internist melden. Om ongewenste bloedingen tijdens en na uw ope- ratie te voorkomen beslist de arts wanneer u die medicatie al dan niet moet stoppen.

Houdt u aan de afspraken zoals de arts deze met u maakt.

Als men op de dag van de opna- me nog alle onderzoeken moet doen of de bloedverdunnende medicijnen nog moet stoppen, houdt dit onvermijdelijk in dat de operatie naar een latere datum verschoven wordt.

1.4 Wat dient u mee te brengen?

Per brief wordt u de opname- datum en het uur meegedeeld wanneer u zich in het ziekenhuis moet aanmelden.

Voor algemene informatie krijgt u een infobrochure aan de ont- vangstbalie.

U moet volgende documenten meebrengen naar het ziekenhuis;

• Uw SIS kaart voor de admi- nistratieve inschrijving bij de opname.

• Formulieren voor verzekering, ziekenfonds, en /of arbeidson- geschiktheid voor uw werkge-

• ver.Uw bloedgroepkaart.

Verder dient u nog mee te bren- gen:• RX van de longen en de heup

(zonder heupfoto gaat de ope- ratie niet door)

• Eventuele uitslagen van preoperatieve onderzoeken (indien het preoperatief onder- zoek door de huisarts of een internist in een ander zieken- huis gebeurd is)

• Een lijst van de thuismedicatie met de dosering en de medica- tie zelf.

• Krukken dient u zelf mee te brengen naar het ziekenhuis.

U kunt ze verkrijgen via uw ziekenfonds, het rode kruis of een thuiszorgorganisatie.

• Gemakkelijke, stevige en comfortabele schoenen zoals loopschoenen met veters of velcro (klittenband).

• U mag normaal eten of uw

(7)

dieet blijven volgen tot de dag voor de ingreep.

• Ook neemt u thuis best een bad of stortbad. Nagellak, zo- wel aan teen- en vingernagels dient u te verwijderen.

1.5 De dag van opname

De dag voor de operatie wordt u in het ziekenhuis verwacht. Via de opnamedienst krijgt u een kamer toegewezen.

De verpleegkundige begeleidt u naar uw kamer.

Op de afdeling worden er de vol- gende onderzoeken gedaan:

• RX-opname van uw heup zo deze ontbreekt.

• Bloedafname: voor het geval u tijdens of na de operatie een bloedtransfusie nodig hebt.

• De verpleegkundige stelt u een aantal vragen omtrent uw thuissituatie, medicatie, ge- zondheid, dieet etc..De gege- vens met betrekking tot uw thuissituatie worden doorgege- ven aan de dienst Patiëntenbe- geleiding.

• De behandelde arts komt langs en inspecteert het operatiege-

bied op mogelijke huidafwijkin-

• gen.Hij zal ook een merkteken zetten op het been dat geope- reerd moet worden.

• De kinesitherapeut komt kennis maken en legt enkele ademhalingsoefeningen uit. Zo nodig doet zij/hij tapotage. Zij/

hij legt u ook reeds uit wat er postoperatief van u verwacht wordt.

• Een verpleegkundige van de dienst Patiëntenbegeleiding komt langs om de thuissituatie te bekijken, zo nodig onder- neemt ze reeds actie naar de thuiszorg toe of ze regelt een eventuele opname op de reva- lidatie-afdeling.

• De anesthesist komt langs en bespreekt met u de anesthe- sie.

Soorten anesthesie

Algemene anesthesie (ook algemene narcose genoemd):

Bij een algemene narcose wor- den verschillende medicijnen ingebracht via het infuus dat u al heeft. U valt in slaap en merkt daarna niets meer van de opera- tie.

(8)

U krijgt ook een buisje in uw luchtpijp waardoor een mengsel van zuurstof en narcosegassen stromen. Zodra de operatie klaar is krijgt u alleen nog zuivere zuurstof toegediend. U krijgt dus maar net zolang narcose als de operatie duurt, en u wordt wakker gemaakt op de operatietafel.

De operatie kan ook gebeuren onder locoregionale anesthe- sie of de zogenaamde ruggenprik.

Hierbij wordt éénmalig of via een zeer dun slangetje tussen de wervels verdoving ingespoten. Het dunne slangetje kan na de ope- ratie gebruikt worden om er een pijnpomp aan te koppelen.

De pijnpomp is een systeem van continue toediening van verdo- ving.

Het voordeel hiervan is dat ze en- kele dagen ter plaatse kan blijven.

Verder gebeurt er nog het volgen- de:• De heup en pubis worden

onthaard en gewassen met isobethadine uniwash= desin- fecterende zeep.

• Steunkousen worden aange- meten als bescherming tegen

flebitis en/of trombose(bloed- klonter)

• ‘s Avonds krijgt u een klein lavement (klysma).

• Vanaf middernacht dient u nuchter te blijven (geen eten en drinken) en mag u niet meer roken.

• Lees ook de afdelingsfolder, hierin staat nog aanvullende informatie.

1.6 Dag van de ingreep

De ochtend van de operatie wordt u door de verpleegkundige van de afdeling gewekt zodat u zich kan wassen en klaarmaken. Onder- goed, make-up, sieraden, nagel- lak, bril, lenzen en gebitsprothese mag u tijdens de operatie niet dragen. U wast het te opereren been nogmaals met de desinfecte- rende zeep.

Ongeveer een uur voor de ope- ratie begint de voorbereiding op de operatie. De verpleegkundige zal rond uw pols een identificatie- bandje aanbrengen, u krijgt ook een operatiehemd.

De antitrombose kous blijft aan, aan het niet te opereren been.

(9)

Met het bed wordt u naar het operatiekwartier gebracht.

In de voorbereidingsruimte wordt een infuus ingebracht.

De operatie gebeurt onder alge- mene of locoregionale anesthesie.

U krijgt ook altijd een blaassonde, om de vochtbalans beter te kun- nen controleren, ze blijft ongeveer 24 uren ter plaatse.

Als u een pijnpomp hebt, blijft de blaassonde ter plaatse, tot de pijnpomp verwijderd is.

In de wonde heb u een drain.

Deze zorgt ervoor dat het over- tollige bloed en wondvocht uit de wonde verwijderd worden en kunnen afvloeien in een bokaal- tje(redon).

De wonde bevindt zich aan de zijkant van het bovenbeen ter hoogte van het heupgewricht en is afgesloten met een steriel verband.

Na de operatie wordt u overge- bracht naar de ontwaakkamer.

Afhankelijk van de beslissing van de anesthesist kan het gebeuren dat u gedurende ± 24 uur naar de

dienst Intensieve Zorgen overge- bracht wordt.

Uw bloeddruk, pols, ademha- ling, temperatuur en pijn worden systematisch gevolgd en zonodig behandeld.

Via een infuus krijgt u naast vloei- stof ook antibiotica (48u), pijnme- dicatie en andere noodzakelijke medicatie toegediend.

Braken en misselijkheid kunnen neveneffecten zijn van de narco- se, de verpleegkundige zal u als nodig een aangepast geneesmid- del geven.

De pijnpomp blijft gewoonlijk 48 tot 72 uur zitten.

U krijgt dagelijks een onderhuid- se inspuiting ter preventie van trombose.

Deze inspuiting dient (1x daags) tot zes weken na de ingreep ge- continueerd te worden.

De eerste 24 uur mag u niet opstaan en dient u op uw rug te blijven liggen.

Tussen uw benen ligt een (ab- ductie) kussen. Dit kussen zorgt ervoor dat u met uw nieuw heup- gewricht geen verkeerde bewe- gingen zou maken. Ook tijdens de

(10)

verzorgingen wordt een kussen tussen uw benen gebracht telkens u op een zijde dient te draaien.

U moet zeker vermijden om de benen in bed te kruisen.

Al deze maatregelen dienen om een ontwrichting van het nieuwe heupgewricht te voorkomen.

1.7 Dag na de ingreep

Deze dag heeft u nog altijd een infuus met antibiotica, pijnstilling en andere noodzakelijke medica- tie.Om de pijn te verzachten en zwel- ling te voorkomen wordt er vier maal per dag ijs geappliceerd.

De eerste dagen wordt u door de verpleegkundige geholpen bij het wassen. Na de verzorging en eventuele verbandwisseling kan u even opzitten.

U wordt hierbij geholpen door de verpleegkundigen of de kinesithe- rapeut.

Rond de vierde dag na de ingreep wordt er een controle RX van de heup gemaakt.

1.8 Verder verloop en re- validatie

Vanaf de tweede dag na de ingreep wordt u door de verpleeg- kundige gestimuleerd om zoveel mogelijk zelf te doen.

De drain wordt +/-48 uren na de ingreep verwijderd.

Zodra de wonde droog blijft, moet het verband niet meer dagelijks vervangen worden.Een tweetal weken na de ingreep worden de hechtingen verwijderd (meestal door de huisarts).

De antitrombosekousen dienen tot 6 weken na de ingreep gedragen te worden.

Eenmaal u goed kunt stappen met krukken of het looprekje kunt u zich aan de lavabo wassen.

Vanaf de derde dag mag u veel op zitten.

Indien u voldoende kunt stappen neemt u best alle maaltijden aan tafel.

Risicobewegingen

De volgende bewegingen mag u de eerste 6 weken niet maken

(11)

omdat u dan kans loopt dat de heup luxeert (=ontwricht).

• Het geopereerde been naar binnen draaien.

• Het kruisen van uw benen, dit geldt altijd, of u nu zit, staat of ligt.

• De heup niet verder buigen dan 90°, niet verder dan een rechte hoek tussen romp en bovenbeen.

• Geen combinatie maken van de drie bovenstaande bewe- gingen.

Regels bij het zitten

• Ga niet zitten op een te lage stoel, een te zachte bank, een te laag toilet of een te laag

• bed.Voorkom dat u te ver voorover buigt bij het opstaan en het gaan zitten.

• Zet bij het zitten en opstaan uw geopereerde been naar vo- ren. Gebruik uw handen om op te staan, waardoor er minder druk op de heupen komt.

02 REVALIDATIE

Het doel van de revalidatie is tij- dens de hospitalisatie de spiercon- trole opnieuw op gang te brengen, pijn en zwelling te verminderen en tevens de beweeglijkheid van de heup te bevorderen.

De kinesitherapeut leert u hoe u best vlot in en uit bed kan stap- pen en welke houdingen u moet vermijden.

Ook leert hij/of zij u weer lopen met krukken en leert u traplopen als dat nodig is.

2de dag of dag na de operatie:

Uit bed met behulp van de kinesitherapeut.

3de dag: Hij/Zij leert u lopen met een looprekje. Bij het staan of lopen mag u direct met uw volle gewicht uw geopereerde heup belasten, tenzij de arts dit anders beslist.

4de dag: Het looprekje wordt vervangen door krukken. Het doel hiervan is dat u op het einde van deze dag in staat bent om veilig en zelfstandig met krukken te lopen. Behal- ve aandacht voor het lopen, breidt de kinesitherapeut ook een aantal oefeningen uit.

(12)

5de dag tot de dag van het ontslag: Intensief oefenen van het lopen met krukken. De loopafstand wordt dagelijks uitgebreid en de kinesithera- peut corrigeert indien nodig uw looppatroon.

• Als u thuis een trap heeft, wordt het traplopen met kruk- ken geoefend.

• Ten slotte worden een aantal situaties geoefend die u in het dagelijkse leven kunt tegen- komen en die u problemen zouden kunnen opleveren.

U moet bijvoorbeeld denken aan ‘Hoe trek ik mijn sokken aan’,’Hoe raap ik iets op van de grond’ enz...

Aangezien de kinesitherapeut tijdens het weekend niet komt, is het best dat u de oefeningen die hij/zij u geleerd heeft, ook in het weekend uitvoert zodat de heup niet verstijft.

03 MOGELIJKE COMPLICATIES

Ondanks alle zorg die er besteed wordt aan de operatie kunnen er toch complicaties optreden, zoals:

• Wondinfectie: De kans hier- op is klein. Over het alge- meen kunnen wondinfecties na 5-6 dagen zichtbaar zijn, soms later. Wondinfecties zijn zichtbaar door roodheid van de wonde, pijn en koorts. De behandeling bestaat vooral uit rust en antibiotica, of eventu- eel chirurgische ingreep.

• Nabloeding: De eerste 24 uur is de kans het grootst dat de wonde nabloedt.

• Trombosebeen: De kans op een trombosebeen bestaat altijd. Om dit te voorkomen krijgt u vanaf de dag van de operatie antitrombosekousen en een antitrombose inspui- ting.

• Luxatie: Dit betekent dat de heupprothese ontwricht. De kans hierop is het grootst in de eerste drie maanden na de operatie. U dient zich daarom goed aan de bewegingsinstruc- ties te houden. Zoals in bed liggen met benen gespreid.

Leg zeker de eerste 6 weken het (abductie) kussen tussen

(13)

uw benen. Ga niet op uw zijde liggen zonder een kussen tus- sen de benen.

• Loslating van de prothese na langere tijd. De levensduur van de prothese is sterk afhankelijk van de activiteiten van de pati- ent. Gewone dagelijkse activi- teiten vormen geen probleem.

• De heupprothese kan eventu- eel weer vervangen worden bij loslating.

04 ONTSLAG

De patiënt wordt ontslagen indien zij/hij zich voldoende kan behel- pen en als de wonde droog is. De ontslagdatum hangt ook af van de leeftijd van de patiënt (jongere patiënten worden meestal sneller ontslagen) en van het verloop van de revalidatie. Er bestaat altijd een mogelijkheid om verder te revalideren op de SP-dienst. De SP-dienst is een revalidatieafde- ling van ons ziekenhuis en bevindt zich op de Campus van Bree. Op deze afdeling is men intensief bezig met de patiënt en zijn revali- datieschema. De opnameduur is afhankelijk van het verloop van de revalidatie.

De verpleegkundige van de dienst Patiëntenbegeleiding komt regel- matig praten met u en uw familie.

Zij zal u verder helpen bij moge- lijke problemen bij het ontslag. Zij helpt u zowel voor aanvragen voor rusthuis, revalidatiecentrum of een hersteloord.

Zij helpt u ook voor thuishulp zoals thuisverpleging, gezins -en bejaardenhulp, bedeling van warme maaltijden. Daarnaast kunt u steeds advies vragen i.v.m. ad-

(14)

ministratieve, juridische, financiële en praktische problemen.

4.1 Welke documenten krijgt u mee bij uw ont- slag?

• Een ontslagbrief voor uw huisarts

• Een voorschrift voor kinesithe- rapie

• Een voorschrift voor antitrom- bose medicatie en eventueel voor pijnstilling. Een voorschrift voor de thuisverpleging

• Een afspraak voor een eerste raadpleging (6 weken na de ingreep)

• Documenten voor verzekering, arbeidsongeschiktheid etc.

4.2 Aandachtspunten voor thuis en leefregels

• Gebruik uw heupgewricht zo normaal mogelijk zonder te overdrijven, neem geen risi- co’s.

• De antitrombosekousen moe- ten 6 weken gedragen worden.

• Niet in een lage zetel of op een lage stoel zitten, zorg dat het meubel waarop u gaat zitten steeds hoog genoeg is zodat

het heupgewricht niet meer dan 90° is geplooid.

• Niet met de benen gekruist zitten.

• Stap aan de geopereerde zijde in en uit het bed.

• Slaap op uw rug en leg uw benen wat gespreid (eventueel een kussen tussen uw benen leggen).

• De eerste 6 weken best niet op de zijde slapen. Wanneer u toch op de zijde wenst te lig- gen, doe dat dan op de geope- reerde zijde met een kussen tussen de benen.

• Raap nooit iets op met ge- strekte knieën.

• Seksuele gemeenschap kan weer plaats vinden na enkele weken, als de wonde goed ge- nezen is en de beweging in de heup niet meer pijnlijk is.

4.3 Tips voor huishoudelij- ke activiteiten

• De eerste weken kan u wat extra hulp gebruiken.

• Ga niet in een diepe, lage fau- teuil zitten, een hoge stoel met leuningen is beter.

• Plaats het gerief dat u dage- lijks gebruikt op handhoogte.

(15)

• Ga niet in bad zitten.

• Zorg ervoor dat uw heup niet te fors buigt bij het aantrekken van (onder)broek, kousen en schoenen. Laat u helpen of gebruik hulpmiddelen.

• Zorg dat uw huis gemakkelijk toegankelijk is.

• Voorzie eventueel aanpas- singen in uw leefruimte, bad -of slaapkamer zodat u na de ingreep vlot en veilig kunt bewegen, verwijder kleine tapijten.

• Zorg voor een toiletverhoger en zet eventueel blokken onder het bed. Zorg eventueel ook voor handgrepen in douche en toilet.

• Indien u veel trappen moet doen, zorg dan voor een bed op gelijkvloers.

• Indien u toch trappen wenst te doen zet dan bij het naar boven gaan eerst het niet ge- opereerde been op de hogere trede, dan de kruk of stok en het geopereerde been ernaast.

Bij het naar beneden komen zet men eerst de kruk of stok en het geopereerde been een trede lager en dan het been

aan de niet geopereerde kant ernaast.

• Maak gebruik van de trapleu- ning.

• Bij instappen van de auto, ga met de rug naar de auto staan en houdt u vast aan het portier. Ga zitten terwijl u het aangedane been naar voren plaatst. Draai nu met de beide benen samen de auto in.

• Wilt u uit de auto stappen, houdt dan beide benen samen en draai eventueel met behulp van de plasticzak (plaatsen op de zit) de auto uit. Vervolgens kunt u opstaan, terwijl u steunt op het portier.

• Niet spitten als u in de tuin wilt werken, lichte tuinactiviteiten mogen wel.

4.4 Sport en ontspanning

• Na zes weken, is het mogelijk om weer te fietsen.

• Oefen eerst op de hometrai- ner. Best is een fiets met lage instap, ook voor de heren.

• Wandelen is goed indien dit niet overdreven wordt. Voer geleidelijk de afstand op. Rust regelmatig. Een wandelstok gebruiken mag. U moet in

(16)

staat zijn om op een normale manier trappen te bestijgen of te dalen.

• Sporten kan pas na overleg en goedkeuring van uw behande- lende dokter.

• Zwemmen is toegelaten (ver- mijd wel overdreven bewegin- gen).

05 CONTACT

5.1 Wanneer dient u con- tact op te nemen met uw arts?

• Wanneer u meer dan 38°c koorts heeft. Dit kan wijzen op een infectie.

• Bij zwelling, pijn, roodheid of warm aanvoelen van het onderbeen. Dit kan duiden op een ontsteking van de bloed- vaten (flebitis).

• Bij ontsteking van de wonde.

Deze kan opzwellen, rood zien en pijnlijk zijn, of gaan lekken.

• Bij een gezwollen glanzend en pijnlijk onderbeen (kans op trombose).

• Als u niet meer op het been kunt staan, terwijl dit tevoren goed mogelijk was.

• Bij plotselinge pijn of een af- wijkende stand van het been.

Dit kan wijzen op een ont- wrichting.

• Ook wanneer u kortademig bent of als u pijn hebt in de borststreek.

(17)

De heupprothese zal uw pijn wegnemen zodat u uw dagdage- lijkse bezigheden opnieuw kan opnemen. Wees niet te roekeloos zodat u lang kunt genieten van uw prothese.

Als u voor, tijdens of na de opna- me nog bijkomende vragen heeft, stel ze gerust. De verpleegkun- digen en/of de artsen helpen u graag verder.

De dienst Heelkunde is te berei- ken op het nummer T 089 50 92 82.

(18)

NOTITIES

(19)
(20)

www.youtube.com/user/ZOLziekenhuis Schrijf u in op onze nieuwsbrief via www.zol.be.

www.twitter.com/ZOLziekenhuis www.facebook.com/ZOLzh www.ZOL.be

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De eerste zes weken gebruikt u twee krukken, omdat uw spieren niet sterk genoeg zijn om uw heup te stabiliseren.. De fysiotherapeut adviseert u over de snelheid waarmee u het

- Methode 2: Eventueel kunt u het geopereerde been lichtjes in de knie buigen en uw gezonde been onder het geopereerde been schuiven en zo beide benen over de rand van het

Antistolling moet een aantal dagen voor de operatie gestaakt worden, dit wordt door de afdeling opname met u besproken.. • of u regelmatig

Oefening: Wanneer je voet volledig op de grond staat, breng je je tenen naar je toe zonder de hiel los te laten van de grond. Oefening: Je brengt het geopereerde been naar voor

• Vanaf zes weken na de ope- ratie, mits u kan lopen zonder krukken en vertrouwen hebt in uw eigen lichaam, kan u starten met de opbouw van het paardrijden.. • Bouw de sport

Soms wordt ge- poogd om de wonde te sluiten maar de kans op een laattijdige infectie (tot 3 weken na de ingreep) is dan aanwezig en in dat geval moeten de hechtingen worden

Maar omdat de spieren rondom de heup door de pijn wat zijn verkort, wordt de heup vaak niet meer zo soepel als deze ooit was..

Als de operatie via een snede achter de oorschelp gebeurde worden de hechtingen meestal tijdens de eerste controle na de ingreep verwijderd. Zes weken na de ingreep zal het wondvocht